Organisatie | Lelystad |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Lelystad houdende regels omtrent riool Rioolverordening Lelystad 2018 |
Citeertitel | Rioolverordening Lelystad 2018 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Rioolverordening 2013.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2018 | nieuwe regeling | 21-11-2017 | 170011628 |
De raad van de gemeente Lelystad,
op voorstel van het college van de gemeente Lelystad d.d. 17 oktober 2017.
gelet op het bepaalde in artikel 149 van de Gemeentewet en de relevante bepalingen in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de Wet milieubeheer en de Algemene wet bestuursrecht en daaraan verwante regelgeving;
overwegende dat het gewenst is om regels te stellen voor het beheer en onderhoud van het openbare rioleringsstelsel en het realiseren en wijzigen van aansluitingen daarop;
de eigenaar, de vereniging van eigenaren of de zakelijk gerechtigde van het perceel respectievelijk de eigenaren en/of zakelijk gerechtigden of de vereniging van eigenaren van de percelen in het geval van een verzamelrioolleiding ten behoeve waarvan de aansluiting op het openbaar riool wordt gerealiseerd en in stand gehouden;
Artikel 2 Beheer en onderhoud, renovatie en vervanging
Het beheer en onderhoud, de renovatie dan wel de vervanging van de perceelaansluitleiding wordt uitgevoerd door of namens de gemeente en voor rekening van de gemeente, tenzij het aannemelijk is dat de betreffende werkzaamheden moeten worden uitgevoerd als gevolg van een onjuist gebruik van het particuliere riool, in welk geval de kosten voor rekening van de rechthebbende of veroorzaker komen.
De kosten van het beheer en onderhoud, de renovatie dan wel de vervanging van de particuliere afvoerleiding zijn voor rekening van de rechthebbende tenzij onomstotelijk vaststaat dat de noodzaak tot onderhoud is veroorzaakt door inspoeling vanuit het openbaar riool. Het bepaalde in dit lid geldt ook voor verzamelrioolleidingen gelegen in particuliere grond, die aangelegd zijn ten behoeve van de gezamenlijke afvoer van twee of meer woningen.
Bij een verstopping, lekkage of een andere storing in of aan de aansluiting onderzoekt de rechthebbende zelf en voor eigen rekening of het een storing betreft in de particuliere afvoerleiding of in de perceelaansluitleiding. Onder geen enkele voorwaarde mogen werkzaamheden worden uitgevoerd aan de perceelaansluitleiding zonder voorafgaande toestemming van de gemeente.
Als na het onder 1 vermelde onderzoek wordt vermoed dat sprake is van een verstopping of storing als gevolg van inspoeling vanuit het openbaar riool, neemt de rechthebbende contact op met de gemeente voor het verrichten van de noodzakelijke werkzaamheden. De ontstoppingsvoorziening moet vrijgehouden worden totdat deze werkzaamheden verricht zijn. Als de rechthebbende zonder expliciete voorafgaande toestemming van de gemeente, zelf aan een derde opdracht geeft tot het verrichten van werkzaamheden, komen de kosten daarvan voor rekening van die rechthebbende.
Artikel 4 (Sloop)werkzaamheden, verwijdering aansluiting
Als het gebruik van een perceelaansluitleiding definitief wordt beëindigd is de rechthebbende verplicht de gemeente hiervan in kennis te stellen. De rechthebbende dient zodanige voorzieningen aan de particuliere afvoerleiding te treffen dat verzanding van het openbaar riool en de perceelaansluitleiding wordt voorkomen.
Bij de aanvraag van een aansluitvergunning dienen de volgende gegevens door de rechthebbende te worden verstrekt:
voor zover het lozing van afvalwater van een inrichting betreft, de aard en de hoeveelheid van de af te voeren vloeistoffen, waarbij dient te worden aangegeven of niet verontreinigd water, zoals regen- of koelwater, en/of verontreinigd water, zoals huishoudelijk of industrieel afvalwater, zal worden afgevoerd;
Artikel 9 Intrekken of wijzigen aansluitvergunning
De aansluitvergunning wordt ingetrokken of gewijzigd indien:
Inzameling en transport van afvalwater is een taak van de gemeente. Voor het uitvoeren van deze taak heeft de gemeente rioolstelsels aangelegd en zorgt de gemeente voor het beheer van deze stelsels.
