Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Leidschendam-Voorburg

Nadere regels voor de warenmarkt in de gemeente Leidschendam-Voorburg

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieLeidschendam-Voorburg
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingNadere regels voor de warenmarkt in de gemeente Leidschendam-Voorburg
CiteertitelMarktreglement gemeente Leidschendam-Voorburg 2010
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp
Externe bijlagenMarktterrein Oosteinde Voorburg Markt Leidsenhage Inrichting dagplaats

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 160, eerste lid, sub h
  2. Marktverordening gemeente Leidschendam-Voorburg 2010, art. 3
  3. Algemene wet bestuursrecht

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

02-07-201021-05-2019nieuwe regeling

22-06-2010

Leidschendammer / Voorburgse Courant 1-7-2010

451308

Tekst van de regeling

Intitulé

Nadere regels voor de warenmarkt in de gemeente Leidschendam-Voorburg

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leidschendam-Voorburg;

 

gelet op artikel 160, eerste lid sub h, van de Gemeentewet, artikel 3 van de Marktverordening gemeente Leidschendam-Voorburg 2010 en de Algemene wet bestuursrecht;

 

overwegende dat het wenselijk is nadere regels vast te stellen met betrekking tot uitvoering van de marktverordening en een ordelijk verloop van de markt(en);

 

B E S L U I T:

 

vast te stellen de volgende Nadere regels voor de warenmarkt in de gemeente Leidschendam-Voorburg

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsomschrijving

De in artikel 1 van de Marktverordening gemeente Leidschendam-Voorburg 2010 gegeven begripsomschrijvingen zijn van overeenkomstige van toepassing op deze nadere regels.

Hoofdstuk 2. Bepalingen over vergunningen

Artikel 2. Inhoud vaste standplaatsvergunning

  • 1.

    Een vaste standplaatsvergunning vermeldt in ieder geval:

    • a.

      de naam en voornamen, de geboortedatum en -plaats, het adres en de woonplaats van de vergunninghouder;

    • b.

      een duidelijke omschrijving van de toegewezen vaste standplaats met vermelding van het nummer en de afmetingen daarvan;

    • c.

      de kraam of andere verkoopmaterialen die de vergunninghouder bij het innemen van de standplaats mag gebruiken;

    • d.

      het soort artikelen dat de vergunninghouder mag verhandelen of de branche waartoe de vergunninghouder behoort;

    • e.

      de datum waarop aan de vergunninghouder voor het eerst vergunning is verleend en zijn volgnummer op de anciënniteitlijst;

    • f.

      dat de vergunninghouder zelf zorg draagt voor de inzameling en afvoer van zijn afval en dat hij zijn standplaats schoon oplevert;

    • g.

      de wijze waarop de vergunninghouder zijn elektriciteit betrekt;

    • h.

      welke geluidsapparatuur op de standplaats is toegestaan;

    • i.

      welke kook-, bak- en verwarmingsapparatuur zijn toegestaan.

  • 2.

    Aan de vergunning wordt een middel ter identificatie gehecht.

Artikel 3. Inschrijving op de anciënniteitlijst

Vergunninghouders van vaste standplaatsen worden ingeschreven op een doorlopend genummerde lijst met vermelding van en in volgorde van de datum waarop aan hen voor het eerst een vaste standplaats is toegewezen. Bij deze inschrijving wordt tevens vermeld de soort artikelen die de vergunninghouder mag verhandelen of de branche waartoe hij behoort.

Artikel 4. Doorhalen van inschrijving op wachtlijst

De inschrijving op de wachtlijst wordt doorgehaald:

  • a.

    indien de ingeschrevene zijn inschrijving niet jaarlijks voor 1 januari heeft verlengd;

  • b.

    op schriftelijk verzoek van de ingeschrevene;

  • c.

    bij overlijden van de ingeschrevene;

  • d.

    wanneer aan de ingeschrevene een vergunning voor een vaste standplaats is verleend, tenzij hij deze op grond van bijzondere omstandigheden niet aanvaardt;

  • e.

    indien niet meer aan de vereisten van artikel 6 van de Marktverordening gemeente Leidschendam-Voorburg 2010 wordt voldaan.

Artikel 5. Volgorde toewijzing vaste standplaatsen

Indien voor de toewijzing van een beschikbare vaste standplaats meer aanvragers in aanmerking komen, wordt de standplaats met inachtneming van de brancheringslijst achtereenvolgend toegewezen aan:

  • a.

    de vergunninghouder van een vaste standplaats die aan het college schriftelijk de wens te kennen heeft gegeven van standplaats te willen veranderen, in volgorde van plaatsing op de anciënniteitlijst;

  • b.

    degene die op de wachtlijst staat ingeschreven, in volgorde van inschrijving op deze lijst, met dien verstande dat de wachtlijst wordt opgeheven op 1 januari 2011;

  • c.

    voor de toewijzing van een vaste standplaats komt voorts in aanmerking een handelingsbekwaam natuurlijk persoon die de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt en schriftelijk reageert op een advertentie van een vacante standplaats;

  • d.

    de toewijzing van de beschikbare standplaats(en) als bedoeld in c, geschiedt door middel van loting.

