Organisatie | Enschede |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Subsidieverordening amateurkunst 2008 |
Citeertitel | Subsidieverordening amateurkunst 2008 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | Fiscaal |
Geen
gemeentewet art 149 AWB titel 4.2 Algemene subsidieverordening 2004
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
13-12-2007 | 04-10-2019 | Onbekend | 03-12-2007 Huis aan Huis d.d. 12 december 2007 | Gemeenteblad nr 103 | |
13-12-2007 | 04-10-2019 | Onbekend | 03-12-2007 Huis aan Huis d.d. 12 december 2007 | Gemeenteblad nr 103 |
De raad van de gemeente Enschede;
gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 13 november 2007,
dienst DMO, 0700023204, stuknr. 12923,
gelet op artikel 149 van de Gemeentewet, titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht en de Algemene subsidieverordening 2004;
gezien de inspraak van de amateurverenigingen
Subsidieverordening amateurkunst 2008
Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
wet: Algemene wet bestuursrecht;
Asv 2004: Algemene subsidieverordening 2004;
amateurkunst: niet professionele beoefening van kunst door muziekverenigingen, orkesten, drum- en showbands, zang-, dans-, toneel-, operette- en muziektheaterverenigingen;
koepelorganisatie: organisatie die verantwoordelijk is voor het doen uitvoeren van activiteiten op een deelgebied van amateurkunst;
leden: leden van amateurverenigingen, die actief amateurkunst beoefenen en daarvoor aan hun vereniging volledige contributie betalen;
professionele ondersteuning: inhuur van personen die zich beroepsmatig met podiumkunsten bezighouden zoals dirigenten, regisseurs, artistiek leiders, dansdocenten, choreografen, solisten, geluids- en lichttechnici;
uitvoering: een door vereniging zelf georganiseerde openbare uitvoering;
specifieke kosten in verband met beoefening van amateurkunst: kosten van techniek, instrumenten, kostuums, decor en grime dan wel vergelijkbare kosten.
Het college besluit met inachtneming van deze verordening op subsidieaanvragen.
Het college kan, bij wijze van uitzondering, afwijken van het bepaalde in deze verordening.
Artikel 3 Verhouding koepelorganisaties tot de aangesloten verenigingen
De koepelorganisaties voor muziek-, zang-, dansverenigingen en drum- en showbands: de FEM (Federatie van Enschedese Muziekverenigingen); de EZB (Enschedese Zangers Bond); de SED (Stichting Enschedese Dansgroepen en de FEDS (Federatie van Enschedese Drum- en Showbands), vragen subsidie aan voor de kosten van het doen uitvoeren van activiteiten op het gebied van zang, dans en muziek.
Zij geven aan de bij hen aangesloten verenigingen financiële bijdragen voor de kosten van hun activiteiten.
Alleen koepelorganisaties kunnen subsidie aanvragen voor het doen uitvoeren van activiteiten. Enkel bij het ontbreken van een koepelorganisatie kan een amateurvereniging zelfstandig subsidie aanvragen.
Koepelorganisaties komen jaarlijks met de bij hen aangesloten leden tot overeenstemming over de wijze waarop de bijdragen worden verdeeld.
Koepelorganisaties zijn enig gesprekspartner en aanspreekpunt voor de gemeente Enschede voor de bij hen aangesloten amateurverenigingen.
Hoofdstuk 2 Subsidiebepalingen
Artikel 4 Toepassingsbereik; doel
amateurkunst als onvervreemdbaar onderdeel van het Enschedese culturele klimaat in stand te houden;
het bevorderen dat Enschedese inwoners laagdrempelig en vanuit zoveel mogelijk verschillende culturele achtergronden aan amateurkunst deel kunnen nemen;
het bevorderen van vernieuwing en veelzijdigheid binnen de amateurkunst;
het bevorderen van gerichte aandacht voor nieuwe amateurverenigingen.
Artikel 5 Subsidiabele activiteiten
De subsidie kan worden verstrekt aan koepelorganisaties en aan niet bij koepelorganisaties aangesloten verenigingen, zijnde orkest-, toneel-, operette- en muziektheaterverenigingen, voor:
de kosten van het inhuren van professionele ondersteuning;
de kosten van het voorbereiden en organiseren van uitvoeringen;
de kosten van huisvesting en instrumenten;
specifieke kosten in verband met beoefening van amateurkunst;
de kosten van een vereiste accountantsverklaring;
f.kosten die gemaakt worden voor initiatieven die rechtstreeks bijdragen aan de doelen van artikel 4 waarbij het met name gaat om:
f. 1° het actief bereiken en betrekken van inwoners met een andere culturele achtergrond bij amateurkunst;
f. 2° vernieuwing, en aansluiting bij eigentijdse vormen van amateurkunst;
f. 3° het bevorderen van culturele diversiteit bij instroom van nieuwe amateurverenigingen.
