Organisatie | Voerendaal |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Voerendaal december 2015 |
Citeertitel | Besluit maatschappelijke ondersteuning december 2015 gemeente Voerendaal |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Wet maatschappelijke ondersteuning 2015
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-12-2015 | 01-01-2016 | nieuwe regeling | 03-11-2015 Weekblad Gezien, 18 november 2015 | Zaaknr. 24190 |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Voerendaal,
gelet op de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Voerendaal oktober 2015, gehoord het Maatschappelijk platform Voerendaal,
besluit vast te stellen het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Voerendaal december 2015.
Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
In dit besluit wordt verstaan onder:
Cliëntondersteuning: onafhankelijke ondersteuning met informatie, advies en algemene ondersteuning die bijdraagt aan het versterken van de zelfredzaamheid en participatie en het verkrijgen van een zo integraal mogelijke dienstverlening op het gebied van maatschappelijke ondersteuning, preventieve zorg, zorg, jeugdhulp, onderwijs, welzijn, wonen, werk en inkomen.
Mantelzorg: hulp ten behoeve van zelfredzaamheid, participatie, beschermd wonen, opvang, jeugdhulp, het opvoeren en opgroeien van jeugdigen en zorg en overige diensten als bedoeld in de Zorgverzekeringswet, die rechtstreeks voortvloeit uit een tussen personen bestaande sociale relatie en die niet wordt verleend in het kader van een hulpverlenend beroep.
Tegemoetkoming in kosten: bijzondere wijze van verstrekking in de vorm van een forfaitair of gemaximeerd bedrag gebaseerd op artikel 2.1.7 van de wet. De tegemoetkoming in kosten is bedoeld om bepaalde (meer)kosten van voorzieningen mee te betalen. Hierbij wordt geen rekening gehouden met de werkelijke kosten en/of het inkomen.
Hoofdstuk 2 Persoonsgebonden budget en tegemoetkoming in kosten
Artikel 2. Verstrekking Persoonsgebonden budget / tegemoetkoming in kosten
1.a) Verstrekking van een toegekende maatwerkvoorziening, zoals bedoeld in artikel 12 van de verordening in de vorm van een persoonsgebonden budget vindt plaats op verzoek van de aanvrager.
b) Verstrekking van een tegemoetkoming in kosten als bedoeld in artikel 2.1.7 van de wet vindt plaats op verzoek van de aanvrager.
a) Het persoonsgebonden budget ten behoeve van diensten (hulp bij het huishouden, persoonlijke begeleiding, dagbesteding – al dan niet in combinatie met vervoer, kort verblijf/respijtzorg) wordt, o.g.v. artikel 2.6.2. van de wet, na toekenning periodiek uitgekeerd aan de zorgverlener door de SVB die het persoonsgebonden budget beheert (trekkingsrecht). De budgethouder dient zich te houden aan de regels die de SVB stelt.
b) Het persoonsgebonden budget voor overige maatwerkvoorzieningen en/of de tegemoetkoming in kosten worden na toekenning uitgekeerd aan de cliënt zelf. Uitbetaling vindt in principe achteraf plaats.
Artikel 3. Verantwoording persoonsgebonden budget / tegemoetkoming in kosten
b) Uit het persoonsgebonden budget verstrekt voor diensten mag niet betaald worden:
c) Het college stelt vast of de budgethouder het persoonsgebonden budget aan de onder in artikel 3 lid 2 sub a) genoemde zaken heeft besteed. Bij gebleken misbruik of onverantwoord gebruik van het toegekende persoonsgebonden budget kan het persoonsgebonden budget geheel of gedeeltelijk worden teruggevorderd of ingetrokken.
3.a) Uit het persoonsgebonden budget voor overige voorzieningen mag betaald worden:
b) Uit het persoonsgebonden budget voor overige voorzieningen mag niet worden betaald:
c) Het college stelt vast of de budgethouder het persoonsgebonden budget aan de onder in artikel 3 lid 3 sub a) genoemde zaken heeft besteed. Bij gebleken misbruik of onverantwoord gebruik van het toegekende persoonsgebonden budget kan het persoonsgebonden budget geheel of gedeeltelijk worden teruggevorderd of ingetrokken.
