Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Vught

Verordening op de behandeling van klachten gemeente Vught 2001

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieVught
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de behandeling van klachten gemeente Vught 2001
CiteertitelKlachtenregeling gemeente Vught 2001
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpverordening

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 149
  2. Algemene wet bestuursrecht, art. 9:1 e.v.

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

19-04-200108-12-2011Nieuwe regeling

22-02-2001

Het Klaverblad, 11-04-2001

Onbekend
19-04-2001Nieuwe regeling

22-02-2001

Het Klaverblad, 11-04-2001

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de behandeling van klachten gemeente Vught 2001

De raad van de gemeente Vught;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 30 januari 2001;

 

gezien het advies van de Ondernemingsraad d.d. 25 januari 2001;

 

gelet op de Gemeentewet en hoofdstuk 9 van de Algemene wet

bestuursrecht;

 

b e s l u i t :

 

vast te stellen de

 

"Verordening op de behandeling van klachten gemeente Vught 2001"

Hoofdstuk 1 Begrips- en algemene bepalingen

Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    klacht: een uiting van ongenoegen over de wijze waarop een bestuursorgaan of een medewerker van de gemeente zich in een bepaalde aangelegenheid jegens een natuurlijke of een rechtspersoon heeft gedragen;

  • b.

    klager: elke natuurlijke persoon of rechtspersoon, die een mondeling of schriftelijke klacht indient;

  • c.

    bestuursorgaan:

    • 1.

      de gemeenteraad en de door en vanuit de raad samengestelde commissies,

    • 2.

      (een lid van) het college van burgemeester en wethouders en

    • 3.

      de burgemeester;

  • d.

    medewerker: een ambtenaar of een daarmee op grond van diens werkzaamheid gelijk te stellen persoon (inclusief arbeidscontractant) in de uitvoering van zijn functie;

  • e.

    gedraging: het in een bepaalde aangelegenheid jegens een natuurlijk persoon of een rechtspersoon handelen of nalaten;

  • f.

    klachtbehandelaar: degene die op grond van artikel 2, lid 4 van deze verordening aangewezen is de klacht intern te behandelen;

  • g.

    klachtencoördinator: de ambtenaar die door burgemeester en wethouders is belast met de coördinatie van de behandeling van klachten; de klachtencoördinator bewaakt de voortgang van de procedure en de naleving van de wettelijke spelregels.

Artikel 1.2 Algemene bepalingen

  • 1.

    Een ieder heeft het recht om over de wijze waarop het betreffende bestuursorgaan zich in een bepaalde aangelegenheid jegens hem of een ander heeft gedragen een klacht in te dienen bij dat bestuursorgaan.

  • 2.

    Een gedraging van de personen, bedoeld in artikel 1.1 onder d, wordt toegerekend aan het betreffende bestuursorgaan.

  • 3.

    Het bestuursorgaan draagt zorg voor een behoorlijke behandeling van mondelinge en schriftelijke klachten.

  • 4.

    Mondelinge klachten worden in principe mondeling afgedaan. Wordt de klacht niet tot tevredenheid van klager afgedaan, dan wordt de klager op de mogelijkheid gewezen van schriftelijke klachtbehandeling.

  • 5.

    Zodra naar tevredenheid van klager aan zijn klacht is tegemoet gekomen, vervalt de verplichting tot verdere behandeling van de klacht. Bij een schriftelijke klacht wordt dit schriftelijk aan de klager en aan degene over wie werd geklaagd, bevestigd.

Hoofdstuk 2 Behandeling schriftelijke klachten

Artikel 2.1 Indiening

  • 1.

    Een klacht kan schriftelijk met behulp van een door het college van burgemeester en wethouders vastgesteld formulier worden ingediend.

  • 2.

    De klacht dient bij voorkeur zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen één jaar nadat de gedraging heeft plaatsgevonden, te worden ingediend.

  • 3.

    De klacht dient schriftelijk en ondertekend te worden ingediend en bevat:

    • a.

      de naam en het adres van de indiener;

    • b.

      de dagtekening;

    • c.

      een omschrijving van de gedraging waarop de klacht zich richt;

    • d.

      de datum waarop de beklaagde gedraging heeft plaatsgevonden of de klacht is ontstaan;

    • e.

      de vermelding van het bestuursorgaan of de naam van de medewerker tegen wie de klacht is gericht;

    • f.

      de reden van de klacht.

