Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Krimpenerwaard

Geluidsbeheerplan Bedrijventerrein Lekkerkerk Oost gemeente Nederlek

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieKrimpenerwaard
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingGeluidsbeheerplan Bedrijventerrein Lekkerkerk Oost gemeente Nederlek
CiteertitelGeluidsbeheerplan Bedrijventerrein Lekkerkerk Oost gemeente Nederlek
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp
Externe bijlagenIngediende zienswijzen Reactie ODMH op ingediende zienswijzen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Op 27 mei 2014 heeft de raad van de voormalige gemeente Nederlek het bestemmingsplan “Bedrijventerrein Lekkerkerk Oost” vastgesteld. Hieraan diende het Geluidsbeheerplan Bedrijventerrein Lekkerkerk Oost gemeente Nederlek van januari 2013 gekoppeld te worden. Bij vergissing is dit achterwege gebleven. Met vaststelling van dit plan door de gemeente Krimpenerwaard wordt deze vergissing hersteld.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Artikelen 2.22 en 2.14 Wabo
  2. Artikel 8.42 Wet milieubeheer
  3. Artikel 2.20 Activiteitenbesluit milieubeheer

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

19-12-2017Nieuw beleid

21-11-2017

Gemeenteblad (zakelijke mededeling) 18-12-2018, Nr. 223274

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Geluidsbeheerplan Bedrijventerrein Lekkerkerk Oost gemeente Nederlek

Gouda, januari 2013

Rapportnummer: 201206640

Behandeld door: ing. S. Haghighat

Inhoudsopgave

  • 1.

    Voorwoord

  • 2.

    Inleiding

  • 3.

    Doel van het geluidsbeheerplan

  • 4.

    Relatie met de Handreiking industrielawaai en vergunningverlening

  • 5.

    Relatie met de Wet ruimtelijke ordening

  • 6.

    Relatie met Regionale Handreiking Milieukwaliteiten

  • 7.

    Normstelling

  • 8.

    Akoestische verkaveling

  • 9.

    Procedure tot vaststelling van geluidsbeheerplan

  • 10.

    Gevolgen voor het opstellen van geluidsvoorschriften bij vergunningverlening

  • 11.

    Wijziging en afwijking van het geluidsbeheerplan

  • 12.

    Bewaken van de geluidsruimte

 

Bijlage I: Akoestisch onderzoek

Bijlage II: Zienswijzen p.m.

1. Voorwoord

In de gemeente Nederlek is het bedrijventerrein Lekkerkerk Oost in ontwikkeling. Hetbedrijventerrein is primair bedoeld voor lokale en regionale bedrijven die reeds binnende gemeente of regio gevestigd zijn.

Vanuit een goede ruimtelijke ordening dient te worden aangetoond dat er voor de bestaande en nieuw te bouwen woningen in de omgeving van het bedrijventerrein een goed woon- en leefklimaat kan worden gegarandeerd. In dit verband past de gemeente Nederlek voor dit terrein geluidsbeheer toe door de beschikbare geluidsruimte op het bedrijventerrein te verdelen en te bewaken. Om ter plaatse van de bestaande en toekomstige woningen een goed leefmilieu te garanderen en tegelijkertijd voldoende geluidsruimte voor bedrijven te behouden wil de gemeente Nederlek geluidsbeleid opstellen voor het bedrijventerrein Lekkerkerk Oost. Daartoe is dit geluidsbeheerplan opgesteld.

Doel van dit geluidsbeheerplan is een acceptabele geluidskwaliteit voor de omgeving te behouden. Met een geluidsbeheerplan wordt aangegeven op welke manier de beschikbare geluidsruimte wordt verdeeld en beheerd.

Het geluidsbeheerplan regelt dat de uitgifte van grond en geluidsruimte synchroon verlopen. Op deze manier wordt sturing gegeven aan de gewenste invulling van het bedrijventerrein. Deze werkwijze heeft betrekking op alle inrichtingen zoals genoemd in artikel 2.1 lid 1 van het Besluit omgevingsrecht (Bor). Het geluidsbeheerplan zal worden toegepast als beleidsregel als bedoeld in art. 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

2. Inleiding

Het te ontwikkelen bedrijventerrein Lekkerkerk Oost heeft betrekking op een weidegebied direct aan de oostzijde aansluitend op het gezoneerde industrieterrein Dammestraat en ligt op enige afstand ten opzichte van het stiltegebied “Den Hoek” aan de noordzijde, de begraafplaats aan de oostzijde en de Opperduit aan de zuidzijde. Het nieuw te realiseren bedrijventerrein ligt binnen de geluidszone van het industrieterrein Dammestraat en vindt plaats op gronden die in het bestemmingsplan “Landelijk Gebied 1982” agrarisch zijn bestemd. Het bestemmingsplan dient te worden gewijzigd voor het realiseren van een nieuw bedrijventerrein. Figuur 1 geeft de situering van het bedrijventerrein Lekkerkerk Oost en de directe omgeving weer.

Figuur 1: Situering plangebied en bedrijventerrein Lekkerkerk Oost

 

Conform het bestemmingsplan wordt op het bedrijventerrein Lekkerkerk Oost de vestiging van grote lawaaimakers, zoals aangewezen in artikel 2.1 lid 3 van het Besluit Omgevingsrecht (Bor) uitgesloten. Derhalve is er geen behoefte voor de zonering binnen het plangebied wegens het toelaten van categorie 4 bedrijven. De algemene toelaatbaarheid van bedrijvigheid op het nieuwe bedrijventerrein varieert van milieucategorie 3.1 tot maximaal milieucategorie 3.2. De milieucategorie 3.2 bedrijven zijn gelegen in het middelste gedeelte. Aan de zijde van de Tiendweg Oost en richting Opperduit zijn bedrijven toegestaan in maximaal milieucategorie 3.1, zodat er vanuit oogpunt van bedrijven en milieuzonering voldoende afstand wordt gehouden tussen milieubelastende functies en milieugevoelige functies. Een groot gedeelte van het bedrijventerrein is bestemd voor Broere Lekkerkerk vof, een loonwerkers- en grondverzetbedrijf, dat nu nog gevestigd is aan de Opperduit 434 in Lekkerkerk. Voor dit bedrijf zal tevens nieuwe passende bedrijfsactiviteiten, binnen het bestemmingsplan, mogelijk worden gemaakt. Daarnaast is er nog een beperkte uitbreidingsruimte voor overige bedrijven.

Voorts wordt rekening gehouden met de bedrijfsvoering en milieuruimte van de betreffende bedrijven. Hiervoor wordt in het bestemmingsplan een milieuzonering opgenomen. Deze milieuzonering vindt plaats aan de hand van een Staat van Bedrijfsactiviteiten. Milieuzonering zorgt ervoor dat nieuwe bedrijven een juiste plek in de nabijheid van woningen krijgen en dat nieuwe woningen op een verantwoorde afstand van bedrijven komen te staan.

 

Stiltegebied Den Hoek

De stiltegebieden zijn opgenomen in de Provinciale Structuurvisie als provinciaal belang. De provincie Zuid-Holland is vanwege het provinciaal belang van stiltegebieden primair verantwoordelijk voor de instandhouding van de gebieden. Hierbij is het noodzakelijk dat zowel de gemeente als de provincie meewerken aan de instandhouding van het stiltegebied. In bestemmingsplannen moet hiermee rekening worden gehouden. In dit kader vindt de gemeente het belangrijk het stiltegebied “Den Hoek” mee te nemen in zijn toekomstvisie om te vermijden dat er activiteiten of ontwikkelingen mogelijk zijn, die in strijd zijn met het stiltegebiedenbeleid.

