Organisatie | Emmen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Nadere regels persoonlijke ondersteuning Participatiewet gemeente Emmen |
Citeertitel | Nadere regels persoonlijke ondersteuning Participatiewet gemeente Emmen |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
07-11-2017 | Het stellen van nadere regels met betrekking tot persoonlijke ondersteuning, zoals bedoeld in artikel 24 van de Re-integratieverordening gemeente Emmen 2015 | 31-10-2017 Geen. | BW17.0896 |
Nadere regels persoonlijke ondersteuning Participatiewet gemeente Emmen.
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Emmen,
Gelet op artikel 3 lid 3 van de Algemene subsidieverordening Emmen 2013.
Overwegende dat het noodzakelijk is nadere regels vast te stellen ten aanzien van de wijze waarop persoonlijke ondersteuning kan worden aangeboden en ingezet;
Vast te stellen de volgende Nadere regels persoonlijke ondersteuning Participatiewet gemeente Emmen.
Hoofdstuk 1 ALGEMENE BEPALINGEN
Aan de volgende criteria moet zijn voldaan:
Er is sprake van een noodzakelijke situatie. Dit betekent dat zonder jobcoaching de werknemer niet in staat is de werkzaamheden uit te voeren op een wijze zoals is overeengekomen of is vastgesteld tijdens de loonwaardebepaling. Het college kan voor de vaststelling daarvan deskundigenadvies inwinnen.
Hoofdstuk 4 INTERNE JOBCOACHING
De vergoeding die wordt verstrekt voor interne jobcoaching wordt aangemerkt als een subsidie als bedoeld in artikel 4:21 lid 1 van de Algemene wet bestuursrecht.
Artikel 11 Subsidievoorwaarden
Het college verstrekt, met inachtneming van artikel 8, een maximale subsidie voor interne jobcoaching op grond van onderstaand schema: |
Het college stelt de definitieve subsidie vast voor de interne jobcoaching op basis van de feitelijke duur van het dienstverband of de proefplaatsing en/of feitelijk gewerkte uren van de te begeleiden persoon en aan de hand van een door de werkgever gegeven financiële en inhoudelijke verantwoording.
Hoofdstuk 5 OVERIGE BEPALINGEN
Dit besluit kan worden aangehaald als “Nadere regels persoonlijke ondersteuning Participatiewet gemeente Emmen”.
Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag na de dag van bekendmaking.
Aldus besloten in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Emmen, gehouden op 31 oktober 2017
In de re-integratieverordening Participatiewet gemeente Emmen 2015 is in artikel 24 de voorziening persoonlijke ondersteuning opgenomen. Een ander woord voor persoonlijke ondersteuning is jobcoaching. De voorziening persoonlijke ondersteuning is één van de re-integratievoorzieningen die een gemeente kan inzetten om een persoon te ondersteunen bij de arbeidsinschakeling. In dit document worden op grond van artikel 24 lid 2 nadere regels gesteld voor de verstrekking van deze voorziening door het college.
Het college ziet jobcoaching als een belangrijk instrument om mensen aan het werk te helpen. Dit geldt in het bijzonder voor mensen met een arbeidsbeperking. In het sociaal akkoord in 2013 is afgesproken door het rijk, werkgevers en werknemers dat in de komende periode 125.000 (nieuwe) banen zullen worden gerealiseerd voor juist mensen met een arbeidsbeperking.
Sommige personen hebben persoonlijke ondersteuning nodig om betaald werk te kunnen verrichten op de reguliere arbeidsmarkt. Daarnaast hebben sommige personen extra begeleiding nodig om goed te kunnen functioneren op de werkvloer. Als een persoon behorende tot de doelgroep zonder persoonlijke ondersteuning de functie waarvoor de betreffende persoon is aangesteld of gaat uitoefenen niet kan uitvoeren, kan het college besluiten om ten behoeve van deze persoon de werkgever persoonlijke ondersteuning toe te kennen. Het doel van deze ondersteuning is te bereiken dat de betreffende persoon na maximaal twee jaren de functie geheel zelfstandig kan uitoefenen. Op welke wijze de persoonlijke ondersteuning vorm gegeven wordt dient per individu bekeken te worden. Hierbij kan gedacht worden aan bijvoorbeeld extra hulp bij het inwerken voor de functie waarvoor een persoon is aangesteld of het begeleiden van personen op de werkvloer (door middel van het periodiek voeren van gesprekken over knelpunten).
De inzet van persoonlijke ondersteuning vergroot de kans op een duurzaam dienstverband.
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.
Personen behorende tot de doelgroep loonkostensubsidie als bedoeld in artikel 6 lid 1 onder e van de Participatiewet zijn niet in staat tot het verdienen van het wettelijk minimumloon. Naast het inzetten van loonkostensubsidie vergroot het aanbieden van persoonlijke ondersteuning de kans dat de betreffende persoon zijn functie naar behoren kan uitvoeren en daarmee de kans op een duurzaam dienstverband aanzienlijk. Voor een werkgever wordt het bij dergelijke omstandigheden ook aantrekkelijker om een persoon behorende tot de doelgroep loonkostensubsidie een baan aan te bieden.
Niet alleen personen behorende tot de doelgroep loonkostensubsidie kunnen baat hebben bij persoonlijke ondersteuning. Dit geldt voor de brede doelgroep. Als een persoon bijvoorbeeld langdurig ziek is geweest en met tijdelijke persoonlijke ondersteuning weer op redelijk korte termijn went aan het arbeidsritme, het inwerkproces verkort, of door een persoonlijk trainingsprogramma het werk leert, is zowel de betreffende persoon als de werkgever hierbij gebaat.
