Organisatie | Steenbergen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Protocol Huisbezoek Brabantse Wal |
Citeertitel | Protocol Huisbezoek Brabantse Wal |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlagen | toestemming HB - (redelijke) grond art 17 lid 2 - 53a lid 6 PW_S_BBM1700666_1.pdf toestemming HB - zorg- dienstverlening_S_BBM1700664_1.pdf toestemming HB - aanbod huisbezoek art 53a lid 2 PW_S_BBM1700665_1.pdf |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
23-05-2017 | Nadere regels | 23-05-2017 | BBM1700663 |
1. INWERKINGTREDING 'WET HUISBEZOEKEN'
Vanaf 1 januari 2013 is de "wet houdende een regeling in de sociale zekerheid van de rechtsgevolgen van het niet aantonen van de leefsituatie na het aanbod van een huisbezoek" in werking getreden. In dit protocol zal deze wet genoemd worden: "Wet Huisbezoeken". Hierdoor is het van (juridisch) belang huisbezoeken naar hun reden in drie soorten te
2.1 HUISBEZOEK IN KADER VAN DIENSTVERLENING
Er zijn huisbezoeken in het kader van de dienstverlening. Hierbij kan gedacht worden aan huisbezoeken bij de burger die door fysieke- of gezondheidsproblemen niet de mogelijkheid heeft om de gemeente te bezoeken. In dergelijke gevallen zal het huisbezoek niet het doel hebben om een leefsituatie te verifiëren of op fraude te controleren. De Algemene wet op het binnentreden (AWBI) is wel van toepassing, waardoor legitimatie en toestemming voorafgaand aan het betreden van de woning een vereiste is. Het huisbezoek in het kader van dienstverlening zal niet nader toegelicht worden in dit protocol.
2.2 HUISBEZOEK BIJ VERMOEDEN VAN FRAUDE
Indien er een redelijk vermoeden van fraude is ontstaan geeft art. 53a lid 6 van de Participatiewet (hierna P-wet te noemen) de mogelijkheid om de door de belanghebbende verstrekte inlichtingen te controleren d.m.v. een huisbezoek.
De belanghebbende heeft volgens art. 17 lid 2 van de P-wet een "meewerkplicht". Het niet meewerken aan een huisbezoek bij een redelijk vermoeden van fraude leidt tot het afwijzen van een aanvraag of het beëindigen van het recht op bijstand.
2.3 HUISBEZOEK TER VERIFICATIE VAN DE RECHTMATIGHEID UITKERING
De "Wet Huisbezoeken" richt zich specifiek op het huisbezoek ter verificatie van door de belanghebbende verstrekte inlichtingen, waarbij geen vermoeden van fraude aanwezig is. De "Wet Huisbezoeken" geeft gemeenten in dat geval meer mogelijkheden doordat er gevolgen zijn voor de uitkering als door weigering van huisbezoek de leefsituatie van belanghebbende en daarmee de rechtmatigheid van de verstrekking van een uitkering of de hoogte daarvan niet vast te stellen is. Artikel 53a lid 2 van de P-wet geeft het college de bevoegdheid om de belanghebbende te verzoeken om aan te tonen dat:
Het college kan daarbij aanbieden dit te doen d.m.v. een huisbezoek.
Het gaat hier om wetten uit het sociale domein, waarbij de woonsituatie, de leefvorm (hierna gezamenlijk leefsituatie te noemen) en het aantal kostendelers relevant is voor het recht op uitkering of voor de hoogte van een uitkering. Denk o.a. aan de Participatiewet (via gemeenten), AOW en Anw (via SVB) en Toeslagenwet (via UWV). Het afleggen van een huisbezoek wordt aangemerkt als een ingrijpende inbreuk op de privacy van de belanghebbende. In verdragen en verschillende wetten zijn daarom diverse bepalingen opgenomen ter bescherming van die privacy van de belanghebbende.
Dit betreft onder andere: het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens, de Grondwet, en de Algemene wet op het Binnentreden, de Algemene wet bestuursrecht en Jurisprudentie over het middel "huisbezoek". Uit vaste jurisprudentie van de CRvB blijkt dat een huisbezoek ter vaststelling of er recht op uitkering bestaat een inbreuk vormt op de persoonlijke levenssfeer als bedoeld in artikel 8 EVRM en artikel 10 lid 1 van de Grondwet. Indien de bijzondere omstandigheden van het geval dit noodzakelijk maken, kan deze inbreuk echter gerechtvaardigd zijn. Voorwaarde is onder meer wel dat er een legitiem doel (EVRM) gediend wordt met het huisbezoek en dat het voor de vaststelling van het recht op uitkering/toeslag noodzakelijk is.