Artikel 6. Overschrijving vaste standplaatsvergunning

Voor de toewijzing van een vaste standplaats komt in aanmerking een handelingsbekwaam natuurlijk persoon die de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt;

Artikel 7. Toewijzing dagplaats

  • 1.

    Voor de toewijzing van een dagplaats komt uitsluitend in aanmerking een handelingsbekwaam natuurlijk persoon die de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt.

  • 2.

    Toewijzing van een dagplaats geschiedt met inachtneming van de brancheringslijst en indien daartoe noodzaak bestaat door middel van loting.

  • 3.

    Gegadigden voor een dagplaats dienen zich op de marktdag om uiterlijk 09.00 uur te melden bij de marktmeester.

  • 4.

    Geen dagplaats wordt toegewezen aan een gegadigde die artikelen verkoopt uit een branche die reeds in haar totaliteit is bezet.

  • 5.

    Van het vorenstaande kan worden afgeweken indien door het toepassen van deze regel bij de toewijzing dagplaatsen overblijven.

  • 6.

    De inrichting van een dagplaats geschiedt in ieder geval volgens bijlage 3 van het Marktreglement gemeente Leidschendam-Voorburg 2010.

  • 7.

    Degene aan wie een dagplaats wordt toegewezen ontvangt bij innemen van de dagplaats een dagplaatsvergunning.

Artikel 8. Toewijzing standwerkersplaats

  • 1.

    Voor de toewijzing van een standwerkersplaats komt uitsluitend in aanmerking een handelingsbekwaam natuurlijk persoon die de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt.

  • 2.

    Het college wijst een standwerkersplaats toe door middel van loting.

  • 3.

    Standwerkers die deelnemen aan de loting voor een standwerkersplaats op de markt in Leidschendam dienen zich op de daarvoor aangewezen marktdag om uiterlijk 08.45 uur te melden bij de marktmeester. Standwerkers die deelnemen aan de loting voor een standwerkersplaats op de markt in Voorburg dienen zich op de daarvoor aangewezen marktdag om uiterlijk 08.45 uur te melden bij de marktmeester.

  • 4.

    Indien een standwerker zich wil doen bijstaan, meldt hij dit vooraf aan de marktmeester onder vermelding van de naam van degene die hem zal bijstaan. Degene die hem zal bijstaan, mag niet op eigen naam deelnemen aan de loting.

  • 5.

    De standwerkersplaatsen bevinden zich uitsluitend op de locaties zoals aangegeven in bijlage 1 en 2 van het Marktreglement gemeente Leidschendam-Voorburg 2010.

  • 6.

    Een standwerker wordt met ten hoogste één artikel toegelaten op de markt. Dit artikel dient de standwerker voorafgaand aan de loting aan de marktmeester te melden.

Hoofdstuk 3. Bepalingen over het gebruik van de standplaats

Artikel 9. Persoonlijk innemen standplaats; bijstand

  • 1.

    De vergunninghouder neemt de standplaats die hem is toegewezen persoonlijk in. Hij mag de standplaats niet aan een ander afstaan of in gebruik geven.

  • 2.

    De vergunninghouder mag zich op de standplaats doen bijstaan.

Artikel 10. Afwezigheid wegens vakantie of bijzondere omstandigheden

  • 1.

    De vergunninghouder van een vaste standplaats die wegens vakantie of bijzondere omstandigheden verhinderd is zijn vaste standplaats in te nemen, deelt dit schriftelijk mee aan het college. Bij vakantie geeft de vergunninghouder aan hoe lang zijn afwezigheid duurt.

  • 2.

    De schriftelijke mededeling wordt tijdig voor de desbetreffende marktdag gedaan. Plotselinge verhindering wordt mondeling of telefonisch aan de marktmeester gemeld, gevolgd door een schriftelijke bevestiging daarvan aan het college.

  • 3.

    De maximumtermijn voor vakantie is bepaald op zes weken per jaar.

Artikel 11. Ontheffing en vervanging

  • 1.

    In geval van vakantie of bijzondere omstandigheden kan het college op aanvraag van de vergunninghouder van een vaste standplaats hem tijdelijk ontheffing verlenen van de verplichting uit artikel 9.

  • 2.

    Het college kan op aanvraag van de vergunninghouder hem vergunning verlenen zich op zijn standplaats te laten vervangen door een met name genoemde persoon.

