Organisatie | Valkenswaard |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Valkenswaard houdende regels omtrent belastingen Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsheffingen 2018 |
Citeertitel | Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsheffingen 2018 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsheffingen 2017 met ingang van 1 januari 2018. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2018.
artikel 15.33 Wet milieubeheer
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
14-12-2017 | nieuwe regeling | 02-11-2017 | 303077/305268 |
Hoofdstuk I Algemene bepalingen
Artikel 2 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder
een gebouwd eigendom -of een gedeelte ervan- dat blijkens indeling en inrichting bestemd is om als afzonderlijk geheel door een particuliere huishouding te worden gebruikt en ook als zodanig wordt gebruikt.
Met perceel worden gelijkgesteld: een sta-caravan, een woonboot en een demontabel zomer- of vakantie-huisje, indien gebruikt door een particuliere huishouding.
een gebouwd eigendom -of een zelfstandig gebruikt gedeelte ervan- geen perceel zijnde.
Hoofdstuk II Afvalstoffenheffing
Artikel 3 Aard van de belasting en belastbaar feit
De afvalstoffenheffing bedoeld in deze verordening wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het feitelijk gebruik van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
Hoofdstuk III Reinigingsrechten
Onder de naam 'reinigingsrechten' worden rechten geheven zowel voor het genot van door het gemeentebestuur verstrekte diensten als voor het gebruik van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen, werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn.
De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.
Een belastingplichtige die middels een medische verklaring kan aantonen dat ten gevolge van een ziekte of een lichamelijk ongemak op zijn of haar perceel permanent meer restafval wordt geproduceerd dan op een perceel waar geen sprake is van deze ziekte of dat lichamelijk ongemak, wordt op verzoek achteraf vrijstelling verleend van de belasting als bedoeld in artikel 8.
Indien de ziekte of het lichamelijk ongemak is ontstaan in de loop van het belastingtijdvak is het bedrag van de vrijstelling gelijk aan zoveel twaalfde gedeelte van het volgens het eerste lid van dit artikel berekende bedrag als de belastingplichtige of de medebewoner van het perceel waarvoor hij belastingplichtig is in dat belastingtijdvak volle maanden een ziekte of lichamelijk ongemak heeft als bedoeld in het eerste lid.
Hoofdstuk IV Overige reinigingsrechten
Artikel 10 Maatstaf en tarief overige reinigingsrechten
Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk II bedraagt de belasting:
a.voor het achterlaten van afvalcomponenten als volgt:
·autobanden personen-auto’s (max 4 stuks) ·kadavers van kleine huisdieren | ||||||
b.voor het op aanvraag inzamelen van grove huishoudelijke
a.afvalstoffen tot een maximum van 2m3 € 41,00
a.Hoofdstuk V Algemene Bepalingen
a.Het belastingjaar voor de belastingen, bedoeld in hoofdstuk II en III, is gelijk aan het kalenderjaar.
a.Artikel 12 Wijze van heffing
a.Artikel 13 Ontstaan van de belastingschuld en de heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten.
a.De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.
a.Artikel 14 Ontstaan van de belastingschuld voor de overige reinigingsrechten.
a.De rechten bedoeld in hoofdstuk IV zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.
a.Artikel 15 Termijnen van betaling
In afwijking van het eerste lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in twaalf gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt een maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
a.Hoofdstuk VI Aanvullende bepalingen
a.Artikel 16 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
a.Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de reinigingsheffingen.
a.Met betrekking tot de in deze verordening opgenomen afvalstoffenheffing kan kwijtschelding worden verleend tot een maximum van € 175,00.
a.De “Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsheffingen 2017” vastgesteld bij raadsbesluit van 3 november 2016, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 19, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
a.Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsheffingen 2018”.
a.Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 2 november 2017.