Organisatie | Ouder-Amstel |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening Begraafplaatsrechten 2018 |
Citeertitel | Verordening Begraafplaatsrechten 2018 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
artikel 229 eerste lid en onderdelen a en b van de Gemeentewet
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2018 | 01-01-2019 | Onbekend | 14-12-2017 Weekblad voor Ouder-Amstel | 2017/64 |
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
particulier graf: een graf ten aanzien waarvan het uitsluitend recht is verleend tot het doen begraven en begraven houden van lijken of de overblijfselen van een overledene dan wel een graf bestemd tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen, bevattende de as van overledenen;
Artikel 2. Belastbaar feit, maatstaf van heffing en tarief
Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats, genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.
De rechten als bedoeld in hoofdstuk IV van de bij deze verordening behorende tarieventabel worden niet geheven ter zake van graven waarvan de Oorlogsgravenstichting de rechthebbende is of van graven die bij de Oorlogsgravenstichting in beheer zijn.
Artikel 5. Maatstaf van heffing en belastingtarief
Artikel 8. Ontstaan van de belastingschuld
Artikel 9. Termijnen van betaling
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.
In afwijking van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, minder is dan € 10.000 en zolang de verschuldigde bedragen door een automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belastingschuldige kunnen worden afgeschreven moeten de aanslagen worden betaald in één termijn. Deze termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet.
Bij de invordering van de rechten wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 11. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten.
Artikel 12. Inwerkingtreding en citeertitel