Organisatie | Waalwijk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van haven- en kadegeld 2018 |
Citeertitel | Verordening havengelden 2018 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2018 | 01-01-2019 | Nieuwe regeling. | 02-11-2017 Officiele bekendmakingen, jaargang 2017,nr. 194470 | 2017/047 |
De raad van de gemeente Waalwijk heeft het voorstel over de belastingverordeningen 2018 van het college van burgemeester en wethouders van 19 september 2017 gelezen en besluit, gelet op de artikelen 216 en 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet; de volgende verordening vast te stellen:
“Verordening op de heffing en invordering van haven- en kadegeld 2018”
havengelden, worden rechten geheven ter zake van het gebruik overeenkomstig de bestemming van de voor de openbare dienst bestemde gemeentewateren, bezittingen, werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn en ter zake van het genot van door het gemeentebestuur verstrekte diensten in verband met dat gebruik;
kadegelden, worden rechten geheven terzake van het gebruik van de gemeentelijke kaden en loswallen voor de overslag van goederen zoals het gebruik van de kaden voor het opslaan, laden of lossen van goederen en andere voorwerpen op kaden, steigers en oevers, bij de gemeente in eigendom of in beheer of onderhoud, behorende bij de haven, alsmede voor het opslaan, laden of lossen van goederen en andere voorwerpen op of in vrachtwagens en voertuigen, aanwezig op de kaden, steigers en oevers.
Artikel 5 Termijnen van betaling
1.De rechten moeten worden betaald in geval de kennisgeving als bedoeld in artikel 4 mondeling wordt gedaan; op het moment van het doen van de kennisgeving; in geval de kennisgeving schriftelijk wordt gedaan: op het moment van uitreiken van de kennisgeving.
2.Indien de rechten niet op het in het eerste lid genoemde tijdstip kunnen worden vastgesteld moeten deze, in afwijking van het bepaalde in het eerste lid worden betaald in één termijn binnen dertig dagen na dagtekening van de schriftelijke kennisgeving, nota of andere schriftuur.
voor vaartuigen die in het kader van de uitoefening van beroep of bedrijf in onderhoud of aanbouw zijn dan wel verbouwd worden, naar het aantal steigereenheden dat door de vaartuigen in gebruik wordt genomen. Indien meerdere schepen in onderhoud of aanbouw zijn dan wel verbouwd worden, wordt per beschikbare steigereenheid steeds uitgegaan van een bezettingstermijn van acht maanden per jaar. Indien aantoonbaar is dat de beschikbare steigereenheden minder of meer dan acht maanden per jaar in gebruik zijn genomen, kan achteraf verrekening plaatsvinden.
Artikel 7 Onderdelen van tijdvakken en eenheden
Bij de berekening van het verschuldigde recht worden onderdelen van tijdvakken en eenheden, waarover tarieven worden berekend, voor een geheel gerekend.
Het havengeld wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in deze verordening en de tarieventabel die bij deze verordening hoort.
De in deze verordening en de bij deze verordening horende tarieventabel genoemde tarieven zijn exclusief de eventueel verschuldigde omzetbelasting.
Artikel 15 Nadere regels door het college
Het college kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten.
Artikel 16 Inwerkingtreding en citeertitel
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 2 november 2017
DE RAAD VAN DE GEMEENTE WAALWIJK
G.H. Kocken, drs. A.M.P. Kleijngeld
Tarieventabel behorende bij de verordening Havengelden 2018
2.Het tarief voor ligplaatsen voor pleziervaartuigen, voor vaartuigen in onderhoud en/of aanbouw (art 6d): | |||
Het recht als bedoeld in artikel 2, onderdeel b van de verordening bedraagt, exclusief omzetbelasting, voor:
4.voor een periode van een jaar € 98,85 per m2
4.1 Het recht als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, bedraagt per m2 € 0,33 per dag voor het plaatsen van zodanige toestellen, werken of inrichtingen, die met het lossen en laden van vaartuigen verband houden;
4.2 Het recht als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven met een minimum van telkens € 4,60
Behorende bij het raadsbesluit van 2 november 2017,