4.Indien een tegemoetkoming in de kosten vooraf wordt uitbetaald, controleert het college de besteding hiervan achteraf. Cliënt dient binnen drie maanden na verstrekking van de tegemoetkoming kosten desgevraagd een originele nota te kunnen overleggen.
Artikel 4. Hoogte persoonsgebonden budget Hulp bij huishouden
1.De hoogte van een persoonsgebonden budget voor hulp bij huishouden:
a) is gebaseerd op een door de cliënt opgesteld plan over hoe hij het pgb gaat besteden;
b) is toereikend om effectieve en kwalitatief goede zorg in te kopen, en
c) bedraagt ten hoogste de kostprijs van de in de betreffende situatie goedkoopst adequate maatwerkvoorziening in natura.
c) een bedrag per uur beschikbaar gesteld voor Hulp bij het huishouden – plus, zoals opgenomen in bijlage 4. Hierbij dient te allen tijde de zorg te worden geleverd door een zorgaanbieder / Kamer van Koophandel geregistreerde zelfstandig ondernemer (minimaal MBO niveau 3).
De vóór 1 januari 2011 toegekende persoonsgebonden budgetten voor HbH basis behouden het recht op een vergoeding van € 14,92 per uur tot het moment van beëindiging van de voorziening. Als bij een herindicatie blijkt dat de zorg door een zorgaanbieder / Kamer van Koophandel geregistreerde zelfstandig ondernemer wordt geleverd, wordt vanaf de datum van de nieuwe indicatie het hierbij behorende tarief verstrekt. Als bij de herindicatie blijkt dat de zorg door familieleden of bekenden wordt geleverd, wordt het tarief ad € 14,92 per uur aangehouden. Dit tarief wordt wordt niet geïndexeerd tot het moment waarop het tarief ad € 14,92 per uur gelijk of hoger is aan het persoonsgebonden budget-tarief voor HbH basis welke door familie, bekenden of een alfahulp wordt ingevuld. Vanaf dan geldt voor deze bestaande budgethouders dezelfde tarieven als voor nieuwe indicaties / budgethouders.
Artikel 5. Hoogte persoonsgebonden budget 'persoonlijke begeleiding- individueel'
1.De hoogte van een persoonsgebonden budget voor persoonlijke begeleiding individueel:
a) is gebaseerd op een door de cliënt opgesteld plan over hoe hij het pgb gaat besteden;
b) is toereikend om effectieve en kwalitatief goede zorg in te kopen, en
c) bedraagt ten hoogste de kostprijs van de in de betreffende situatie goedkoopst adequate maatwerkvoorziening in natura.
Artikel 6. Hoogte persoonsgebonden budget 'persoonlijke begeleiding – Groep'
1.De hoogte van een persoonsgebonden budget voor persoonlijke begeleiding groep:
a) is gebaseerd op een door de cliënt opgesteld plan over hoe hij het pgb gaat besteden;
b) is toereikend om effectieve en kwalitatief goede zorg in te kopen, en
c) bedraagt ten hoogste de kostprijs van de in de betreffende situatie goedkoopst adequate maatwerkvoorziening in natura.
2.De hoogte van het persoonsgebonden budget ten aanzien van persoonlijke begeleiding aangeboden in een groep komt overeen met het laagste tarief per uur voor een dergelijke groepsbegeleiding in natura door een door de gemeente gecontracteerde zorgaanbieder, zoals opgenomen in bijlage 4.
Artikel 7. Hoogte persoonsgebonden budget 'dagbesteding'
1.De hoogte van een persoonsgebonden budget voor dagbesteding:
a) is gebaseerd op een door de cliënt opgesteld plan over hoe hij het pgb gaat besteden;
b) is toereikend om effectieve en kwalitatief goede zorg in te kopen, en
c) bedraagt ten hoogste de kostprijs van de in de betreffende situatie goedkoopst adequate maatwerkvoorziening in natura.
2.De hoogte van het persoonsgebonden budget ten behoeve van dagbesteding per twee uur dienstverlening, komt overeen met het laagste tarief voor dergelijke begeleiding in natura door een door de gemeente gecontracteerde aanbieder, zoals opgenomen in bijlage 4. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen:
a) groepsbegeleiding of dagbesteding met laag intensieve ondersteuning uitgevoerd door (vrijwilligers met ondersteuning van) een beroepskracht, in dienst bij een zorgaanbieder dan wel als bij de Kamer van Koophandel geregistreerde zelfstandig ondernemer;
b) groepsbegeleiding of dagbesteding met hoog intensieve ondersteuning vanwege gedrag, sterk verminderde zelfregie en/of uitgebreide beperkingen, uitgevoerd door daartoe opgeleide personen, in dienst bij een zorgaanbieder dan wel als bij de Kamer van Koophandel geregistreerde zelfstandig ondernemer.
3.De hoogte van het persoonsgebonden budget ten behoeve van vervoer van en naar de dagbesteding, geïndiceerd per dag, komt overeen met het laagste tarief voor dergelijk vervoer in natura door een door de gemeente gecontracteerde zorg in natura zorgaanbieder, zoals opgenomen in bijlage 4.
Artikel 8. Hoogte persoonsgebonden budget respijtzorg / kortdurend verblijf
1.De hoogte van een persoonsgebonden budget voor respijtzorg / kortdurend verblijf:
a) is gebaseerd op een door de cliënt opgesteld plan over hoe hij het pgb gaat besteden;
b) is toereikend om effectieve en kwalitatief goede zorg in te kopen, en
c) bedraagt ten hoogste de kostprijs van de in de betreffende situatie goedkoopst adequate maatwerkvoorziening in natura.
a) voor de daadwerkelijke kosten voor het bed-bad-brood en een dagactiviteit met cliënt, indien dit wordt uitgevoerd door een persoon uit het sociaal netwerk, zoals opgenomen in bijlage 4.
b) gebaseerd op het laagste tarief per etmaal van een door de gemeente gecontracteerde zorg in natura aanbieder, indien de ondersteuning wordt uitgevoerd door daartoe opgeleide personen, in dienst bij een zorgaanbieder dan wel als zelfstandig ondernemer geregistreerd bij de kamer van koophandel, met eventuele ondersteuning van vrijwilligers, zoals opgenomen in bijlage 4.
Artikel 9. Hoogte persoonsgebonden budget voor rolstoelvoorzieningen en
-aanpassingen en tegemoetkoming in kosten voor sportrolstoel
1.Voor het persoonsgebonden budget ten aanzien van een rolstoelvoorziening (incl. rolstoelaanpassingen) wordt een bedrag beschikbaar gesteld dat bestaat uit:
a) het bruto bedrag dat maximaal 100% is van het bedrag zoals de kosten van de te verstrekken maatwerkvoorziening in natura bedragen. De kosten in natura zijn de kosten zoals door de gemeente overeengekomen met de dienstverlenende organisatie die deze voorziening biedt, dan wel is vastgesteld op basis van de goedkoopst adequate offerte (van 3 offertes).
Als de naturaverstrekking een tweedehands voorziening betreft, wordt de kostprijs daarop gebaseerd, met een looptijd gelijk aan de verkorte termijn waarop de zaak technisch is afgeschreven, rekening houdend met onderhoud en verzekering. Als de naturaverstrekking een nieuwe voorziening betreft, wordt de kostprijs daarop gebaseerd, rekening houdend met een eventueel door de gemeente te ontvangen korting en rekening houdend met onderhoud en verzekering.
b) Aanvullende kosten, indien van toepassing, zoals verzekering, onderhoud en reparatie, voor de duur van de economische afschrijvingstermijn, zoals dat door de gemeente aan de dienstverlenende organisatie wordt betaald en vastgesteld bij de verstrekking van een maatwerkvoorziening in natura.
