Organisatie | Leiden |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Leiden houdende regels omtrent de heffing en invordering van afvalstoffen Verordening afvalstoffenheffing 2018 |
Citeertitel | Verordening afvalstoffenheffing 2018 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Verordening afvalstoffenheffing 2017.
artikel 15.33 Wet milieubeheer
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
09-12-2017 | 01-01-2019 | nieuwe regeling | 30-11-2017 | RV 17.0087 |
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt als één perceel aangemerkt:
a. hetgeen in artikel 16 van de Wet waardering onroerende zaken als één onroerende zaak wordt aangemerkt;
c. een gedeelte van een roerende zaak dat blijkens zijn indeling is bestemd om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt;
d. een samenstel van twee of meer roerende zaken of in onderdeel c bedoelde gedeelten daarvan die bij dezelfde belastingplichtige in gebruik zijn en, naar de omstandigheden beoordeeld, bij elkaar behoren.
Artikel 2 Aard van de belasting en belastbaar feit
De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik maken van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief
Indien in de loop van het belastingjaar een verandering plaatsvindt van het derde naar het tweede lid, respectievelijk van het tweede lid naar het eerste lid, respectievelijk van het derde naar het eerste lid, wordt het tarief als bedoeld in het tweede lid of het eerste lid toegepast met ingang van de eerst volgende kalendermaand, tenzij in dezelfde dan wel de eerstvolgende kalendermaand opnieuw sprake is van lid 3 dan wel lid 2.
Artikel 8 Termijnen van betaling
In afwijking van het bepaalde in lid 1 geldt dat, ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dan € 75,00 doch minder dan € 5.000,00 en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, de aanslagen moeten worden betaald in acht gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens één maand later.
Artikel 9 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing.
De 'Verordening afvalstoffenheffing 2017' van 1 december 2016 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 11 tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.