Artikel 2.2 Registratie

  • 1.

    De klachtencoördinator registreert de klacht en legt deze voor aan degene die op grond van artikel 2, lid 4 bevoegd is de klacht te behandelen.

  • 2.

    Een mondeling ingediende klacht wordt door de klachtencoördinator op schrift gesteld, indien klager daar nadrukkelijk om verzoekt, en ter ondertekening aan de klager voorgelegd, ter bevestiging van de juiste notering van de klacht.

  • 3.

    De op schrift gestelde klacht, als bedoeld in lid 2, wordt behandeld als een schriftelijk ingediende klacht.

Artikel 2.3 Ontvangstbevestiging

  • 1.

    De klachtencoördinator bevestigt de ontvangst van een klacht terstond schriftelijk aan de klager, namens het betreffende bestuursorgaan.

  • 2.

    De ontvangstbevestiging bevat informatie over degene die de klachten behandelt en over het vervolg van de klachtenbehandeling.

  • 3.

    Degene die op grond van artikel 2, lid 4 bevoegd is de klacht te behandelen, zendt degene op wiens gedraging de klacht betrekking heeft, een afschrift van de klacht, de daarbij behorende stukken en de ontvangstbevestiging van de klacht toe.

Artikel 2.4 De klachtbehandelaar en advisering over de klacht

  • 1.

    Een klacht wordt behandeld door:

    • a.

      een afdelingshoofd namens het college van burgemeester en wethouders indien het een gedraging van een medewerker van zijn afdeling betreft;

    • b.

      de gemeentesecretaris namens het college van burgemeester en wethouders indien het een gedraging van een afdelingshoofd betreft;

    • c.

      de burgemeester namens het college van burgemeester en wethouders indien het een gedraging van de gemeentesecretaris betreft;

    • d.

      de burgemeester namens het college van burgemeester en wethouders indien het een gedraging van de gemeenteraad, een commissie of van (een lid van) het college van burgemeester en wethouders betreft;

    • e.

      de loco-burgemeester indien het een gedraging van de burgemeester betreft.

  • 2.

    Indien de klachtbehandelaar, voor zover deze op grond van het eerste lid, sub a t/m c als zodanig is aangewezen , bij de gedraging, waarop de klacht betrekking heeft, betrokken is geweest, wijzen burgemeester en wethouders een andere klachtenbehandelaar aan.

  • 3.

    De klachtenbehandelaar is bevoegd over de klacht aan het bestuursorgaan te adviseren.

Artikel 2.5 Vereisten voor het in behandeling nemen van een klacht

  • 1.

    Een klacht wordt niet in behandeling genomen indien:

    • a.

      niet is voldaan aan de vereisten in artikel 2.1, tweede lid en derde lid, sub a t/m c en klager de voor de behandeling vereiste gegevens niet binnen veertien dagen heeft verstrekt nadat hij op deze tekortkoming is gewezen;

    • b.

      deze een gedraging betreft die reeds eerder met inachtneming van deze verordening is behandeld;

    • c.

      het belang van de klager of het gewicht van de gedraging kennelijk onvoldoende is;

    • d.

      ten aanzien van de gedraging voor klager een wettelijk geregelde administratiefrechtelijke voorziening openstaat of heeft opengestaan en hij daarvan geen gebruik heeft gemaakt;

    • e.

      ten aanzien van de gedraging anders dan ingevolge een wettelijk geregelde administratiefrechtelijke voorziening door een rechterlijke instantie uitspraak is gedaan;

    • f.

      ten aanzien van een gedraging die nauw samenhangt met het onderwerp van de klacht een procedure aanhangig is bij een rechterlijke instantie, dan wel ingevolge een wettelijk geregelde administratiefrechtelijke voorziening bij een andere instantie.

  • 2.

    De klachtencoördinator bekijkt of de klacht aan de vereisten van lid 1 voldoet. Voldoet de klacht niet aan deze vereisten, dan kan het bestuursorgaan besluiten de klacht niet te behandelen.

  • 3.

    Van het niet in behandeling nemen van de klacht wordt de klager zo spoedig mogelijk doch uiterlijk binnen vier weken na ontvangst van de klacht schriftelijk in kennis gesteld onder vermelding van de redenen daarvan.

  • 4.

    Degene op wiens gedraging de klacht betrekking heeft ontvangt een afschrift van deze schriftelijke inkennisstelling.

Artikel 2.6 Onderzoek en horen

  • 1.

    De klachtenbehandelaar stelt de klager en degene op wiens gedraging de klacht betrekking heeft in de gelegenheid om te worden gehoord.

  • 2.

    Ter voorbereiding van de hoorzitting verricht de klachtenbehandelaar de volgende activiteiten:

    • a.

      het toezenden van een uitnodiging aan de klager en aan degene op wiens gedraging de klacht betrekking heeft;

    • b.

      het samenstellen van een dossier;

    • c.

      het terinzage leggen van het dossier, voorafgaande aan het horen;

    • d.

      het in de gelegenheid stellen van de klager en degene op wiens gedraging de klacht betrekking heeft om aanvullende stukken in te dienen.

  • 3.

    Het horen vindt plaats in gezamenlijke aanwezigheid van de klager en degene op wiens gedraging de klacht betrekking heeft, tenzij een der partijen zich tegen horen in elkaars aanwezigheid verzet.

  • 4.

    Partijen ter hoorzitting kunnen zich tijdens het horen laten bijstaan door een gemachtigde.

  • 5.

    De klachtenbehandelaar stelt een verslag van de hoorzitting op.

  • 6.

    Van deze procedure van hoor en wederhoor kan worden afgezien indien de klacht kennelijk ongegrond is dan wel indien de klager heeft verklaard geen gebruik te willen maken van het recht te worden gehoord.

Artikel 2.7 Uitbrengen van het advies en beslissing bestuursorgaan

  • 1.

    De klachtbehandelaar brengt, onder medezending van het verslag van de hoorzitting, advies uit aan het bestuursorgaan.

  • 2.

    Het bestuursorgaan neemt op basis van het uitgebracht advies binnen zes weken na ontvangst van de klacht een beslissing over de klacht.

  • 3.

    Indien het bestuursorgaan niet akkoord gaat met het advies van de klachtenbehandelaar, motiveert het bestuursorgaan in zijn beslissing waarom het advies niet wordt gevolgd.

  • 4.

    Het bestuursorgaan stelt de klager en degene tegen wie de klacht is gericht schriftelijk en gemotiveerd in kennis van de beslissing op de klacht alsmede van de eventuele conclusies die er aan verbonden zijn. De klachtencoördinator ontvangt hiervan een afschrift.

  • 5.

    Het bestuursorgaan geeft in de beslissing aan dat klager zijn klacht kan voorleggen aan de Nationale Ombudsman.

  • 6.

    Indien de klacht niet binnen een termijn van zes weken kan worden afgedaan, kan de afdoening voor ten hoogste vier weken worden verdaagd. Van de verdaging wordt schriftelijk onder vermelding van de reden mededeling gedaan aan de klager en aan degene op wiens gedraging de klacht betrekking heeft. De klachtencoördinator ontvangt hiervan een afschrift.

Hoofdstuk 3 Rapportage

Artikel 3 Jaarverslag

  • 1.

    Burgemeester en wethouders brengen in maart een verslag uit over het aantal ingediende klachten, de aard van de klachten en de wijze van afdoening van klachten, geuit in het daaraan voorafgaande jaar.

  • 2.

    Het jaarverslag wordt opgesteld door de klachtencoördinator. In dit verslag worden geen privacy-gevoelige gegevens opgenomen.

  • 3.

    Het jaarverslag wordt, zo nodig, voorzien van beleidsmatige aanbevelingen - ter kennisneming - voorgelegd aan de raadscommissie Bestuurlijke Zaken en Financiën en aan de Ondernemingsraad.

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen

Artikel 4.1 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op een door burgemeester en wethouders nader te bepalen tijdstip.

Artikel 4.2 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als “Klachtenregeling gemeente Vught 2001”.

Aldus besloten in de openbare vergadering van 22 februari 2001.

De gemeenteraad voornoemd,

De secretaris,

mr. drs. A.P.M. ter Voert

De voorzitter,

J.de Groot