Organisatie | Dongeradeel |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen in de gemeente Dongeradeel |
Citeertitel | Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen Dongeradeel 1994 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Wet op de lijkbezorging, Gemeentewet
Voorschriften grafbedekkingen 1999
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-04-1994 | 12-05-2016 | nieuwe regeling | 24-02-1994 Nieuwe Dockumer Courant, 9 maart 1994 | 17/'94 |
De raad der gemeente Dongeradeel;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 15 februari 1994, no. 17/'94;
overwegende dat het gewenst is om regels vast te stellen voor het gebruik en beheer van de gemeentelijke begraafplaatsen;
gelet op het bepaalde in de Wet op de lijkbezorging, Algemene wet bestuursrecht en de Gemeentewet;
BEHEERSVERORDENING GEMEENTELIJKE BEGRAAFPLAATSENDONGERADEEL 1994
Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder
de begraafplaatsen Damwâldsterreedsje - Dokkum, Lindenhof - Dokkum, Reidswâl - Metslawier, Molenzes - Ternaard, Nederlands Hervormde Kerk - Ternaard;
eigen graf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon voor bepaalde (20 of 30 jaar) of onbepaalde tijd het uitsluitend recht is verleend tot:
algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;
eigen urnengraf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon voor bepaalde (20 of 30 jaar) of onbepaalde tijd het uitsluitend recht is verleend tot:
-het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;
algemeen urnengraf: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen bijzetten van asbussen met of zonder urnen;
urnennis: een nis waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon voor onbepaalde tijd of voor de tijd van twintig of dertig jaar het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet worden van asbussen met of zonder urnen;
urn: een voorwerp ter berging van één of meer asbussen;
asbus: een bus ter berging van as van een overledene;
grafbedekking: gedenkteken en/of grafbeplanting op een graf of gedenkplaats;
beheerder: de ambtenaar die belast is met de dagelijkse leiding van de begraafplaats(en) of degene die hem vervangt;
rechthebbende: de rechthebbende op een eigen graf;
incidentele asverstrooiing: het verstrooien van as als bedoeld in de Wet op de Lijkbezorging op een door de overledene of nabestaande(n) gewenste plek buiten een permanent daartoe bestemd terrein.
Hoofdstuk 3 Voorschriften voor lijkbezorging
Artikel 7 Kennisgeving begraven, asbezorging en incidentele asverstrooiing, openen en sluiten van het graf
Degene, die wil doen begraven, as wil doen bijzetten of wil verstrooien, geeft daarvan uiterlijk om 12.00 uur van de werkdag voorafgaande aan die waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden, schriftelijk kennis aan de beheerder. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Indien de burgemeester toestemming heeft gegeven om het lijk binnen 36 uur na het overlijden te begraven moet de kennisgeving aan de beheerder zo tijdig mogelijk worden gedaan.
Het lijk, dan wel het omhulsel en de asbus of urn moeten, met uitzondering ingeval van asverstrooiing, zijn voorzien van een door burgemeester en wethouders ter beschikking gesteld of goedgekeurd duurzaam identiteitskenmerk. De gegevens van het kenmerk moeten overeenstemmen met de administratie van de begraafplaats.
Het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as, en het daarna sluiten van een graf, alsmede het bedienen van de hulpmiddelen mag uitsluitend geschieden door het personeel van de begraafplaats op aanwijzingen en onder toezicht van de beheerder. De nabestaanden kunnen deze werkzaamheden onder toezicht van de beheerder geheel of gedeeltelijk zelf verrichten indien zij hun wens daartoe uiterlijk om 12.00 uur van de voorafgaande werkdag mondeling of schriftelijk aan de beheerder hebben kenbaar gemaakt. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Zij dienen bij deze werkzaamheden de aanwijzingen van de beheerder op te volgen.
Artikel 8 Over te leggen stukken
Begraving of bijzetting in een eigen graf waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn met een zodanige periode dat de alsdan resterende uitgiftetermijn ten minste gelijk is aan de wettelijke minimum grafrusttermijn. De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door een van de andere personen, genoemd in artikel 17, tweede lid.
