Organisatie | Borger-Odoorn |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Nieuwe toetsingscriteria betreffende overlast van bomen en het begrip groene herinrichting als aanvullend beleid |
Citeertitel | Nieuwe toetsingscriteria betreffende overlast van bomen en het begrip groene herinrichting als aanvullend beleid |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp |
Geen
Bomenverordening gemeente Borger-Odoorn 2004
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
22-12-2017 | Nieuwe regeling | 06-11-2012 | 12.19301 |
Nieuwe toetsingscriteria betreffende overlast van bomen en het begrip groene herinrichting als aanvullend beleid vaststellen
In 2011 hebben vrijwel alle bewoners van de Langhieten en de Andries Diepenbrugweg te Odoorn gevraagd of de gemeentelijke laanbeplanting in hun straat verwijderd kon worden.
In de Langhieten gaat het om alle berkenbomen. Deze berken hebben gemiddeld een stamdoorsnede van 35 cm.
In de Andries diepenbrug weg gaat het om beuken met een gemiddelde doorsnede van 55 cm.
In de Langhieten vond het overgrote deel van de bewoners dat de aanwezige berken verwijderd moesten worden omdat de berken het gehele jaar overlast veroorzaken. Dit gaf voor de gemeente voldoende aanleiding om het verzoek te honoreren en een kapvergunning aan te vragen.
In het kader van,schoon, heel en veilig zouden de bewoners participeren bij het verwijderen van de bomen. Na publicatie van de kapaanvraag hebben enkele bewoners bezwaar aangetekend.
In de juridische procedure is gebleken dat het door de gemeente gehanteerde begrip “herinrichting” te beperkt is en beter beleidsmatig ruimer geformuleerd kan worden en tevens “groene herinrichting” kan omvatten. De bezwarencommissie heeft de bezwaarmakers om die reden in het gelijk gesteld.
In de Andries Diepenbrugweg hebben alleen bewoners aan de noord zijde van de weg, overlast van de bomen vanwege schaduwwerking. Hierdoor ontstaat volgens de bewoners overlast in de vorm van vochtige muren, groeiconcurrentie voor de siertuin en verstopte dakgoten.
De gemeente heeft de bewoners gevraagd om hiervoor bewijs aan te leveren. Momenteel zijn de bewijsstukken van de bewoners onvoldoende en niet zwaarwegend genoeg om de aanvraag in behandeling te nemen.
De gemeente zelf heeft een rapport laten opstellen. Zie bijlage 1.
Uit een eerder verzoek van deze bewoners is duidelijk geworden dat de bewoners aan de zuidzijde van de Andries Diepenbrug weg tegen het verwijderen van de beuken was.
Wabo, onderdeel kapverordening.
Het huidige beleid van de gemeente Borger –Odoorn bestaat min of meer uit gewoonte recht.
De huidige kapverordening en een toetsingskader voor particuliere aanvragen worden hierbij toegepast.
Voor gemeentelijke bomen bestaan momenteel geen objectieve toetsing criteria.
Waardoor de gemeente in bovengenoemde gevallen in een spagaat komt te zitten.
Om een objectief standpunt in te kunnen nemen als gemeente is het noodzakelijk het gemeentelijk beleid betreffende overlast van bomen aan te passen.
Deze aanpassing betreft het herschrijven van het overlast kader, waarin naast het huidige toetsingskader voor overlast door particuliere bomen ook een toetsingskader voor overlast door gemeentelijke bomen wordt opgenomen.
Juridisch blijkt het huidige toetsingskader voor overlast onvolledig te zijn. doordat
Momenteel kunnen overlast belangen niet duidelijk tegen belangen vanuit bomenbeleid en -beheer worden afgewogen.
De huidige beoordelings criteria verruimen, waardoor een objectieve besluitvorming kan plaats vinden voor de behandeling van verzoeken om gemeentelijke bomen te verwijderen.
Het is de juridische praktijk de laatste jaren merkbaar dat burgers en bedrijven vaker klagen over overlast van (gemeentelijke) bomen.
In algemene zin is het raadzaam om niet van overlast incident naar incident ad hoc oplossingen te zoeken, maar een standaard procedure te volgen met een vaste beleidsmatige belangenafweging.
De belangenafweging is dat enerzijds het bomenbelang en anderzijds het overlastbelang wordt onderverdeeld naar beleidscategorieën. De gemeente heeft deze beleidscategorieën voor overlast al bij aanvragen vanwege overlast van particuliere bomen. Voorgesteld wordt nu om deze overlastcriteria ook op gemeentelijke bomen toe te passen.
Daarbij wordt opgemerkt dat het bomenbelang en overlastbelang per zaak nader aan de hand van de feiten beoordeeld moet worden in het veld.
Het boombelang moet juridisch gesproken zoveel mogelijk aan gemeentelijk groen of bomenbeleid ontleend worden. Waar het huidige beleid onvoldoende houvast biedt kan worden gekeken naar de feitelijke functies van bomen (bijv. windvang, zichtonttrekking, enz.) of de functies van bomen in het beheer en onderhoud.
Zoals gezegd zijn de toetsingscriteria bij overlast/hinder klachten door burgers in het gemeentelijke beleid tot nu toe beperkt tot een toetsingskader voor particuliere bomen. Een vastgesteld toetsingskader voor overlast/hinder door gemeentelijke bomen ontbreekt en wordt daarom hierbij voorgesteld. Daarbij is het van belang dat zowel voor gemeentelijke als voor particuliere bomen dezelfde toetsingscriteria gehanteerd worden.
De huidige particuliere hinder toetsingscriteria en -kader zijn aangevuld in bijlage 2.
Deze criteria gaan uit van een puntensysteem dat meer punten toekent naar mate de hinder zwaarder is. Deze systematiek wijkt af van de landelijk gangbaardere systematiek die meer punten toekent bij naar mate de houtopstand beleidsmatig belangrijker is.
Er is voor gekozen om de huidige systematiek te handhaven en uit te bouwen. Deze uitbouw omvat drie aspecten:
de afstanden van de kroonprojectie t.o.v. de woning zijn verfijnd door splitsing van de puntencategorie 0 tot 5 meter in de categorieën “3 tot 5 meter”(3 punten) en “minder dan 3 meter” (4 punten). Deze aanpassing beoogt recht te doen aan de vele gemeentelijke bomen die relatief dicht op de gevel staan.
De uitwerking van deze twee aanpassingen van het hinder beleid door wijziging van het draaiboek KCC kapvergunningen staan hierna in bijlage 2.
In de juridische procedure betreffende de laanbeplanting in de Langhieten is gebleken dat het door de gemeente gehanteerde begrip “herinrichting” te beperkt is en tevens “groene herinrichting” kan omvatten.
De bezwarencommissie concludeerde dat de motivering van een verleende vergunning voor het velen van bomen op grond van “herinrichting” niet de “groene herinrichting” kan omvatten gezien de gemeentelijke definitie en gebruik van het begrip “herinrichting”. De vergunning is daarop wegens onvoldoende motivering weer ingetrokken.
Hierbij wordt een nieuw beleidkader geformuleerd ten einde onder het beleidsmatig begrip “herinrichting” tevens een “groene herinrichting” laten vallen. Onder een groene herinrichting wordt verstaan het vellen van houtopstand en het herplanten met andere houtopstand, zodanig dat een ander ruimtegebruik of een ander beeld ter plaatse ontstaat.
Criterium voor het wel of niet laten plaatsvinden van groene herinrichting is enerzijds de weging van de conditie/levensverwachting van een houtopstand en de stabiliteit/veiligheid van de houtopstand en anderzijds de beleidstatus van de houtopstand (belangrijkste / monumentaal, hoofdstructuur of beeldbepalend/wijkstructuur of overige waardevolle/straat-/laanstructuur). Bij bomen van de hoogste categorie (“monumentaal”, enz.) zal een groene herinrichting het minst snel plaatsvinden, terwijl dit bij bomen van de laagste beleidscategorie het eerste het geval is.
Samenvatting ten behoeve van vast te stellen aanvullend beleid.
6. Kosten, baten en dekking en fiscale aspecten
Vaststellen aanvullend beleid door college. De werkwijze na invoering, in januari 2014 evalueren.
Hierbij is geconstateerd dat op een aantal onderdelen de huidige bomen verordening gesynchroniseerd moeten worden.
de bomen zijn goed onderhouden en verkeren in een goede conditie. Gezien de soortspecifieke eigenschappen is het fors snoeien of toppen van de beuken geen optie. Als gevolg van schade door zonnebrand aan stam en takken zal de conditie van de bomen sterk afnemen en de bomen kunnen uiteindelijk sterven. De enige snoei die in deze straat toegepast dient te worden is reguliere onderhoudssnoei (1x/ 5 jaar).
de beuken zijn jaarlijks goed voor een gezamenlijke verdamping van circa 2000.000 liter vocht. Als er geen bomen in de straat zouden staan dan zou, als gevolg van de plaatselijke bodemsamenstelling, het vocht langer in de bodem gebufferd worden in de vorm van hangwater. In het groeiseizoen verdampen de bomen het grootste gedeelte van het hangwater (en het neerslagoverschot) waardoor de bodem minder snel verzadigd raakt en er dus minder water wegzijgt naar de leemlaag. Kortom, als er geen bomen zouden staan dan zou de vermeende vochtproblematiek in deze straat nog groter zijn.
Beoordelen omgevingsvergunning (nieuwe versie, waarin nieuw beleid is verwerkt).
Alle beoordelingen worden mede gedaan op basis van een puntensysteem.
Eerst word het bomenbelang gewogen daarna het verwijderingsbelang door middel van puntentoekenning op basis van waardering van de onderstaande criteria.
Vervolgens worden de punten totalen van elkaar afgetrokken (bomenbelang minus verwijdering belang:
Indien een boom/houtopstand meer dan punten heeft wordt omgevingsvergunning verleend. Bij minder dan .. punten wordt de omgevingvergunning geweigerd.
In alle twijfelgevallen over toepassing van de criteria moet advies worden gevaagd aan de Backoffice.
Bij een groot deel van de omgevingsvergunning activiteit kappen gaat het om particuliere bomen in tuinen en op erven die overlast geven voor de eigenaar. Om te bepalen of de vergunning wordt verleend, wordt aan de hand van onderstaande criteria bekeken of het boombelang groter is dan het verwijderingsbelang. Op deze manier kan een groot deel van de vergunningen door het KCC vanachter het bureau worden beoordeeld. De beoordeling gebeurt middels een puntensysteem dat er als volgt uit ziet:
A. Beleidstatus boom / houtopstand
Hoog = nationale of lokale monumentale boom, houtopstand voorkomend op de lijst van Landschapsbeheer Drenthe (deze lijst is als bijlage 3 opgenomen), bomen van de (feitelijke of beleidsmatige) hoofdstructuur
Midden = waardevolle bomen/houtopstand, bomen van de neven-/wijkstructuur
Laag = belangrijke bomen, bomen van straatstructuur of overige landschapstructuur, alle bomen dikker dan 30 cm doorsnede.
Geen = een boom/houtopstand die geen duidelijke beleidstatus heeft of functie kan worden toegekend. Meestal bomen van particulieren, niet zichtbaar vanaf openbaar terrein.
B. Conditie/ levensverwachting
Hoog = vitale boom met goede levensverwachting en voldoende stabiliteit
Midden = redelijk gezonde boom met normale tot matige levensverwachting en voldoende stabiliteit
Laag = matige of zieke boom, inclusief (bijna) dode boom, gebrekkige of gevaarlijke boom.
C. Natuur, milieu en landschap waarden
Hoog = houtopstand/boom van zeer hoge natuurwaarden of landschappelijke waarden, bijvoorbeeld broedboom zeldzame vogels, boommarters, enz. Inclusief zeer zeldzame boomsoorten.
Midden = houtopstand met redelijke natuurwaarden en/ of landschappelijke waarden, bijvoorbeeld oud eikenhakhout, zeer vogelrijk struweel, eekhoornnest, enz. Ook minder vaak voorkomende boomsoorten.
Laag = houtopstand met enige natuurwaarden en/ of landschappelijke waarden, bijvoorbeeld Inheemse, besdragende soorten als meidoorn, vlier, krent, lijsterbes, enz.
Hoog = houtopstand/boomsoorten van zeer hoge zeldzaamheid.
Midden = houtopstand/boomsoorten die redelijk zeldzaam en ongebruikelijk zijn.