Het waarborgen van de akoestische kwaliteit van de stiltegebieden zal dan ook moeten plaatsvinden door het beheersen van de aard en intensiteit van de geluidsbelasting (activiteiten), en het reguleren van de bestemming en het gebruik van de desbetreffende gebieden. Het ruimtelijk beleid is erop gericht functies, die tot een extra geluidsverstoring leiden, uit stiltegebieden te weren.

 

Industrieterrein Dammestraat

Op het industrieterrein Dammestraat mogen de zogenaamde grote lawaaimakers zich gaan vestigen. Om deze reden is conform artikel 40 van de Wet geluidhinder om dit industrieterrein op 6 maart 2001 door de raad van de gemeente Nederlek een nieuwe integrale geluidszone (50 dB(A)-contour) vastgesteld en in het vigerende bestemmingsplan opgenomen. De geluidszone vormt een aandachtsgebied tussen de bedrijven op het industrieterrein en de geluidsgevoelige gebouwen in de omgeving. Buiten deze zone mag de geluidsbelasting vanwege alle bedrijven op het industrieterrein tezamen niet hoger zijn dan 50 dB(A). In figuur 2 is een overzicht van de geluidszone weergegeven.

Figuur 2: Overzicht van de geluidszone rondom het industrieterrein Dammestraat

 

In het kader van een goede ruimtelijke ordening is in het geluidsbeheerplan aandacht besteed aan de cumulatieve geluidsbelasting t.g.v. het industrieterrein Dammestraat en het nieuwe bedrijventerrein Lekkerkerk Oost. De cumulatieve geluidsbelasting geeft een indicatie voor de te verwachten geluidshinder. Op basis van de rekenresultaten moet beoordeeld worden of er sprake is van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat.

3. Doel van het geluidsbeheerplan

Enerzijds stelt de gemeente een groot belang in een goede leefkwaliteit voor de omwonenden en anderzijds is de zaak dat de toekomstige bedrijven op het bedrijventerreinen niet belemmerd worden in hun werkzaamheden. Het doel van het geluidsbeheerplan is om een acceptabele geluidskwaliteit voor de bestaande en nieuwe geluidsgevoelige gebouwen in de directe omgeving van het bedrijventerrein te garanderen door het vastleggen van een gecumuleerde grenswaarde voor industrielawaai.

Bij het opstellen van het geluidsbeheerplan is door de gemeente uitgesproken dat de geluidsbelasting in de omgeving niet toe mag nemen na invulling van het bedrijventerrein Lekkerkerk Oost. Derhalve is door de gemeente Nederlek een gemeentelijk geluidsbeleid opgesteld voor het bedrijventerrein Lekkerkerk Oost door het laten vaststellen van een geluidsbeheerplan met bijbehorende stukken. Het geluidsbeheerplan vormt het toetsingskader voor het verlenen van een omgevingsvergunning aan de bedrijven op het bedrijventerrein Lekkerkerk Oost. Om de vastgestelde geluidsruimte van het bedrijventerrein zo optimaal mogelijk te verdelen en te beheren is hiervoor een akoestisch inrichtingsplan opgesteld. Dit akoestisch inrichtingsplan is opgenomen in het rapport “Akoestisch onderzoek Bedrijventerrein Lekkerkerk Oost in de gemeente Nederlek”. De resultaten hiervan worden door de gemeente Nederlek gebruikt voor de besluitvorming voor een doelmatige toedeling van de geluidsruimte en de reservering voor voldoende uitbreidingsmogelijkheden voor de bedrijven. Het akoestisch onderzoek is als bijlage I bij dit geluidsbeheerplan gevoegd.

4. Relatie met de Handreiking industrielawaai en vergunningverlening

Met het opstellen van een geluidsbeheerplan wordt invulling gegeven aan hoofdstuk 2 (gemeentelijk beleid ten aanzien van industrielawaai en vergunningverlening) van de Handreiking industrielawaai en vergunningverlening van 1998 (hierna: de Handreiking). Hierin wordt aangegeven dat het voor een gemeente aanbeveling verdient om op basis van de Handreiking, in afweging met onder meer het gemeentelijke milieu-, ruimtelijke ordenings- en economisch beleid, een beleid vast te stellen ter zake van industrielawaai en vergunningverlening. Deze werkwijze heeft betrekking op alle inrichtingen zoals genoemd in artikel 2.1 lid 1 van het Besluit omgevingsrecht (Bor).

Het geluidsbeheerplan vormt het toetsingskader waarmee uitsluitsel gegeven kan worden over de grenswaarden industrielawaai in het kader van vergunningverlening of het opstellen van maatwerkvoorschriften voor de bedrijven op het bedrijventerrein Lekkerkerk Oost.

5. Relatie met de Wet ruimtelijke ordening

Het realiseren van nieuwe woningen of andere geluidsgevoelige bestemmingen 1 in de directe omgeving blijft mogelijk mits er een akoestisch onderzoek wordt uitgevoerd naar de geluidsbelasting ten gevolge van het bedrijventerrein op deze nieuwe woningen of andere geluidsgevoelige bestemmingen.

 

De realisatie van nieuwe woningen of andere geluidsgevoelige bestemmingen rondom het bedrijventerrein voor het aspect geluid is zonder meer mogelijk, indien aan de uitgangspunten uit dit geluidsbeheerplan wordt voldaan. Bij deze woningen gelden dan dezelfde eisen als voor de bestaande woningen of andere geluidsgevoelige bestemmingen.

 

Indien nieuwe woningen of andere geluidsgevoelige bestemmingen niet aan de uitgangspunten uit het geluidsbeheerplan kunnen voldoen, dient een motivering in de betreffende ruimtelijke procedure (bestemmingsplan of omgevingsvergunning) te worden opgenomen. Na vaststelling van het bestemmingsplan of omgevingsvergunning wordt de nieuwe woning of geluidsgevoelige bestemming met de afwijkend vastgestelde waarde aan het akoestisch rekenmodel toegevoegd. Nieuwe woningen leveren dus geen beperking op voor de bedrijven.

6. Relatie met Regionale Handreiking Milieukwaliteiten

Binnen de regio Midden-Holland wordt ingespeeld op de mogelijkheid om milieu lokaal te regelen. In dit kader is op 25 juni 2007 de Regionale Handreiking Milieukwaliteiten (hierna: RHM) door de toenmalige Bestuurscommissie Milieu van het ISMH (nu ODMH) vastgesteld. De RHM geeft de mogelijkheid aan gemeenten binnen de regio Midden-Holland gebiedsgericht milieubeleid op te stellen. De RHM behandelt de milieuaspecten geluid, bodem, luchtkwaliteit, externe veiligheid, energie en duurzaam bouwen. Dit geluidsbeheerplan sluit aan bij de RHM.

7. Normstelling

Woningen van derden

De omgeving van het bedrijventerrein wordt getypeerd als een woonwijk nabij gezoneerd industrieterrein. Het aanwezige industrieterrein Dammestraat en de infrastructuur in de directe omgeving bepalen echter het geluidsniveau in het gebied. Het doel is om de geluidsbelasting in de omgeving niet toe te laten nemen na invulling van het bedrijventerrein Lekkerkerk Oost.

Het industrieterrein Dammestraat is een gezoneerd industrieterrein in de zin van de Wet geluidhinder (Wgh). Dit betekent dat rondom dit industrieterrein een zone is vastgesteld. Buiten deze zone mag de geluidsbelasting van alle bedrijven op het industrieterrein tezamen niet meer bedragen dan 50 dB(A). De huidige geluidszone is vastgelegd in het vigerende bestemmingsplan.

Voor een deel van de bestaande woningen, gelegen aan de Wilhelminastraat, die in de geluidszone van het industrieterrein Dammestraat zijn gelegen zijn bij besluit van 31 augustus 1998, onder MBG 98030161/672, de maximum toegestane geluidsbelastingen (MTG’s) vastgesteld van 55 dB(A). Tevens is bij besluit van 7 augustus 2002, onder nummer DGWM/2002/6147A voor 45 woningen (nieuwbouwlocatie Tiendhoek II te Lekkerkerk) hogere grenswaarden vastgesteld van 55 dB(A). Teneinde hinder te voorkomen en om de vastgestelde MTG’s en de hogere grenswaarden te bewaken, wordt daarom voor de normstelling ter plaatse van deze woningen uitgegaan van de gecumuleerde geluidsbelasting van 55 dB(A) etmaalwaarde als gevolg van het bedrijventerrein Lekkerkerk Oost en het industrieterrein Dammestraat. Ter plaatse van de overige woningen in het gebied wordt gestreefd naar een cumulatieve geluidsbelasting van 50 dB(A) etmaalwaarde. Omdat met deze norm wordt aangesloten bij de voorkeursgrenswaarde zoals die voor industrielawaai in de Wet geluidhinder is opgenomen. Op deze manier zal het bestaande geluidsniveau bij de omliggende woningen niet verhoogd worden.

 

Vanuit het aspect geluid heeft de ontwikkeling van het bedrijventerrein dan geen grote nadelige gevolgen voor het leefklimaat in het gebied. Dit moet echter wel bewaakt worden.

In tabel 1 is de normstelling ter plaatse van de woningen als gevolg van het gecumuleerde geluid van het bedrijventerrein Lekkerkerk Oost en het industrieterrein Dammestraat weergegeven.

 

Tabel 1 Normstelling gecumuleerde geluidsbelasting industrielawaai in dB(A)

Beoordelingspunt

Gecumuleerde geluidsbelasting dB(A)

Woningen met een vastgestelde MTG van 55 dB(A)

55

Overige woningen in het gebied

50

Bedrijfswoningen

De gemeente Nederlek wil nieuwe bedrijfswoningen uitsluiten van vestiging op het bedrijventerrein Lekkerkerk Oost. Voor de bestaande bedrijfswoningen in het gebied wordt gestreefd naar een geluidsgrenswaarde van 55 dB(A) met een maximum van 65 dB(A) etmaalwaarde. Deze norm sluit aan bij de aanbevolen richtwaarde voor bedrijfswoningen uit de Handreiking industrielawaai en vergunningverlening. Bij een hogere grenswaarde dan 55 dB(A) etmaalwaarde dient er een binnenwaarde van 35 dB(A) etmaalwaarde te worden gegarandeerd.

 

Verkeersaantrekkende werking

Naast het geluid afkomstig van de bedrijven wordt ook het verkeer van en naar de bedrijven beoordeeld, de zogenaamde verkeersaantrekkende werking. Verkeersaantrekkende werking wordt apart beoordeeld volgens de circulaire “geluidhinder veroorzaakt door het wegverkeer van en naar de inrichting: beoordeling in het kader van vergunningverlening op basis van de Wet milieubeheer” van 29 februari 1996. De circulaire gaat uit van een voorkeursgrenswaarde van 50 dB(A) etmaalwaarde. In het akoestische inrichtingsplan is de verkeersaantrekkende werking van het gehele bedrijventerrein beoordeeld. Dit betekent dat de verkeersaantrekkende werking bij vergunningverlening en meldingen van bedrijven niet meer afzonderlijk hoeft te worden onderzocht. In geval van overschrijding van de voorkeursgrenswaarde zal gemotiveerd moeten worden dat de binnenwaarde van 35 dB(A), zoals die volgens bovengenoemde circulaire geldt, niet wordt overschreden. In tabel 2 is de normstelling ter plaatse van de dichtstbij gelegen woningen van derden als gevolg van het verkeer van en naar het bedrijventerrein weergegeven.

 

Tabel 2 Normstelling verkeer van en naar het bedrijventerrein (verkeersaantrekkende werking) in dB(A)

Beoordelingspunt

Voorkeursgrenswaarde

Maximale grenswaarde

Binnenwaarde

Woningen aan de Tiendweg Oost en de Opperduit

50

65

35

 

Stiltegebied

Het bedrijventerrein Lekkerkerk Oost zal op enige afstand ten opzichte van het stiltegebied “Den Hoek” gerealiseerd worden. Door de activiteiten op dit bedrijventerrein zal in de omgeving meer geluid worden geproduceerd. Dit heeft consequenties voor het stiltegebied “Den Hoek” aan de noordzijde van het bedrijventerrein. Om de verstoring van het stiltegebied door te veel geluid te voorkomen dienen de activiteiten of de ontwikkelingen die in strijd zijn met het beleid voor stiltegebieden te worden vermeden. Bedrijven die reeds in het gebied gevestigd zijn, mogen hun activiteiten blijven verrichten. Uitbreiding van activiteiten is slechts mogelijk indien dit geen extra verstoring oplevert of de verstoring doet afnemen. Het uitgangspunt is om de geluidsbelasting ten gevolge van de nieuwe ontwikkelingen in het stiltegebied onder de streefwaarde van 40 dB(A) te houden.

8. Akoestische verkaveling

Om de vastgestelde geluidsruimte van het bedrijventerrein zo optimaal mogelijk te verdelen en te beheren is er een akoestische verkaveling opgesteld.

Op basis hiervan is voor elke bedrijfskavel een kental 2 in etmaalwaarde 3 en een geluidsvermogen vastgelegd. In het akoestisch inrichtingsplan is rekening gehouden met bedrijven in de milieucategorie 3.1 en met 3.2. Het kental dat gehanteerd wordt voor de activiteiten van dit soort bedrijven is 60 dB(A)/m² als etmaalwaarde. De overige uitgangspunten zijn weergegeven in het akoestisch inrichtingsplan. Het akoestische inrichtingsplan is opgenomen in bijlage I (Akoestisch onderzoek Bedrijventerrein Lekkerkerk Oost in de gemeente Lekkekerk, januari 2013 met nummer 201206640). In figuur 3 is een plattegrond van het gehanteerde rekenmodel weergegeven.

Figuur 3: Overzicht rekenmodel met indeling kavels en dekentallen per kavel(de figuur is niet op schaal).

9. Procedure tot vaststelling van geluidsbeheerplan

Het is van belang dat er een zorgvuldige besluitvormingsprocedure wordt gevolgd bij het vaststellen van het geluidsbeheerplan Lekkerkerk Oost. Daarom zal het geluidsbeheerplan worden onderworpen aan de uniforme voorbereidingsprocedure op grond van afdeling 3.4 Algemene wet bestuursrecht. Dit komt neer op een publicatie van het ontwerp geluidsbeheerplan en het bieden van de mogelijkheid aan belanghebbende om hun zienswijzen op het ontwerp kenbaar te maken. Daarna zal het beleid (al dan niet gewijzigd naar aanleiding van deze zienswijzen) worden vastgesteld door B&W van de gemeente Nederlek.

Voor rechtsbescherming van burgers en bedrijfsleven is het van belang te weten dat er twee fasen zijn: een beleidsfase en een implementatiefase. In de beleidsfase wordt de geluidsruimte vastgesteld door het vaststellen van het geluidsbeheerplan Lekkerkerk Oost. In de implementatiefase vindt de concrete invulling plaats bij een procedure op grond van de Wabo. Bij de implementatiefase zijn bedenkingen en beroep mogelijk op grond van de in de Awb voorgeschreven procedure. In deze fase is tevens beroep tegen dit beleid mogelijk.

10. Gevolgen voor het opstellen van geluidsvoorschriften bij vergunningverlening

Het gemeentelijk geluidsbeleid heeft als doel om richting te geven aan milieuvergunningverlening voor het onderdeel industrielawaai. Sinds 1 oktober 2010 is de Wabo van kracht. De Wabo kent de begrippen milieuvergunning en melding niet. In plaats daarvan wordt in de Wabo gesproken over 'omgevingsvergunning voor het oprichten of veranderen van een milieu-inrichting' en over 'omgevingsvergunning voor het beperkt veranderen van een milieu-inrichting'. Voor de leesbaarheid is er voor gekozen om in dit stuk nog steeds de termen 'milieuvergunning' of 'melding' te hanteren in plaats van omgevingsvergunning.

Inrichtingen vallen onder de werkingssfeer van het Activiteitenbesluit. Hierin wordt een onderscheid gemaakt in type A, B en C inrichtingen. Type A inrichtingen hoeven zich niet te melden en worden daarom, als deze inrichtingen al voorkomen op het bedrijventerrein, niet meegenomen in de beoordeling van de gecumuleerde geluidsbelasting. Wel blijft op de betreffende kavel de geluidsruimte gereserveerd. Het kan overigens wel voorkomen dat in sommige gevallen een type A inrichting mogelijk maatwerkvoorschriften opgelegd krijgt naar aanleiding van dit geluidsbeheerplan. Voor type B inrichtingen worden maatwerkvoorschriften opgesteld op basis van de geluidsuitstraling van de gemelde activiteiten. Type C inrichtingen krijgen voorschriften in de milieuvergunning. Overeenkomstig het gestelde in artikel 2.14 lid 1 van de Wabo kan een vergunning slechts in het belang van de bescherming van milieu worden geweigerd. In het kader van de bescherming van het milieu vormt deze beleidsregel het toetsingskader.

 

De melding van type B bedrijven of vergunningaanvraag van type C bedrijven worden in dit kader beoordeeld volgens de volgende criteria:

  • ·

    Toetsing van de gecumuleerde geluidsbelasting vanwege het bedrijventerrein aan de vastgestelde geluidsgrenswaarde ter plaatse van de woningen (toetsing beoordelingspunten);

  • ·

    toepassen Best Beschikbare Technieken;

  • ·

    de toegestane geluidsbelasting ter plaatse van de woningen voor de kavel (immissiebudget per kavel);

  • ·

    het toegestane geluidsvermogen van de kavel (emissiebudget per kavel).

11. Wijziging en afwijking van het geluidsbeheerplan

Om nieuwe gewenste ontwikkelingen op het bedrijventerrein mogelijk te maken bestaat er de mogelijkheid het geluidsbeheerplan geheel te wijzigen of te herzien.

De wijziging- of herzieningsprocedure is dezelfde als de tot standkomingsprocedure (zie hoofdstuk 9).

 

Het is mogelijk bij het verlenen van vergunningen of opstellen van maatwerkvoorschriften af te wijken van het toegestane geluidsvermogen per kavel (emissiebudget), mits de doelstelling van het geluidsbeheersplan, en daarmee de doelstelling van het gemeentelijke geluidsbeleid niet in gevaar komt. Afwijken is toegestaan indien het immissiebudget per kavel als gevolg van fysieke afscherming op de beoordelingspunten niet overschreden wordt. Verschuiving van de geluidsruimte tussen de kavels is niet toegestaan. Hierdoor wordt voorkomen dat bedrijven geluidsruimte van een ander bedrijf of kavel kunnen gaan gebruiken.

12. Bewaken van de geluidsruimte

Voor het bewaken van de geluidsruimte wordt gebruik gemaakt van het DGMR-pakket Geomilieu met industrielawaaimodule. Het beheer van de geluidsruimte van de bedrijventerreinen heeft dezelfde werkwijze als het beheren van geluidszones van de in het kader van de Wet geluidhinder gezoneerde industrieterreinen in de regio Midden-Holland. Vanuit de Wet geluidhinder is het zonebeheer een taak van de gemeente. Om de geluidsruimte te kunnen bewaken dient bij de melding akoestische informatie gevoegd te worden. Type B inrichtingen van het Activiteitenbesluit krijgen op basis van de daadwerkelijke benodigde akoestische ruimte een maatwerkvoorschrift.

 

Vastgesteld door burgemeester en wethouders van Krimpenerwaard op 21 november 2017

de loco-secretaris, R. Heijdra

de burgemeester, mr. R.S. Cazemier

Bijlage I Akoestisch onderzoek

 

Akoestisch onderzoek

 

 

 

Bedrijventerrein Lekkerkerk Oost in de gemeente Nederlek

                                       

Rapportnr. 201206640 januari 2013

 

Behandeld door: ing. S. Haghighat

   

Inhoudsopgave

 

1 Samenvatting

2 Inleiding

3 Situering en uitgangspunten

4 Akoestisch onderzoek

5 Berekeningsresultaten industrielawaai

6 Verkeersaantrekkende werking

7 Conclusies

     

Bijlagen:

  • 1.

    Figuren

  • 2.

    Berekeningsresultaten industrielawaai

  • 3.

    Berekeningsresultaten indirecte hinder t.g.v. bedrijventerrein Lekkerkerk Oost

  • 4.

    Berekeningsresultaten gecumuleerde geluidsbelasting t.g.v. industrieterrein Dammestraat, bedrijventerrein Lekkerkerk Oost en de indirecte hinder

  

  • 1.

    Samenvatting

 

In opdracht van de gemeente Nederlek is door de Omgevingsdienst Midden-Holland een akoestisch onderzoek uitgevoerd voor het nieuwe bedrijfsterrein Lekkerkerk Oost. Het akoestisch onderzoek omvat de berekende geluidsbelasting op grond van de maximale mogelijkheden van het bestemmingsplan Lekkerkerk Oost. Op het bedrijventerrein Lekkerkerk Oost zijn bedrijven toegestaan uit de categorieën 1 t/m 3 van de VNG-publicatie “Bedrijven en milieuzonering”.

