Organisatie | Waalwijk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen 2018 |
Citeertitel | Verordening Parkeerbelastingen 2018 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Gemeentewet, art. 225
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2018 | 01-01-2019 | Nieuwe regeling. | 02-11-2017 Officiele bekendmakingen, jaargang 2017, no 193123 | 2017/044 |
VERORDENING PARKEERBELASTINGEN 2018
De raad van de gemeente Waalwijk heeft het voorstel over de belastingverordeningen 2018 van het college van burgemeester en wethouders van 19 september 2017 gelezen en stelt, gelet op artikel 225 van de Gemeentewet, de volgende verordening vast:
“Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen 2018”
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van
een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt
tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk
laden of lossen van zaken, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar
verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan
houder: degene die naar de omstandigheden als houder van een voertuig moet
worden beschouwd, met dien verstande dat voor een motorrijtuig dat is
ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet aangehouden register van
opgegeven kentekens als houder wordt aangemerkt degene op wiens naam het
voor het motorrijtuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het
verzamelparkeermeters, voor het betalen van de parkeerbelasting ingerichte mobiele telefoons en computers, parkeerautomaten en hetgeen naar maatschappelijke opvatting overigens onder parkeerapparatuur wordt verstaan.
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt niet geheven van degene die op de voet van het tweede lid, onderdeel b, als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt, indien deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het voertuig heeft gebruik gemaakt endat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.
Artikel 4 Maatstaf van heffing, belastingtarief en belastingtijdvak
De maatstaf van heffing, het belastingtarief en het belastingtijdvak zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel.
Artikel 6 Wijze van heffing en termijn van betaling
1.De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven door middel vanhet bij aanvang van het parkeren werpen van geld in parkeerapparatuur, door middel van het al dan niet elektronisch in werking stellen van parkeerapparatuur of het met behulp van een mobiele telefoon, computer of ander communicatie-middel inloggen op de centrale computer van een belparkeerprovider. Indien de parkeerapparatuur is voorzien van een automatische slagboom moet de belasting worden betaald op het tijdstip waarop het parkeren eindigt. Van de verschuldigde belasting per tijdseenheid wordt op de parkeerapparatuur kennisgegeven. Het college van burgemeester en wethouders geeft omtrent een en ander nadere regels.
2.De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte en moet worden betaald op het tijdstip waarop de vergunning of ontheffing wordt verleend.
Artikel 7 Bevoegdheid tot aanwijzing parkeerplaatsen
De aanwijzing van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, mag worden geparkeerd geschiedt in alle gevallen door het college bij openbaar te maken besluit.
De kosten van de naheffingsaanslag ter zake van de belasting als bedoeld in artikel 2, onderdeel a. staan vermeld in de tarieventabel behorende bij deze verordening.
Bij de invordering van deze belasting wordt geen kwijtschelding verleend. De aanslag moet dus altijd worden betaald.
Het college kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de parkeerbelastingen.
Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel
1 De "Verordening Parkeerbelastingen 2017" van 3 november 2016, wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2018, maar blijft van toepassing op de belastbare feiten die zich voor 1 januari 2018 hebben voorgedaan.
2 Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2018.
3 De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2018.
4 Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening Parkeerbelastingen 2018".
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 2 november 2017.
DE RAAD VAN DE GEMEENTE WAALWIJK
G.H. Kocken, drs. A.M.P. Kleijngeld
Tarieventabel Parkeerbelastingen 2018
Het tarief voor het parkeren bij parkeerapparatuur als bedoeld in artikel 2, onderdeel a van de Verordening Parkeerbelastingen 2018 bedraagt voor de op de kaart aangegeven zones:
2.Tarief ontheffingen per jaar
Het tarief voor het parkeren bij parkeerapparatuur als bedoeld in artikel 2, onderdeel b van de Verordening Parkeerbelastingen 2018 bedraagt voor de op de kaart aangegeven zones:
3.Tarief vergunningen per jaar
Het tarief voor het parkeren in een vergunninghouderszone als bedoeld in artikel 2, onderdeel b van de Verordening Parkeerbelastingen 2018 bedraagt voor de op de kaart aangegeven zones:
*Een ontheffing groep 4 kan worden gebruikt voor het parkeren ten behoeve van het verlenen van gezondheidszorg in de directe omgeving van een verblijfplaats van een persoon die vanwege diens gezondheidstoestand niet in staat is deze zorg elders te ontvangen. Deze ontheffing kan tevens worden gebruikt als dagkaart in die gebieden waar uitsluitend met gebruikmaking van een parkeervergunning mag worden geparkeerd.
4.Tarief bezoekerskaarten/dagkaarten
Het tarief voor het parkeren met een bezoekers- of dagkaart in een vergunninghouderszone als bedoeld in artikel 2, onderdeel b van de Verordening Parkeerbelastingen 2018 bedraagt voor de op de kaart aangegeven zones:
Het tarief voor het parkeren bij parkeerapparatuur als bedoeld in artikel 2, onderdeel b van de Verordening Parkeerbelastingen 2018 bedraagt voor de op de kaart aangegeven zones:
De kosten voor de naheffingsaanslag ter zake van de belasting als bedoeld in artikel 2, onderdeel a van de Verordening Parkeerbelastingen 2018 bedragen € 62,-(2017: € 61,-)
Maandag tot en met donderdag 09.00-18.00 uur