Laag = houtopstand/boomsoorten die minder vaak voorkomen, maar als soort wenselijk zijn
Hoog = houtopstand/boom van hoge cultuurhistorische waarden door benaming, verhalen, landschapsmarkering enz. Voorbeelden zijn de oudste, dikste of hoogste bomen van een soort of gebied en bijzondere bomen als markeboom, kabouterboom, grensboom. Ook recente herdenkingsbomen Vallen hier onder.
Laag = houtopstand zonder cultuurhistorisch betekenis. z.
F. Waarden voor stads- en dorpsschoon
Hoog = zeer beeldbepalende boom/houtopstand voor de omgeving, bomen op de brinken, bomen bij hunenbedden. Markant en landschapsbeeldbepalend.
Midden = enigszins beeldbepalende boom/houtopstand, mede landschapsbepalend
Laag = een bijdrage leverend aan het groene beeld ter plaatse.
G. Waarden voor recreatie en leefbaarheid
Hoog = houtopstand/boom met belangrijke functies voor windkering, zichtontneming, verkeersgeleiding en terreinbegrenzing. Bijvoorbeeld klimbomen, bomen rond speelplaatsen, speelnatuur, beplanting rond bedrijventerreinen, sportvelden, zwembaden, enz.
Laag = houtopstand/ boom met enige functies voor windkering, zichtontneming, verkeersgeleiding en terreinbegrenzing.
Gegevens over de doorsnede van de boom moeten door de klant aangeleverd worden. Door de bijgeleverde foto’s kan een globale controle worden gedaan.
De perceelsgrootte kan worden opgezocht via de kadastrale informatie in Stroomlijn.
Aan de hand van de situatietekening van de aanvrager, in combinatie met de luchtfoto in Stroomlijn, kan worden bekeken waar de boom zich bevindt (voor of achter de rooilijn).
Aan de hand van de situatietekening van de aanvrager, in combinatie met de luchtfoto in Stroomlijn, kan worden bekeken hoe de situering van de boom is ten opzichte van de woning (ten Noorden, Zuiden etc. van de woning).
E Kroonprojectie t.o.v. woning
Onder woning wordt enkel een hoofdwoonverblijf bedoeld dus geen vakantiehuis, bijgebouw, garage, kantoor of bedrijfspand. Verblijfruimten die geen woningen zijn, krijgen dus altijd 0 punten of in zeer zwaarwegende gevallen 2 punten.
De kroonprojectie moet worden afgeleid van de gegevens die de burger heeft aangeleverd.
Soms kunnen deze gegevens ook worden afgeleid uit een luchtfoto maar meestal is dit door o.a. schaduw moeilijk te zien.
Luis, elzenproppen, bladval, vogelpoep, niet fraai vinden etc. | |
Diversen, zoals vocht en schimmelvorming, smerige dakgoten etc. | |
De vorm van overlast moet worden afgeleid van de gegevens die de burger heeft aangeleverd. Dit wordt genoemd bij de reden van kap.
aanvullend bewijsmateriaal is nodig als dit als reden wordt opgegeven.
II. Overige verwijderingsbelangen
H. Waardering overige verwijderingsbelangen
Hoog = zwaarwegend algemeen maatschappelijke belang. Hieronder vallen alle zwaarwegende redenen van sociale of economische aard. Een bouwwerk of ander (aanleg) werk dat een groot sociaal-economisch belang dient of bijdraagt aan fundamentele waarden (bijvoorbeeld gezondheid, veiligheid, water, milieu). Het kan particuliere initiatieven voor algemeen nut omvatten, mits voor de lange termijn bedoeld.
Midden = enig algemeen maatschappelijk belang of zwaarwegend individueel belang van niet tijdelijke aard.
Laag = niet zwaarwegend individueel belang of tijdelijke maatschappelijk belang.
Na het doorlopen van bovenstaande criteria kunnen de punten worden opgeteld.
Indien het Totaal Boombelang minus het Totaal verwijderingssbelang meer is dan 5 punten moet de vergunning worden geweigerd. Indien aldus verrekend sprake is van uitkomst van 5 of minder moet de vergunning worden verleend.
Op advies van de Backoffice kan een herplantvoorschrift worden opgelegd.
Voor bomen/houtopstand van de hoogste en midden beleidstatus wordt altijd een herplantplicht opgegelegd.