De Rioolverordening Lelystad 2018 regelt de verhouding tussen rechthebbenden en de gemeente inzake de aansluiting op het gemeentelijk rioolstelsel. Een rechthebbenden is:
de eigenaar, de vereniging van eigenaren of de zakelijk gerechtigde van het perceel respectievelijk de eigenaren en/of zakelijk gerechtigden of de vereniging van eigenaren van de percelen in het geval van een verzamelrioolleiding ten behoeve waarvan de aansluiting op het openbaar riool wordt gerealiseerd en in stand gehouden;
In deze verordening zijn voorwaarden opgenomen over realisatie, beheer en onderhoud, renovatie en vervanging van de aansluiting en beëindiging van het gebruik van de aansluiting.
Het gemeentelijk rioolstelsel wordt op een drietal plaatsen begrensd:
Deze verordening heeft alleen betrekking op de begrenzing van het eerstgenoemde punt. Deze begrenzing, de plaats waar het particulier riool is aangesloten op de perceelaansluitleiding, ter hoogte van het onstoppingsstuk wordt het aansluitpunt genoemd. Het aansluitpunt wordt in de verordening gesitueerd op de kadastrale eigendomsgrens van het aan te sluiten perceel of niet meer dan een halve meter daar vandaan.
De aansluiting bestaat dus vanaf het hoofdriool achtereenvolgens uit de perceelaansluitleiding, het aansluitpunt, het ontstoppingsstuk en de particuliere afvoerleiding. Het ontstoppingsstuk wordt in de praktijk ook wel erfafscheidingsput genoemd en is de plaats waar, bij verstoppingen, de rechthebbende de werking van de (particuliere) riolering kan controleren en, indien nodig, reinigen. Het ontstoppingsstuk valt onder de verantwoordelijkheid van de rechthebbende.
In de bijlage ‘Aansluiting van een perceel op de riolering’ is schematisch weergegeven uit welke onderdelen de aansluiting bestaat.
In de verordening is het beheer en onderhoud van de aansluiting geregeld. De gemeente en de eigenaar zijn elk verantwoordelijk voor het beheer en onderhoud van een deel van de aansluiting. Het deel van de aansluiting vanaf het aansluitpunt naar het hoofdriool van het gemeentelijk rioolstelsel (de perceelaansluitleiding), wordt beheerd door de gemeente. Dit deel van de aansluiting ligt over het algemeen onder de openbare weg. Het deel van de aansluiting vanaf het aansluitpunt tot het pand van de rechthebbende wordt beheerd door de rechthebbende. Dit deel van de aansluiting ligt altijd in het perceel van de rechthebbende.
Als er nu bijvoorbeeld een verstopping is ontstaan in het particuliere deel van de aansluiting, dan moet de rechthebbende zelf en voor eigen rekening zorgdragen voor het verhelpen van het probleem. Dit kan bijvoorbeeld door het inschakelen van een installateur. Is er een verstopping ontstaan in de perceelaansluitleiding, bijvoorbeeld door ingroeiende boomwortels of door verzakking, dan draagt de gemeente zorg voor de reparatie. De kosten van onderhoud, renovatie en vervanging van de perceelaansluitleiding zijn voor de gemeente. Hierop is echter wel een uitzondering gemaakt. Als het aannemelijk is dat de betreffende onderhouds- of herstelwerkzaamheden moeten worden uitgevoerd als gevolg van een onjuist gebruik van het particuliere riool, dan zijn de kosten voor rekening van de rechthebbende of de veroorzaker van de schade.
In deze verordening worden tevens voorwaarden gesteld aan de wijze waarop de aansluiting op het gemeenteriool wordt verkregen.
Daarnaast is in deze verordening bepaald dat voor een nieuwe aansluiting op het riool of een wijziging van de bestaande aansluiting, een aansluitvergunning is vereist. Aan het verlenen van de aansluitvergunning worden vervolgens voorwaarden gesteld. Deze voorwaarden betreffen allereerst de technische eisen waaraan de aansluiting moet voldoen. De technische eisen betreffen het leidingverloop en de dimensionering, de hoogteligging van de aansluiting en het materiaal ter plaatse van het aansluitpunt. In de gemeente Lelystad is een aparte aansluiting voor een hemelwaterriool en een aparte aansluiting voor een vuilwaterriool vereist. Hierbij dient rekening te worden gehouden met de in het vigerend Bouwbesluit en de vigerende Bouwverordening genoemde bouwtechnische eisen.
De verlening van de aansluitvergunning kan door het college worden geweigerd indien aansluiting van het particulier riool op het openbaar riool of wijziging van die aansluiting vanwege technische, juridische of milieuhygiënische redenen bezwaarlijk is. In de verordening is geen uitputtende regeling opgenomen met betrekking tot weigeringsgronden voor het verlenen van de aansluitvergunning. Wel zijn situaties opgenomen die in ieder geval bezwaarlijk zijn voor het verlenen van een aansluitvergunning.
Indien de aansluitvergunning is verleend wordt de particuliere afvoerleiding aangelegd in opdracht en op kosten van de rechthebbende. Voor de uitvoering van de aanleg kan de rechthebbende kiezen uit een beperkte lijst van aannemers die hiervoor door het college zijn aangewezen.
2. Artikelsgewijze toelichting
De verordening is opgebouwd uit 14 artikelen:
In dit artikel worden de begripsbepalingen gegeven, zoals deze gelden voor de verordening. De begrippenlijst is nogal uitgebreid om te voorkomen dat discussie kan ontstaan over de betekenis van bepaalde begrippen.
Artikel 2 Beheer en onderhoud, renovatie en vervanging
Dit artikel geeft regels over het beheer en onderhoud, de renovatie en vervanging van de perceelaansluitleiding en de particuliere afvoerleiding.
In lid 1 is bepaald dat het beheer en onderhoud, de renovatie en vervanging van de perceelaansluitleiding door en voor rekening van de gemeente wordt uitgevoerd tot het aansluitpunt, tenzij het aannemelijk is dat de betreffende onderhouds- of herstelwerkzaamheden moeten worden uitgevoerd ten gevolge van een onjuist gebruik van het particulier riool. In dat geval komen de kosten voor rekening van de rechthebbende of de veroorzaker.
In lid 3 is bepaald dat de rechthebbende verantwoordelijk is voor het beheer en onderhoud van de particuliere afvoerleiding, tenzij onomstotelijk vaststaat dat de noodzaak tot onderhoud is veroorzaakt door inspoeling vanuit het openbaar riool.
Dit artikel geeft aan hoe de rechthebbende dient te handelen in geval van storingen.
In lid 1 wordt aangegeven dat, indien de afvoer vanuit het perceel stagneert, de rechthebbende op zijn kosten zelf onderzoek uitvoert naar de reden daarvan. Het is de rechthebbende echter niet toegestaan om werkzaamheden uit te voeren aan de perceelaansluitleiding en de daarbij behorende voorzieningen, tenzij de gemeente daarvoor vooraf toestemming heeft verleend.
In lid 2 wordt aangegeven dat, als de verstoringen worden veroorzaakt c.q. gelegen zijn in de perceelaansluitleiding, de rechthebbende de gemeente daarover informeert. Ook wordt in dit lid bepaalt aan welke voorwaarden de rechthebbende in dat geval moet voldoen.
Indien de rechthebbende of de gebruiker zelf aan een derde opdracht geeft tot het verrichten van werkzaamheden aan de perceelaansluitleiding, dan komen de kosten daarvan voor rekening van de rechthebbende of gebruiker.
In lid 3 wordt ten slotte bepaald dat, als de oorzaak van de verstopping gelegen is in de particuliere afvoerleiding, de rechthebbende dit zelf en voor eigen rekening dient te verhelpen.
Artikel 4 (Sloop)werkzaamheden, verwijdering aansluiting
In dit artikel wordt aangegeven hoe te handelen bij sloopwerkzaamheden en/of het verwijderen van de aansluiting.
In lid 1 wordt bepaald dat de rechthebbende bij (sloop)werkzaamheden zodanige voorzieningen moet treffen dat voorkomen wordt dat verstoppingen in de aansluiting of het openbaar riool ontstaan.
In lid 2 wordt bepaald dat, als de rechthebbende of de gebruiker niet voldoet aan de in lid 1 genoemde plicht de gemeente zich het recht voorbehoudt de aansluiting op het openbaar riool af te sluiten. De kosten van die werkzaamheden komen dan voor rekening van de rechthebbende
Lid 3 bepaalt dat de rechthebbende de gemeente vooraf in kennis dient te stellen van een voorgenomen definitief einde van het gebruik van de perceelaansluitleiding. Daarbij dient de rechthebbende dezelfde maatregelen te treffen als gemeld in lid 1 van dit artikel.
Artikel 5 Nieuwe aansluiting, wijziging bestaande aansluiting
In lid 1 wordt bepaald dat aansluiting van een particulier riool op het openbaar riool of wijziging van een dergelijke aansluiting verboden is zonder aansluitvergunning.
In lid 2 wordt aangegeven dat de aansluiting alleen tot stand mag worden gebracht en/of gewijzigd door een aannemer die daarvoor door het college is aangewezen.
In lid 3 wordt aangegeven dat de kosten voor aanleg en/of wijziging van de aansluiting voor rekening van de rechthebbende zijn.
Lid 1 bepaalt dat het college een aansluitvergunning verleent voor het tot stand brengen, wijzigen en in stand houden van een aansluiting op het openbaar riool.
In lid 2 wordt bepaald dat er per perceel slechts één aansluitvergunning verleend wordt. Alle aansluitingen van het betreffende perceel zijn daarin opgenomen en afzonderlijk vermeld.
Lid 3 bepaalt dat in de aansluitvergunning voorschriften worden opgenomen met betrekking tot het totstandbrengen, het wijzigen, het onderhoud, de renovatie en de vervanging van de aansluiting, alsmede sloopwerkzaamheden op het perceel van de rechthebbende.
Lid 1 bepaalt dat de aansluitvergunning moet worden aangevraagd door of namens de rechthebbende. Deze aanvraag dient te worden gedaan met een daartoe bestemd formulier.
In lid 2 is bepaald waaraan de aanvraag moet voldoen.
Artikel 8 Weigering aansluitvergunning
In dit artikel is vastgelegd op welke gronden de aansluitvergunning geweigerd kan worden.
In lid 1 is bepaald dat een aansluitvergunning kan worden geweigerd indien aansluiting van de particuliere afvoerleiding op het openbaar riool of wijziging van die aansluiting vanwege technische, juridische of milieuhygiënische redenen bezwaarlijk is.
In lid 2 worden situaties genoemd waarin een aansluiting van de particuliere afvoerleiding op het openbaar riool of wijziging van die aansluiting in ieder geval bezwaarlijk is. De genoemde weigeringsgronden zijn niet uitputtend.
Artikel 9 Intrekken of wijzigen aansluitvergunning
Dit artikel bepaalt wanneer het college de aansluitvergunning kan intrekken of wijzigen.
Artikel 10 Legeskosten aansluitvergunning
Gemeenten zijn op grond van artikel 229 van de Gemeentewet bevoegd om voor het verlenen van diensten aan burgers en bedrijven kosten in de vorm van leges bij de aanvrager van deze diensten in rekening te brengen.
Lid 1 bepaalt dat een aanvrager leges dient te betalen voor het behandelen van de aanvraag voor een aansluitvergunning.
Lid 2 regelt dat een aansluitvergunning pas wordt verleend nadat de verschuldigde leges aan de gemeente zijn betaald.
Artikel 11 Ontheffing, hardheidsclausule
In dit artikel krijgt het college de mogelijkheid om af te wijken van de verordening.
In lid 1 krijgt het college de bevoegdheid om in individuele gevallen één of meerdere verplichtingen van de verordening buiten toepassing te laten.
In lid 2 krijgt het college de bevoegdheid om van een artikel van de verordening af te wijken in situaties waarbij strikte toepassing van de verordening leidt tot onbillijke situaties die niet passen in de geest van de verordening. Bij hoge uitzondering kan deze hardheidsclausule worden gebruikt. De toepassing van de hardheidsclausule is beperkt tot individuele gevallen waarbij vooraf niet (precies) te voorzien is of afwijking nodig zal zijn. Het college toetst niet ambtshalve aan de hardheidsclausule. Indien een belanghebbende wil dat het college onderzoekt of hiervan gebruik kan worden gemaakt, zal hij hierop een beroep moeten doen.
Indien het college gebruik maakt van de hardheidsclausule wordt dit schriftelijk, gemotiveerd, in het dossier opgenomen.
Dit artikel spreekt voor zich.