Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Wijk bij Duurstede

Algemene verordening ondergrondse infrastructuur gemeente Wijk bij Duurstede

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWijk bij Duurstede
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingAlgemene verordening ondergrondse infrastructuur gemeente Wijk bij Duurstede
CiteertitelAlgemene verordening ondergrondse infrastructuur (AVOI) Wijk bij Duurstede
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling bevat de geconsolideerde tekst na de wijziging van 27-06-2017, welke is bekendgemaakt in het Gemeenteblad 2017, 125539.

De bekendmaking van de regeling is niet meer te achterhalen.

De inwerkingtreding is bij benadering ingevuld.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

art. 5.4 Telecommunicatiewet

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

26-06-2013nieuwe regeling

25-06-2013

Onbekend.

Onbekend.

Tekst van de regeling

Intitulé

Algemene verordening ondergrondse infrastructuur gemeente Wijk bij Duurstede

 

 

Hoofdstuk Eén: Inleidende bepalingen

Algemene verordening ondergrondse infrastructuur gemeente Wijk bij Duurstede

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a.aanbieder: aanbieder van een openbaar telecommunicatienetwerk of een omroepnetwerk

als bedoeld in artikel 5.1 van de Telecommunicatiewet;

b.aanvrager: de natuurlijke of rechtspersoon die als belanghebbende de vergunning aanvraagt

of het verzoek om instemming indient;

  • c.

    college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Wijk bij Duurstede;

  • d.

    gedoogplichtige: degene op wie een gedoogplicht rust als bedoeld in artikel 1, van de

Belemmeringenwet Privaatrecht of in artikel 5.2, 1e lid Telecommunicatiewet;

e.graafvergunning: vergunning verleend door het college op een melding van voorgenomen

werkzaamheden met betrekking tot kabels en leidingen anders dan bedoeld in de

Telecommunicatiewet

f.grondroerder: degene onder wiens verantwoordelijkheid of leiding graafwerkzaamheden

worden verricht;

g.Handboek Kabels & Leidingen: door het college vastgestelde regels en voorwaarden

betreffende de voorbereiding en uitvoering van ontwerp, aanleg, exploitatie, onderhoud en

verwijdering van kabels en leidingen;

h.(huis)aansluiting: het gedeelte van de kabel of leiding in of op openbare gronden dat een

net verbindt met een netwerkaansluitpunt ten behoeve van een onroerende zaak of met een

ander net;

i.instemmingsbesluit: besluit van het college op een melding van voorgenomen

werkzaamheden met betrekking tot kabels en leidingen als bedoeld in de

Telecommunicatiewet;

  • j.

    kabels en leidingen: kabels en/of leidingen als onderdeel van een net;

  • k.

    marktconforme kosten: kosten zoals deze onder normale omstandigheden in een

markteconomie op de desbetreffende markt worden gemaakt;

l.net: een of meer ondergrondse kabel(s) en/of leiding(en), bestemd voor het transport van

vaste, vloeibare of gasvormige stoffen, van energie of van informatie;

  • m.

    netbeheerder: rechtspersoon die is aangewezen als beheerder van een net;

  • n.

    niet ingrijpende werkzaamheden: werkzaamheden die qua aard of omvang

dusdanig beperkt zijn dat, ter beoordeling door de gemeente, een afwijkend, lichter,

meldregime toegepast kan worden.

o.niet-openbare kabels en leidingen: kabels en leidingen die niet gebruikt worden om

openbare diensten aan te bieden;

  • p.

    opdrachtgever: degene die opdracht geeft tot het uitvoeren van werkzaamheden;

  • q.

    openbare gronden: openbare wegen en wateren conform artikel 1.1, onder aa

Telecommunicatiewet;

r.Verlegregeling: door het college vastgestelde beleidsregels betreffende nadeelcompensatie

voor het verleggen van kabels en leidingen.

s . werkzaamheden: handmatige en mechanische (graaf)werkzaamheden in of op openbare

gronden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels en leidingen;

Artikel 2 Toepasselijkheid

 

1. Deze verordening is van toepassing op de procedures en voorschriften voor het aanleggen,

instandhouden en opruimen van kabels en leidingen in of op openbare gronden, voor zover de gemeente deze gronden beheert, in bezit heeft of daarover coördinatieverplichtingen heeft conform de Belemmeringenwet Privaatrecht en/of Telecommunicatiewet.

2.Deze verordening is niet van toepassing op kabels en leidingen die in eigendom zijn van de

gemeente of in beheer zijn bij de gemeente.

3.De stilzwijgende vergunningverlening als bedoeld in artikel 4.1.3.3. van de Algemene wet

bestuursrecht is niet van toepassing op de voorschriften opgenomen in deze verordening.

 

Hoofdstuk Twee: Melding, instemmingsbesluit en graafvergunning.

Artikel 3 Instemmings- of vergunningvereiste

 

1. Het is verboden, zonder of in afwijking van een voorafgaand door het college verleend

instemmingsbesluit respectievelijk door het college verleende graafvergunning omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden, medegebruik van voorzieningen en de afstemming van voorgenomen werkzaamheden met overige netbeheerders en aanbieders kabels en/of leidingen in of op openbare gronden aan te leggen, in stand te houden of op te ruimen .

2.Voor niet ingrijpende werkzaamheden, en voor spoedeisende reparatie- , onderhouds- werkzaamheden of calamiteiten, is in plaats van instemming respectievelijk vergunning als bedoeld in het eerste lid een voorafgaande melding verplicht als genoemd in artikel 4 van deze verordening.

Artikel 4 Melding

1.Een grondroerder meldt voorgenomen werkzaamheden als genoemd in artikel 3 lid 1uiterlijk acht weken voor aanvang bij het college.

2.Een melding wordt in behandeling genomen indien en zodra deze met gegevens compleet is.

3.Indien de voorgenomen werkzaamheden mede betrekking hebben op gronden van andere gedoogplichtigen, wordt het college daarover terstond geïnformeerd. Uiterlijk vier weken na ontvangst van de melding wordt het college schriftelijk in kennis gesteld van de resultaten van het overleg met de andere gedoogplichtige(n).

