Organisatie | Nunspeet |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Nunspeet 2018 |
Citeertitel | Verordening maatschappelijke ondersteuning 2018 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | Wijziging verordening maatschappelijke ondersteuning 2018 |
Geen
Wet maatschappelijke ondersteuning 2015
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
30-01-2020 | 01-01-2020 | wijziging regeling | 19-12-2019 | 0302-AZK-74976 | |
01-01-2019 | 30-01-2020 | Wijziging artikel 12, 13 en 14 | 20-12-2018 | 030256820 | |
01-01-2018 | 01-01-2019 | Nieuwe regeling | 30-11-2017 | 030217690 |
Beschrijving: De verordening maatschappelijke ondersteuning regelt de ondersteuning van cliënten als zij dusdanige beperkingen ondervinden bij hun maatschappelijke participatie en zelfredzaamheid, dat zij niet op eigen kracht, met gebruikelijke hulp, met mantelzorg of met hulp van andere personen uit hun sociale netwerk dan wel met gebruikmaking van algemeen gebruikelijke voorzieningen of algemene voorzieningen hierin geheel of gedeeltelijk kunnen voorzien.
Wetgeving Wet maatschappelijke ondersteuning 2015.
Officiële naam en Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Nunspeet 2018
Opmerking Vervangt de verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente
Grondslag Artikel 2.1.3 van de Wetmaatschappelijke ondersteuning 2015.
Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Nunspeet 2018
De raad van de gemeente Nunspeet;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van de gemeente Nunspeet van 22 november 2017
gelet op de artikelen 2.1.3, 2.1.4,eerste, tweede, derde enzevende lid, 2.1.5eerste lid, 2.1.6, 2.1.7, 2.3.6 vierde lid, en 2.6.6, eerste lid, van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en de artikelen 3.8, tweede lid, en 5.4 van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015;
het noodzakelijk is om regels vast te stellen ter uitvoering van het beleidsplan als bedoeld in artikel 2.1.2 van de wet met betrekking tot de ondersteuning bij de versterking van de zelfredzaamheid en participatie van personen met een beperking of met chronische psychische of psychosociale problemen, beschermd wonen en opvang;
vast te stellen de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Nunspeet 2018.
In deze verordening wordt verstaan onder:
gesprek: het gesprek in het kader van het onderzoek als bedoeld in artikel 2.3.2., eerste lid van de wet na een melding waarin het college met degene die maatschappelijke ondersteuning vraagt zijn gehele situatie inventariseert ten aanzien van zijn mogelijkheden om op eigen kracht, met gebruikelijke hulp, met mantelzorg of met hulp van andere personen uit zijn sociaal netwerk dan wel met gebruikmaking van voorliggende voorzieningen, algemeen gebruikelijke voorzieningen, algemene voorzieningen of maatwerkvoorzieningen zijn zelfredzaamheid of participatie te verbeteren of te voorkomen dat hij gebruik moet maken van beschermd wonen of opvang;
maatschappelijke opvang: is het bieden van een tijdelijk verblijf aan mensen zonder dak boven hun hoofd, gekoppeld aan zorg en begeleiding en/of het verhelpen van een crisis. Het betreft mensen die al dan niet gedwongen de thuissituatie hebben verlaten en niet in staat zijn zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving;
HOOFDSTUK 2: Melding, onderzoek en aanvraag
Artikel 4. Vooronderzoek; indienen persoonlijk plan
Voor of tijdens het gesprek verschaft de cliënt het college of de hiervoor in artikel 2 lid 3 bedoelde instantie alle overige gegevens en bescheiden die naar het oordeel van het college hiervoor nodig zijn en waarover de cliënt op dat moment redelijkerwijs de beschikking kan krijgen. De cliënt verstrekt in ieder geval een identificatiedocument als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage.
Het college of de hiervoor in artikel 2 lid 3 bedoelde instantie onderzoekt in een gesprek tussen deskundigen en degene door of namens wie de melding is gedaan, dan wel diens vertegenwoordiger en waar mogelijk met de mantelzorger of mantelzorgers, cliëntondersteuners en desgewenst familie of personen uit diens netwerk, zo spoedig mogelijk en voor zover nodig:
de mogelijkheden om met gebruikmaking van een algemene voorziening, zoals opgenomen in het beleidsplan, bedoeld in artikel 2.1.2 van de wet, of door het verrichten van maatschappelijk nuttige activiteiten te komen tot verbetering van zijn zelfredzaamheid of zijn participatie of de mogelijkheden om met gebruikmaking van een algemene voorziening te voorzien in zijn behoefte aan beschermd wonen of maatschappelijke opvang;
de mogelijkheden om door middel van samenwerking met zorgverzekeraars en zorgaanbieders als bedoeld in de Zorgverzekeringswet en andere partijen op het gebied van publieke gezondheid, jeugdhulp, onderwijs, welzijn, wonen, werk en inkomen, te komen tot een zo goed mogelijk afgestemde dienstverlening met het oog op de behoefte aan verbetering van zijn zelfredzaamheid of zijn participatie of aan beschermd wonen of maatschappelijke opvang;
HOOFDSTUK 3: Maatwerkvoorziening
Artikel 8. Criteria voor een maatwerkvoorziening
ter compensatie van de beperkingen in de zelfredzaamheid of participatie die de cliënt ondervindt, voor zover de cliënt deze beperkingen naar het oordeel van het college niet op eigen kracht, met gebruikelijke hulp, met mantelzorg of met hulp van andere personen uit zijn sociale netwerk dan wel met gebruikmaking van algemeen gebruikelijke voorzieningen of algemene voorzieningen kan verminderen of wegnemen. De maatwerkvoorziening levert, rekening houdend met de uitkomsten van het in artikel 5 bedoelde onderzoek, een passende bijdrage aan het realiseren van een situatie waarin de cliënt in staat wordt gesteld tot zelfredzaamheid of participatie en zo lang mogelijk in de eigen leefomgeving kan blijven, of
ter compensatie van de problemen bij het zich handhaven in de samenleving van de cliënt met psychische of psychosociale problemen en de cliënt die de thuissituatie heeft verlaten, al dan niet in verband met risico’s voor zijn veiligheid als gevolg van huiselijk geweld, voor zover de cliënt deze problemen naar het oordeel van het college niet op eigen kracht, met gebruikelijke hulp, met mantelzorg of met hulp van andere personen uit zijn sociale netwerk dan wel met gebruikmaking van algemene voorzieningen kan verminderen of wegnemen. De maatwerkvoorziening levert, rekening houdend met de uitkomsten van het in artikel 5 bedoelde onderzoek, een passende bijdrage aan het voorzien in de behoefte van de cliënt aan beschermd wonen of opvang en aan het realiseren van een situatie waarin de cliënt in staat wordt gesteld zo zich snel mogelijk weer op eigen kracht te handhaven in de samenleving.
Met inachtneming van lid 1 tot en met 5 van dit artikel kan een cliënt in aanmerking komen voor maatschappelijke opvang als
hij de situatie van dakloosheid en het niet in staat zijn zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving - niet op eigen kracht, met gebruikelijke hulp, met mantelzorg of met hulp van andere personen uit zijn sociale netwerk dan wel met gebruikmaking van algemene voorzieningen of andere maatwerkvoorzieningen gericht op het bevorderen van de participatie en zelfredzaamheid in voldoende mate kan verminderen of wegnemen.;
opvang een passende, noodzakelijke en tijdelijke bijdrage levert aan het voorkomen van dakloosheid, het psychosociaal functioneren, voorkomen van verwaarlozing of maatschappelijke overlast en/of het afwenden van gevaar voor de cliënt of anderen en de behoefte van de cliënt met als doel het realiseren van een situatie waarin de cliënt in staat wordt gesteld zich zo snel mogelijk weer op eigen kracht te handhaven in de samenleving.
Met inachtneming van lid 1 tot en met 5 van dit artikel kan een cliënt (alsmede eventuele kinderen van deze cliënt) in aanmerking komen voor maatschappelijke opvang als
deze de situatie - waarbij de cliënt de thuissituatie heeft verlaten, in verband met risico’s voor de veiligheid van de cliënt (en/of de kinderen van deze cliënt) als gevolg van huiselijk geweld - , niet op eigen kracht, met gebruikelijke hulp, met mantelzorg of met hulp van andere personen uit zijn sociale netwerk dan wel met gebruikmaking van algemene voorzieningen of andere maatwerkvoorzieningen gericht op het bevorderen van de participatie en zelfredzaamheid in voldoende mate kan verminderen of wegnemen;
opvang een passende, noodzakelijke en tijdelijke bijdrage levert aan het afwenden van gevaar voor de cliënt (en/of de kinderen van deze cliënt), voorkomen van dakloosheid, het psychosociaal functioneren, voorkomen van verwaarlozing of maatschappelijke overlast en de behoefte van de cliënt met als doel het realiseren van een situatie waarin de cliënt (en/of de kinderen van deze cliënt) in staat wordt gesteld zich zo snel mogelijk weer op eigen kracht en in een veilige situatie zich te handhaven in de samenleving.
Met inachtneming van lid 1 tot en met 5 van dit artikel kan een cliënt in aanmerking komen voor beschermd wonen op grond van de Wmo 2015 als
hij de situatie van psychische of psychosociale problemen - met als gevolg het niet in staat zijn zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving - niet op eigen kracht, met gebruikelijke hulp, met mantelzorg of met hulp van andere personen uit zijn sociale netwerk dan wel met gebruikmaking van algemene voorzieningen of maatwerkvoorzieningen gericht op het bevorderen van de participatie en zelfredzaamheid in de thuissituatie in voldoende mate kan verminderen of wegnemen;
beschermd wonen een passende en noodzakelijke bijdrage levert aan het bevorderen van de zelfredzaamheid en participatie, het psychisch en psychosociaal functioneren, stabilisatie van een psychiatrisch ziektebeeld, voorkomen van verwaarlozing of maatschappelijke overlast en/of het afwenden van gevaar voor de cliënt of anderen en daarbij voorziet in de behoefte van de cliënt met als doel het realiseren van een situatie waarin de cliënt in staat wordt gesteld zich zo snel mogelijk weer op eigen kracht te handhaven in de samenleving.
In spoedeisende gevallen, daaronder begrepen de gevallen waarin terstond maatschappelijke opvang of beschermd wonen nodig is, al dan niet in verband met risico’s voor de veiligheid als gevolg van huiselijk geweld beslist het college na een melding als bedoeld in artikel 2 van deze verordening onverwijld tot verstrekking van een tijdelijke maatwerkvoorziening voor maatschappelijke opvang of beschermd wonen in afwachting van de uitkomst van het onderzoek, zoals bedoeld in artikel 2.3.2 van de wet en de en de aanvraag van de cliënt.
Artikel 9. Voorwaarden en weigeringsgronden
voor zover de aanvraag betrekking heeft op een voorziening die aan inwoner al eerder is verstrekt in het kader van enige wettelijke bepaling of regeling en de normale afschrijvingstermijn van de voorziening nog niet verstreken is, tenzij de eerder vergoede of verstrekte voorziening verloren is gegaan als gevolg van omstandigheden die niet aan de inwoner zijn toe te rekenen, of tenzij inwoner geheel of gedeeltelijk tegemoetkomt in de veroorzaakte kosten;
voor zover het voorzieningen in gemeenschappelijke ruimten betreft, anders dan automatische deuropeners, hellingbanen, het verbreden van gemeenschappelijke toegangsdeuren, het aanbrengen van drempelhulpen of vlonders of het aanbrengen van een opstelplaats bij de toegangsdeur van de gemeenschappelijke ruimte, met uitzondering van een voorziening voor verhuizing en inrichting;
Een cliënt kan voor een voorziening in natura of in de vorm van een persoonsgebonden budget in aanmerking worden gebracht wanneer beperkingen, chronische psychische problemen of psychosociale problemen het gebruik van een collectief systeem onmogelijk maken, dan wel een collectief systeem niet aanwezig is.
Het college of de hiervoor in artikel 2 lid 3 bedoelde instantie kan een daartoe aangewezen adviesinstantie om advies vragen als het dit van belang acht voor de beoordeling van een melding of aanvraag om een maatwerkvoorziening.
Onverminderd artikel 2.3.6, tweede en vijfde lid, van de wet verstrekt het college of de hiervoor in artikel 2 lid 3 bedoelde instantie geen pgb voor zover de aanvraag betrekking heeft op kosten die de belanghebbende voorafgaand aan de indiening van de aanvraag heeft gemaakt en niet meer is na te gaan of de ingekochte voorziening noodzakelijk was.
wordt berekend op basis van een prijs of tarief waarmee redelijkerwijs is verzekerd dat het pgb toereikend is om veilige, doeltreffende en kwalitatief goede diensten, hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen die tot de maatwerkvoorziening behoren, van derden te betrekken, en wordt indien nodig aangevuld met een vergoeding voor onderhoud en verzekering, en
Ten aanzien van de berekeningswijze van pgb’s wordt onderscheid gemaakt tussen verschillende vormen van zorg en ondersteuning en, voor zover van toepassing, in ieder geval in verband met de te bieden deskundigheid en/of het vereiste opleidingsniveau en/of er gewerkt wordt volgens toepasselijke professionele of kwaliteitsstandaarden.
De pgb-tarieven worden onderscheiden in: 1. Een tarief voor ondersteuning die geleverd wordt door gecontracteerde aanbieders van zorg in natura en voor hulpverleners die werken volgens vastgestelde kwaliteitsstandaarden. Deze kwaliteitsstandaarden zijn gelijk aan die gelden voor aanbieders van zorg in natura; 2. een tarief voor hulpverleners die niet werken volgens vastgestelde kwaliteitsstandaarden. Eisen aan deze hulpverleners zijn - De aanbieder moet ingeschreven staan bij de Kamer van Koophandel;
Het pgb-tarief voor ondersteuning die geleverd wordt door gecontracteerde aanbieders van zorg in natura en hulpverleners die werken volgens vastgestelde kwaliteitsstandaarden wordt bepaald op maximaal 80% van de op grond van artikel 16 van deze verordening door het college vastgestelde prijzen van de betreffende maatwerkvoorziening in natura.
In afwijking van het zevende lid wordt het pgb-tarief voor Beschermd wonen bepaald op basis van een naar aard en omvang oplopend percentage tot maximaal 80% van de in het besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Nunspeet gehanteerde prijzen van de maatwerkvoorzieningen beschermd wonen in natura.
Het pgb-tarief voor hulp bij het huishouden voor hulpverleners vanuit het sociaal netwerk en overige hulpverleners wordt bepaald op maximaal 50% van het tarief voor zorg in natura, waarbij het wettelijk minimumloon de ondergrens is.
12. Met in achtneming van het in lid 1 tot en met 11 bepaalde, legt het college in het Besluit de hoogte van het pgb per soort maatwerkvoorziening, respectievelijk categorie vast
HOOFDSTUK 5: Kwaliteit en veiligheid
Artikel 16. Verhouding prijs en kwaliteit levering dienst door derden
Het college kan het eerste lid, onderdeel b, buiten beschouwing laten indien bij de inschrijving aan de derde de eis wordt gesteld een reële prijs voor de dienst te hanteren die gebaseerd is op hetgeen gesteld is in het tweede en derde lid. Daarover legt het college verantwoording af aan de gemeenteraad.
Artikel 18. Voorkoming en bestrijding ten onrechte ontvangen maatwerkvoorzieningen en pgb’s en misbruik of oneigenlijk gebruik van de Wmo 2015.
Onverminderd artikel 2.3.8 van de wet doet een cliënt aan het college op verzoek of onverwijld uit eigen beweging mededeling van alle feiten en omstandigheden, waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze aanleiding kunnen zijn tot heroverweging van een beslissing als bedoeld in artikel 2.3.5 of 2.3.6 van de wet.
Als het college een beslissing op grond van het tweede lid, onder a, heeft ingetrokken en de verstrekking van de onjuiste of onvolledige gegevens door de cliënt opzettelijk heeft plaatsgevonden, kan het college van de cliënt en degene die daaraan opzettelijk zijn medewerking heeft verleend, geheel of gedeeltelijk de geldswaarde vorderen van de ten onrechte genoten maatwerkvoorziening of het ten onrechte genoten pgb.
Artikel 18a. Opschorting betaling uit het pgb
Het college kan de Sociale verzekeringsbank gemotiveerd verzoeken te beslissen tot een gehele of gedeeltelijke opschorting van betalingen uit het pgb voor ten hoogste dertien weken als er ten aanzien van een cliënt een ernstig vermoeden is gerezen dat er sprake is van een omstandigheid als bedoeld in artikel 2.3.10, eerste lid, onder a, d of e, van de wet.
HOOFDSTUK 6: Waardering mantelzorgers en tegemoetkoming meerkosten
Artikel 20. Tegemoetkoming meerkosten personen met een beperking of chronische problemen
een tegemoetkoming verstrekken ter ondersteuning van de zelfredzaamheid en de participatie.
c.Het college bepaalt bij nadere regeling waaruit de op grond van het eerste lid te verstrekken tegemoetkoming bestaat en onder welke voorwaarden deze kan worden verstrekt.
HOOFDSTUK 7: Klachten, medezeggenschap en inspraak
Artikel 23. Betrekken van ingezetenen bij het beleid
Het college stelt ingezetenen, waaronder in ieder geval cliënten of hun vertegenwoordigers, in de gelegenheid voorstellen voor het beleid betreffende maatschappelijke ondersteuning te doen, vroegtijdig gevraagd en ongevraagd advies uit te brengen bij de besluitvorming over verordeningen en beleidsvoorstellen betreffende maatschappelijke ondersteuning, en voorziet hen van ondersteuning om hun rol effectief te kunnen vervullen.
HOOFDSTUK 8: Overgangsrecht en slotbepalingen
Het door het gemeentebestuur gevoerde beleid wordt eenmaal per twee jaar geëvalueerd. Het college zendt hiertoe aan de gemeenteraad een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van de verordening in de praktijk.
Artikel 26. Intrekking oude verordening en overgangsrecht
Een cliënt houdt recht op een lopende voorziening verstrekt op grond van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Nunspeet, zoals die gold tot 1 januari 2018, totdat het college een nieuw besluit heeft genomen waarbij het besluit waarmee deze voorziening is verstrekt, wordt ingetrokken.