 

Het onderhavig onderzoek beschrijft de akoestische consequenties van de invulling van het bedrijventerrein Lekkerkerk Oost. Bij de akoestische verkaveling is uitgegaan van de door de gemeente Nederlek gewenste indeling naar bedrijfscategorieën over de verschillende kavels. Met behulp van een akoestisch inrichtingsplan en door het opstellen van een geluidsbeheersplan kan de verdeling van de beschikbare geluidsruimte onder de nieuw te vestigen bedrijven worden gestuurd en kunnen ongewenste ontwikkelingen worden voorkomen.

 

Bij het opstellen van het geluidsbeheerplan voor het bedrijventerrein Lekkerkerk Oost is door de gemeente uitgesproken dat de aanwezige geluidsbelasting ter plaatse van bestaande woningen in de omgeving niet toe mag nemen na invulling van het nieuwe bedrijventerrein. Uitgangspunt is het voorkomen van hinder voor bewoners van de omliggende woonbebouwing. In dit kader vindt de gemeente het ook belangrijk het stiltegebied “Den Hoek” mee te nemen in zijn toekomstvisie om te vermijden dat er activiteiten of ontwikkelingen mogelijk zijn, die in strijd zijn met het stiltegebiedenbeleid. Het ruimtelijk beleid van de gemeente Nederlek is erop gericht functies die tot een extra geluidsverstoring leiden uit stiltegebieden te weren.

 

Aangezien het nieuwe bedrijventerrein naast het gezoneerde industrieterrein Dammestraat wordt gerealiseerd, is in het kader van een goede ruimtelijke ordening rekening gehouden met de cumulatieve geluidsbelasting van alle aanwezige en in de toekomst gevestigde bedrijven in het gebied. Daarnaast is de geluidsbelasting t.g.v. het verkeer van en naar het bedrijventerrein, de indirecte hinder, ter plaatse van de omliggende woningen bepaald.

 

Voor de nieuw aan te leggen wegen op het bedrijventerrein Lekkerkerk Oost geldt een maximum rijsnelheid van 30 km/uur. De Wet geluidhinder is op de deze wegen niet van toepassing. Om deze reden is ten gevolge van het wegverkeerslawaai geen nader onderzoek gedaan naar de optredende geluidsbelasting ter hoogte van de woningen in het plangebied.

 

In het akoestisch onderzoek is gestreefd naar een cumulatieve geluidsbelasting van 55 dB(A) etmaalwaarde ter plaatse van de bestaande woningen die binnen de geluidszone van het industrieterrein Dammestraat zijn gelegen en waarvoor een Maximum Toegestane Geluidsbelasting (MTG) is vastgesteld van 55 dB(A). Ter plaatse van overige woningen wordt gestreefd naar een cumulatieve geluidsbelasting van 50 dB(A) etmaalwaarde.

 

Op basis van de rekenresultaten is in dit rapport beoordeeld of er sprake is van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat.

 

Uit het onderzoek volgt dat:

  • .

    met de gewenste kavelindeling wordt voldaan aan de uitgangspunten, te weten een etmaalwaarde van 55 dB(A) op de gevels van woningen binnen de geluidszone van het industrieterrein Dammestraat [met een vastgestelde MTG waarde van 55 dB(A)] en 50 dB(A) ter plaatse van de overige woningen die in de omgeving zijn gelegen.

  • .

    de geluidsbelasting ten gevolge van het wegverkeer ten behoeve van het bedrijventerrein Lekkerkerk Oost voldoet ruim aan de gestelde voorkeursgrenswaarde van 50 dB(A) uit de Circulaire ‘Geluidhinder veroorzaakt door het wegverkeer van en naar de inrichting: beoordeling in het kader van vergunningverlening op basis van de Wet milieubeheer ‘ van 29 februari 1996.

  • .

    ter plaatse van de grens van het stiltegebied Den Hoek, gelegen aan de noordzijde van het plangebied, vindt een overschrijding plaats van 3 dB ten opzichte van de situatie zonder het nieuwe bedrijventerrein. Uit de berekeningsresultaten blijkt dat met name de gereserveerde geluidsruimte op kavel 1 verantwoordelijk is voor deze overschrijding. Om deze overschrijding op te kunnen heffen en de geluidskwaliteit in het stiltegebied te kunnen bewaken zal bij het verlenen van een nieuwe Wm-vergunning of een nieuwe melding in het kader van het BARIM, afgewogen worden of via het instrument maatwerkvoorschriften de gebiedsgerichte ambitiekwaliteit voor geluid kan worden voorgeschreven. Of er sprake is van een redelijke eis, zal moeten blijken uit onderzoek. Hiertoe zullen dan ook referentiemetingen moeten worden uitgevoerd om te bepalen wat het geluidsniveau van de omgeving is (het zgn achtergrondniveau).

  • .

    De realisatie van het bedrijventerrein Lekkerkerk Oost leidt niet tot een toename van het wegverkeerslawaai voor de geluidgevoelige bestemmingen op het grondgebied van de gemeente Nederlek.

 

  • 2.

    Inleiding

 

In opdracht van het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Nederlek is een akoestisch onderzoek verricht naar de akoestische gevolgen van de door de gemeente Nederlek gewenste invulling van het bedrijventerrein Lekkerkerk Oost. Door de akoestische verkaveling kan de verdeling van de geluidsruimte onder de nieuw te vestigen bedrijven worden gestuurd en worden de akoestisch ongewenste ontwikkelingen voorkomen.

Het bedrijventerrein is bedoeld voor de lokale en regionale bedrijven welke reeds binnen de gemeente of regio gevestigd zijn. Op basis van de in het bestemmingsplan voorgestelde planontwikkelingen is de akoestische situatie onderzocht die representatief is voor de maximale mogelijkheden van de bedrijfsvoeringen op het nieuw te ontwikkelen bedrijventerrein.

 

Aangezien de omliggende woningen in de omgeving van het te realiseren bedrijventerrein Lekkerkerk Oost belast zullen worden door meerdere bronnen (te weten het industrieterrein Dammestraat) is in het kader van een goede ruimtelijke ordening ook aandacht besteed aan de cumulatieve geluidsbelasting t.g.v. alle relevante geluidsbronnen in het gebied. De cumulatieve geluidsbelasting geeft een indicatie voor de te verwachten geluidshinder. Op basis van de rekenresultaten moet beoordeeld worden of er sprake is van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat.

 

Daarnaast is aandacht besteed aan de akoestische kwaliteit van het stiltegebied Den Hoek dat ten noorden van het te ontwikkelen bedrijventerrein is gelegen. Het beleid van de gemeente Nederlek is er op gericht dat de uitbreiding van de nieuwe activiteiten ter hoogte van het stiltegebied slechts mogelijk is indien dit geen extra verstoring oplevert of de verstoring doet afnemen. Het uitgangspunt is om de geluidsbelasting ten gevolge van de nieuwe ontwikkelingen in het stiltegebied onder de streefwaarde van 40 dB(A) te houden.

Tevens wordt in dit rapport de verkeersaantrekkende werking van het gehele bedrijventerrein onderzocht en getoetst aan de geldende normen.

Dit akoestisch onderzoek maakt onderdeel uit van het geluidsbeheerplan voor het bedrijventerrein Lekkerkerk Oost in de gemeente Nederlek.

       

  • 3.