4.Voorgenomen niet ingrijpende werkzaamheden of, conform artikel 3 lid 2, dienen driewerkdagen voor uitvoering schriftelijk bij de gemeente te worden gemeld. Op grond van belangen als genoemd in artikel 7 lid 1 kan het college bepalen dat realisatie op een ander tijdstip moet plaats vinden.

5.Spoedeisende werkzaamheden en calamiteiten, als bedoeld in artikel 3 lid 2, ten gevolge van een ernstige belemmering of storing in de dienstverlening via het betreffende net, waarvan uitstel niet mogelijk is, dienen voor aanvang bij het door de gemeente ingestelde meldpunt (via e-mail) te worden gemeld, en dienen uiterlijk binnen 48 uren na de

uitvoering gemotiveerd te worden door middel van het op grond van artikel 5 lid 1 voorgeschreven formulier.

6.Als voorgenomen werkzaamheden worden verricht in nader door het college aan te wijzen gebieden, wordt uiterlijk acht weken voor aanvang melding als bedoeld in artikel 4 lid 1gedaan, en is de uitzondering als bedoeld in artikel 3 lid 2 voor minder ingrijpende of spoedeisende werkzaamheden niet van toepassing.

Artikel 5 Voorwaarden

Op een melding als bedoeld in artikel 4 lid 1 zijn van toepassing door het college vastgestelde voorwaarden zoals nader omschreven in het Handboek Kabels en Leidingen.

Artikel 6 Termijnen en looptijd

1.Het college beslist binnen uiterlijk acht weken na ontvangst van de melding als bedoeld inartikel 4 lid 1. Betreft het een melding waarbij meerdere gedoogplichtigen zijn betrokken, dan beslist het college binnen acht weken na ontvangst van de complete melding èn van alle

bijbehorende instemmingen van deze gedoogplichtigen.

2.Het college kan de termijn als bedoeld in het eerste lid met een redelijke termijn verlengen. Dit wordt schriftelijk en gemotiveerd aan de grondroerder medegedeeld, met vermelding van de termijn waarbinnen de beschikking tegemoet kan worden gezien.

3.Het college houdt de beslissing aan, indien er in verband met de voorgenomen werkzaamheden een vergunning als bedoeld in de Woningwet, de Wet milieubeheer of de WABO (Omgevingsvergunning) is vereist.

4.Het instemmingsbesluit respectievelijk de graafvergunning heeft een maximale geldigheid van zes maanden. Het college kan deze termijn verlengen. De werkzaamheden moeten zijn voltooid binnen zes maanden na aanvang, tenzij in het instemmingsbesluit respectievelijk de graafvergunning anders is bepaald.

5.Indien binnen vijf jaar na groot onderhoud of herinrichting van de openbare gronden de netbeheerder of de aanbieder werkzaamheden moet uitvoeren, kan het college bijzondere voorwaarden stellen aan het herstel van deze werkzaamheden. De kosten van dit herstel zijn voor rekening van de netbeheerder of de aanbieder.

Artikel 7 Voorschriften, beperkingen en verplichtingen

1.Het college kan aan een instemmingsbesluit respectievelijk een graafvergunning

voorschriften en beperkingen verbinden in het belang van:

  • a.

    de openbare orde;

  • b.

    de veiligheid, waaronder mede verstaan wordt de verkeersveiligheid en/of een goede doorstroming van het verkeer ;

  • c.

    het voorkomen of beperken van overlast, waaronder mede verstaan wordt het voorkomen of beperken van schade, de bescherming van eventuele archeologische vondsten, van groenvoorzieningen, bomen en beplantingen en van het uiterlijk aanzien van de omgeving;

  • d.

    de bereikbaarheid van gronden of gebouwen, waaronder mede verstaan wordt het veilig en doelmatig gebruik van openbare gronden en gebouwen en het doelmatig beheer en onderhoud ervan en het belang van nader aan te geven grote lokale evenementen als bijvoorbeeld weekmarkten en kermissen;

  • e.

    de ondergrondse ordening, waaronder mede verstaan wordt het zo min mogelijk hinder veroorzaken voor reeds in de grond aanwezige werken en het niet in gevaar brengen of zonder noodzaak bemoeilijken van deze werken, waaronder mede verstaan worden werken ten behoeve van de levering of het transport van elektronische informatie, gas, water en elektriciteit .

    • 2.

      Ter bescherming van de belangen als genoemd in het eerste lid kan het college aan het instemmingsbesluit respectievelijk de graafvergunning voorschriften of beperkingen verbinden over het medegebruik van voorzieningen. Een grondroerder is verplicht om zoveel mogelijk (mede)gebruik te maken van bestaande, door andere netbeheerders en aanbieders of in opdracht van het college aangelegde voorzieningen, zoals mantelbuizen,

kabelgoten en –geleidingen, die door derden of de gemeente tegen marktconforme prijzen ter beschikking worden gesteld. Indien de grondroerder een redelijk aanbod wordt gedaan, is deze verplicht ervan gebruik te maken.

 

3.Ter bescherming van de belangen als genoemd in het eerste lid kan het college aan het instemmingsbesluit respectievelijk de graafvergunning het voorschrift verbinden van zekerheidsstelling als waarborg voor de nakoming van de voorschriften en beperkingen.

 

4.Indien de openbare gronden geen ruimte bieden voor de aanleg van nieuwe kabels, dient de netbeheerder een alternatief tracé te kiezen, of (in geval van elektronische communicatie- netwerken) aan andere netbeheerders en aanbieders een billijk verzoek tot medegebruik van

kabels en/of leidingen te doen.

 

5.De grondroerder dient omwonenden, bedrijven en instellingen ter plaatse van de uit te voeren werkzaamheden te informeren overeenkomstig de voorschriften van het Handboek Kabels en Leidingen.

 

6.De wijze van uitvoering bij aanleg, onderhoud, verplaatsing en opruiming van kabels en leidingen en medegebruik van voorzieningen geschiedt conform het Handboek Kabels en Leidingen. In dat kader is het college bevoegd voorschriften te stellen op het gebied van markering, afzetting en het toepassen van proefsleuven. Bij tegenstrijdigheden tussen de

AVOI en het Handboek Kabels en Leidingen voor wat betreft de procedure hebben de bepalingen van de AVOI voorrang. Bij grote projecten met meer dan 10 km tracélengte is het college bevoegd om maatwerkafspraken te maken voor de wijze van uitvoering bij aanleg, onderhoud, verplaatsing en opruiming van kabels en leidingen en medegebruik van voorzieningen.

 

7.De gemeente beslist omtrent het herstraten. De grondroerder vergoedt aan de gemeente de schade voortvloeiend uit de werkzaamheden, zijnde de marktconforme kosten van de voorzieningen en van extra onderhoud. Voor de hoogte van de schadevergoeding aan bestrating hanteert de gemeente de Richtlijn Tarieven (graaf)werkzaamheden Telecom, categorie B2, waarbij herstel wordt uitgevoerd door de grondroerder conform de bepalingen in het Handboek Kabels en Leidingen, en waarbij de grondroerder gedurende 12

maanden het onderhoud verzorgt, en waarvoor als vergoedingen degeneratiekosten, beheerkosten en legeskosten in rekening worden gebracht. Na het eerste jaar neemt, door middel van eenopleveringsopname, de gemeente het onderhoud over. Aan herstel van

bijzondere bestrating kan het college nadere voorwaarden stellen.

 

8.De grondroerder is verplicht zo spoedig mogelijk na constatering van de aanwezigheid vankabels en/of leidingen, waarvan niet bekend is van wie ze zijn, een kopiemelding van de mededeling aan het Kadaster, aan de gemeente te verstrekken.

 

9.De grondroerder is leges verschuldigd conform de Legesverordening en bijbehorende Tarieventabel.

 

10.De beheerder of exploitant van een kabel of leiding die niet langer in gebruik is, meldt dit terstond aan burgemeester en wethouders en is verplicht deze binnen een door hen gestelde termijn te verwijderen.

Artikel 8 Verleggingen van netten

 

1. Op verleggingen van kabels ten dienste van een openbaar elektronisch communicatie-

netwerk op verzoek van de gemeente zijn de wettelijke regels (Telecommunicatiewet) van

toepassing.

2.Op verleggingen van leidingen die ten dienste staan van een netwerk ten behoeve van nutsvoorzieningen in of op openbare gronden gelden de volgende bepalingen, tenzij en voor zover daarover andersluidende afspraken zijn overeengekomen tussen partijen:

  • a.

    De netbeheerder of aanbieder is verplicht op verzoek van de gemeente over te gaan tot

    het nemen van maatregelen voor kabels en leidingen ten dienste van zijn net, waaronder

    het verplaatsen, voor zover deze noodzakelijk zijn voor de oprichting van gebouwen of

    de uitvoering van werken door of vanwege de gemeente;

  • b.

    Op het verleggen van kabels en leidingen zijn de beleidsregels betreffende

    nadeelcompensatie van toepassing zoals vastgelegd in de Verlegregeling van de

    gemeente Wijk bij Duurstede;

  • c.

    Indien nadeelcompensatie van toepassing is, wordt deze alleen verleend op basis van een

    gespecificeerd kostenoverzicht;

  • d.

    De gemeente en de netbeheerder of aanbieder zullen bij verwijdering, verlegging of

    aanpassing van leidingen en/of kabels elkaars schade zo veel mogelijk beperken;

  • e.

    Na een verzoek tot het nemen van maatregelen gaat de netbeheerder of aanbieder zo snel

    mogelijk over tot de uitvoering, doch niet later dan 12 weken na de datum van ontvangst

    van het verzoek.

Hoofdstuk Drie: Overige bepalingen

Artikel 9 Eigendom

Indien de eigendom, exploitatie of beheer van een net, kabel of leiding wordt overgedragen aan een andere netbeheerder of aanbieder, gaan de rechten en plichten over op de nieuwe netbeheerder of aanbieder, en stelt de netbeheerder of de aanbieder het college onverwijld van deze overdracht in kennis.

Artikel 10 Niet-openbare kabels en leidingen

1.Bij voorgenomen werkzaamheden voor niet-openbare kabels en leidingen in of op openbare gronden is het bepaalde in deze verordening in procedurele zin van overeenkomstige toepassing. Het college kan een vergunning weigeren voor het aanleggen of verleggen van

deze kabels en leidingen.

2.Verleggingen van niet-openbare kabels en leidingen op verzoek van de gemeente worden

op kosten van de eigenaar van de kabels en leidingen uitgevoerd.

Artikel 11 Informatieplicht

1.De netbeheerder of aanbieder stelt het college onverwijld en schriftelijk in kennis van het feit dat een kabel of leiding niet langer ten dienste staat van een net in, of op, openbare gronden.

2.De netbeheerder of aanbieder levert op verzoek binnen redelijke termijn een overzichtvan alle (niet) in gebruik zijnde kabels en/of leidingen. De bewijslast van ingebruikname ligt bij de netbeheerder.

3.De netbeheerder of aanbieder stelt het college eveneens schriftelijk in kennis van het opnieuw in gebruik nemen van kabels en leidingen

Artikel 12 Overleg

1.De gemeente organiseert periodiek een overleg, waarvoor in elk geval de bij de gemeente bekende netbeheerders, aanbieders of de door hen ingeschakelde grondroerders worden uitgenodigd.

2.In dit overleg worden de plannen van de gemeente en de voorgenomen werkzaamheden van de netbeheerders of aanbieders en grondroerders besproken. Dit mede ter beoordeling van mogelijk medegebruik van voorzieningen en afstemming van gezamenlijk of gelijktijdig uit

te voeren werkzaamheden.

Hoofdstuk Vier: Toezicht en Handhaving

Artikel 13 Toezicht en handhaving

1.Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijnbelast de bij besluit van het college aangewezen ambtenaren.

2.Indien de gemeente vaststelt dat de verplichtingen van deze verordening niet zijn nagekomen, kan de gemeente besluiten handhavend op te treden.

3.Bij grove nalatigheid of recidive kan de gemeente strafrechtelijke handhaving in gang zetten.

4.Indien de werkzaamheden niet op de overeengekomen data worden gestart of uitgevoerd, vervalt de instemming, tenzij er tijdig een gegronde reden wordt medegedeeld, dit met in acht name van de maximale geldigheidsduur van het instemmingsbesluit en ter beoordeling

van het college.

5.Het college, dan wel de gemachtigde toezichthouder, is bevoegd de werkzaamheden direct stil te leggen, indien:

  • a.

    er wordt gewerkt zonder voorafgaande melding, als bedoeld in de artikelen 3 en 4 van deze verordening, anders dan in het geval van minder ingrijpende of spoedeisende

    werkzaamheden als bedoeld in artikel 3 lid 2;

  • b.

    er wordt gewerkt in strijd met het in het instemmingsbesluit opgenomen tijdstip van aanvang of voltooiing, de wijze van uitvoering of andere van toepassing verklaarde voorschriften;

  • c.

    aanwijzingen en geboden die door vertegenwoordigers van de gemeente worden gegeven niet onverwijld worden opgevolgd;

  • d.

    uitvoerend personeel van grondroerder zich onbehoorlijk, kwetsend en/of overlastgevend gedraagt,

  • e.

    er onacceptabele verkeershinder en/of gevaarzetting voor het publiek ontstaat.

Artikel 14 Naleving voorschriften

Indien een aanvrager zich niet houdt aan de voorschriften uit het instemmingsbesluit respectievelijk de graafvergunning, dan kan het college het instemmingsbesluit respectievelijk de graafvergunning intrekken en de oorspronkelijke situatie (laten) herstellen voor rekening van de aanvrager.

Hoofdstuk Vijf: Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 15 Verplichte verordening

Met deze verordening wordt invulling gegeven aan de wettelijke verplichting van artikel 5.4 Telecommunicatiewet. De in dat artikel bedoelde regels zijn geïntegreerd in deze verordening.

Artikel 16 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking in de Wijkse Courant. Gelijktijdig vervalt de Telecommunicatieverordening Gemeente Wijk bij Duurstede zoals vastgesteld op 17 december 2002.

Artikel 17 Overgangsbepalingen.

De aanwezigheid van kabels en/of leidingen in of op openbare gronden, voor zover deze zijn aangelegd met toepassing van de Telecommunicatieverordening en/of op basis van aantoonbare verleende vergunningen of andere gelegaliseerde afspraken met de gemeente, wordt met ingang van deze verordening eveneens beheerst door de regels daarvan.

Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen van deze verordening, indien de toepassing daarvan, gelet op het doel en de strekking van de verordening, leidt tot onbillijkheden van overwegende aard.

Artikel 18 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als : Algemene verordening ondergrondse infrastructuur (AVOI) Wijk bij Duurstede.

TOELICHTING OP DE AVOI WIJK BIJ DUURSTEDE

Algemeen

De AVOI geeft enerzijds invulling aan de wettelijke (Telecommunicatiewet) plicht voor de gemeente om een Telecommunicatieverordening op te stellen. Anderzijds wordt beleidsmatig - ordening van de openbare ondergrond en gelijke behandeling van vergelijkbare partijen - voorzien in lokaal beleid dat ook andere netten van kabels en leidingen (nutsvoorzieningen) betreft. Het doel van deze toelichting is conform de opbouw van de AVOI aanvullende informatie te bieden. Zowel voor gebruik binnen de gemeente als door de grondroerders, netbeheerders en eigenaren is deze toelichting bestemd. Conform de AVOI is het college bevoegd deze toelichting vast te stellen en indien nodig te actualiseren. De meest actuele versie is steeds bepalend, is steeds opvraagbaar en wordt deze waar wenselijk gecommuniceerd. De bestaande Telecommunicatieverordening van 17 december 2002 vervalt gelijk met de inwerkingtreding van de AVOI.

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

Aanbieder

Het begrip aanbieder is opgenomen voor de situaties waarin degene die optreedt als aanbieder of als operator van een openbaar elektronisch communicatienetwerk niet als netbeheerder in formele zin wordt aangemerkt.

Aanvrager

Het begrip aanvrager is afkomstig uit de Algemene Wet Bestuursrecht. Aanvrager is de natuurlijke of de rechtspersoon die de aanvraag tot vergunningverlening indient of die de aanvraag tot instemming indient.

 

College: Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd de taken voortvloeiende uit de AVOI af te handelen, waarbij deze bevoegdheden voor wat betreft de uitvoering om praktische redenen deels gemandateerd worden (via aanpassing van het Mandaatbesluit) aan een of meer daartoe aangewezen ambtenaren. Deze mandatering betreft het houden van toezicht en het coördineren en verlenen van instemmingen en vergunningen.

Gedoogplichtige en openbare gronden

De gemeentelijke betrokkenheid is gericht op het beheer van openbare ruimte (inclusief de gronden). Tot de openbare gronden worden gerekend de openbare wegen, inclusief stoepen, glooiingen, bermen, sloten, bruggen, viaducten, tunnels, duikers, beschoeiingen en andere werken, alsmede wateren inclusief bruggen, plantsoenen en pleinen, die voor een ieder toegankelijk zijn. In deze hoedanigheid is de gemeente voor wat betreft de (openbare) elektronische communicatienetwerken gedoogplichtige, conform de Telecommunicatiewet. Het begrip gedoogplichtige slaat tevens op andere partijen die krachtens de Telecommunicatiewet dan wel de Belemmeringenwet Privaatrecht gedoogplichtig zijn.

 

(Huis)aansluitingen: (Huis)aansluitingen worden door de relatief beperkte omvang van de werkzaamheden uitgezonderd van de algemene regels van de AVOI, en is daarvoor een lichter formeel meldregime van toepassing, zodat afkadering dient te geschieden wat hier wel en niet toe gerekend kan worden.

 

Instemming of vergunning

Werkzaamheden als bedoeld in deze verordening dienen steeds (in principe vooraf) aangevraagd te worden, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen de reguliere (graaf)werkzaamheden, werkzaamheden van minder ingrijpende aard en werkzaamheden in verband met spoedeisende zaken zoals storingen. Met name voor de reguliere (graaf)werkzaamheden geldt dat eerst gestart mag worden met die werkzaamheden als door de gemeente op basis van een melding een vergunning is verleend. In de verordening wordt voor de helderheid onderscheid gemaakt tussen de term “instemmingsbesluit” (bedoeld voor kabels en leidingen vallend onder de voorschriften van de Telecommunicatiewet) en de term “graafvergunning” (bedoeld voor kabels en leidingen van nutsvoorzieningen).

 

Kabels en leidingen: De netten bestaan uit fysieke kabels en/of leidingen. Formeel en procedureel is er in deze verordening geen onderscheid tussen kabels en leidingen. De kabels/leidingen zijn inclusief

  • -

    lege buizen

  • -

    ondergrondse ondersteuningswerken (mantelbuizen, kabelgoten, handholes, lasdozen, duikers),

  • -

    beschermingswerken

  • -

    signaalinrichtingen (zoals optische en elektrische versterkers)

  • -

    componenten voor het verbinden van kabels met onroerende zaken (conform artikel 16, a tot en met d, van Wet waardering onroerende zaken; zoals transformator-, schakel-, verdeel- en onderstations en andere hulpmiddelen, behoudens voor zover deze liggen binnen de installatie van een producent of afnemer).

Voorbeelden van de kabels en leidingen zijn telecommunicatie- en omroepkabels (gedefinieerd in art. 1.1 onder z Tw), elektriciteitskabels (koppel-, transport- en distributiekabels), gasleidingen (transport-, distributie- en dienstleidingen), waterleidingen en rioleringen (buizen). Industriële of private netten behoren hier formeel ook toe, maar worden als niet-openbare netten specifiek behandeld in deze verordening.

 

Net: De definitie is afgeleid van de Wet Informatie-uitwisseling Ondergrondse Netten (WION). Deze refereert aan artikel 20 2e lid, Boek 5 Burgerlijk Wetboek, maar geeft ook uitbreidingen, die hier worden overgenomen. De omschrijving geeft aan dat het om de volgende ondergrondse netten gaat:

-de distributie- en transportnetten voor de nutsvoorzieningen: conform de omschrijving in Van Dale: voorzieningen van openbaar nut zoals gas, elektriciteit en water, en de aanlevering ervan;

-de openbare elektronische communicatienetwerken (voor telecommunicatie en omroep, zoals geregeld in de Telecommunicatiewet; zie definitie in Tw artikel 1 lid 1 onder e jo. h.):

-transmissiesystemen, waaronder satellietnetwerken, vaste en mobiele terrestrische netwerken, elektriciteitsnetten, glasvezelnetten, voor zover deze voor overdracht van signalen worden gebruikt en netwerken voor radio- en televisieomroep en kabeltelevisienetwerken, die geheel of hoofdzakelijk worden gebruikt om openbare elektronische communicatiediensten aan te bieden, waaronder mede wordt begrepen een

netwerk, bestemd voor het verspreiden van programma's voor zover dit aan het publiek geschiedt.

Ondergronds heeft betrekking op dat deel van de aarde vanaf het maaiveld tot circa 10 km diepte, zij het dat in de praktijk graafwerkzaamheden zich op veel beperktere diepte afspelen.

 

Netbeheerder, opdrachtgever, grondroerder

-Het begrip netbeheerder is de uniforme term voor de beheerders van netten voornutsvoorzieningen èn de aanbieders (of operators) van de openbare elektronische communicatienetwerken.

-Veelal is de netbeheerder bij graafwerkzaamheden de opdrachtgever. Aan het begrip opdrachtgever komt in het kader van de AVOI een eigen rol toen, omdat deze conform actuele wet- en regelgeving (WION) medeverantwoordelijk wordt gehouden voor een juiste

uitvoering en naleving van de rechten en verplichtingen.

-De grondroerder is de partij die de graafwerkzaamheden verricht of laat verrichten. Dat isveelal een aannemer of installateur, maar soms ook de (interne afdeling van een) netbeheerder. Indien een grondroerder namens een opdrachtgever optreedt, wordt nu expliciet naar de machtiging gevraagd ter wille van rechtszekerheid en rechtsgeldigheid.

Ook kan de grondroerder een partij zijn die voor eigen naam en rekening netwerken aanlegt, maar niet zelf exploiteert, en netwerkcapaciteit verhuurt of verkoopt. Mogelijk werken andere partijen voor de grondroerder, zoals aannemers en installateurs; voor zover deze betrokken zijn bij de gang van zaken dienen ook zij over een machtiging te beschikken.

 

Werkzaamheden

Hoewel de AVOI met name betrekking heeft op mechanische graafwerkzaamheden, vallen formeel handmatige graafwerkzaamheden er ook onder. Voor zover die zeer beperkt van karakter zijn, zullen ze veelal vallen onder de categorieën spoedeisende werkzaamheden of minder ingrijpende werkzaamheden, waarvoor een ander, lichter, regime in deze AVOI is vastgelegd. Graafwerkzaamheden omvatten een scala van activiteiten, zoals aanleg, uitbreiding, verplaatsing en verwijdering van netten, bouwwerkzaamheden zoals heien van palen en het slaan van damwanden, het bouwrijp maken van gronden, maar ook diepploegen en uitbaggeren van sloten. Tot de werkzaamheden als bedoeld in de AVOI behoren eveneens werkzaamheden in verband met het medegebruik van voorzieningen, zoals kabelgoten of geleidingen. Vanuit de door de gemeente te behartigen belangen kan het nastreven of voorschrijven van medegebruik gestimuleerd worden.

