Organisatie | Borger-Odoorn |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Nadere regels leerwerkvouchers en stap-naar-werk vouchers |
Citeertitel | Nadere regels leerwerkvouchers en stap-naar-werk vouchers |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Re-integratieverordening Participatiewet Borger-Odoorn 2015
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
28-11-2017 | 01-05-2017 | Nieuwe regeling | 11-07-2017 | 17.01482 |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Borger-Odoorn,
Gelet op artikelen 11 en 12 van de re-integratieverordening Participatiewet waarin de gemeenteraad als voorziening heeft opgenomen de werkstage en de leerwerkplek.
vast te stellen de volgende Nadere regels leerwerkvouchers en stap-naar-werk vouchers Borger-Odoorn
Artikel 3 Aanspraak op subsidie
Er is geen aanspraak op een leerwerkvoucher of een stap-naar-werk voucher als de betreffende werkgever aanspraak kan maken op subsidie op basis van een andere gemeentelijke regeling op grond van de re-integratieverordening of een scholingsvoucher van het UWV, met uitzondering van de loonkostensubsidie op grond van artikel 10d van de Participatiewet.
Er is geen aanspraak op de beschreven instrumenten als door verlening het subsidieplafond behorend bij deze nadere regel zou worden overschreden. Het subsidieplafond voor de arbeidsmarktregio bedraagt € 570.000 voor de gehele looptijd van de regeling tot en met 2019, waarbij de aanvragen in volgorde van binnenkomst worden behandeld.
Artikel 4 Het aanvragen van een subsidie
In het rapport “Samen werken aan vitaal platteland” is een gezamenlijke aanpak voor Zuidoost Drenthe vastgelegd. Onderdeel daarvan zijn maatregelen om de arbeidsmarkt te versterken, waarbij de nadruk ligt op werkzoekenden met de meest kwetsbare arbeidsmarktpositie: jongeren die afkomstig zijn van Praktijkonderwijs en VSO en laaggeschoolden. Gemeenten in de Arbeidsmarktregio Drenthe werken al nauw samen om de positie van deze groepen te versterken: in het regionaal werkbedrijf (in het kader van de afspraakbanen) en bij het Actieplan Jeugdwerkloosheid.
Gemeenten en UWV hebben verschillende voorzieningen beschikbaar om te stimuleren dat deze groepen een baan vinden. In de praktijk blijken deze echter nog niet altijd toereikend en zouden aanvullende instrumenten deze groepen jongeren en laaggeschoolden een extra steun in de rug kunnen geven om een plek op de arbeidsmarkt te bemachtigen.
Jongeren uit het PrO/VSO-onderwijs
Met de komst van de Participatiewet is het doel dat zoveel mogelijk schoolverlaters van het PrO/VSO-onderwijs op de reguliere arbeidsmarkt aan de slag gaan. De mogelijkheid om een beroep te doen op de sociale werkvoorziening bestaat niet meer. Er is een aantal voorzieningen beschikbaar gesteld om werkgevers te stimuleren om deze groep in dienst te nemen. Voor een deel van de doelgroep is dat voldoende. Een deel blijkt echter aanvullende ondersteuning nodig te hebben. Daarbij gaat het soms om ondersteuning om überhaupt de arbeidsmarkt te kunnen betreden, bijvoorbeeld beroepscertificaten, werkgerichte trainingen, voorschakeltrajecten, beschermde leerwerkplekken of extra begeleiding op andere levensdomeinen. En soms gaat het om extra ondersteuning om op de arbeidsmarkt actief te kunnen zijn en te blijven, bijvoorbeeld (extra) begeleiding, bedrijfsgerichte scholing, aanpassingen aan de werkplek door de werkgever of reiskosten.
Laagopgeleide uitkeringsgerechtigden
De kansen op de arbeidsmarkt zijn geringer naarmate het opleidingsniveau van de werkzoekenden lager is. Daarbij maakt het vaak niet zoveel verschil of mensen een beroep doen op de bijstand of de WW. Dit heeft deels te maken met het feit dat de vraag naar laaggeschoolde medewerkers beperkt is. Een andere oorzaak is dat er sprake is dat ervaring en vaardigheden van werkzoekenden niet overeenkomen met de vacatures die er zijn. En we weten dat er in onze regio sectoren zijn waarin zich een groei van het aantal arbeidsplaatsen voordoet of naar verwachting zal gaan voordoen: toerisme en recreatie, industrie, logistiek en techniek. Zodra deze banen of andere banen beschikbaar komen, willen we mensen op een zo kort mogelijke termijn inzetbaar maken. Dat betekent dat (afhankelijk van de aard van de banen en de beschikbare werkzoekenden) vormen van scholing, begeleiding en training op de werkplek geboden kunnen worden. De middelen om deze instrumenten in te zetten zijn echter niet altijd voorhanden. We willen de middelen van Vitaal Platteland daarom benutten om deze snel en op maat te kunnen aanbieden.
Om deze groepen passende ondersteuning te kunnen bieden en om maatwerk te kunnen leveren, kiezen we voor de inzet van vouchers. Deze vertegenwoordigen een zekere waarde en kunnen worden ingezet voor vormen van ondersteuning of als tegemoetkoming voor extra kosten. We stellen daarvoor twee typen vouchers beschikbaar.
1. Leerwerkvouchers voor kwetsbare jongeren
Voor de groep jongeren van het PrO/VSO-onderwijs is het van groot belang dat de overgang van school naar werk goed verloopt. De leerwerkvouchers kunnen worden ingezet als extra ondersteuning bij deze overgang. Met deze vouchers kunnen zij extra (beroeps- of bedrijfsgerichte) scholing volgen, voorschakeltrajecten volgen of (extra) werkervaring opdoen in een omgeving waarin zij hun vaardigheden kunnen vergroten. Tevens kunnen werkgevers van deze jongeren de voucher inzetten om extra begeleiding te bieden of werkplekaanpassingen te verrichten.
De waarde van de voucher is maximaal € 5.000 per persoon (ten behoeve van werkzoekende en werkgever samen). Er worden er voor de periode van (ruim) twee jaar 58 beschikbaar gesteld. Dat aantal kan hoger zijn wanneer het bedrag per voucher lager is.
2. Stap-naar-werk vouchers voor laagopgeleide uitkeringsgerechtigden
Deze vouchers zijn bedoeld als extra ondersteuning van laagopgeleide uitkeringsgerechtigden (personen zonder startkwalificatie) die met behulp van scholing, (extra) begeleiding en aanpassingen op de werkplek op korte termijn inzetbaar zijn op een functie, waaronder in de sectoren recreatie en toerisme, techniek, industrie en logistiek. Werkzoekenden en werkgevers kunnen deze voucher inzetten om extra (bedrijfsgerichte) scholing te kunnen volgen. Werkgevers kunnen deze voucher inzetten om extra (inwerk-) begeleiding te bieden, trainingen te verzorgen of werkplekaanpassingen te verrichten. Deze voucher kan alleen worden ingezet als er sprake is van een dienstverband van minimaal 16 uur per week.
De waarde van de voucher is maximaal € 2.500 per persoon (ten behoeve van werknemer en werkgever samen). Er worden er voor de periode van (ruim) twee jaar 112 beschikbaar gesteld. Dat aantal kan hoger zijn wanneer het bedrag per voucher lager is.
De vouchers moeten een aanvulling zijn op het beschikbare instrumentarium en moeten feitelijk een bijdrage leveren aan de kansen van een jongere of werkzoekende op werk. We hebben daarom in de regeling opgenomen dat de voucher: