Titel 2 - Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning |
Hoofdstuk 2.1 - Begripsomschrijvingen | | |
2.1.1 | Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder: | | |
2.1.1.1 | aanlegkosten: | | |
| [ de aannemingssom, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012; Stcrt. 2012,1567), voor het uit te voeren werk, of het bedrag waarvoor de aannemer zich heeft verbonden het werk tot stand te brengen (de aannemingssom), de omzetbelasting daarin niet begrepen], of voor zover deze ontbreekt, een raming van de kosten die voortvloeien uit de aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het aanleggen) van de werken of de werkzaamheden, de omzet belasting daarin niet inbegrepen, en indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen; | | |
2.1.1.2 | bouwkosten: | | |
| [de aannemingssom, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012; Stcrt. 2012,1567), voor het uit te voeren werk of het bedrag waarvoor de aannemer zich heeft verbonden het werk tot stand te brengen (de aannemingssom), de omzetbelasting daarin niet inbegrepen] of voor zover deze ontbreekt een raming van de kosten die voortvloeien uit aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het bouwen) van de bouwwerken, de omzetbelasting daarin niet inbegrepen, en indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet inbegrepen; | | |
2.1.1.3 | sloopkosten: | | |
| [de aannemingssom, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012; Stcrt. 2012,1567), voor het uit te voeren werk of het bedrag waarvoor de aannemer zich heeft verbonden het werk tot stand te brengen (de aannemingssom), de omzetbelasting daarin niet inbegrepen] of voor zover deze ontbreekt een raming van de kosten die voortvloeien uit aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het slopen) van de bouwwerken, de omzetbelasting daarin niet inbegrepen, en indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het slopen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet inbegrepen; | | |
2.1.1.4 | Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. | | |
2.1.2 | In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld. | | |
2.1.3 | In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld. | | |
| | | |
Hoofdstuk 2.2 – Omgevingsvergunning |
2.2 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd. | | |
| | | |
2.2.1 | Bouwactiviteiten | | |
2.2.1.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief: | | |
2.2.1.1.1 | indien de bouwkosten, afgerond op hele euro’s naar beneden, minder of gelijk zijn aan € 50.000 bedragen: | | 3,18% |
| van de bouwkosten met een minimum van | € | 211,30 |
2.2.1.1.2 | indien de bouwkosten, afgerond op hele euro’s naar beneden, € 50.001 t/m € 500.000 bedragen: | € | 317,70 |
| vermeerderd met: | | 2,55% |
| van de bouwkosten | | |
2.2.1.1.3 | indien de bouwkosten, afgerond op hele euro’s naar beneden, € 500.001 of meer bedragen: | € | 13.032,70 |
vermeerderd met: | | 1,84% |
van de bouwkosten voor het gedeelte boven de € 500.000 | | |
| | | |
| Welstandstoets | | |
2.2.1.2 | Voor het inwinnen van advies bij de Welstandscommissie zijn de volgende leges verschuldigd: | | |
2.2.1.2.1 | bouwkosten € 0,01 tot € 25.000 | € | 45,00 |
2.2.1.2.2 | bouwkosten van € 25.001 tot € 1.250.000 | | |
| 0,18 % van de bouwkosten, met een maximum van € 2.250,00 | | |
2.2.1.2.3 | bouwkosten € 1.250.000 en hoger | € | 2.250,00 |
2.2.1.2.4 | De welstandleges worden afgerond op € 5,00 naar boven | | |
| | | |
| Beoordeling bodemrapport | | |
2.2.1.3 | Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.2.1.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld: | | |
2.2.1.3.1 | voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport | € | 656,60 |
2.2.1.3.2 | voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport | € | 656,60 |
2.2.1.3.3 | Voor de beoordeling van een saneringsonderzoek | € | 656,60 |
2.2.1.3.4 | als voor de in artikel 2.2.1.3.1 tot 2.2.1.3.3 genoemde toetsing meer dan 4 mensuren nodig zijn, dan wel als het gaat om de beoordeling van een nader onderzoek, een saneringsverzoek, een saneringsplan, een evaluatieverslag dan wel een ander onderzoek wordt het bedrag verhoogd met deze extra kosten. Deze extra kosten moeten blijken uit een door of vanwege burgemeester en wethouders opgestelde begroting en moeten voorafgaande aan de toetsing aan belastingplichtige worden medegedeeld. Voor de toepassing van de genoemde toetsing wordt eerst begonnen op de 10e werkdag nadat de extra kosten aan de belastingplichtige zijn medegedeeld, tenzij deze heeft aangegeven dat de aanvraag wordt ingetrokken. | | |
| | | |
| Verplicht advies agrarisch deskundige | | |
2.2.1.4 | Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.2.1.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische deskundige wordt beoordeeld: | € | 1.283,20 |
| | | |
| Advies natuur en landschap | | |
2.2.1.5 | Voor het inwinnen van advies op het gebied van natuur en landschap worden de daadwerkelijke kosten doorberekend, zoals deze op basis van een door of vanwege burgemeester en wethouders opgestelde begroting voorafgaand aan de aanvrager worden medegedeeld. | | |
2.2.1.5.1 | Als een begroting, bedoeld in artikel 5.2.1.5. is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de 10e werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze werkdag schriftelijk is ingetrokken | | |
| | | |
| Advies inzake Wet Geluidhinder | | |
2.2.1.6 | Voor de vaststelling van een hogere grenswaarde ingevolge de Wet Geluidhinder bedraagt het tarief: | € | 1.940,30 |
2.2.1.6.1 | Voor het inwinnen van akoestisch onderzoek op basis van SRM 1 | € | 942,50 |
2.2.1.6.2 | Voor het inwinnen van akoestisch onderzoek op basis van SRM 2 | € | 1.472,50 |
| | | |
| Achteraf ingediende aanvraag | | |
2.2.1.7 | Het tarief vermeld in onderdeel 2.2.1.1 wordt, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit of wordt aangevangen met de bouw voordat de vergunning is verleend, verhoogd met: | | 200% |
| van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges. | | |
| | | |
2.2.2 | Aanlegactiviteiten | | |
2.2.2.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief: | € | 61,80 |
| alsmede | | 2,68% |
| van de aanlegkosten, met een minimum van: | € | 186,30 |
2.2.2.2 | De tarieven vermeld in 2.2.1.3.1 t/m 2.2.1.6.2 zijn eveneens van toepassing met betrekking tot de in onderdeel 2.2.2.1 bedoelde aanvraag. | | |
| | | |
| Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit | | |
2.2.3 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.2.1: | | |
2.2.3.1 | Wanneer een (postzegel)bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1 van de Wet ruimtelijke ordening of een wijzigings- of uitwerkingsplan als bedoeld in artikel 3.6 sub a of b van de Wet ruimtelijke ordening wordt opgesteld: aanvullend op het op grond van onderdeel 2.2.1.1. verschuldigde bedrag | € | 1.050,90 |
2.2.3.1.1 | Als voor de in artikel 2.2.3.1 genoemde planologische procedure meer dan 12 mensuren nodig zijn, wordt het bedrag verhoogd met deze extra kosten. Deze extra kosten moeten blijken uit een door of vanwege burgemeester en wethouders opgestelde begroting en moeten voorafgaande aan de toetsing aan betrokkene worden medegedeeld. Voor de toepassing van de onder 2.2.3.1 bedoelde planologische procedure wordt eerst begonnen op de 10e werkdag nadat de extra kosten aan betrokkene(n) zijn medegedeeld, tenzij deze heeft aangegeven dat de aanvraag wordt ingetrokken De aan de artikel 2.2.3.1 en 2.2.3.1.1. verbonden bedragen worden niet in rekening gebracht, wanneer de kosten voor deze planologische procedure in het kader van een privaatrechtelijke overeenkomst en/of exploitatieplan worden verhaald. | | |
2.2.3.2 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking): | € | 258,70 |
| aanvullend op het op grond van onderdeel 2.2.1.1 verschuldigde bedrag; | | |
2.2.3.3 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking): | € | 258,70 |
| aanvullend op het op grond van onderdeel 2.2.1.1 verschuldigde bedrag; | | |
2.2.3.4 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking): aanvullend op het op grond van onderdeel 2.2.1.1 verschuldigde bedrag; | € | 1.050,90 |
2.2.3.4.1 | Als voor de in artikel 2.2.3.4 genoemde planologische procedure meer dan 12 mensuren nodig zijn, wordt het bedrag verhoogd met deze extra kosten. Deze extra kosten moeten blijken uit een door of vanwege burgemeester en wethouders opgestelde begroting en moeten voorafgaande aan de toetsing aan betrokkene worden medegedeeld. Voor de toepassing van de onder 2.2.3.4 bedoelde planologische procedure wordt eerst begonnen op de 10e werkdag nadat de extra kosten aan betrokkene(n) zijn medegedeeld, tenzij deze heeft aangegeven dat de aanvraag wordt ingetrokken De aan de artikel 2.2.3.4 en 2.2.3.4.1. verbonden bedragen worden niet in rekening gebracht, wanneer de kosten voor deze planologische procedure in het kader van een privaatrechtelijke overeenkomst en/of exploitatieplan worden verhaald. | | |
2.2.3.5 | indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking): | € | 520,70 |
| aanvullend op het op grond van onderdeel 2.2.1.1 verschuldigde bedrag; | | |
2.2.3.6 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan): | € | 258,70 |
| aanvullend op het op grond van onderdeel 2.2.1.1 verschuldigde bedrag; | | |
2.2.3.7 | indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving): | € | 258,70 |