Bij de beoordeling of het college het noodzakelijk acht of een werkgever ten behoeve van een persoon behorende tot de doelgroep voor persoonlijke ondersteuning in aanmerking komt dienen diverse factoren te worden meegewogen. Per individu dient hiertoe een oordeel te worden geveld.
Er is sprake van een noodzakelijke situatie als de betreffende persoon zonder persoonlijke ondersteuning niet in staat is om de vereiste werkzaamheden te kunnen verrichten. In beginsel wordt de noodzakelijkheid van de persoonlijke ondersteuning van de betreffende persoon in samenspraak beoordeeld door de werkgever en het college. Het college kan bijvoorbeeld bij onduidelijkheid of onenigheid tussen het college en de betreffende werkgever voor de beoordeling of persoonlijke ondersteuning noodzakelijk is deskundigenadvies inwinnen. De bepalingen over het deskundigenadvies van de Algemene wet bestuursrecht (afdeling 3.3 - Advisering) zijn hierbij van overeenkomstige toepassing.
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.
Met interne jobcoaching wordt persoonlijke ondersteuning bedoeld die georganiseerd wordt door de werkgever. De werkgever heeft de mogelijkheid om intern iemand aan te stellen en tijd beschikbaar te stellen om de betreffende werknemer te begeleiden, of iemand van extern aan te stellen deze begeleiding van de betreffende werknemer op zich te nemen.
Met externe jobcoaching wordt persoonlijke ondersteuning bedoeld die wordt georganiseerd vanuit het college.
Aangezien het van belang is dat de betreffende persoon groeit in zijn ontwikkeling is het van belang dat deze persoon kwalitatief goede ondersteuning krijgt. In dit artikel zijn om deze reden kwaliteitseisen gesteld aan de jobcoach, om de kwaliteit van de persoonlijke ondersteuning te borgen.
Het uitgangspunt is dat persoonlijke ondersteuning van tijdelijke aard is. Het doel is dat de persoon na afloop van de persoonlijke ondersteuning zelfstandig kan functioneren. Mocht na afloop van jobcoaching meer structurele begeleiding nodig zijn dan is het aan de werkgever om hierin te voorzien.
Lid 3 geeft aan dat voor personen genoemd in artikel 2 lid 2 van deze nadere regels geldt dat het college enkel het lichte regime toepast. Een werknemer die niet tot de doelgroep als bedoeld in artikel 6 lid 1 onder e van de Participatiewet behoort is in staat het wettelijk minimumloon per uur te verdienen. Ondanks dat de werknemer wel in staat is het wettelijk minimumloon per uur te verdienen, kan de situatie zich voordoen dat de werknemer wegens omstandigheden begeleiding nodig heeft om zelfstandig de functie uit te kunnen oefenen. Om die reden is er voor gekozen het lichte regime aan persoonlijke ondersteuning ook voor deze doelgroep open te stellen. Als een werknemer bijvoorbeeld lange tijd werkloos is geweest, kan het voor deze werknemer aan het begin van het dienstverband ‘wennen’ zijn weer aan het werk te zijn.
De persoonlijke ondersteuning die voor deze werknemer noodzakelijk is kan bijvoorbeeld extra hulp bij het inwerken zijn, of het periodiek voeren van gesprekken met de werknemer. Per individu dient beoordeeld te worden op welke wijze de persoonlijke ondersteuning vorm gegeven dient te worden.
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.
Wanneer een werkgever interne jobcoaching wordt toegekend ontvangt de werkgever een financiële bijdrage. Deze financiële bijdrage wordt aangemerkt als subsidie. Dit heeft tot gevolg dat de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht over subsidie (titel 4.2) van toepassing zijn.
In lid 1 worden de maximaal te ontvangen subsidiebedragen genoemd per jaar. Lid 1 verwijst naar artikel 8, omdat een relatie bestaat tussen het bedrag dat wordt gesubsidieerd en het aantal uren jobcoaching wat daarmee dient te worden verricht.
Bijvoorbeeld: als een werknemer een loonwaarde heeft van 60% is sprake van het lichte regime (artikel 8 lid 2 onder a). De tabel in artikel 11 lid 1 geeft aan dat voor het lichte regime de maximale subsidie het eerste jaar € 2.700,- bedraagt. Bij het bepalen van het uurbedrag van persoonlijke ondersteuning is aangehaakt bij de bedragen die het UWV hanteert. In dit voorbeeld betekent dit dat maximaal 36 uren jobcoaching kan worden verstrekt. Deze werkwijze zorgt ervoor dat gelijkheid wordt bereikt in de wijze waarop jobcoaching plaatsvindt.
Als een werknemer het eerste jaar tot het lichte regime behoort en na één jaar bij het opnieuw toekennen van persoonlijke ondersteuning tot het midden regime is gaan behoren, betekent dit dat de werkgever ten behoeve van de werknemer voor het tweede jaar eveneens €2.700,- toegekend krijgt, volgend uit de tabel in lid 1.
Aan de subsidieverstrekking zijn in artikel 11 lid 3 voorwaarden gesteld aan de persoonlijke ondersteuning georganiseerd vanuit de werkgever. Bij een met succes afgeronde training/opleiding voor het begeleiden van werknemers met een structureel functionele beperking op de werkvloer kan bijvoorbeeld gedacht worden aan de training praktijkopleider plus.
Dit artikel voorziet in de vaststelling van de definitieve subsidie ingeval de werkgever zelf de persoonlijke ondersteuning organiseert (interne jobcoaching). Tussen het college en de werkgever is in dat geval namelijk een subsidierelatie ontstaan, zoals tevens is uitgelegd in de toelichting bij artikel 10.