    Situering en uitgangspunten

 

Het te ontwikkelen bedrijventerrein Lekkerkerk Oost ligt ten oosten van de kern Lekkerkerk aansluitend aan het gezoneerd industrieterrein Dammestraat. Aan de noordzijde van het gebied ligt het stiltegebied Den Hoek en aan de oostzijde de begraafplaats. De geluidsgevoelige gebouwen liggen aan de Tiendweg Oost en de Opperduit respectievelijk aan de noord- en zuidzijde van het gebied. Het nieuw te realiseren bedrijventerrein ligt tevens binnen de geluidszone van het industrieterrein Dammestraat. Figuur 1 geeft de situering van het bedrijventerrein Lekkerkerk Oost en de directe omgeving weer.

Figuur 1 - Situering bedrijventerrein Lekkerkerk Oost

  

Uitgangspunten

 

Conform het bestemmingsplan wordt op het bedrijventerrein Lekkerkerk Oost de vestiging van grote lawaaimakers, zoals aangewezen in artikel 2.1 lid 3 van het Besluit Omgevingsrecht (Bor) uitgesloten. Daarom hoeft er geen wettelijke zone rondom het bedrijventerrein te worden vastgelegd. In de regel hoeft dan ook geen rekening te worden gehouden met de cumulatie van geluid ten gevolge van alle bedrijven in het gebied. Dit betekent dat naarmate er zich meer bedrijven vestigen, het geluidsniveau in de omgeving steeds verder toe kan nemen. Omdat het beleid van de gemeente er op gericht is om na de invulling van het bedrijventerrein Lekkerkerk Oost een acceptabele geluidskwaliteit voor de omwonenden te garanderen, wordt gemeentelijk geluidsbeleid opgesteld. Dit beleid is vastgelegd in een geluidsbeheerplan.

Het geluidsonderzoek voor het geluidsbeheerplan is gebaseerd op het verkavelingsplan van het nieuw te ontwikkelen bedrijventerrein Lekkerkerk Oost en de maximale mogelijkheden van de bedrijfsvoeringen op dit terrein (te weten categorie 3.1 en 3.2 inrichtingen) die in het bestemmingsplan zijn genoemd.

 

Burgerwoningen met een geluidsbelasting van 55 dB(A)

Voor een deel van de bestaande woningen gelegen aan de Wilhelminastraat die in de geluidszone van het industrieterrein Dammestraat zijn gelegen zijn bij besluit van 31 augustus 1998, onder MBG 98030161/672, de maximum toegestane geluidsbelastingen (MTG’s) vastgesteld van 55 dB(A). Tevens is bij besluit van 7 augustus 2002, onder nummer DGWM/2002/6147A voor 45 woningen (nieuwbouwlocatie Tiendhoek II te Lekkerkerk) hogere grenswaarden vastgesteld van 55 dB(A). Om de vastgestelde MTG’s en de hogere grenswaarden te bewaken en deze niet te laten toenemen, wordt daarom voor de normstelling ter plaatse van deze woningen uitgegaan van de gecumuleerde geluidsbelasting van 55 dB(A) etmaalwaarde t.g.v. alle aanwezige en toekomstige geluidsbronnen in het gebied. Ter plaatse van de overige woningen in het gebied wordt gestreefd naar een cumulatieve geluidsbelasting van 50 dB(A) etmaalwaarde.

 

Bedrijfswoningen

De gemeente Nederlek wil nieuwe bedrijfswoningen uitsluiten van vestiging op het bedrijventerrein Lekkerkerk Oost. Voor de bestaande bedrijfswoningen in het gebied wordt gestreefd naar een geluidsgrenswaarde van 55 dB(A) met een maximum van 65 dB(A) etmaalwaarde. Deze norm sluit aan bij de aanbevolen richtwaarde voor bedrijfswoningen uit de Handreiking industrielawaai en vergunningverlening. Bij een hogere grenswaarde dan 55 dB(A) etmaalwaarde dient er een binnenwaarde van 35 dB(A) etmaalwaarde te worden gegarandeerd.

 

BARIM bedrijven

Op het terrein zullen zich zowel vergunningplichtige inrichtingen vestigen als inrichtingen waarvoor een Besluit Algemene Regels voor Inrichten Milieubeheer (BARIM) geldt. Bedrijven die onder de werkingssfeer van BARIM vallen, hoeven geen vergunning aan te vragen maar kunnen volstaan met een melding. Deze bedrijven moeten voldoen aan algemene voorschriften. Voor geluid zal dan bij deze bedrijven een geluidsgrenswaarde gelden van 50 dB(A) ter plaatse van de gevels van de woningen. Om de gecumuleerde geluidsbelasting ten gevolge van het gehele bedrijventerrein niet te frustreren, zullen ook de BARIM bedrijven bij melding getoetst worden aan het kental 1 voor de kavel waar ze zich op willen gaan vestigen.

 

Verkeersaantrekkende werking

Het verkeer van en naar het bedrijventerrein, de indirecte hinder, wordt beoordeeld volgens de circulaire “Geluidhinder veroorzaakt door het wegverkeer van en naar de inrichting: beoordeling in het kader van vergunningverlening op basis van de Wet milieubeheer” van 29 februari 1996. De circulaire gaat uit van een voorkeursgrenswaarde van 50 dB(A) etmaalwaarde. In dit onderzoek is de verkeersaantrekkende werking van het gehele bedrijventerrein beoordeeld. Dit betekent dat de verkeersaantrekkende werking bij vergunningverlening van bedrijven en meldingen van bedrijven die onder de werkingssfeer van het Activiteitenbesluit vallen niet meer afzonderlijk hoeft te worden onderzocht.

 

Stiltegebied

Het bedrijventerrein Lekkerkerk Oost zal op enige afstand ten opzichte van het stiltegebied “Den Hoek” gerealiseerd worden. Door de activiteiten op dit bedrijventerrein zal in de omgeving meer geluid worden geproduceerd. Dit heeft natuurlijk consequenties voor het stiltegebied “Den Hoek” aan de noordzijde van het bedrijventerrein. Om de verstoring van het stiltegebied door te veel geluid te voorkomen dienen de activiteiten of de ontwikkelingen die in strijd zijn met het stiltegebiedenbeleid te worden vermeden. Het uitgangspunt is om de geluidsbelasting ten gevolge van de nieuwe ontwikkelingen in het stiltegebied onder de streefwaarde van 40 dB(A) te houden.

 

Wegverkeerslawaai t.g.v. nieuwe bedrijventerrein

De nieuw te realiseren wegen op het bedrijventerrein Lekkerkerk Oost liggen op een grote afstand van de woonbebouwing. Daarnaast geldt voor deze wegen een snelheidsregime van 30 km/uur. De wet geluidhinder is op deze wegen niet van toepassing. Om deze reden is ten gevolge van het wegverkeerslawaai geen nader onderzoek gedaan naar de optredende geluidsbelasting ter hoogte van de woningen in het plangebied.  

   

  • 4.