| aanvullend op het op grond van onderdeel 2.2.1.1 verschuldigde bedrag; | | |
2.2.3.8 | indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving): | € | 258,70 |
| aanvullend op het op grond van onderdeel 2.2.1.1 verschuldigde bedrag; | | |
2.2.3.9 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit): | € | 258,70 |
| aanvullend op het op grond van onderdeel 2.2.1.1 verschuldigde bedrag. | | |
| | | |
2.2.4 | Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit | | |
2.2.4.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief: | € | 1.050,90 |
| | |
2.2.4.2 | Wanneer een (postzegel)bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1 van de Wet ruimtelijke ordening of een wijzigings- of uitwerkingsplan als bedoeld in artikel 3.6 sub a of b van de Wet ruimtelijke ordening wordt opgesteld: | | |
2.2.4.2.1 2.2.4.2.2 | Als voor de in artikel 2.2.4.2 genoemde planologische procedure meer dan 12 mensuren nodig zijn, wordt het bedrag verhoogd met deze extra kosten. Deze extra kosten moeten blijken uit een door of vanwege burgemeester en wethouders opgestelde begroting en moeten voorafgaande aan de toetsing aan betrokkene worden medegedeeld. Voor de toepassing van de onder 2.2.4.3 bedoelde planologische procedure wordt eerst begonnen op de 10e werkdag nadat de extra kosten aan betrokkene(n) zijn medegedeeld, tenzij deze heeft aangegeven dat de aanvraag wordt ingetrokken | € | 258,70 |
De aan de artikel 2.2.4.2 en 2.2.4.2.1. verbonden bedragen worden niet in rekening gebracht, wanneer de kosten voor deze planologische procedure in het kader van een privaatrechtelijke overeenkomst en/of exploitatieplan worden verhaald. | | |
2.2.4.3 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking): | € | 258,70 |
2.2.4.3.1 2.2.4.4 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking): | € | 258,70 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking): | € | 1.050,90 |
2.2.4.4.1 2.2.4.5 | Als voor de in artikel 2.2.4.4 genoemde planologische procedure meer dan 12 mensuren nodig zijn, wordt het bedrag verhoogd met deze extra kosten. Deze extra kosten moeten blijken uit een door of vanwege burgemeester en wethouders opgestelde begroting en moeten voorafgaande aan de toetsing aan betrokkene worden medegedeeld. Voor de toepassing van de onder 2.2.4.5 bedoelde planologische procedure wordt eerst begonnen op de 10e werkdag nadat de extra kosten aan betrokkene(n) zijn medegedeeld, tenzij deze heeft aangegeven dat de aanvraag wordt ingetrokken De aan de artikel 2.2.4.4 en 2.2.4.4.1. verbonden bedragen worden niet in rekening gebracht, wanneer de kosten voor deze planologische procedure in het kader van een privaatrechtelijke overeenkomst en/of exploitatieplan worden verhaald. | | |
indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking): | € | 520,70 |
2.2.4.6 2.2.4.7 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan): | € | 258,70 |
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving): | € | 258,70 |
2.2.4.8 | indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving): | € | 258,70 |
2.2.4.9 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit): | € | 258,70 |
| | | |
2.2.5 | In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid | | |
2.2.5.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief: | | |
| voor oppervlakten tot 100 m2 | € | 555,20 |
| en voorts per 100 m2 of gedeelten daarvan boven de eerste 100 m2: | € | 113,00 |
| met een maximum van: | € | 5.652,70 |
| | | |
2.2.5.2 | indien het betreft een wijziging van geringe aard bedraagt het tarief: | € | 203,50 |
| | | |
2.2.6 | Sloopactiviteiten | | |
| Vervallen | | |
| | | |
2.2.7 | Aanleggen of veranderen weg | | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder d, van de Wabo in samenhang met [ de provinciale wegenverordening of het provinciaal wegenregelement] of artikel 2.11 van de Algemene plaatselijke verordening 2011, zal vooraf, op basis van de aanvraag, een schriftelijke begroting worden verstrekt. Niet eerder wordt met de werkzaamheden begonnen dan nadat de belastingplichtige schriftelijk heeft medegedeeld met de begroting te kunnen instemmen. | | |
2.2.7.1 | Belastingplichtige is nooit meer verschuldigd dan de werkelijke kosten, zoals deze achteraf kunnen worden vastgesteld. | | |
| | | |
2.2.8 | Uitweg/inrit | | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een uitweg, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder f, van de Wabo in samenhang met [ de provinciale wegenverordening of het provinciaal wegenregelement] of artikel 2.11 van de Algemene plaatselijke verordening 2011, zal vooraf, op basis van de aanvraag, een schriftelijke begroting worden verstrekt. Niet eerder wordt met de werkzaamheden begonnen dan nadat de belastingplichtige schriftelijk heeft medegedeeld met de begroting te kunnen instemmen. | | |
2.2.8.1 | Belastingplichtige is nooit meer verschuldigd dan de werkelijke kosten, zoals deze achteraf kunnen worden vastgesteld. | | |
| | | |
2.2.9 | Kappen | | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid aanhef en onder g, van de Wabo in samenhang met [de provinciale bomenverordening of] de Algemene plaatselijke verordening bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: | € | 41,30 |
| | | |
2.2.10 | Projecten of handelingen in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998 | | |
2.2.10.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op handelingen in een beschermd natuurgebied die schadelijk kunnen zijn voor het natuurschoon, de natuurwetenschappelijke betekenis of voor de dieren of planten, als bedoeld in artikel 16, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 bedraagt het tarief: | € | 258,70 |
2.2.10.2 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het realiseren van projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats en soorten in een door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aangewezen gebied als bedoelt in artikel 19d, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 | € | 258,70 |
| | | |
2.2.11 | Handelingen in het kader van de Flora- en Faunawet | | |
| Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedioeld in artikel 2.2.aa, aanhef en onder b, van het besluit omgevingsrecht (flora- en fauna- activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: | € | 258,70 |
| | | |
2.2.12 | Andere activiteiten | | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld bedraagt het tarief: | | |
2.2.12.1 | als het een gemeentelijke verordening betreft: | € | 258,70 |
2.2.12.2 | als het een provinciale of waterschapsverordening betreft: | € | 258,70 |
| | | |
2.2.13 | Omgevingsvergunning in twee fasen | | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wet Wabo, bedraagt het tarief: | | |
2.2.13.1 | Voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft; | | |
2.2.13.2 | Voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft; | | |
| | | |
2.2.14 | Verklaring van geen bedenkingen | | |
2.2.14.1 | indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: | € | 258,70 |
| | | |
Hoofdstuk | 2.3 Teruggaaf | | |
2.3.1 | Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten | | |
| Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.2.1, 2.2.2 en 2.2.7, intrekt terwijl deze al in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: | | |
2.3.1.1 | indien de aanvraag wordt ingetrokken | | 50% |
| van de op grond van artikel 2.2.1.1 t/m 2.2.1.1.3, 2.2.2.1, 2.2.7.1 voor de betreffende activiteit verschuldigde leges; | | |
| | | |
2.3.2 | Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten | | |
2.3.2.1 | Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoelt in de onderdelen 2.2.1, 2.2.2 of 2.2.7 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: | | 50% |
2.3.2.2 | van de op grond van artikel 2.2.1.1 t/m 2.2.1.1.3, 2.2.2.1, 2.2.7.1 voor de betreffende activiteit verschuldigde leges. | | |
| Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.3.2.1 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend, bij rechterlijke uitspraak. | | |
| | | |
2.3.4 | Teruggaaf als gevolg van het niet ontvankelijk verklaren van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten | | |
2.3.4.1 | indien de aanvraag niet ontvankelijk is van de op grond van artikel 2.2.1.1 t/m 2.2.1.1.3, 2.2.2.1, 2.2.7.1 voor de betreffende activiteit verschuldigde leges; | | 90% |
| | | |
Hoofdstuk | 2.4 - Advertentiekosten | | |
2.4 | Voor bekendmakingen (via publicatieborden, plaatselijke en/of landelijke bladen) zijn per publicatie de volgende leges verschuldigd: | | |
2.4.1 | een publicatie betreffende een ingediende omgevingsvergunning | € | 15,80 |
2.4.2 | een publicatie betreffende een geweigerde, ingetrokken, fictieve, voor akkoord verklaarde omgevingsvergunning | € | 15,80 |
2.4.3 | een publicatie betreffende een procedure ex artikel 3.6, eerste lid onder a of b, of 3.38 lid 4 van de Wet ruimtelijke ordening | € | 57,80 |
2.4.4 | een publicatie betreffende een procedure ingevolge de Wet geluidhinder ten behoeve van de uitvoering van een bouwplan | € | 123,90 |
2.4.5 | een publicatie betreffende een procedure ex artikel 3.7 van de Wet op de ruimtelijke ordening ten behoeve van de uitvoering van een bouwplan. | € | 726,90 |
2.4.6 | een publicatie betreffende een procedure ex artikel 2.12, eerste lid onder a onder 3 van de Wet algemene bepalingen omgevingsvergunning | € | 74,30 |
| | | |