Organisatie | Kollumerland en Nieuwkruisland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van rioolheffing 2018 |
Citeertitel | Verordening Rioolheffing 2018 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling is vervangen door de Verordening rioolheffing 2019.
Gemeentwet, art. 228
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
30-12-2017 | 31-12-2018 | nieuwe regeling | 21-12-2017 Gemeenteblad, 29-12-2017 | Onbekend |
Artikel 2 Aard van de belasting
Onder de naam rioolheffing wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van de kosten die voor de gemeente verbonden zijn aan:
Artikel 3 Belastbaar feit en belastingplicht
van degene die bij het begin van het belastingjaar het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht van een perceel dat direct of indirect is aangesloten op de gemeentelijke riolering, dan wel dat belang heeft bij de nakoming van de gemeentelijke zorgplichten voor hemel- en grondwater genoemd in artikel 9a en 9b van de Wet op de waterhuishouding.
met betrekking tot de belasting wordt, ingeval het perceel een onroerende zaak is, als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene die bij het begin van het belastingjaar als zodanig in de kadastrale registratie is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.
Artikel 4 Zelfstandige gedeelten
Indien gedeelten van een in artikel 3 bedoeld perceel blijkens hun indeling bestemd zijn om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt, wordt de belasting geheven ter zake van elk als zodanig bestemd gedeelte, met dien verstande dat indien twee of meer van die gedeelten tezamen als één geheel worden gebruikt, deze als één perceel worden aangemerkt.
3.in afwijking van de voorgaande leden bedraagt de belasting voor garageboxen, trafo’sen loodsen, die zelfstandig in de heffing worden betrokken en geen wateraansluiting hebben en waarvan uit direct of indirect water op de gemeentelijke riolering wordt afgevoerd, voor een: garagebox / trafo: € 25,00 per kalenderjaar; loods: € 125,70 per kalenderjaar.
Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht met betrekking tot het eigendom voor de belasting als bedoeld in artikel 3, eerste lid, in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd over zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht met betrekking tot het eigendom voor de belasting als bedoeld in artikel 3, eerste lid, in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Artikel 10 Termijnen van betaling
2. In afwijking van het eerste lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt drie maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens één maand later.
Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rioolheffing.