Artikel 6 Vereisten subsidieaanvrager
Koepelorganisaties kunnen in aanmerking komen voor subsidie voor kosten van het doen uitvoeren van activiteiten door de bij hen aangesloten verenigingen, mits deze voldoen aan de criteria a t/m c zoals vermeld in lid 2.
Een niet bij een koepelorganisaties aangesloten amateurvereniging, zijnde een orkest-, toneel-, operette- of muziektheatervereniging kan in aanmerking komen voor subsidie voor de kosten van structurele activiteiten wanneer deze voldoet aan de volgende criteria:
Artikel 7 Subsidiehoogte en subsidieplafond
voor amateurkunst per onderdeel zoals genoemd in artikel 1 onder c.
3.De subsidie wordt voor de amateurkunstonderdelen die niet onder een koepelorganisatie vallen,
50% van het beschikbare bedrag wordt gelijkelijk verdeeld als basissubsidie over de amateurverenigingen;
de resterende 50% van het beschikbare bedrag wordt verdeeld naar rato van het aantal leden per 31 december van het jaar voorafgaand aan het jaar van de subsidieverstrekking.
Artikel 8 Subsidietijdvak en subsidieperiode
De subsidie wordt per kalenderjaar verstrekt.
Na een periode van 5 jaar wordt de subsidie of beëindigd of al dan niet gewijzigd voortgezet.
Naar aanleiding van het overleg met de gemeente Enschede, zoals genoemd in artikel 9 onder d, besluit het college of tot beëindiging of tot al dan niet gewijzigde voortzetting van de subsidie. Bepalend daarbij is of de subsidieverstrekking aan de in artikel 4 genoemde doelen heeft beantwoord, en of subsidieontvanger heeft voldaan aan de vereisten van artikel 6 en aan de aanvullende verplichtingen in artikel 9.
In geval van wijziging van de subsidiëring bericht het college, uiterlijk 5 kwartalen voor het aflopen van de bestaande 5-jaarsperiode, schriftelijk de betreffende amateurvereniging of koepelorganisatie over zijn voornemen tot wijziging van de subsidiëring
Artikel 9 Aanvullende subsidieverplichtingen
Naast de verplichtingen genoemd in de wet en de Asv 2004 gelden voor de subsidieontvanger de volgende verplichtingen:
d.subsidieontvangers bespreken in het derde jaar van de 5-jaarsperiode met het college hun
activiteiten in relatie tot de doelen zoals genoemd in artikel 4. Het college maakt daarbij afspraken
over subsidieduur, budget en het gewenste beleid voor de komende periode van 5 jaar.
Hoofdstuk 3 Procedurele bepalingen
Artikel 11 Ontvangst aanvraag; aanvulling aanvraag; buiten behandeling laten
Artikel 12 Beslistermijn; subsidieverlening of subsidievaststelling; voorschotten of subsidiebedrag
5.De subsidievaststellingsbeschikking vermeldt de wijze van betaling van het subsidiebedrag.
Artikel 13 Aanvraag subsidievaststelling na subsidieverlening
a een inhoudelijk verslag van de activiteiten met daarin afzonderlijk aandacht voor de inzet zoals genoemd in artikel 5 onder f;
b een gespecificeerd overzicht van de werkelijke inkomsten en uitgaven van afgelopen boekjaar en een afzonderlijke bijlage waaruit blijkt welke gelden zijn ingezet voor initiatieven zoals genoemd in artikel 5 onder f, conform artikel 9 onder c;
c een ledenlijst per 31 december van het jaar waarop de subsidievaststelling betrekking heeft, met vermelding van adressen van de leden;
Artikel 14 Subsidievaststelling na subsidieverlening
1.Binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag tot subsidievaststelling stelt het college de subsidie vast.
Het college kan de in het eerste lid genoemde termijn eenmalig met 4 weken verlengen. Een dergelijke verlenging wordt schriftelijk medegedeeld aan de subsidieontvanger.
De subsidiebeschikking vermeldt de wijze van betaling van het subsidiebedrag en een verrekening van eventuele voorschotten.
Het is verenigingen en koepelorganisaties toegestaan, in verband met toekomstige activiteiten een beperkt vermogen op te bouwen en als reservering in hun jaarrekening op te nemen. Voor koepelorganisaties gaat het om maximaal 50% van hun jaarlijkse begroting, voor orkesten en muziektheater/operettegezelschappen en toneelverenigingen gaat het om maximaal een jaarbegroting.
Bij overschrijding van de toegestane reserve wordt de subsidie evenredig verlaagd.
Artikel 16 Intrekking oude verordening
De Subsidieverordening amateuristische kunstbeoefening 1999, vastgesteld door de raad op 20 december 1999, wordt ingetrokken.
Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking.
Deze verordening wordt aangehaald als: Subsidieverordening amateurkunst 2008.