2.Een tegemoetkoming in de kosten, op grond van artikel 2.1.7 van de wet, kan op aanvraag worden verstrekt voor aanschaf, verzekering, onderhoud en reparatie van een sportrolstoel en bedraagt maximaal € 3000. Deze tegemoetkoming wordt maximaal eenmaal in de vijf jaar verstrekt.
Artikel 10. Hoogte van het persoonsgebonden budget scootmobiel en hoogte tegemoetkoming voor taxikosten en auto-aanpassing
Bij de verstrekking of toekenning van een maatwerkvoorziening voor vervoer geniet de voorziening, zoals bedoeld in artikel 10 lid 3 van de verordening (CVV) altijd het primaat boven de verstrekking van een persoonsgebonden budget. Uitzondering hierop zijn de vervoersvoorzieningen die om medische redenen en/of andere zwaarwegende redenen niet ingevuld kunnen worden door de verstrekking van een collectieve vervoersvoorziening.
a) een brutobedrag dat maximaal 100% van de kosten dekt van de te verstrekken maatwerkvoorziening in natura. De kosten in natura zijn de kosten zoals door de gemeente contractueel overeengekomen met de dienstverlenende organisatie die deze voorziening biedt, dan wel is vastgesteld op basis van de goedkoopst adequate offerte (van drie offertes).
Als de naturaverstrekking een tweedehands voorziening betreft, wordt de kostprijs daarop gebaseerd, met een looptijd gelijk aan de verkorte termijn waarop de zaak technisch is afgeschreven, rekening houdend met onderhoud en verzekering. Als de naturaverstrekking een nieuwe voorziening betreft, wordt de kostprijs daarop gebaseerd, rekening houdend met een eventueel door de gemeente te ontvangen korting en rekening houdend met onderhoud en verzekering.
b) Aanvullende kosten, indien van toepassing, zoals verzekering, onderhoud en reparatie, voor de duur van de economische afschrijvingstermijn, zoals dat door de gemeente aan de dienstverlenende organisatie wordt betaald en vastgesteld bij de verstrekking van een maatwerkvoorziening in natura.
3.Indien het CVV geen adequate voorziening is, kan op grond van artikel 2.1.7 van de wet desgevraagd een tegemoetkoming in de kosten verstrekt worden voor individuele (rolstoel)taxikosten of een auto-aanpassing van de eigen auto.
Artikel 11. Hoogte van het persoonsgebonden budget / tegemoetkoming in kosten woonvoorzieningen
1.Voor het persoonsgebonden budget ten aanzien van losse woonvoorzieningen (zoals traplift, hellingbaan, vaste douchestoel, etc.) wordt een bedrag beschikbaar gesteld dat bestaat uit:
a) het bruto bedrag dat maximaal 100% is van het bedrag zoals de kosten van de te verstrekken maatwerkvoorziening in natura bedragen. De kosten in natura zijn de kosten zoals door de gemeente overeengekomen met de dienstverlenende organisatie die deze voorziening biedt, dan wel is vastgesteld op basis van de goedkoopst adequate offerte (van drie offertes).
Als de naturaverstrekking een tweedehands voorziening betreft, wordt de kostprijs daarop gebaseerd, met een looptijd gelijk aan de verkorte termijn waarop de zaak technisch is afgeschreven, rekening houdend met onderhoud en verzekering. Als de natura-verstrekking een nieuwe voorziening betreft, wordt de kostprijs daarop gebaseerd, rekening houdend met een eventueel door de gemeente te ontvangen korting en rekening houdend met onderhoud en verzekering.
b) Aanvullende kosten, indien van toepassing, zoals verzekering, onderhoud en reparatie, voor de duur van de economische afschrijvingstermijn, zoals dat door de gemeente aan de dienstverlenende organisatie wordt betaald en vastgesteld bij de verstrekking van een maatwerkvoorziening in natura.
