Organisatie | Krimpenerwaard |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten Krimpenerwaard 2018 |
Citeertitel | Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrechten Krimpenerwaard 2018 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-12-2017 | 01-01-2018 | 01-01-2019 | Nieuwe regeling | 07-11-2017 | ZK17003697/ 17-0021802 |
Hoofdstuk II AFVALSTOFFENHEFFING
De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief
De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
De belasting bedoeld in artikel 3, vijfde en zesde lid, wordt geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht ter zake van de belasting als bedoeld in artikel 3, tweede lid, in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht ter zake van de belasting als bedoeld in artikel 3, tweede lid, in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 9.
Artikel 9 Termijnen van betaling
In afwijking van het eerste lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
Hoofdstuk III Reinigingsrechten
Onder de naam ‘reinigingsrechten’ worden rechten geheven zowel voor het genot van door het gemeentebestuur verstrekte diensten als voor het gebruik van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen, werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn.
De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.
De rechten bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel worden geheven bij wege van aanslag met dien verstande dat per belastbaar feit een afzonderlijke aanslag kan worden opgelegd.
Artikel 15 Ontstaan van de belastingschuld en de heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 9.
Artikel 16 Termijnen van betalen
In afwijking van het eerste lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
Hoofdstuk IV AANVULLENDE BEPALINGEN
Artikel 17 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing en de reinigingsrechten.
Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Krimpenerwaard, gehouden op dinsdag 7 november 2017.
de griffier, drs. K.E. Driehuijs
de voorzitter, mr. R.S. Cazemier
behorende bij de Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrechten Krimpenerwaard 2018.
De bedragen genoemd in deze tabel zijn exclusief omzetbelasting indien deze verschuldigd is.
Hoofdstuk 1 Maatstaf en tarief afvalstoffenheffing
Van een medische indicatie in de zin van de artikelen 1.2.3 en 1.3.2 van deze tarieventabel is sprake, indien in een huishouden extra huishoudelijke afvalstoffen ontstaan vanwege een langdurige of chronische ziekte of een handicap waarbij gebruik van stoma- of incontinentiemateriaal nodig is.
Voor de toepassing van de vermindering, bedoeld in de artikelen 1.2.3 en 1.3.2 van deze tarieventabel is vereist dat de belastingplichtige een aanvraagformulier indient bij de gemeente Krimpenerwaard, waaruit blijkt dat binnen het huishouden sprake is van een langdurige of chronische ziekte of een handicap waardoor extra huishoudelijk restafval ontstaat.
Hoofdstuk 2 Maatstaven en jaarlijkse tarieven reinigingsrechten (voorbedrijven)