 

Werkzaamheden van niet ingrijpende aard

Het definiëren hiervan vloeit voort uit artikel 5.4, lid 5 Telecommunicatiewet. Naast huisaansluitingen (tot een bepaalde lengte) worden andere niet ingrijpende werkzaamheden aan een lichter regime onderworpen. Als uitzondering op de standaardprocedure zijn begrepen:

  • 1.

    lasgaten;

  • 2.

    handholes;

  • 3.

    proefsleuven;

  • 4.

    (incidentele) huisaansluitingen met een gezamenlijke lengte korter dan 10 meter in of op openbare gronden, waarbij geen verhardingen, water of groenvoorzieningen worden gekruist;

  • 5.

    het aanbrengen/ verwijderen van kabels/ leidingen in reeds aangebrachte voorzieningen, waaronder mede verstaan wordt het realiseren van huisaansluitingen met gebruik van bestaand tracé tot een lengte van 10 meter;

  • 6.

    reparaties aan het net(werk) met een lengte van minder dan 10 meter.

Deze lijst kan gewijzigd en/ of uitgebreid worden.

 

Artikel 2 Toepasselijkheid

De toepasselijkheid is reeds hiervoor toegelicht bij de diverse begripsbeschrijvingen.

 

Artikel 3 Instemmings- of vergunningvereiste

Het in de Telecommunicatiewet wettelijk vastgelegde principe van graafrechten (onder voorwaarden) in relatie tot de vereiste instemming van het gemeentebestuur is vertaald naar de AVOI en wordt toegepast op alle betrokken werkzaamheden.

Voor graafwerkzaamheden vallend buiten de voorschriften van de Telecommunicatiewet is het vergunningvereiste opgenomen. De AVOI sluit hiermede aan op artikel 2:15 van de APV van de gemeente Wijk bij Duurstede.

Conform het wettelijk bepaalde heeft die instemming betrekking heeft op de plaats, het tijdstip en de wijze van uitvoering van de werkzaamheden, maar ook op het bevorderen van medegebruik van voorzieningen en het afstemmen van voorgenomen werkzaamheden met beheerders van overige in de grond aanwezige werken.

Het onderscheid met werkzaamheden van niet ingrijpende aard wordt duidelijk gemaakt. Tot laatstgenoemde categorie behoren werkzaamheden waarvoor veelal slechts gedurende relatief korte tijd in een beperkt gedeelte van het netwerk werkzaamheden worden verricht, en waarvan de impact relatief beperkt en kortstondig is.

 

Artikel 4 Melding

Voor de voorgenomen werkzaamheden wordt aangegeven dat de melding bij de gemeente moet plaatsvinden. Dat kan bij het college van burgemeester en wethouders of bij de daartoe gemachtigd ambtenaar. Deze vereiste voorafgaande vergunningverlening door de gemeentewege heeft betrekking op het tijdstip, de plaats en de wijze waarop de werkzaamheden plaatsvinden. Op het verlenen van deze vergunning zijn de algemene beginselen van behoorlijk bestuur van toepassing; dit houdt o.a. in dat het gelijkheidsbeginsel in acht moet worden genomen. De maximale aanvraagtermijn van 8 weken is conform de Awb.

De meldingstermijn voor niet ingrijpende werkzaamheden is korter, namelijk drie werkdagen.

Voorts wordt een uitzondering gemaakt voor spoedeisende werkzaamheden die nodig zijn bij ernstige storingen en/of belemmeringen. In dit geval kan worden volstaan met een eenvoudiger vergunningaanvraag, altijd vooraf, via de e-mail naar het door de gemeente aangegeven meldpunt, en met motivering en toelichting achteraf binnen 48 uren. Deze verstoringen zijn niet specifiek omschreven, maar gedacht kan worden aan een kabelbreuk. Het gemeentebestuur zal beoordelen of een ernstige belemmering of storing in de communicatie voor een zeer beperkt aantal aansluitingen voldoende reden is om als spoedeisend te worden aangemerkt. Ook wordt de situatie aangegeven dat de werkzaamheden tevens betrekking hebben op gronden van andere gedoogplichtigen: dat kunnen instanties of (rechts)personen zijn binnen dezelfde gemeente maar ook andere gemeentes. Ook kunnen op grond van een andere wet andere vergunningen noodzakelijk zijn. Deze samenhang kan in de praktijk tot lange doorlooptijden leiden. De wetgever heeft toegestaan dat de gemeente eventueel een deelvergunning verleent (voor een deeltraject of een deelproject) zodat de aanvragende partij alvast op de hoogte is van deze instemming en de daaraan te stellen voorwaarden, zodat met de tracékeuze en andere aanvragen rekening gehouden kan worden. Het risico dat door latere vergunningverlening door een ander orgaan de aanvankelijke gemeentelijke aanvraag aangepast moet worden is voor rekening van de grondroerder.

In eerste instantie is de grondroerder zelf verplicht met alle betrokken instanties of (rechts)personen naar overeenstemming te streven. Als de grondroerder dat verzoekt, zal de gemeente inhoudelijke afstemming van de beoordeling van de reeds ingediende aanvragen bij andere bestuursorganen (zoals bijvoorbeeld een waterschap) nastreven (dus niet meer dan bemiddeling). Daartoe dient de grondroerder op het Meldingsformulier enkele (contact)gegevens over deze andere aanvragen te vermelden. Voor private partijen blijft de grondroerder zelf verantwoordelijk.

Als werkzaamheden worden verricht in nader aan te wijzen gebieden is de uitzonderingsbepaling voor minder ingrijpende of spoedeisende werkzaamheden niet van toepassing. Voorbeelden zijn risicogebieden als industriegebieden met buisleidingen voor transport van gevaarlijke stoffen, historische stadskernen of straten of natuurgebieden. Dan is het niet aanvaardbaar dat zonder specifiek toezicht van de gemeente wordt gegraven. Bij de vaststelling van de AVOI kan aanwijzing van deze gebieden plaatsvinden, maar dit kan ook naderhand.

 

Artikel 5 Voorwaarden

Om praktische redenen zijn de voorwaarden opgenomen in het Handboek Kabels en Leidingen. Dit opdat de voorwaarden indien nodig eenvoudiger kunnen worden aangepast aan gewijzigde omstandigheden of aan nieuwe inzichten of technieken. In het Handboek Kabels en Leidingen wordt verduidelijkt op welke wijze de vergunningaanvraag dient te worden gedaan en welke gegevens verstrekt moeten worden. Het betreft die informatie die de gemeente als beheerder van openbare gronden nodig heeft om een juiste beoordeling te maken en inzicht te hebben in de belangen die door de voorgenomen werkzaamheden worden geraakt. Daartoe dient gebruik te worden gemaakt van standaardformulieren, het formulier voor de reguliere melding/aanvraag (Vergunningformulier) of het formulier voor minder ingrijpende (of spoedeisende) werkzaamheden .

 

Vergunningverlening zal steeds op aanvraag van de verzoekende partij plaatsvinden.

De grondroerder geeft bij zijn melding aan wat de gewenste startdatum van de werkzaamheden is. De gemeente kan juist op dit punt, zij het gemotiveerd, en bijvoorbeeld met het oog op andere graafwerkzaamheden, aanpassingen aanbrengen, waarbij de wet een maximale uitsteltermijn van 12 maanden aangeeft.

Deze toelichting verwijst voor elektronische communicatienetwerken tevens naar de Regeling schriftelijke kennisgeving aanleg kabels (Staatscourant 15-01-2007, nr. 10) die voor kabels van elektronische communicatienetwerken voorschrijft dat de melding (kennisgeving) aangetekend moet worden verstuurd. Dit vereiste is in de AVOI niet als uniforme eis opgenomen, maar het kan veelal in het belang van de verzoekende partij zelf zijn om via aangetekende verzending duidelijkheid te hebben over datum en tijd van indiening.

Krachtens de in 2008 van kracht geworden WION is registratie van de kabels en leidingen wettelijk verplicht (bij het Kadaster). Algemeen wordt van de grondroerders verwacht dat men de kabels zo registreert dat inzicht steeds kan worden geboden. Gewezen wordt op de samenhang van bepalingen uit de Wet Informatie-Uitwisseling Ondergrondse Infrastructuren (WION; nationale wetgeving) en de AVOI (gemeentelijke verordening). De WION heeft (veralgemeniseerd) betrekking op het voorkomen van graafschade via enerzijds een plicht tot zorgvuldig graven en anderzijds een plicht tot een zorgvuldige en tijdige informatie-uitwisseling. Hoewel sprake is van samenhang, bepaalt de WION (artikel 44) dat het onverlet laat dat de gemeente in het belang van de openbare orde en veiligheid bij verordening voorschriften kan geven omtrent het verrichten van graafwerkzaamheden, waaronder het binden van graafwerkzaamheden aan het hebben van een vergunning. Deze samenhang van een wettelijke regeling en een lokale verordening heeft tevens mogelijk gevolg voor de vereiste screening van gemeentelijke verordeningen voorschriften) op basis van de Dienstenwet van 12 november 2009. Hierin wordt bepaald, dat het bij of krachtens die wet bepaalde van toepassing is op de eisen en vergunningstelsels met betrekking tot de vrijheid van vestiging en het vrij verkeer van diensten die onder de reikwijdte van de Europese Dienstenrichtlijn vallen.

Door de VNG is van enkele artikelen uit de VNG-Modeltelecommunicatieverordening uit 2007 aangegeven dat deze autonome bepalingen zouden moeten vervallen door de regeling van de WION, en dat de noodzaak tot screening daarmee vervalt. Dit betrof de artikelen 5 en 9 van de Modelverordening; deze consequentie is ook doorgevoerd in deze AVOI.

 

Artikel 6 Termijnen en looptijd

De beslistermijn is gelijk aan de aanvraagtermijn zodat de werkzaamheden op de geplande datum kunnen aanvangen, mits aan de voorwaarden tijdig en geheel voldaan is. Op grond van de Awb is de gemeente in beginsel verplicht een besluit te nemen na verloop van 8 weken. Deze termijn kan met een redelijke termijn worden verlengd. Als redelijke termijn geldt eveneens de termijn van 8 weken. Artikel 6 lid 4 beperkt de werkingsduur van graafvergunning om te voorkomen dat een grondroerder na te lange tijd alsnog gebruik maakt van de verleende vergunning. Voor bijzondere situaties, bijvoorbeeld zeer omvangrijke projecten is opgenomen dat het college de termijn kan verlengen. Het mogelijk gewijzigde gebruik van de gronden kan de werkzaamheden inmiddels onwenselijk maken.

 

Artikel 7 Voorschriften, beperkingen en verplichtingen

De gemeente kan aan de graafvergunning aanvullende voorschriften of beperkingen verbinden. Omwille van uniformiteit is in de verordening aangegeven welk soort voorschriften en beperkingen dit kunnen zijn. De voorschriften hebben vooral te maken met de wijze van uitvoering en zijn gericht op de belangen die de gemeente geacht wordt te behartigen. Voor het (her)straten wordt aangesloten bij landelijke erkende regelingen.

Daarnaast worden lokale regels en voorwaarden van toepassing verklaard, hetgeen als Handboek benoemd wordt. Artikel 7 omvat bepalingen over de informatievoorziening naar betrokkenen, medegebruik van voorzieningen, de eventuele zekerheidsstelling (als waarborg waar nodig geacht) en schadevergoeding. Tevens wordt de Legesverordening (en de periodiek bij te stellen Tarieventabel van toepassing verklaard), waarbij enerzijds geldt dat formeel en uniform legesheffing van toepassing is, maar waarvoor mede via deze Toelichting aangegeven wordt in het geval van andersluidende contractuele of concessie-afspraken op het gebied van deze financiële regelingen, deze van toepassing blijven zolang ze aantoonbaar en legaal zijn en niet vervangen zijn door nieuwe afspraken in de concrete situaties.