    Akoestisch onderzoek

 

Rekenmethode en modelregels

Voor het akoestisch onderzoek is gebruik gemaakt van het door DGMR Raadgevende Ingenieurs ontwikkelde industrielawaaimodule van het rekenprogramma Geomilieu versie 2.11. Dit houdt in dat er gemodelleerd en gerekend is overeenkomstig de bepaalde voorwaarden van de Handleiding meten en rekenen industrielawaai 1999. De berekeningen zijn uitgevoerd conform de voorschriften van het Reken- en meetvoorschrift geluid 2012. In figuur 2 van bijlage 1 is in een rekenmodel alle voor de geluidsoverdracht van belang zijnde kenmerken, zoals de omgeving en de relevante geluidsbronnen (ook het industrieterrein Dammestraat), schematisch weergegeven. Het betreft hier een 'worst case'-scenario daar geen rekening is gehouden met de afschermende objecten op het terrein en de richtwerking van de verschillende geluidsbronnen. Met dit rekenmodel kan op de diverse vastgestelde beoordelingspunten de totale geluidsbijdrage van alle bedrijven in het gebied worden bepaald.

 

Akoestisch inrichtingsplan

In het rekenmodel is het bedrijventerrein Lekkerkerk Oost ingedeeld in een aantal kavels, in overeenstemming met de bestemmingsplankaart. De bestemmingsplankaart is weergegeven in figuur 1 van bijlage 1. Per kavel is tevens een gewenste bedrijfscategorie aangegeven. Op basis van de maximale situatie van het bestemmingsplan (de vestiging van categorie 3 inrichtingen) is aan een kavel een representatieve kental met betrekking tot de geluidsuitstraling gekoppeld. Afhankelijk van de grootte van de kavel kan zo per kavel aangegeven worden welke geluidsuitstraling verwacht kan worden.

In de modellering is het bronvermogen per vierkante meter ingevoerd in de vorm van een oppervlaktebron (een raster van geluidsbronnen). Het model rekent zelf het aantal benodigde bronnen uit. Tevens is er van uitgegaan dat de te vestigen bedrijven geen continubedrijven zijn en dat het activiteitenniveau in de avond- en nachtperiode zal afnemen.

Voor alle kavels zijn alleen equivalente bronvermogens ingevoerd. Maximale geluidsniveaus (LAmax) zijn niet beoordeeld. Bij het opstellen van de vergunningvoorschriften per bedrijf zal een maximum worden gesteld aan de toelaatbare maximale geluidsniveaus.

In tabel 1 zijn de kavelkentallen voor de categorie 3 bedrijven weergegeven.

 

Tabel 1 -  kavelkentallen in dB(A)/m2 voor categorie 3 bedriiven

Categorie

bedrijven

Bronhoogte

 

[meter]

Dagperiode

(07.00 – 19.00 uur)

dB(A)/m2

Avondperiode

(19.00 – 23.00 uur)

dB(A)/m2

Nachtperiode

(23.00 – 07.00 uur)

dB(A)/m2

3

5

60

55

50

 

Voor categorie 3 bedrijven is een relatief A-gewogen spectrum ingevoerd. Voor de spectrale verdeling zijn in tabel 2 de spectra industrielawaai weergegeven voor categorie 3 inrichtingen.

 

Tabel 2 – Relatieve spectra voor categorie 3 van inrichtingen

Categorie

31.5

63

125

250

500

1000

2000

4000

8000

Hz

3

-35

-23

-14

-10

-6

-5

-6

-12

-21

dB(A)

 

Voor het bedrijventerrein Lekkerkerk Oost zijn in de database van het rekenmodel, onder groepenbeheer, vijf groepen aangemaakt voor vijf kavels. Per kavel is een oppervlaktebron gemodelleerd. Op deze manier zal voor de toekomstige bedrijven voldoende geluidsruimte beschikbaar worden gesteld.

De aanduiding van de kavels is weergegeven in figuur 2 van bijlage 1. Een overzicht van de ingevoerde bronnen op de toekomstige kavels is in tabel 3 opgenomen.

 

Tabel 3 Kavelindeling met brongegevens

Kavel-

nummer

Maximum bedrijfscategorie

Oppervlakte kavel in m²

Lw totaal dB(A)

Aantal bronnen

Lw/bron dB(A)

1

3.1

3182

95,0

123

74,1

2

3.2

3220

95,0

133

73,8

3

3.2

9518

99,8

382

74,0

4

3.2

4964

96,9

198

74,0

5

3.1

5864

97,7

234

74,0

 

  • 5.

    Berekeningsresultaten industrielawaai

 

De resultaten van de berekende geluidsbelastingen op de gevels van de woningen in het gebied zijn na de verkaveling van het bedrijventerrein beoordeeld. De berekeningsresultaten op de beschouwde immissiepunten zijn in bijlage 2 weergegeven. De beoordelingspunten zijn gelegen ter plaatse van de eerstelijns bebouwing op 5 meter hoogte, waarbij de reflectie in de achterliggende gevel buiten beschouwing is gelaten.

 

Uit de berekeningsresultaten blijkt dat met de gewenste kavelindeling op het bedrijventerrein Lekkerkerk Oost aan de gestelde uitgangspunten ter plaatse van de woningen kan worden voldaan. De hoogst berekende gecumuleerde waarde (ten gevolge van het industrieterrein Dammestraat en het bedrijventerrein Lekkerkerk Oost) bedraagt:

  • .

    53 dB(A) op de gevel van woningen met een vastgestelde MTG-waarde van 55 dB(A);

  • .

    50 dB(A) op de gevel van de overige woningen in het gebied.

 

Ter plaatse van de grens van het stiltegebied Den Hoek zal de geluidsbelasting met 3 dB toenemen (van 44 dB(A) naar 47 dB(A)). Uit de berekeningsresultaten blijkt dat met name de gereserveerde geluidsruimte op kavel 1 verantwoordelijk is voor deze overschrijding. Om deze overschrijding op te kunnen heffen en de geluidskwaliteit in het stiltegebied te kunnen bewaken dient bij het verlenen van een nieuwe Wm-vergunning of een nieuwe melding in het kader van het BARIM, afgewogen te worden of via het instrument maatwerkvoorschriften de gebiedsgerichte ambitiekwaliteit voor geluid kan worden voorgeschreven. In dit geval is het mogelijk om van het akoestisch inrichtingsplan af te wijken. Afwijkingen kunnen zowel betrekking hebben op de kavelindeling als op het kental.

  

  • 6.

    Verkeersaantrekkende werking

 

Wettelijk kader

Als gevolg van artikel 1.1. lid 2 van de Wet milieubeheer zullen de nadelige gevolgen voor het milieu van het verkeer van en naar de inrichting moeten worden beperkt.

Gezien vanuit het perspectief van geluidshinder zijn verkeersbewegingen van en naar de inrichting een belangrijke vorm van indirecte hinder. Indirecte - en directe hinder worden niet gecumuleerd maar kennen ieder een eigen normenstelsel en beoordelingssystematiek. Het is mogelijk om bij iedere vergunningaanvraag de effecten van het verkeer van en naar de inrichting afzonderlijk te onderzoeken. Omdat het hier een bedrijventerrein betreft, zal de verkeersaantrekkende werking van het gehele bedrijventerrein worden onderzocht en worden getoetst aan de geldende grenswaarden.

 

Uitgangspunten

De uitgangspunten voor het aantal verkeersbewegingen zijn gebaseerd op de prognoses uit het bestemmingsplan. In het bestemmingsplan wordt uitgegaan van 540 verkeersbewegingen op de aansluiting tussen het bedrijventerrein en de Verlengde Luijtenstraat.

 

De gehanteerde verkeersbewegingen, via de Verlengde Luijtenstraat in de richting van het nieuwe bedrijventerrein vice versa, voor verschillende voertuigcategorieën zijn:

  • .

    170 verkeersbewegingen per etmaal t.g.v. zware motorvoertuigen (110, 20, 40 in de dag-, avond- en nachtperiode);

  • .

    110 verkeersbewegingen per etmaal t.g.v. middelzware motorvoertuigen (70, 12, 28 in de dag-, avond- en nachtperiode);

  • .

    260 verkeersbewegingen per etmaal t.g.v. lichte motorvoertuigen (175, 20, 65 in de dag-, avond- en nachtperiode).

 

In het rekenmodel zijn de hierboven genoemde aantal bewegingen ingevoerd en doorgerekend naar de gevels van de omliggende woningen. De berekende geluidsbelasting zal worden getoetst aan de voorkeursgrenswaarde van 50 dB(A) overeenkomstig de Circulaire ‘Geluidhinder veroorzaakt door het wegverkeer van en naar de inrichting: beoordeling in het kader van vergunningverlening op basis van de Wet milieubeheer ‘ van 29 februari 1996.

 

Berekeningsresultaten indirecte hinder

 

In bijlage 3 zijn de berekeningsresultaten op de beschouwde immissiepunten weergegeven. De immissiepunten zijn in figuur 3 van bijlage 1 weergegeven. Uit de berekeningsresultaten blijkt dat ten gevolge van de indirecte hinder de norm van 50 dB(A) etmaalwaarde ter plaatse van de woningen niet wordt overschreden.

In het kader van een goede ruimtelijke ordening is tevens de cumulatieve geluidsbelasting berekend ten gevolge van alle geluidsbronnen in het gebied (te weten het industrieterrein Dammestraat, het Bedrijventerrein Lekkerkerk Oost en de indirecte hinder). Uit de rekenresultaten blijkt dat de geluidsbelasting ten gevolge van de indirecte hinder in de omgeving niet relevant is in vergelijking met de geluidsbelasting ten gevolge van het industrielawaai. In bijlage 4 zijn de rekenresultaten opgenomen.

 

  • 7.

    Conclusies

 

Voor het bedrijventerrein Lekkerkerk Oost is een akoestische verkavelingsmodel opgesteld om de beschikbare geluidsruimte zo goed mogelijk te verdelen. De kavels zijn zodanig ingevoerd dat ze voldoende geluidsruimte hebben op basis van de toegestane categorie van de inrichtingen in het bestemmingsplan.

Uit de berekeningsresultaten blijkt dat door de gewenste invulling van het bedrijventerrein wordt voldaan aan de uitgangspunten, te weten een gecumuleerde geluidsbelasting van 55 dB(A) op de gevels van woningen binnen de geluidszone van het industrieterrein Dammestraat [met een vastgestelde MTG waarde van 55 dB(A)] en een etmaalwaarde van 50 dB(A) ter plaatse van de overige woningen in de omgeving van het bedrijventerrein.

 

Tevens is de geluidsbelasting ten gevolge van de verkeersaantrekkende werking berekend.

Ten aanzien van de verkeersaantrekkende werking kan voldaan worden aan de gestelde grenswaarde van 50 dB(A) etmaalwaarde ter plaatse van de eerstelijns woonbebouwing.

 

In het kader van een goede ruimtelijke ordening is tevens de cumulatieve geluidsbelasting berekend ten gevolge van alle geluidsbronnen in het gebied (te weten het industrieterrein Dammestraat, het Bedrijventerrein Lekkerkerk Oost en de indirecte hinder). Uit de rekenresultaten blijkt dat de geluidsbelasting ten gevolge van de indirecte hinder in de omgeving niet relevant is in vergelijking met de geluidsbelasting ten gevolge van het industrielawaai

 

Ter plaatse van het stiltegebied Den Hoek zal de geluidsbelasting met 3 dB toenemen. Uit de rekenresultaten blijkt dat met een relatief geringe inspanning de geluidsbelasting op de rand van het stiltegebied Den Hoek teruggebracht kan worden tot de aanwezige geluidsbelasting van 44 dB(A) etmaalwaarde, exclusief het bedrijventerrein Lekkerkerk Oost.

Om de toename van de geluidsbelasting op te kunnen heffen en de geluidskwaliteit in het stiltegebied te kunnen bewaken dient bij het verlenen van een nieuwe Wm-vergunning of een nieuwe melding in het kader van het BARIM, afgewogen te worden of via het instrument maatwerkvoorschriften de gebiedsgerichte ambitiekwaliteit voor geluid kan worden voorgeschreven. In dit geval is het mogelijk om van het akoestisch inrichtingsplan af te wijken. Afwijkingen kunnen zowel betrekking hebben op de kavelindeling als op het kental. Hierbij zal wel altijd moeten worden onderzocht welke maatregelen mogelijk zijn om de toename van de geluiduitstraling door wijziging of schaalvergroting te beperken, welke maatregelen voldoen aan het BBT-principe en welke afwijkingen mogelijk zijn met toepassing van compensatie. In overleg tussen het bedrijf en de gemeente worden dan de uiteindelijk (nieuwe) geluidgrenswaarden voor de inrichting vastgelegd in de vergunning of in maatwerkvoorschriften in het geval van een BARIM-bedrijf.

   

BIJLAGE 1: FIGUREN

Figuur 1 - Overzicht situering plangebied

 

Figuur 2 - Overzicht geluidsbronnen, kavels en ontvangerspunten (de figuur is niet op schaal).

 

Figuur 3 - Overzicht ingevoerde wegen vanwege de indirecte hinder (de figuur is niet op schaal)

   

 

BIJLAGE 2:

  

BEREKENINGSRESULTATEN INDUSTRIELAWAAI

     

 

BIJLAGE 3:

 

BEREKENINGSRESULTATEN INDIRECTE HINDER T.G.V. BEDRIJVENTERREIN LEKKERKERK OOST

      

BIJLAGE 4:

 

BEREKENINGSRESULTATEN GECUMULEERDE GELUIDSBELASTING T.G.V. INDUSTRIETERREIN DAMMESTRAAT, BEDRIJVENTERREIN LEKKERKERK OOST EN DE INDIRECTE HINDER

 


1

Geluidsgevoelige bestemmingen zijn gedefinieerd in artikel 1 van de Wet geluidhinder. In dit geluidsbeheerplan wordt aangesloten bij de geluidsgevoelige bestemmingen zoals gedefinieerd in de Wet geluidhinder.

2

Een kental is een maat voor de gemiddelde geluidsproductie per oppervlakte eenheid van een bepaald type activiteit, rekening houdend met bedrijfsduurcorrecties en beste beschikbare technieken (BBT) van deze te onderscheiden activiteit, uitgedrukt in dB(A)/m²)

3

De etmaalwaarde is gedefinieerd als de hoogste van de drie onderstaande waarden:

De gemiddelde geluidsbelasting voor de dag; De gemiddelde geluidsbelasting voor de avond + 5 dB;

De gemiddelde geluidsbelasting voor de nacht + 10 dB.

1

Een kental is een maat voor de gemiddelde geluidsproductie per oppervlakte-eenheid van een bepaald type activiteit, rekening houdend met bedrijfsduurcorrecties en de best beschikbare technieken (BBT) van deze te onderscheiden activiteit, uitgedrukt in dB(A)/m²)