Organisatie | De Kompanjie |
---|---|
Organisatietype | Regionaal samenwerkingsorgaan |
Officiële naam regeling | Lokale IKB-regeling 2017 |
Citeertitel | Lokale IKB-regeling 2017 |
Vastgesteld door | algemeen bestuur |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2017 | N.v.t. | 14-12-2017 Onbekend | 201629868 |
Lokale IKB-regeling De Kompanjie
Lokale IKB-regeling De Kompanjie
Paragraaf 1 Algemene bepalingen
Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:
Werkgever: Het Dagelijks Bestuur van het Openbaar Lichaam “De Kompanjie”, bestaande uit vertegenwoordigers van de colleges van burgemeester en wethouders van de deelnemende gemeenten Pekela en Veendam, de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeente Pekela en Veendam en de gemeenteraden van de gemeenten Pekela en Veendam.
Artikel 2 Uitgesloten van deelname
Politieke ambtsdragers en Buitengewoon Ambtenaren Burgerlijke Stand kunnen niet deelnemen aan de (lokale) IKB-regeling.
Artikel 3 Lokale bronnen van het IKB
Op basis van artikel 3:28 lid 6 van de CAR-UWO gelden geen lokale bronnen.
Naast de in artikel 3:29 van de CAR-UWO vermelde landelijke doelen (kopen van vakantie-uren, extra inkomen door uitbetaling en financieren van een opleiding, indien en voor zover deze niet door de werkgever wordt vergoed en de geldende fiscale regelgeving) gelden de volgende lokale doelen:
Artikel 5 Fiscale uitruil woon-werkverkeer
De medewerker kan - indien hier fiscale ruimte toe is - maandelijks of eenmaal in december het IKB aanwenden voor de fiscale uitruil woon-werkverkeer.
Hiertoe wordt de fiscale ruimte bepaald die belastingvrij kan worden uitgeruild. Bij de berekening wordt uitgegaan van 214 werkdagen per kalenderjaar, waarbij op tenminste 70% naar de vaste arbeidsplaats wordt gereden. Bij deeltijders worden het aantal werkdagen naar rato berekend. De maximale reisafstand is 75 kilometer enkele reis.
Door de organisatie worden voor het overige geen vergoedingen woon-werkverkeer gegeven. Indien toch een vergoeding is verleend wordt deze vergoeding verrekend binnen de fiscale regels.
De vergoeding voor de medewerker wordt vastgesteld op basis van het vaste reispatroon dat door de werkgever voor de medewerker is vastgesteld. Het vaste reispatroon wordt bepaald aan de hand van de ANWB- routeplanner.
De hoogte van de fiscale ruimte van de medewerker wordt bepaald door het aantal reisbewegingen en het aantal woon-werk kilometers te vermenigvuldigen met het bedrag dat als onbelaste vergoeding per afgelegde kilometer mag worden gegeven.
De financiering van deze onbelaste vergoeding vindt plaats door middel van het afzien van (een deel van) het IKB. De medewerker kan de keuze alleen maken indien hij of zij over voldoende IKB beschikt.
De medewerker kan via de IKB-module aangeven gebruik te willen van de fiscale uitruil woon-werkverkeer. Hierbij wordt het volledig ingevulde “Opgaveformulier voor kilometers woon–werverkeer” en de “Overeenkomst reiskosten woon-werkverkeer” ingediend in het systeem.
In geval van verhuizing dient de medewerker dit direct aan de werkgever door te geven middels een wijziging in het daartoe aangewezen systeem.
Bij een aanpassing van het aantal dagen waarop de medewerker werkt, wordt dienovereenkomstig het uit te ruilen bedrag aangepast.
In geval van afwezigheid van de medewerker van meer dan zes weken wordt de uitruil stop gezet. De controle hierop en uitvoering hiervan ligt bij de PSA. Zodra de medewerker het werk hervat wordt de uitruil weer geactiveerd per de 1ste van de maand, volgend op de maand van werkhervatting.
Indien de medewerker de maandelijkse uitruil wil stoppen dan dient de medewerker dit in het daartoe beschikbaar systeem aan te geven. Het initiatief hiertoe rust uitdrukkelijk bij medewerker
Indien de medewerker lid is van een vakbond die de belangen van medewerkers in de gemeentelijke sector behartigt, kan hij of zij één keer per jaar het IKB aanwenden voor het doel vakbondscontributie.
De medewerker kan de keuze alleen maken indien hij of zij over voldoende IKB beschikt.
De medewerker dient bij de keuze de jaaropgave van de vakbond en het betalingsbewijs te overleggen. Dit dient de medewerker te doen via opgave in het daartoe beschikbaar systeem.
Artikel 7 lidmaatschap sport- of culturele verenigingen
De medewerker kan het IKB gebruiken voor een fiscale vergoeding van zijn of haar lidmaatschap bij een sport- of culturele vereniging.
Het maximale bedrag dat hiervoor jaarlijks kan worden aangewend is € 150,-- bruto.
De medewerker kan de keuze alleen maken indien hij of zij over voldoende IKB beschikt.
De medewerker dient bij de keuze een betalingsbewijs van het lidmaatschap te overleggen. Dit dient de medewerker te doen in het daartoe beschikbaar systeem.
Het bepaalde in artikel 3:33 van de CAR-UWO is van toepassing op deze regeling.
Paragraaf 4 Overige individuele keuzemogelijkheden
Artikel 9 Verkoop van vakantie-uren
De medewerker kan gedurende het gehele kalenderjaar eenmalig een verzoek doen om uren te verkopen conform artikel 3:36 CAR-UWO.
Artikel 10 Onvoorziene gevallen
In gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet, kan de werkgever een bijzondere voorziening treffen.
Artikel 11 Citeertitel en looptijd
Deze regeling kan worden aangehaald als de “Lokale IKB-regeling 2017” en treedt in werking met ingang van 1 januari 2017. Vanaf de datum van inwerkingtreding van deze regeling vervallen bestaande regelingen inzake dit onderwerp.
Algemene en artikelsgewijze toelichting
Deze regeling is geschreven naar aanleiding van de LOGA-circulaire van 29 juni 2016 (ECWGO/U201600995) die in haar bijlage de definitieve tekst van het Individueel keuzebudget (IKB) per 1 januari 2017 bevat. Hoofdstuk 4a van de CAR-UWO waarop de lokale cafetariaregeling(en) gebaseerd is/zijn, vervalt per 1 januari 2017.
De afspraken met betrekking tot het IKB worden opgenomen in hoofdstuk 3 van de CAR-UWO. Deze afspraken zijn bindend voor alle aangesloten organisaties. Het nieuwe hoofdstuk 3 heeft een standaardkarakter. Dit betekent dat afwijkingen in het voordeel of het nadeel niet zijn toegestaan, tenzij anders is aangegeven.
Het IKB is een sectorale regeling met enige lokale regelruimte. Deze regelruimte zit in het toevoegen van lokale bronnen (artikel 3:28 lid 6 van de CAR-UWO) en lokale doelen (artikel 3:29 lid 2 van de CAR-UWO). De afspraken hierover dienen te worden gemaakt met de medezeggenschap.
Bij het eventueel toevoegen van lokale bronnen moet rekening worden gehouden met de bindende systematiek. Indien een lokale bron wordt toegevoegd, gaat het financiële equivalent in het IKB. De medewerker kan het gehele budget naar eigen inzicht besteden. Dit betekent dat er geen geoormerkte lokale bronnen kunnen worden toegevoegd.
Bij het opstellen van de regeling zijn we onder meer gehouden aan de volgende fiscale wet- en regelgeving.
Daarnaast is deze lokale IKB-regeling voorgelegd aan de belastinginspecteur.
Uitgangspunten van de regeling
Hieronder een artikelsgewijze toelichting.
Op basis van de redactie van artikel 3:27 van de CAR-UWO mogen medewerkers die vallen onder het begrip ambtenaar zoals gedefinieerd in artikel 1:1 van de CAR-UWO deelnemen aan het IKB. Dit betekent dat ook medewerkers die in tijdelijke dienst zijn aangesteld hiervan gebruik kunnen maken. Stagiaires, buitengewoon ambtenaren van de burgerlijke stand en politieke ambtsdragers kunnen aan deze regeling niet deelnemen.
Politieke ambtsdragers en Buitengewoon Ambtenaren Burgelijke Stand kennen afzonderlijke rechtspositieregelingen. In deze regelingen is geen rechtspositionele grondslag voor deelname aan het IKB. Derhalve gaat dit model uit van de situatie dat zij niet kunnen deelnemen.
Volgens de fiscale wetgeving mag een werkgever zijn werknemers een onbelaste vergoeding van € 0,19 per afgelegde kilometer verstrekken. Voor de afgelegde afstand woon-werkverkeer geldt namelijk een gerichte vrijstelling van € 0,19 per kilometer. De vergoeding voor woon-werkverkeer, zoals die lokaal op basis van artikel 3:22 van de CAR-UWO wordt toegepast kan lager zijn dan dat fiscaal is toegestaan.
Hierdoor kan een mogelijkheid ontstaan om een gedeelte van het IKB uit te ruilen tegen een netto vergoeding voor reiskosten.
De regeling houdt in dat de medewerker kan profiteren van een maximale onbelaste vergoeding van € 0,19 per kilometer als hij of zij bereid is om (een deel van) het IKB hiervoor uit te ruilen. Het nettoloon wordt daardoor hoger. Het belastingtarief van de werknemer bepaalt de hoogte van het voordeel, dit varieert afhankelijk van de hoogte van het inkomen.
De fiscus biedt werkgevers mogelijkheden om een (vaste) maandelijkse onkostenvergoeding voor reisafstand woon-werkverkeer te berekenen. Voor meer informatie zie hoofdstuk 21 Vervoer en reiskosten Handboek loonheffingen 2016.
Indien de omstandigheden veranderen, bijvoorbeeld als uw medewerker verhuist of op minder dagen gaat werken, dient ook de mogelijkheid tot uitruil dienovereenkomstig te worden aangepast.
Het fiscaal voordelig vergoeden van een vakbondscontributie kan binnen de WKR worden aangewezen als eindheffingsbestanddeel. De loonheffing komt dan ten laste van de vrije ruimte van de organisatie.
Het fiscaal voordeling vergoeden van een sport- of cultureel lidmaatschap kan binnen de WKR worden aangewezen als eindheffingsbestanddeel. De loonheffing komt dan ten laste van de vrije ruimte van de organisatie. Een overschrijding hiervan met de hieraan gekoppelde eindheffing is mogelijk. In deze regeling is gekozen om hier grip op te houden door een jaarlijks maximaal bedrag vast te stellen.
Deze bepaling voorkomt dat medewerkers zich kunnen beroepen op onbekendheid met het feit dat lokale keuzes ook eventuele onverwachte gevolgen kunnen hebben. Om de regeling onderhoudsvriendelijk te maken, is besloten om alleen te verwijzen naar het artikel in de CAR-UWO dat hierover gaat.
Deze regeling kent een looptijd van één jaar. Dit omdat met het Georganiseerd Overleg is afgesproken om in september 2017 het IKB te evalueren en eventuele bronnen en/of doelen hieraan toe te voegen.