 

Artikel 8 Verleggingen van netten

Voor het verleggen van kabels van elektronische communicatienetwerken zijn de wettelijke regels (Telecommunicatiewet) van toepassing, volgens het principe ‘leggen om niet, verplaatsen om niet’.

Voor verleggingen van kabels en leidingen van nutsvoorzieningen zijn enkele procedurele regels opgenomen, die nadeer worden uitgewerkt in de Verlegregeling. Een netbeheerder is verplicht te verleggen als dat noodzakelijk is voor werken door of vanwege de gemeente. De gemeente zal dus moeten aantonen dat die noodzakelijkheid er is.

Artikel 8 lid 2, onderdeel b. verklaart de Verlegregeling van de gemeente Wijk bij Duurstede van toepassing. De eventueel te verlenen nadeelcompensatie aan netbeheerders of aan eigenaren wordt hierin nader geregeld. Deze regeling vervangt de tot dusver tussen partijen van toepassing zijnde (privaatrechtelijke) afspraken.

 

Artikel 9 Eigendom

Het zakelijk karakter van de instemming is er opdat een nieuwe aanbieder, die gebruik maakt van de kabel, de instemming heeft, en zich houdt aan de voorschriften. De wettelijke bepalingen (met name BW) zijn van toepassing op het eigendom van kabelnetwerken.

 

Artikel 10 Niet-openbare kabels en leidingen

Bij werkzaamheden met niet-openbare kabels en leidingen in openbare gronden geldt uitdrukkelijk géén wettelijke gemeentelijke gedoogplicht, maar wordt de AVOI in procedureel opzicht van overeenkomstige toepassing verklaard. Dat houdt in dat een voornemen tot het uitvoeren van (graaf)werkzaamheden voor niet-openbare kabels/leidingen in openbare gronden vooraf aangevraagd moet worden bij de gemeente, en dat de gemeente haar beleidsvrijheid heeft die vergunning al dan niet te verlenen (of de voorwaarden daarvoor te bepalen). Met betrekking tot verzoeken voor het verleggen van niet-openbare kabels en leidingen, dienen deze op verzoek van de gemeente, altijd op kosten van de eigenaar van de kabels en leidingen, uitgevoerd te worden.

 

Artikel 11 Niet in gebruik zijnde kabels en leidingen

Het artikel zorgt er voor, dat de gemeente geïnformeerd blijft over het totaal aan kabels en leidingen dat in de grond aanwezig is. Dit is van belang voor het geval er raafwerkzaamheden moeten worden verricht, als ook voor de toepassing van de Verlegregeling.

 

Artikel 12 Overleg

In de praktijk heeft de gemeente periodiek overleg met netbeheerders en andere grondroerders. Dit overleg krijgt formele status, zonder dat deelnemers hieraan rechten ontlenen. Verwacht wordt dat partijen aan dit overleg deelnemen en dat de gemeente hen zal uitnodigen. Doelstelling is tijdige informatie-uitwisseling over plannen tussen de gemeente en de gravende partijen zodat men waar mogelijk daarop tijdig kan inspelen.

 

Artikel 13 Toezicht en handhaving

Dit artikel heeft mede ten doel de betrokken partijen bewust te maken van het niet-vrijblijvende karakter van de AVOI. Uitgangspunt is dat partijen zich houden aan de bepalingen. Indien partijen zich daar niet aan houden, behoudt de gemeente zich nadrukkelijk het recht voor gebruik te maken van haar bevoegdheden. Met name bestuursrechtelijk zijn de Awb en de Gemeentewet van belang inzake bestuursdwang, last onder dwangsom en bestuurlijke boete. Indien en voor zover nodig kunnen daarnaast of aansluitend ook de civielrechtelijke en strafrechtelijke ( met name op grond van de Wet economische delicten) mogelijkheden benut worden.

 

Artikel 14 Naleving voorschriften

Dit artikel is het sluitstuk van toezicht en handhaving. Artikel 14 betreft het naleven van de voorschriften van de verordening. Het onderhavige artikel ziet, in aanvulling daarop, op de voorschriften in het instemmingsbesluit respectievelijk de graafvergunning.

 

Artikel 15 Verplichte verordening

Zoals reeds eerder aangegeven wordt met de vaststelling van deze verordening mede invulling gegeven aan de wettelijk (Telecommunicatiewet) verplichte lokale verordening. De thans bestaande Telecommunicatieverordening in de gemeente Wij bij Duurstede wordt ingetrokken en de vereiste wettelijke regeling wordt opgenomen in deze AVOI, die daarmee een breder bereik heeft dan uitsluitend het wettelijk verplichte deel.

 

Artikel 16 Inwerkingtreding

Geen nadere toelichting.

 

Artikel 17 Overgangsbepalingen

Ter aanvulling op de bepalingen in dit artikel en de toelichting op artikel 14, wordt erop gewezen dat de conform deze verordening (voorheen de Telecommunicatieverordening en aansluitend de AVOI) te verlenen instemming of vergunning een specifieke regeling is zoals wordt voorzien in de APV van de gemeente Wijk bij Duurstede zodra deze is aangepast.

In de APV-artikelen 2:15 lid 4 (Omgevingsvergunning voor het aanleggen, beschadigen en veranderen van een weg) en 5:24 lid 4 (Voorwerpen op, in of boven openbaar water) wordt aangegeven dat deze specifieke regeling geldt in plaats van het algemene verbod zoals opgenomen in die artikelen. Gezien deze APV-artikelen een bredere strekking hebben, blijven zij in stand, en wordt als aandachtspunt meegenomen dat bij de eerstkomende algemene wijziging van de APV in de 2 betreffende artikelleden de verwijzing naar de AVOI wordt opgenomen ter vervanging van de term Telecommunicatieverordening, die overigens materieel wel wordt geregeld door de AVOI.

 

Artikel 18 Citeertitel

Geen nadere toelichting.