2.a) Voor het persoonsgebonden budget ten aanzien van woningaanpassingen (zoals douche op afschot, verbreden deuropeningen, aanpassen van functie woonruimten, etc.) wordt een bedrag beschikbaar gesteld overeenkomstig de door de gemeente opgestelde kostenraming. De kostenraming komt tot stand o.b.v. de jaarlijks geactualiseerde lijst met normbedragen van een onafhankelijk adviesbureau. En als dit in voorkomende gevallen niet mogelijk is dan wordt het persoonsgebonden budget vastgesteld op basis van de goedkoopst adequate offerte (van drie offertes).
b) Indien de onder 2a) verstrekte maatwerkvoorziening gerealiseerd wordt door een persoon uit het sociaal netwerk, dan wordt de hoogte van het persoonsgebonden budget vastgesteld op basis van de benodigde materiaalkosten vermeerderd met de vigerende vrijwilligersvergoeding zoals door de belastingdienst bepaald.
Artikel 12. Hoogte van tegemoetkoming voor verhuis- en inrichtingskosten
De aanvraag voor een tegemoetkoming verhuis- en inrichtingskosten wordt geweigerd indien de noodzaak tot het treffen van de voorziening het gevolg is van een verhuizing waartoe op grond van de ergonomische beperkingen geen aanleiding bestond, tenzij naar het oordeel van het college hiervoor een gegronde reden was.
Artikel 13. Hoogte van tegemoetkoming in kosten van tijdelijke huisvesting
Rekening houdend met artikel 10 lid 4 sub a van de verordening kan het college op grond van artikel 2.1.7 van de wet een tegemoetkoming in de kosten van tijdelijke huisvesting verlenen aan een persoon. Het betreffen kosten die moeten worden gemaakt in verband met het aanpassen van de huidige woonruimte of de nog te betrekken woonruimte. De kosten hebben alleen betrekking op de periode dat de woonruimte ten gevolge van het verrichten van de woningaanpassing niet bewoond kan worden, en de persoon als gevolg daarvan voor dubbele woonlasten komt te staan. Deze tegemoetkoming wordt alleen verleend als de persoon redelijkerwijs niet had kunnen voorkomen dat hij deze dubbele woonlasten zou hebben.
a) maximaal € 454,00 per maand voor het tijdelijk betrekken van zelfstandige woonruimte en het langer moeten aanhouden van de te verlaten woonruimte.
b) maximaal € 350,00 per maand voor het tijdelijk betrekken van een niet-zelfstandige woonruimte.
Hoofdstuk 3 Overige bepalingen t.a.v. woonvoorzieningen
Indien de kosten van een voorziening € 6.500,- of meer bedragen voor woonvoorzieningen zoals genoemd in artikel 9 van de verordening, dient belanghebbende in beginsel te verhuizen naar een voor hem/haar geschikte aangepaste woning, voor zover deze binnen de medisch aanvaardbare termijn beschikbaar is. Dit wordt het verhuisprimaat genoemd. De tegemoetkoming zoals bedoeld in artikel 12 van dit besluit (tegemoetkoming voor verhuis- en inrichtingskosten) kan dan worden verstrekt.
Als blijkt dat er geen geschikte aangepaste woning zoals genoemd in artikel 14 lid 1 van dit besluit binnen de medisch aanvaardbare termijn beschikbaar is, komen de kosten voor de woonvoorzieningen zoals genoemd in artikel 9 van de verordening voor rekening van de gemeente Voerendaal tot een bedrag van maximaal € 20.000.
Artikel 16. Gereedmelding woningaanpassing
Na realisatie van de woonvoorziening dient de eigenaar van de woning een gereedmeldingsformulier in te dienen. De beschikking, waarin het persoonsgebonden budget zoals bedoeld in artikel 11 van de verordening is toegekend, wordt ingetrokken indien het gereedmeldingsformulier niet binnen een termijn van 6 maanden – gerekend vanaf de datum van de beschikking – is ingediend.
De eigenaar van de woning kan eenmaal schriftelijk en gemotiveerd om uitstel van deze termijn verzoeken met een maximum van 6 maanden. Dit verzoek moet één maand voorafgaand aan het verstrijken van de termijn zoals bedoeld in artikel 15 lid 1 bij het college van burgemeester en wethouders worden ingediend.
Artikel 17. Terugbetaling bij woningaanpassingen
De eigenaar/bewoner die krachtens artikel 9 van de verordening een woonvoorziening van minimaal € 10.000 heeft ontvangen, en die binnen een periode van vijf jaar na realisatie van de voorziening, de woning verkoopt is gehouden om binnen een week na het passeren van de notariële akte van levering, het college van B&W hiervan schriftelijk op de hoogte te stellen. Het verstrekte bedrag dient deels aan de gemeente te worden gerestitueerd.
Voor zover het in alle redelijkheid mogelijk is (naar het oordeel van het college), kan de eigenaar/ bewoner er ook voor kiezen om de aangebrachte woonvoorziening aan de gemeente te retourneren (voor rekening van de eigenaar/bewoner) zodat geen restitutie van het totale verstrekte bedrag is verschuldigd.
Hoofdstuk 4 Bijdrage in de kosten
Artikel 19. Bijdrage in de kosten voor een maatwerkvoorziening
Voor een belanghebbende vanaf 18 jaar wordt een bijdrage in de kosten gehanteerd voor een maatwerkvoorziening, zolang hij van de voorziening gebruikt maakt of gedurende de periode waarvoor het persoonsgebonden budget wordt verstrekt, tenzij het een maatwerkvoorziening in de vorm van een rolstoel betreft.
a) Het bedrag dat een ongehuwde persoon jonger dan 65 jaar dient te betalen bedraagt per 01 januari 2015 € 19,40 per vier weken, met dien verstande dat indien zijn bijdrage plichtig inkomen meer bedraagt dan € 22.331,00 het bedrag van € 19,40 wordt verhoogd met een dertiende deel van 15% van het verschil tussen zijn inkomen en € 22.331,00.
b) Het bedrag dat een ongehuwde persoon van 65 jaar en ouder dient te betalen bedraagt per 01 januari 2015 € 19,40 per vier weken, met dien verstande dat indien zijn bijdrage plichtig inkomen meer bedraagt dan € 16.634,00 het bedrag van € 19,40 wordt verhoogd met een dertiende deel van 15% van het verschil tussen zijn inkomen en € 16.634,00.
c) Het bedrag dat gehuwde personen waarvan beiden of een van beide jonger is dan 65 jaar dienen te betalen bedraagt per 01 januari 2015 € 27,60 per vier weken, met dien verstande dat indien hun gezamenlijke bijdrage plichtig inkomen meer bedraagt dan € 27.917,00 het bedrag van € 27,60 wordt verhoogd met een dertiende deel van 15% van het verschil tussen dat gezamenlijke inkomen en € 27.917,00.
d) Het bedrag dat gehuwde personen die beiden 65 jaar of ouder zijn dienen te betalen bedraagt per 01 januari 2015 € 27,60 per vier weken, met dien verstande dat indien hun gezamenlijke bijdrage plichtig inkomen meer bedraagt dan € 23.046,00 het bedrag van € 27,60 wordt verhoogd met een dertiende deel van 15% van het verschil tussen dat gezamenlijke inkomen en € 23.046,00.
De genoemde bedragen per vier weken, de inkomensbedragen en de percentages die gelden voor de berekening van de bijdrage in de kosten in het derde lid worden jaarlijks, in dit besluit voor het eerst per 01 januari 2016, op basis van de door het ministerie van VWS opgestelde advies en geadviseerde parameterset, bijgesteld.
Hoofdstuk 5 Advisering en afstemming
Ingevolge artikel 7 lid 2 sub c van de verordening, dient boven een bedrag van € 20.000 advisering plaats te vinden door een onafhankelijk extern medisch adviesorgaan.
Dit besluit kan worden aangehaald als: 'Besluit maatschappelijke ondersteuning december 2015 gemeente Voerendaal'.
Artikel 24. Inwerkingtreding en intrekking
Het 'Besluit maatschappelijke ondersteuning december 2015 gemeente Voerendaal' treedt in werking op 1 december 2015. Het 'Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Voerendaal 2015' wordt met ingang van deze datum ingetrokken.
Aldus vastgesteld door het college van de Gemeente Voerendaal op 3 november 2015
Bijlage 1 Onderbouwing berekening persoonsgebonden budgetten van diensten
Bij de vaststelling van de hoogte van het persoonsgebonden budget ten aanzien van ‘hulp bij het huishouden’ wordt rekening gehouden met het volgende:
Persoonlijke begeleiding – Individueel
Bij de vaststelling van de hoogte van het persoonsgebonden budget ten aanzien
van ’persoonlijke begeleiding individueel’ wordt rekening gehouden met het volgende:
Kortdurend verblijf / respijtzorg
Het tarief per etmaal, voor ondersteuning die wordt geboden door het sociaal netwerk of mensen die niet als zelfstandig ondernemer bij de Kamer van Koophandel geregistreerd zijn, is gebaseerd op basis van de daadwerkelijke kosten voor het bed-bad-brood en een dagactiviteit met belanghebbende. Voor het bepalen van deze kosten is uitgegaan van de gegevens van het NIBUD, zoals hieronder weergegeven.
Kosten van voeding 2014 per persoon per dag
* Meegerekend zijn de kosten voor elektriciteit, water, waspoeder en afschrijving en onderhoud van de wasmachine. De bedragen in de tabel zijn voor een was zonder voorwas.
Ongeveer € 1,30 per droogbeurt
Voor de kosten van een dagactiviteit zijn gemiddelde tarieven opgenomen en/of bekend. Het is echter niet zo, dat een dagactiviteit altijd geld dient te kosten. De ene keer blijft men in de woonsituatie en vindt daar de dagactiviteit plaats. Een andere keer is er sprake van een dagactiviteit buitenshuis met evt. entreegeld of een extra kop koffie. Om deze reden is gekozen om uit te gaan van een gemiddeld bedrag voor dagbesteding, waarvoor een bedrag ad. € 10,00 reëel wordt geacht.
Om er voor te zorgen dat er 1 tarief per etmaal gehanteerd kan worden voor alle belanghebbenden die ondersteuning ontvangen door het sociaal netwerk of mensen die niet als zelfstandig ondernemer bij de Kamer van Koophandel geregistreerd zijn, wordt van elke kostenpost het hoogste bedrag gehanteerd:
Bijlage 2. Niet-limitatieve lijst van algemeen gebruikelijke (woon)voorzieningen
De onderstaande voorzieningen komen in beginsel niet voor vergoeding in aanmerking:
toiletgelegenheid op de eerste etage
alle vormen van kranen (eenhendel, mengkranen, thermostaatkranen en glijstangset)
badkamer renovatie (vervangen lavet door douche)
douchecabine, douchecel, douchewand
Bijlage 3. Vergoeding keuring, onderhoud en reparatie
Vergoeding voor kosten van onderhoud en keuring ingevolge artikel 11 lid 3. Tarieven per 1 januari 2015
De hieronder genoemde mechanische woonvoorzieningen in woningen en trappenhuizen komen in aanmerking voor een tegemoetkoming in de werkelijk gemaakte kosten van keuring en onderhoud, doch het de tegemoetkoming bedraagt maximaal het bedrag ter hoogte van het goedkoopste onderhoudscontract van de betreffende leverancier van de voorziening: