Organisatie | De Kompanjie |
---|---|
Organisatietype | Regionaal samenwerkingsorgaan |
Officiële naam regeling | Overgangsregeling personeelsbeoordeling 2011 |
Citeertitel | Overgangsregeling personeelsbeoordeling 2011 |
Vastgesteld door | algemeen bestuur |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-02-2011 | N.v.t. | 14-12-2017 Onbekend | onbekend |
Overgangsregeling personeelsbeoordeling
Overgangsregeling personeelsbeoordeling
Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:
Functie: de werkzaamheden die door de medewerker vanuit de taken binnen de vastgestelde functiebeschrijving worden verricht. Indien de medewerker in de beoordelingsperiode bij opdracht (bijv. in een project) tijdelijk andere taken uitvoert / heeft uitgevoerd, dan worden ook die beschouwd als behorende tot de functie.
Deze overgangsregeling voorziet in de behoefte om, in afwachting van een definitieve regeling, de mogelijkheid voor het uitspreken van een beoordeling te formaliseren.
De beoordeling van een medewerker betreft de wijze waarop de medewerker zijn functie of taken heeft vervuld gedurende het beoordelingstijdvak.
De beoordeling geschiedt op basis van de functie en de functie-eisen en betreft de kwaliteit van het functioneren van de medewerker met inachtneming van de op het functioneren van de medewerker van invloed zijnde in- en externe factoren.
De periode waarover de beoordeling wordt opgemaakt omvat 6 maanden. De beoordeling vindt uiterlijk voor 1 oktober 2011 plaats.
Artikel 3 Beoordelingstijdstip
Een beoordelingsgesprek vindt in ieder geval plaats voorafgaand aan:
Indien naar het oordeel van de beoordelaar aanleiding bestaat tot een frequentere beoordeling dan wel een beoordeling als gevolg van een specifieke situatie, kan van de onder lid 1 genoemde situaties worden afgeweken. Ook op verzoek van de medewerker kan een beoordelingsgesprek worden gehouden.
Van zowel het beoordelings- als het voortgangsgesprek wordt een verslag gemaakt.
Artikel 4 Verantwoordelijkheid
De beoordeling vindt plaats door en onder verantwoordelijkheid van de beoordelaar.
De beoordelaar kan zich laten adviseren door een medebeoordelaar/informant, indien naar het oordeel van de beoordelaar de kwaliteit van de beoordeling of het beoordelingsgesprek daardoor verbetert.
Op verzoek van de beoordelaar of van de medewerker kan het beoordelingsgesprek worden bijgewoond door de beoordelingsadviseur. Deze beoordelingsadviseur bewaakt de procedure en toetst het beoordelingsrapport marginaal op inhoud en consistentie.
In het beoordelingsgesprek en (deels) in het voortgangsgesprek komen in elk geval de volgende gesprekonderwerpen aan de orde welke in een formulier (zie bijlage) duidelijk worden aangegeven:
De beoordelaar vermeldt in een door hem ondertekend formulier (zie bijlage) de bevindingen van de beoordeling. Deze wordt uiterlijk twee dagen voorafgaand aan het beoordelingsgesprek aan de medewerker verstrekt. In het beoordelingsgesprek wordt vervolgens een toelichting gegeven op de beoordeling. Van dat toelichtende gesprek wordt een verslag gemaakt.
De beoordeling vindt plaats aan de hand van vijf scores:
Het verslag wordt binnen twee weken ter beschikking gesteld van de medewerker.
De medewerker wordt in de gelegenheid gesteld binnen 2 weken na het ter beschikking komen van het verslag schriftelijk een afwijkende zienswijze bij de beoordelaar in te leveren.
Een blijvende afwijkende zienswijze van de medewerker wordt bij het verslag gevoegd.
Het verslag wordt ondertekend door alle deelnemers aan het beoordelingsgesprek. De medewerker is verplicht het verslag te ondertekenen voor gezien. De beoordelingsadviseur geeft met ondertekening aan dat de kwaliteit van de beoordeling heeft voldaan aan de kwaliteitseisen, die daaraan in deze regeling worden gesteld. De ondertekening door de medebeoordelaar houdt in, dat zijn advies in de beoordeling in ogenschouw is genomen. De beoordelaar is eindverantwoordelijk voor de inhoud en kwaliteit van het verslag.
De naast hogere leidinggevende stelt de beoordeling vast.
Indien een medewerker expliciet aangeeft geen persoonlijk gesprek te wensen, wordt de procedure schriftelijk afgewikkeld.
De leidinggevende is verantwoordelijk voor een adequate archivering van het verslag van de medewerker, door het origineel ter hand te stellen van de beoordelingsadviseur. Het verslag wordt toegevoegd aan het persoonsdossier.
Artikel 6 Rechtspositionele consequenties
Indien een beoordeling aanleiding geeft tot rechtspositionele gevolgen, wordt de medewerker hiervan separaat in kennis gesteld. Het opgestelde formulier en verslag kan dienen als basis voor de voorgenomen maatregelen.
De medewerker die bezwaar heeft tegen een vastgestelde, aan hem/haar uitgebrachte beoordeling, kan binnen zes weken schriftelijk een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij het Dagelijks Bestuur van de Kompanjie, het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Pekela of Veendam of de gemeenteraad van de gemeente Pekela of Veendam.
Het Dagelijks Bestuur van de Kompanjie, het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Pekela of Veendam of de gemeenteraad van de gemeente Pekela of Veendam legt het bezwaar ter advisering voor aan de bezwarencommissie.
Tegen het besluit van het Dagelijks Bestuur van de Kompanjie, het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Pekela of Veendam of de gemeenteraad van de gemeente Pekela of Veendam op het advies van de bezwarencommissie kan de medewerker beroep aantekenen bij de arrondissementsrechtbank, sector bestuursrecht.
Artikel 8 Onvoorziene gevallen
In gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet, kan het Dagelijks Bestuur van de Kompanjie, , het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Pekela of Veendam of de gemeenteraad van de gemeente Pekela of Veendam een bijzondere voorziening treffen.
Deze regeling kan worden aangehaald als de “Overgangsregeling personeelsbeoordeling 2011” en treedt in de plaats van voorgaande beoordelingsregelingen.
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 februari 2011.