Hoofdstuk 4 Indeling en uitgifte der graven
Artikel 10 Indeling graven en asbezorging
Burgemeester en wethouders bepalen bij nader vast te stellen regels hoeveel asbussen met of zonder urnen er kunnen worden bijgezet in de eigen graven. Zij bepalen tevens de afmetingen en de uitgifteduur van de eigen graven. De uitgifteduur kan niet korter zijn dan de minimumtermijn vastgesteld in de Wet op de lijkbezorging.
Burgemeester en wethouders kunnen bij nader vast te stellen regels de algemene en eigen graven onderverdelen in categorieën. Zij bepalen voor de verschillende categorieën de situering en oppervlakte.
Artikel 14 Termijnen eigen graven
Burgemeester en wethouders verlenen, voor zover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaatsen zulks toelaat, op een daartoe bij hen schriftelijk in te dienen aanvraag, voor onbepaalde tijd of voor de tijd van 20 of 30 jaar het recht op een eigen graf. De termijn begint te lopen op de datum waarop het eigen graf is uitgegeven.
Burgemeester en wethouders kunnen aan de rechthebbende op een eigen graf vergunning verlenen tot het daarin voor eigen rekening aanbrengen van een grafkelder of urn overeenkomstig de door hen te stellen voorwaarden.
Artikel 16 Overschrijving van verleende rechten
Het recht op een eigen graf kan op aanvraag van de rechthebbende worden overgeschreven ten name van de echtgenoot of levenspartner dan wel een bloedverwant of aanverwant tot en met de derde graad. Overschrijving op aanvraag van de rechthebbende ten name van een ander dan de vorengenoemde personen is slechts mogelijk, indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.
Na het overlijden van de rechthebbende kan het eigen graf worden overgeschreven op naam van de echtgenoot of levenspartner dan wel een bloed- of aanverwant tot en met de derde graad, mits de aanvraag hiertoe wordt gedaan binnen één jaar na het overlijden van de rechthebbende. Overschrijving ten name van een ander dan de in de vorige zin bedoelde personen is slechts mogelijk, indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.
Artikel 17 Afstand doen van graven
Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende schriftelijk afstand doen ten behoeve van de gemeente van het recht op het eigen graf. De ontvangst van zodanige verklaring maken burgemeester en wethouders aan de rechthebbende bekend.
Artikel 18 Sluiting van graven
Op aanvraag van de rechthebbende kunnen burgemeester en wethouders een graf gesloten verklaren. Gedurende de tijd dat een graf gesloten is, mag daarop geen andere grafbedekking worden geplaatst en mag daarin geen andere begraving plaatshebben, of asbus worden bijgezet, dan die van de stoffelijke overschotten van de personen die de rechthebbende in zijn aanvraag met name heeft genoemd.
Niet-blijvende beplantingen op een graf die in een verwaarloosde staat verkeren kunnen door de beheerder worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding. Losse bloemen, planten, kransen en dergelijke kunnen, wanneer zij verwelkt zijn, door de beheerder worden verwijderd. Linten, siervazen en dergelijke voorwerpen worden gedurende twaalf weken ter beschikking gehouden van de rechthebbende indien deze daartoe tevoren een mondelinge of schriftelijke aanvraag heeft gedaan bij de beheerder.
Artikel 21 Verwijdering grafbedekking
Het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking wordt gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd op een op het te ruimen graf te plaatsen bordje door burgemeester en wethouders bekend gemaakt, tenzij het adres van de rechthebbende bij burgemeester en wethouders bekend is. In dat geval maken zij aan hem uiterlijk een jaar voor het genoemde tijdstip per brief hun voornemen bekend.
Op grond van een daartoe door de rechthebbende bij burgemeester en wethouders ingediende aanvraag, blijft de grafbedekking na verwijdering nog gedurende twaalf weken ter beschikking van degene aan wie een vergunning als bedoeld in artikel 20 was verleend. De aanvraag kan worden ingediend gedurende de in het tweede lid genoemde termijn.
Artikel 22 Onderhoud door de rechthebbende
Indien hij nalaat de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen, kunnen burgemeester en wethouders de hiervoor in aanmerking komende voorwerpen of zo nodig de gehele grafbedekking doen verwijderen. Het verwijderde blijft gedurende twaalf weken ter beschikking van de rechthebbende en vervalt daarna aan de gemeente, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.
De verwijdering vindt niet plaats dan nadat de rechthebbende behoorlijk per brief is opgeroepen om te worden ingelicht over de toestand van de grafbedekking. De oproeping geschiedt door kennisgeving op het mededelingenbord op de begraafplaats als het adres van de rechthebbende niet bekend is. Bij het graf wordt een verwijzing naar de kennisgeving aangebracht.
Hoofdstuk 6 Ruiming van graven, urnengraven en urnennissen
Artikel 24 Ruiming, bezorging van overblijfselen en as
Het voornemen van burgemeester en wethouders om een graf te ruimen wordt gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop het graf geruimd zal worden op een bij het te ruimen graf te plaatsen bordje ter kennis van de belanghebbenden gebracht, tenzij het adres van de rechthebbende op het graf aan hen bekend is. In dat geval maken zij aan hem uiterlijk een jaar voorafgaande aan het bedoelde tijdstip per brief hun voornemen bekend.
Nabestaanden van een overledene die begraven is in een algemeen graf kunnen gedurende de in het eerste lid bedoelde termijn bij de beheerder een aanvraag indienen bij ruiming de overblijfselen, indien mogelijk, bijeen te doen brengen voor herbegraving elders. Nabestaanden van een overledene waarvan een asbus al of niet met een urn is bijgezet in een algemeen graf kunnen bij de beheerder een aanvraag indienen om deze ter beschikking te houden voor herbegraving of verstrooiing elders.
De rechthebbende op een eigen graf, kan bij de beheerder een aanvraag indienen om de overblijfselen te doen verzamelen om deze weder in dezelfde grafruimte te doen plaatsen dan wel om deze elders opnieuw te doen begraven. De rechthebbende op een eigen urnengraf of urnennis kan de beheerder vragen deze ter beschikking te houden om elders bij te zetten of te doen verstrooien.
Hoofdstuk 7 Gedeelte voor kerkgenootschap
Artikel 25 Afwijkende regels en kennisgeving onderhoudsbehoefte van graven
Burgemeester en wethouders kunnen na overleg met het bestuur van het kerkgenootschap ten aanzien van de openstelling van het gedeelte, de indeling van graven, de onderverdeling van graven in categorieën en de eisen voor de grafbedekking op het ter beschikking van het kerkgenootschap gestelde deel van de begraafplaats nadere regels stellen die afwijken van de regels krachtens de artikelen 3, eerste lid 11, tweede lid 14 en 20, tweede lid van deze verordening.
Het bestuur van het kerkgenootschap kan bij burgemeester en wethouders een aanvraag indienen hem bekend te maken dat er onderhoud of herstel door de rechthebbende nodig is van de grafbedekking op een of meer graven op het deel van de begraafplaats dat aan het kerkgenootschap ter beschikking is gesteld.
Op grond van de in het tweede lid genoemde aanvraag, maken burgemeester en wethouders het bestuur van het kerkgenootschap bekend dat de grafbedekking van een of meer graven onderhoud en herstel behoeft. De bekendmaking laat de bevoegdheid van burgemeester en wethouders onverlet om de rechthebbende ook bekend te maken dat de grafbedekking moet worden onderhouden of hersteld.
De rechten en verplichtingen met betrekking tot eigen graven die voortvloeien uit de bij raadsbesluiten van 31 oktober 1985 en 19 december 1991 vastgestelde verordeningen worden geacht te zijn ontstaan.
Hij die handelt in strijd met de artikelen 3, lid 3 en 4, 4 lid 1, 2 en 4, 7 lid 2, 19, lid 1 wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of met een geldboete van de eerste categorie.