Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Leudal

Verordening op de heffing en de invordering van rioolheffing 2018.

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieLeudal
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en de invordering van rioolheffing 2018.
CiteertitelVerordening rioolheffing 2018
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 228a

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201801-01-2020Nieuwe regeling

12-12-2017

Gemeenteblad 2017, 222271

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van rioolheffing 2018.

De gemeenteraad van gemeente Leudal

Gezien het voorstel van het college d.d. 21 november 2017 nummer

Gelet op artikel 228a van de Gemeentewet

Besluit vast te stellen de navolgende

Verordening op de heffing en de invordering van rioolheffing 2018.

 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    perceel: een onroerende zaak bedoeld in Hoofdstuk III van de Wet WOZ of een roerende zaak, of een zelfstandig gedeelte van een roerende zaak in de zin van artikel 4

  • b.

    gemeentelijke riolering: een voorziening of combinatie van voorzieningen voor inzameling, verwerking, zuivering of transport van afvalwater, hemelwater of grondwater, in eigendom, in beheer of in onderhoud bij de gemeente:

  • c.

    water: huishoudelijk afvalwater, bedrijfsafvalwater, hemelwater, grondwater of oppervlaktewater.

Artikel 2 Aard van de belasting

Onder de naam rioolheffing wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van de kosten die voor de gemeente verbonden zijn aan:

  • 1.

    de inzameling en het transport van huishoudelijk afvalwater en bedrijfsafvalwater, alsmede de zuivering van huishoudelijk afvalwater, en

  • 2.

    de inzameling van afvloeiend hemelwater en de verwerking van het ingezamelde hemelwater, alsmede het treffen van maatregelen teneinde structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken.

Artikel 3 Belastbaar feit en belastingplicht
  • 1.

    De belasting wordt geheven van degene die bij het begin van het belastingjaar het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht van een perceel dat direct of indirect is aangesloten op de gemeentelijke riolering.

  • 2.

    Met betrekking tot de belasting wordt, ingeval het perceel een onroerende zaak is, als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene die bij het begin van het belastingjaar als zodanig in de basisregistratie kadaster is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.

Artikel 4Vrijstellingen

Van de belasting bedoeld in artikel 3, eerste lid, is vrijgesteld de percelen die in hoofdzaak zijn bestemd voor de openbare eredienst of voor het houden van openbare bezinnings-samenkomsten van levensbeschouwelijke aard, een en ander met uitzondering van delen van zodanige percelen die dienen als woning.

Artikel 5 Zelfstandige gedeelten

Indien gedeelten van een roerende zaak blijkens hun indeling bestemd zijn om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt, wordt de belasting geheven ter zake van elk als zodanig bestemd gedeelte, met dien verstande dat indien twee of meer van die gedeelten tezamen als een geheel worden gebruikt, deze als één perceel worden aangemerkt.

Artikel 6 Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar een vast bedrag per perceel.

Artikel 7 Belastingtarieven
  • 1.

    De belasting bedraagt per perceel € 282,51.

  • 2.

    Indien er sprake is van een perceel dat onderdeel uitmaakt van een omsloten terrein dat is bestemd voor verblijfsrecreatieve doeleinden bedraagt het tarief € 169,50.

  • 3.

    In afwijking van lid 1 geldt voor percelen met een WOZ-waarde die minder is dan € 30.000 een tarief van € 141,25.

Artikel 8 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 9 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 10 Ontstaan van de belastingschuld

De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar.

Artikel 11 Termijnen van betaling
  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen als volgt worden betaald:

    • a.

      Bij niet automatische incasso:

      in twee gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede termijn één maand later.

    • b.

      Bij automatische incasso:

      in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog niet geëindigde maanden in het kalenderjaar overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen tenminste vier en maximaal tien bedraagt.

     

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid, onder b, geldt dat de aanslagen moeten worden betaald in twee gelijke betaaltermijnen, ingeval het totaalbedrag van de op een aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar een aanslag bevat, het bedrag van deze aanslag hoger is dan € 20.000,00. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede termijn een maand later.

  • 3.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorafgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de rioolheffing.

Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel
  • 1.

    De 'Verordening Rioolheffing 2017” wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2018.

  • 4.

    Deze verordening wordt aangehaald als 'Verordening rioolheffing 2018'.

ldus besloten in de openbare raadsvergadering van de gemeente Leudal van 12 december 2017

DE RAAD VAN DE GEMEENTE LEUDAL

De griffier, De burgemeester,

drs. W.A.L.M. Cornelissen A.H.M. Verhoeven MPM