Artikel 12. Legitimatie en identiteit vergunninghouder

  • 1.

    Degene die een standplaats op de markt inneemt of wenst in te nemen, dient op eerste aanvraag van de marktmeester aan te tonen dat hij de vergunninghouder is.

  • 2.

    De vergunninghouder dient bij zijn standplaats duidelijk zichtbaar zijn naam en eventuele bedrijfsnaam aan te geven.

Artikel 13. Tijdstip innemen standplaats/aan- en afvoer goederen

  • 1.

    Het is verboden voor vergunninghouders op het marktterrein meer dan drie uur voor aanvang en meer dan drie uur na afloop van de markt met een voertuig, goederen of anderszins ruimte in te nemen of goederen aan of af te voeren.

  • 2.

    De vergunninghouder is verplicht zijn standplaats tot de sluitingstijd van de markt te blijven innemen. Het college kan hiervan ontheffing verlenen.

  • 3.

    Indien de vergunninghouder zijn vaste standplaats niet uiterlijk om 09.00 uur heeft ingenomen, wordt de desbetreffende standplaats voor die dag als dagplaats aangemerkt, tenzij de marktmeester door de vergunninghouder tijdig wordt verzocht de standplaats voor hem beschikbaar te houden.

Hoofdstuk 4. Gebruik parkeerstrook Rozenboomlaan

Artikel 14. Parkeren voertuigen van standplaatshouders

  • 1.

    Het parkeren van voertuigen van standplaatshouders van de markt in Voorburg dient zoveel mogelijk te geschieden aan de Parkweg. De parkeerstrook aan de Rozenboomlaan dient vrijgehouden te worden voor voertuigen van bezoekers van de markt en van de winkelpromenade Herenstraat.

  • 2.

    Parkeercontroleurs controleren tijdens en buiten marktdagen op aanwezigheid van een parkeerschijf achter de vooruit van voertuigen. Tegen het aantreffen van een voertuig zonder parkeerschijf, respectievelijk een verlopen parkeerschijf, wordt handhavend opgetreden.

Hoofdstuk 5. Slotbepalingen

Artikel 15. Intrekken oude regeling

De “Nadere regels toewijzing dagplaatsen en standwerkersplaatsen markten Leidschendam-Voorburg”, zoals vastgesteld op 15 maart 2005 door het college van burgemeester en wethouders van Leidschendam-Voorburg, wordt ingetrokken.

Artikel 16. Inwerkingtreding

Het Marktreglement en de samenhangende regels treden in werking één dag na bekendmaking.

Artikel 17. Overgangsbepaling wachtlijst

  • 1.

    Op de wachtlijst vinden vanaf het moment van inwerkingtreding van de Marktverordening gemeente Leidschendam-Voorburg 2010 geen nieuwe inschrijvingen meer plaats.

  • 2.

    Diegenen die op het moment van inwerkingtreding van de Marktverordening gemeente Leidschendam-Voorburg 2010 staan ingeschreven op de wachtlijst kunnen aanspraak blijven maken indien en voorzover zij voldoen aan het bepaalde in artikel 6 van de Marktverordening gemeente Leidschendam-Voorburg 2010.

  • 3.

    Ingeschrevenen op de wachtlijst kunnen tegen betaling van leges aanspraak maken op verlenging van de inschrijving op de wachtlijst tot uiterlijk 31 december 2010.

  • 4.

    Ingeschrevenen op de wachtlijst komen bij een eventuele uitdeling van vaste standplaatsen tot uiterlijk 31 december 2010 in aanmerking voor een vaste standplaats.

  • 5.

    De wachtlijst wordt met ingang van 1 januari 2011 opgeheven.

Artikel 18. Bijlagen

  • 1.

    In bijlage 1 behorende bij dit Marktreglement is uitwerking gegeven aan artikel 2, eerste lid, onderdelen a, c en d, van de Marktverordening gemeente Leidschendam-Voorburg 2010, betrekking hebbende op de warenmarkt te Voorburg.

  • 2.

    In bijlage 2 behorende bij dit Marktreglement is uitwerking gegeven aan artikel 2, eerste lid, onderdelen a, c en d, van de Marktverordening gemeente Leidschendam-Voorburg 2010, betrekking hebbende op de warenmarkt in Leidschendam.

  • 3.

    In bijlage 3 behorende bij dit Marktreglement is uitwerking gegeven aan artikel 2, eerste lid, onderdeel b, van de Marktverordening gemeente Leidschendam-Voorburg 2010.

  • 4.

    In bijlage 4 behorende bij dit Marktreglement is uitwerking gegeven aan artikel 2, tweede lid, van de Marktverordening gemeente Leidschendam-Voorburg 2010, betrekking hebbende op de warenmarkt te Voorburg.

  • 5.

    In bijlage 5 behorende bij dit Marktreglement is uitwerking gegeven aan artikel 2, tweede lid, van de Marktverordening gemeente Leidschendam-Voorburg 2010, betrekking hebbende op de warenmarkt te Leidschendam.

Artikel 19. Citeertitel

Dit reglement wordt aangehaald als: Marktreglement gemeente Leidschendam-Voorburg 2010.

Leidschendam-Voorburg, 22 juni 2010

Het college van Leidschendam-Voorburg,

G. Brinkman, MBA, drs. J.W. van der Sluijs

secretaris, burgemeester

Bijlage 1 Marktterrein Oosteinde Voorburg

Behorende bij artikel 18, eerste lid, het het Marktreglement gemeente Leidschendam-Voorburg 2010 en artikel 2, eerste lid, onderdelen a, c en d, van de Marktverordening gemeente Leidschendam-Voorburg 2010.

Marktterrein Oosteinde Voorburg

Bijlage 2 Markt Leidsenhage

Behorende bij artikel 18, tweede lid, van het Marktreglement gemeente Leidschendam-Voorburg 2010 en artikel 2, eerste lid, van de Marktverordening gemeente Leidschendam-Voorburg 2010.

Markt Leidsenhage

Bijlage 3 Inrichting dagplaats

Behorende bij artikel 7, zesde lid, van het Marktreglement gemeente Leidschendam-Voorburg 2010 en artikel 2, eerste lid, onderdeel b, van de Marktverordening gemeente Leidschendam-Voorburg 2010.

Inrichting dagplaats

Bijlage 4 Brancheringslijst weekmarkt Voorburg 2010

Behorende bij de Marktverordening gemeente Leidschendam-Voorburg, datum 1 februari 2010

 

 

Branche

Aantal kooplieden

Aantal kramen

Aardappelen en peulvruchten

1

2

Beddengoed

1

2

Beenmode

1

2

Bijouteriën/ mode-accessoires

1

2

Bloemen

3

6

Dameskleding

2

3

Olijven en Tapenades

1

2

Dierenbenodigdheden

1

2

Drogisterij en cosmetica

1

3

Gordijnstoffen

1

1

Groente en fruit m.u.v. aardappelen

3

8

Herenkleding

1

2

Hobbyartikelen

1

1

Horloges

1

1

Huishoudelijke artikelen (breed)

1

2

Kaas- en zuivelproducten

3

6

Kamerplanten

1

2

Baby- en kinderkleding

1

2

Kleinvak textiel en fournituren

1

2

Koek banket en brood, m.u.v. stroopwafels

1

3

Kruiden en specerijen

1

1

Lederwaren

1

2

Modestoffen

1

2

Noten en zuidvruchten

1

2

Onder- en nachtkleding

1

2

Poelier

1

2

Reformartikelen

1

2

Schoenen

1

1

Sieraden

1

2

Stroopwafelen

1

1

Speelgoed

1

2

Tijdschriften, boeken en wenskaarten

1

2

Tuinplanten

1

2

Vis

1

2

Vleeswaren

1

2

Woondecoratie

1

1

Zoetwaren

1

2

Nader te bepalen artikelen

1

2

 

 

 

Totaal

45

84

 

 

Bijlage 5 Brancheringslijst weekmarkt Leidschendam 2010

Behorende bij de Marktverordening gemeente Leidschendam-Voorburg 2010, datum 1 februari 2010.

 

BRANCHE

Toegestaan aantal kramen

Toegestaan aantal kooplieden

TEXTIEL

 

 

Bovenkleding voor volwassenen

11

5

Onder/ nachtkleding (volwassenen/ kinderen

3

1

Baby/peuter/kinderkleding

2

1

Beenkleding

5

2

Lingerie

2

1

 

 

 

STOFFEN/ INTERIEURBEKLEDING

 

 

Gordijnstoffen

2

1

Mode stoffen

2

1

Vitrage/woondecoratie

2

1

Kleinvak en fournituren

3

1

Matrassen/ schuimrubber

3

1

 

 

 

VOEDINGSARTIKELEN

 

 

groente / fruit m.u.v. aardappelen

9

3

Aardappelen/ peulvruchten

2

1

Exoten/noten en zuidvruchten

4

1

Loempia´s / buitenlandse snacks

1

1

Patat / snacks

1

1

Poelier

1

1

Vis

5

2

Brood/ koek/ banket

3

1

Chocolade / snoep

3

1

Kaas/ zuivelproducten

4

2

Reformartikelen

2

1

Olijven en tapenades

2

1

 

 

 

LEDERWAREN

 

 

Tassen/ koffers/ portemonnees

4

1

Schoenen

2

2

 

 

 

HORLOGES / SIERADEN

 

 

Uurwerken

2

1

Sieraden/ bijouterieën

4

2

VRIJETIJDSARTIKELEN

 

 

Speelgoed/merchanidise

2

2

Kaarten/ boeken/ posters/kranten/tijdschriften/beeld/geluidsdragers

4

2

 

2

1

Hobbyartikelen

2

1

Merchandise

2

2

 

 

 

IJZERWAREN

 

 

Fietsonderdelen/ gereedschappen

4

2

 

 

 

HUISHOUDELIJK

 

 

Schoonmaak artikelen

2

1

Dekbedovertrekken

3

1

Huishoudelijk textiel (handdoeken, theedoeken, vatendoeken) / Stofzuigerartikelen

6

2

 

2

1

 

 

 

BLOEMEN EN PLANTEN

 

 

Kamer en Tuinplanten

5

2

Bloemen/ bloemstukjes

4

2

 

 

 

OVERIGEN

 

 

Dierbenodigdheden

3

1

Drogisterij en cosmetica

3

1

Telefoonaccessoires

2

1

Nader te bepalen artikelen

2

1

 

 

 

Totaal

132

60

 

Toelichting  

Algemene toelichting

 

In verband met de behoefte aan duidelijker en eenvoudiger regels is er voor gekozen om de Marktverordening gemeente Leidschendam-Voorburg 2010 af te slanken, in die zin dat de kaderstellende bevoegdheden van de raad en de uitvoerende bevoegdheden van onder andere het college uit elkaar zijn getrokken.

 

De raad geeft het college op grond van artikel 3 van de Marktverordening gemeente Leidschendam-Voorburg 2010 de bevoegdheid nadere regels te stellen. Met dit reglement wordt hieraan invulling gegeven. Getracht wordt om hiermee een duidelijk handvat aan te reiken voor de marktmeesters.

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

 

Artikel 1. Begripsomschrijving

Aangezien het reglement feitelijk een uitwerking is van artikel 3 van de Marktverordening gemeente Leidschendam-Voorburg 2010, is het wenselijk de gehanteerde begrippen hierbij aan te laten sluiten.

In de verordening wordt verstaan onder:

a. markt: de door het college ingestelde warenmarkt;

b. standplaats: de ruimte die voor de duur van de markt is aangewezen voor het uitoefenen van de markthandel;

c. vaste standplaats: de standplaats die voor onbepaalde tijd ter beschikking is gesteld aan een vergunninghouder;

d. dagplaats: de standplaats die per marktdag ter beschikking wordt gesteld aan een vergunninghouder, omdat deze niet als vaste standplaats is toegewezen dan wel ingenomen;

e. standwerken: de activiteit waarbij de vergunninghouder publiek om zich heen verzamelt en dat publiek door een aansprekende uiteenzetting probeert over te halen tot de aankoop van een artikel;

f. standwerkersplaats: de standplaats die per marktdag ter beschikking wordt gesteld om te standwerken;

g. vergunninghouder: degene aan wie door het college vergunning is verleend voor het innemen van een standplaats;

h. wachtlijst: de lijst van gegadigden voor een vaste standplaats;

i. anciënniteitlijst: de lijst van vergunninghouders van een vaste standplaats;

j. brancheringslijst: de lijst met artikelen (groepen) of branches;

k. marktmeester: de persoon die als zodanig is aangewezen door het college.

Onder c is het begrip vaste standplaats opgenomen. Door gebruik van het woord ‘persoon’ in plaats van het begrip ‘ambtenaar’ bij de begripsomschrijving van marktmeester onder k kan een niet-ambtenaar ook tot marktmeester worden aangewezen. Bij aanwijzing (= mandaat) van een niet-ondergeschikte dient deze (en zijn werkgever) in te stemmen met de mandaatverlening overeenkomstig artikel 10:4 van de Awb.

 

Hoofdstuk 2. Bepalingen over vergunningen

 

Artikel 2. Inhoud vaste standplaatsvergunning

Onder het eerste lid, onderdeel a, is expliciet opgenomen dat naam én voornamen van de vergunninghouder in de vergunning worden opgenomen. Dit vergemakkelijkt de identificatie van de vergunninghouder. Ook de eis van het tweede lid dient dit laatste doel.

Onder een duidelijke omschrijving, bedoeld in het eerste lid, onder b, wordt bij voorkeur gedacht aan een tekening of plattegrond waarop de afmetingen van de standplaatsen en de nummering daarvan zijn aangegeven.

 

Ingevolge het vermelde onder c worden in de vergunning de verkoopmaterialen (kramen, tafels, (verkoop)wagens en dergelijke) opgesomd die de vergunninghouder bij het innemen van de standplaats mag gebruiken. In dit model is er voor gekozen dit punt niet nader uit te werken. In dit kader wordt er nogmaals op gewezen dat het aanbeveling verdient beleidsregels vast te stellen ten aanzien van het toegestane materiaal, standaardmateriaal dan wel alternatieve materialen. Zie ook de toelichting op artikel 2, eerste lid, onder c van de modelmarktverordening 2008.

 

Artikel 3. Inschrijving op de anciënniteitslijst

 

Artikel 4. Doorhalen van inschrijving op wachtlijst

In dit artikel worden de dwingende redenen genoemd waarom een gegadigde voor een vaste standplaats van de wachtlijst dient te worden gehaald. Het verdient aanbeveling de invulling van bijzondere omstandigheden als genoemd onder d, duidelijk te omschrijven teneinde onduidelijkheden omtrent de plaats op de wachtlijst te voorkomen.

 

Jurisprudentie

  • *

    ABRS 17 augustus 1995, GS (1996) 7037, 5 m.nt. C.P.J. Goorden, inzake onbevoegde doorhaling van de wachtlijst;

  • *

    ABRS 26 juli 2006, LJN: AU5086. Inschrijving op de wachtlijst is komen te vervallen.

 

Artikel 5. Volgorde toewijzing vaste standplaatsen

In dit artikel is de volgorde van toewijzing van vaste standplaatsen op de markt geregeld. Aangezien niet alle standplaatsen dezelfde mogelijkheden bieden, is het redelijk dat in eerste aanleg aan vergunninghouders van een vaste standplaats de gelegenheid wordt geboden een naar hun oordeel betere standplaats te verkrijgen. Na hen kan voor de toewijzing van een vaste standplaats in aanmerking komen een handelingsbekwaam natuurlijk persoon die de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt en schriftelijk reageert op een advertentie van een vacante standplaats. ‘Opengevallen’ vaste standplaatsen worden gepubliceerd in een vakblad, bijvoorbeeld in het vakblad van de Centrale vereniging voor de ambulante handel (CVAH), “De Koopman”.

 

Indien het college een branche-indeling heeft vastgesteld, zal hiermee bij de toewijzing van vaste standplaatsen rekening dienen te worden gehouden.

 

Artikel 6. Overschrijving vaste standplaatsvergunning

In het kader van deregulering wordt het wijzigingsvoorstel gevolgd van de CVAH. Door de mogelijkheid van overname te vergroten, wordt de kans op instroming door startende ondernemers vergroot. Uitgangspunt is dat voor de toewijzing van een vaste standplaats in aanmerking komt een handelingsbekwaam natuurlijk persoon die de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt.

 

Artikel 7. Toewijzing dagplaats

De in het eerste lid verleende toewijzing wordt veelal mondeling verleend, doch het verdient aanbeveling de marktmeester in mandaat een (standaard voorbedrukte) schriftelijke vergunning te laten afgeven waarop hij het nummer van de standplaats invult. Uiteraard dient, indien voor de markt een branche-indeling is vastgesteld, daarmee bij het toewijzen van dagplaatsen rekening te worden gehouden.

Het in het derde lid vermelde uiterste tijdstip van melding bij de marktmeester dient te worden gekoppeld aan het in artikel 13, derde lid, genoemde uiterste tijdstip voor het innemen van een vaste standplaats.

 

Artikel 8. Toewijzing standwerkersplaats

Wanneer standwerkersplaatsen worden toegewezen, is het gewenst dat dit zo objectief mogelijk gebeurt om de bekende en de minder bekende standwerkers een gelijke kans te geven. Daarom is in het tweede lid bepaald dat de toewijzing geschiedt door loting. Het college dient van tevoren de manier van loting vast te stellen. Het verdient daarbij aanbeveling hierbij voorrang te geven aan de marktkooplieden van wie is gebleken dat zij in de uitoefening van de markthandel uitsluitend en daadwerkelijk als standwerker plegen op te treden.

 

Gebleken is dat een sterke behoefte bestaat aan uniforme en duidelijke richtlijnen voor de toewijzing van standwerkersplaatsen, zowel bij de marktbeheerders als bij de marktgebruikers, in het bijzonder bij de standwerkers zelf.

Deze groep kooplieden heeft een eigen wijze van werken. Bij de benadering van het publiek treden zij geheel anders op dan de zogenaamde stille kramers. Zij verhogen de levendigheid van de markt en maken deze daardoor aantrekkelijker voor het publiek.

 

Teneinde verstarring tegen te gaan en om te voorkomen dat de standwerker, die jaar in jaar uit dezelfde plaats bezet, langzamerhand een stille kramer zou worden, wordt het in het algemeen ongewenst geacht aan deze categorie kooplieden vaste standplaatsen toe te wijzen. Dit standpunt wordt door de officiële landelijke organisatie van standwerkers (Stibesta) steeds met klem naar voren gebracht. Vooral ook omdat het werkterrein van de standwerkers zich over het gehele land uitstrekt, is het voorts gewenst, dat de regels voor de toewijzing van de standplaatsen aan deze bijzondere categorie kooplieden op alle markten in Nederland zo veel mogelijk gelijkluidend zijn.

 

Alhoewel in principe een scherpe scheiding tussen de voor de stille kramers en de voor standwerkers bestemde standplaatsen dient te blijven bestaan, zal het in sommige gevallen - in het belang van de markt dan wel uit billijkheidsoverwegingen tegenover de betrokken kooplieden - niet van overwegend bezwaar zijn, opengebleven standwerkersplaatsen aan stille kramers toe te wijzen, met dien verstande, dat aan laatstbedoelde kooplieden wordt duidelijk gemaakt, dat zij hieraan nimmer enig recht op de betreffende standplaats zullen kunnen ontlenen. Tot toewijzing van dergelijke standplaatsen aan stille kramers is alleen dan over te gaan, indien op de markt beslist geen voor deze categorie kooplieden bestemde standplaatsen meer beschikbaar zijn.

 

Belangrijk is voorts de in het vierde lid opgenomen mogelijkheid om als koppel of duo een standwerkersplaats te kunnen betrekken. Uitdrukkelijk is hierbij echter de voorwaarde gesteld dat een duo zich tevoren als zodanig bij de marktmeester moet melden en dat een duo als één loting wordt aangemerkt.

 

Jurisprudentie

ARRS 26 juli 1991, JG 92.0124 m.nt. van L.J.J. Rogier, inzake sanctioneren van een standwerker.

 

Hoofdstuk 3. Bepalingen over het gebruik van de standplaats

 

Artikel 9. Persoonlijk innemen standplaats; bijstand

In artikel 8 is bepaald dat de vergunninghouder in principe verplicht is zelf op zijn standplaats aanwezig te zijn. Aangezien in artikel 6 van de Marktverordening gemeente Leidschendam-Voorburg 2010 is bepaald dat de vergunninghouder een natuurlijk persoon moet zijn, betekent dit dat de standplaats niet door bijvoorbeeld een medevennoot van de vergunninghouder kan worden ingenomen.

De vergunninghouder kan zich doen bijstaan op grond van het tweede lid. De artikelen 9 en 10 (‘bijzondere omstandigheden’) geven aan de vergunninghouder de mogelijkheid om zaken te regelen, bijvoorbeeld om naar de veiling te gaan.

 

Jurisprudentie

  • *

    Vz ARRvS, 2 juli 1993, JG 1994/206, inzake onderscheid natuurlijk persoon/rechtspersoon;

  • *

    Rechtbank Almelo 18 augustus 1995, GS (1995) 7022,3 m.nt. van E. Brederveld, inzake aanschrijving om standplaats persoonlijk in te nemen.

 

Artikel 10. Afwezigheid wegens vakantie of bijzondere omstandigheden

In dit artikel worden de uitzonderingen gegeven op het uitgangspunt dat de vergunninghouder zelf op de standplaats aanwezig dient te zijn. Het is wel noodzakelijk dat het college of de marktmeester van elke verhindering tot marktbezoek zo tijdig mogelijk op de hoogte wordt gesteld. Het college kan bepalen dat kortstondige afwezigheid zonder mededeling of ontheffing is toegestaan. Dit is van belang voor vergunninghouders, bijvoorbeeld voor veilingbezoek, inkoop, bezoek aan vergaderingen en overige bedrijfs- en sociale verplichtingen.

 

Onder bijzondere omstandigheden wordt tevens ziekte van de vergunninghouder verstaan.

Een verplichting van de vergunninghouder om een geneeskundige verklaring te overleggen is niet meer in de marktverordening opgenomen, omdat de KNMG-artsenfederatie (de beroeporganisatie voor artsen) haar leden ontraadt die informatievoorziening over hun patiënten te verstrekken. De federatie hanteert het standpunt dat van de behandelend arts, die een vertrouwensrelatie heeft met zijn patiënt, niet verwacht mag worden dat deze een onbevooroordeeld advies uitbrengt. Er bestaat geen wettelijke basis op grond waarvan het college de vergunninghouder zou kunnen verplichten een geneeskundige keuring te ondergaan. Het college kan de vergunninghouder wel aanbieden zich door bijvoorbeeld de GG&GD of Arbodienst te laten onderzoeken om zijn ziekte aan te tonen.

 

Artikel 11. Ontheffing en vervanging

Onder bijzondere omstandigheden wordt tevens ziekte van de vergunninghouder verstaan. (Zie ook de toelichting bij artikel 10)

 

Tweede lid: In geval van vakantie of bijzondere omstandigheden kan het college de vergunninghouder van een vaste standplaats toestaan zich op zijn standplaats te laten vervangen. Een maximumtermijn van zes weken is voor vakantie gebruikelijk.

 

Artikel 12. Legitimatie en identiteit vergunninghouder

Eerste lid: In dit verband is artikel 5:16a van de Awb van belang. Hierin staat beschreven dat een toezichthouder bevoegd is van personen inzage te vorderen van een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht.

 

Tweede lid: Bij herhaling is gebleken dat de kopers op de markt er behoefte aan hebben te weten bij wie zij hun inkopen hebben gedaan. In de praktijk wordt hier echter weinig de hand aan gehouden. Het moet ook door iedere bonafide marktkoopman of -koopvrouw van belang worden geacht.

Het vormen van een vaste klantenkring kan hierdoor tevens worden bevorderd. Vermelding van adres en woonplaats wordt in verband met gevaar van inbraak bij de koopman, die tijdens de markt immers van huis is, niet wenselijk geacht.

 

Artikel 13. Tijdstip innemen standplaats/aan- en afvoer goederen

Het marktterrein behoort tot de openbare weg. Teneinde het marktterrein tijdens de markt vrij te maken van alle verkeer dient het college een verkeersbesluit te nemen. Ten onrechte geparkeerde auto’s kunnen met toepassing van bestuursdwang, op kosten van de eigenaars, van het marktterrein worden verwijderd nog vóór de eigenlijke opbouw van de markt. Voorwaarde is wel dat de tijden waarop het terrein beschikbaar moet zijn ten behoeve van de markt, duidelijk worden medegedeeld. Het is van belang de in het eerste lid gegeven tijdspanne zo ruim te nemen dat hieraan in de regel kan worden voldaan. Veelal worden de tijden vastgesteld in overleg met de instanties die de belangen van de ambulante handel behartigen.

 

Het tweede lid maakt duidelijk dat het in het algemeen, in het belang van de orde op de markt, de vergunninghouder niet kan worden toegestaan de markt op willekeurige, vóór de sluitingstijd gelegen, momenten te verlaten. Het college dient invulling te geven aan de bijzondere omstandigheden die ontheffing mogelijk maken.

Op grond van het derde lid is het mogelijk dat over een vaste standplaats beschikt kan worden ten gunste van een andere koopman, indien de vergunninghouder de markt op een bepaalde dag niet bezoekt. Daartoe is bepaald dat de vaste standplaats vóór een bepaald uur ingenomen moet zijn.

 

Jurisprudentie

Kantongerecht Maastricht 1 november 1995, PG (1996) 4450, inzake schadevergoeding in verband met zorgplicht gemeente met betrekking tot het autovrij maken van het marktterrein.

 

Hoofdstuk 4. Gebruik parkeerstrook Rozenboomlaan

 

Artikel 14. Parkeren voertuigen van standplaatshouders

De parkeerstrook aan de Rozenboomlaan in Voorburg wordt voorzien van borden met de tekst: Parkeerstrook vrijhouden voor bezoekers van de markt en de winkelpromenade Herenstraat. Marktvoertuigen parkeren op de Parkweg. Parkeercontroleurs controleren op marktdagen en daarbuiten op aanwezigheid van een parkeerschijf achter de voorruit van voertuigen.

 

Hoofdstuk 5. Slotbepalingen

 

Artikel 15. Intrekken oude regeling

Indien er in het verleden reeds een marktreglement is opgesteld dient dit te worden ingetrokken.

 

Artikel 16. Inwerkingtreding

Het vaststellen van het Marktreglement en samenhangende regels vindt plaats na inwerkingtreding van de Marktverordening gemeente Leidschendam-Voorburg 2010.

Het Marktreglement en de samenhangende regels treden in werking één dag na bekendmaking.

 

Artikel 17. Overgangsbepaling wachtlijst

De wachtlijst wordt met ingang van 1 januari 2011 opgeheven.

Er is gekozen voor een zogenaamde uitsterfconstructie zodat diegenen die op het moment van inwerkingtreding van het Marktreglement staan ingeschreven op de wachtlijst, tot uiterlijk

31 december 2010 recht behouden op het kiezen van een vrijgevallen vaste standplaats.

 

Artikel 18.

De bijlagen behorende bij het Marktreglement als waren zij onverkort en herhaald in artikel 18 opgenomen.

 

Artikel 19. Citeertitel

In de citeertitel wordt een jaartal opgenomen om het reglement te onderscheiden van eventuele voorgaande reglementen.

 

 

Nota-toelichting

2010-11-04