Artikel 53a lid 6 van de P-wet bepaalt dat het college bevoegd is om onderzoek in te stellen naar de door de belanghebbende overgelegde gegevens en/of inlichtingen. Op grond van artikel 17, lid 2, van de P-wet is de belanghebbende de verplichting opgelegd desgevraagd de medewerking te verlenen die redelijkerwijze nodig is voor de uitvoering van de P-wet. De beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit spelen een belangrijke rol in de bescherming van de privacy van de burger. Volledigheidshalve wordt vermeld dat de belanghebbende zelf bepaalt of deze medewerking verleent aan het huisbezoek en dus toestemming geeft om zijn woning binnen te treden. De belanghebbende blijft het recht behouden om toegang tot zijn woning te weigeren. De weigering kan wel nadelige consequenties hebben voor de belanghebbende.
De Algemene Wet op het Binnentreden schrijft voor dat voldaan moet worden aan de legitimatieplicht en dat het binnentreden van een woning toegestaan is in aanwezigheid en met toestemming van de bewoner op basis van volledige informatie.
3.1 HET SUBSIDIARITEITS BEGINSEL
Als het beoogde doel door inzet van een ander middel dat minder ingrijpend is, gerealiseerd kan worden dient voor dat middel gekozen te worden. De gemeente verifieert altijd eerst de verstrekte inlichtingen aan de hand van de voor haar beschikbare authentieke bronbestanden. Zoals gezegd heeft belanghebbende het recht het huisbezoek te weigeren.
Indien er geen sprake is van een vermoeden van fraude heeft de belanghebbende ook het recht om het verifiëren van de verstrekte inlichtingen door middel van een minder ingrijpend middel te laten plaatsvinden. Belanghebbende dient dan zijn leefsituatie op een andere wijze dan door huisbezoek aan te tonen.
3.2 HET PROPORTIONALITEITS BEGINSEL
Voor al het overheidshandelen geldt dat het evenredig moet zijn in relatie tot de gestelde doelen.
Het ingezette middel en met name de wijze waarop moet in verhouding staan tot het beoogde doel (het verkrijgen van volledige en de juiste informatie om het recht op bijstand vast te stellen).
Informed consent wil zeggen dat de toestemming tot binnentreden van belanghebbende berust op volledige en juiste informatie over reden en doel van het huisbezoek en de gevolgen in geval van weigering Onder volledige informatie wordt verstaan:
Over de vraag of de belanghebbende al dan niet toestemming verleent mag geen twijfel bestaan.
De bewijslast van de toestemming tot het binnentreden van de woning nadat de belanghebbende volledig is geïnformeerd, ligt bij de gemeente. Om deze reden is het noodzakelijk om belanghebbende een schriftelijke "informed consent" te laten ondertekenen.
3.4 HET AANBOD VAN EEN HUISBEZOEK TER VERIFICATIE
Het verifiëren van de leefsituatie kan onder meer via een huisbezoek. Door het huisbezoek is het mogelijk voor gemeenten om de woonsituatie en het aantal kostendelers "achter de voordeur" vast te stellen.
De "Wet Huisbezoeken" heeft betrekking op de volgende situaties:Wat betreft de leefvorm gaat het er om dat de gemeente de belanghebbende kan verzoeken zijn leefvorm aan te tonen en hem kan aanbieden in dat kader een huisbezoek af te leggen. Onder aantonen van de leefvorm wordt verstaan: aantonen dat deze alleenstaand is (de woning wordt niet gedeeld met andere meerderjarige personen) of dat de kostendelersnorm van artikel 22a van de P-wet niet op hem van toepassing is (de woning wordt wel gedeeld met andere meerderjarige personen, maar er is bijvoorbeeld sprake van een zakelijke relatie) dan wel dat er niet meer dan het opgegeven aantal meerderjarige personen hoofdverblijf heeft in dezelfde woning.
Wat betreft de woonsituatie gaat het er om dat de gemeente de belanghebbende kan verzoeken aan te tonen waar hij woont en hem kan aanbieden in dat kader een huisbezoek af te leggen. Wanneer de gemeente na administratieve verificatie vaststelt dat de verstrekte gegevens kloppen, maar onvoldoende duidelijkheid geven over de leefsituatie kan zij het aanbod doen om de leefsituatie aan te tonen d.m.v. een huisbezoek. Dit aanbod gebeurt voorafgaand aan het verzoek tot daadwerkelijke binnentreding van de woning. Het aanbod om de leefsituatie aan te tonen d.m.v. een huisbezoek wordt in het algemeen gedaan bij de voordeur, maar kan ook gedaan worden ten kantore van de gemeente. In beide situaties moet de gemeente de belanghebbende meedelen dat deze het recht heeft om de verstrekte inlichtingen door de gemeente te laten verifiëren met behulp van een minder ingrijpend middel dan het huisbezoek. Tevens deelt de gemeente mee wat hierboven bij informed consent al is beschreven. De bewijsplicht dat dit zorgvuldig is gebeurd ligt bij de gemeente.
3.5 AFZIEN VAN HUISBEZOEK I.V.M. DRINGENDE REDENEN C.Q. BELANGENAFWEGING.
Het kan zich voordoen dat de belanghebbende te kennen geeft een zeer dringende reden te hebben voor de weigering van het huisbezoek of voor de weigering tijdens het huisbezoek om bepaalde zaken te laten zien. Er kan sprake zijn van zeer dringende redenen om de onmiddellijke uitvoering van een huisbezoek te weigeren. Hiervan zal, gezien de gebruikte beoordelingsnorm" zeer dringende redenen" slechts zeer zelden sprake van kunnen zijn. Als voorbeeld zou kunnen gelden een afspraak van belanghebbende bij de dokter/met het ziekenhuis. Indien belanghebbende zich hierop beroept is het aan te bevelen om deze afspraak in diens bijzijn direct telefonisch te checken of de belanghebbende dit te laten tonen d.m.v. een afsprakenlijst.
Natuurlijk kan de bewoner zijn eenmaal gegeven toestemming op elk moment intrekken. Vanaf dat moment bevindt men zich zonder toestemming van de bewoner in de woning en zal men de woning dienen te verlaten. Wordt dit niet gedaan dan vertoeft men wederrechtelijk in de woning en pleegt men een ambtsmisdrijf (ambtelijke huisvredebreuk) in de zin van artikel 370 Wetboek van Strafrecht. Om schending aan besluitvorming ten grondslag te kunnen leggen moet de gemeente aannemelijk maken, dat betrokkene zijn eenmaal gegeven toestemming heeft ingetrokken. De belanghebbende dient duidelijk te zijn gemaakt dat weigering om medewerking te verlenen aan voortzetting van het huisbezoek gevolgen heeft voor het recht op bijstand, dan wel op de hoogte van de bijstand.
Als een uitkeringsgerechtigde of de aanvrager van een uitkering niet meewerkt aan een huisbezoek heeft dit gevolgen voor de uitkering of toeslag.
De "Wet Huisbezoeken" regelt de rechtsgevolgen van het weigeren van een huisbezoek ter verificatie.
Wanneer iemand een huisbezoek ter verificatie van de verstrekte inlichtingen weigert en niet op andere wijze aantoont dat
hij feitelijk woont op het opgegeven adres of wat zijn leefvorm is:
Eerder is vermeld dat de rechtsgevolgen van het weigeren mee te werken aan een huisbezoek na een vermoeden van fraude (ter controle) het afwijzen van een bijstandsaanvraag dan wel het beëindigen/intrekken van de bijstand tot gevolg kan hebben.
4. ALGEMENE RICHTLIJNEN HUISBEZOEK
Bij het afleggen van huisbezoeken kunnen de volgende richtlijnen worden gehanteerd:
Het huisbezoek wordt door 2 personen afgelegd. Dit om redenen van veiligheid, om te komen tot een beter oordeel en om een sterkere bewijsvorming te verkrijgen. Het huisbezoek in het kader van dienstverlening kan ook door 1 persoon worden afgelegd in plaats van door 2 personen, tenzij dit vanwege de redenen die genoemd zijn in de vorige zin niet wenselijk is.
Uit privacy overwegingen wordt het gesprek over de leefsituatie niet bij de voordeur van de woning gevoerd maar in de woning van de belanghebbende of een andere daartoe geschikte ruimte naar keuze van de belanghebbende. Let wel: Voordat men de woning naar binnen gaat, dient aan de eerder vermelde voorwaarden zijn voldaan.
Tijdens het vervolggesprek ten kantore van de gemeente wordt de belanghebbende gelegenheid gegeven om de onderzoeksgegevens in te zien. Het is aan te bevelen om de belanghebbende gelegenheid te geven tot het lezen van het verslag van het huisbezoek en in staat te stellen correcties/aanvullingen aan te brengen.
Indien de belanghebbende een kamer van een woning bewoont en de hoofdbewoner/verhuurder bezwaar heeft m.b.t. het betreden van de woning, dan wordt afgezien van het binnentreden van de woning. Als ten gevolge van deze weigering de rechtmatigheid van de uitkering niet kan worden vastgesteld zal dit consequenties hebben voor de uitkering van de belanghebbende. Een door de belanghebbende gehuurde kamer mag alleen betreden worden in aanwezigheid- en met toestemming van de belanghebbende.
De gezondheid en de veiligheid van de uitvoerders van het huisbezoek is een belangrijke voorwaarde bij het afleggen van een huisbezoek. Waar dat mogelijk is, moet voorkomen worden dat er een onveilige situatie ontstaat voor de uitvoerder van het huisbezoek en voor de belanghebbende.
Belangrijke aanbevelingen zijn:
Van ieder huisbezoek dient een schriftelijk verslag opgemaakt te worden. Het verslag bevat in ieder geval de volgende gegevens: