Organisatie | Hulst |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Parkeerverordening-2005 |
Citeertitel | Parkeerverordening-2005 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp | Ruimtelijke Ordening / Openbare Werken / Openbare Ruimte |
De historie bij "Het overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen" is mogelijk niet compleet.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
28-02-2008 | 01-01-2012 | artikel A sub I en artikel CII | 14-02-2008 Zeeuwsch Vlaams Advertentieblad, 20-02-2008 | Rb2008/02 | |
26-11-2004 | Nieuwe regeling | 11-11-2004 Zeeuwsch Vlaams Advertentieblad, 18-11-2004 | Rb2004/114 |
De raad van de gemeente Hulst;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 14 oktober 2004;
gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 2 van de Wegenverkeerswet 1994;
vast te stellen de ‘Verordening op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen voor het parkeren’
In deze verordening wordt verstaan onder:
RVV 1990: het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens-1990 van 26 juli 1990, Stb. 459;
motorvoertuig: hetgeen daaronder wordt verstaan in het RVV-1990;
voertuig: hetgeen daaronder wordt verstaan in het RVV-1990;
parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van goederen, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;
houder: degene die naar de omstandigheden als houder van een voertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat voor een motorvoertuig dat is ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 (Stb. 1994, 475) aangehouden register van opgegeven kentekens als houder wordt aangemerkt degene op wiens naam het voor het motorvoertuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het register was ingeschreven;
Een vergunning kan in ieder geval worden verleend aan:
een eigenaar of houder van een (motor)voertuig die een beroep of bedrijf uitoefent in een gebied waar belanghebbendenplaatsen en/of mede door vergunninghouders te gebruiken parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn en die aantoont dat het in het belang van diens beroep- of bedrijfsuitoefening noodzakelijk is in dat gebied een (motor)voertuig te parkeren;
Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen een vergunning ook verlenen aan eigenaren of houders van voertuigen die niet voldoen aan één van de in het tweede lid genoemde voorwaarden. In afwijking van de voorwaarden gesteld in het tweede lid en het bepaalde in het vijfde lid kunnen, indien de noodzaak daarvan voor de bedrijfsuitoefening is aangetoond, per in de gemeente gevestigd en in de bouw werkzaam ambachtelijk bedrijf, dat daartoe door burgemeester en wethouders bij openbaar te maken besluit met name is aangewezen maximaal vier vergunningen worden verleend.
In afwijking van lid zes wordt een vergunning ten behoeve van een eigenaar of houder van een voertuig als bedoeld in het tweede lid, onder b, die niet tevens voldoet aan het bepaalde onder a van dat lid, steeds voor alle parkeerapparatuurplaatsen met per dag onbeperkte parkeerduur in de gemeente verleend.
Burgemeester en wethouders kunnen aan een vergunning ook andere voorschriften en beperkingen verbinden. Die voorschriften en beperkingen mogen alleen strekken tot bescherming van het belang van een goede verdeling van de beschikbare parkeerruimte.
Naast de voorschriften en beperkingen, zoals bedoeld in de voorgaande volzin, kunnen burgemeester en wethouders bij openbaar te maken besluit ook voorschriften bepalen over de wijze waarop de in lid 2 van dit artikel bedoelde vergunning in/op het voertuig dient te worden aangebracht.
Burgemeester en wethouders kunnen op een daartoe strekkende aanvraag aan een eigenaar of houder van een (motor)voertuig die in het bevolkingsregister staat ingeschreven als inwoner van de gemeente Hulst doch woonachtig buiten het in artikel B bedoelde gebied een vergunning verlenen. Met een dergelijke vergunning kan vergunninghouder dagelijks binnen het in artikel B bedoelde gebied en tijden maximaal 2 uur achtereen op parkeerapparatuurplaatsen parkeren.
Burgemeester en wethouders kunnen desgevraagd aan:
bezoekersvergunningen verstrekken, (1) waarmee zij of (2) die zij kunnen uitreiken aan derden waarmee die op hun beurt hun motorvoertuig een dagdeel in het in artikel B bedoelde gebied/tijden op parkeerapparatuurplaatsen kunnen parkeren.
Het bepaalde in artikel C, lid 4, 7 en 9 is mede van toepassing op de artikelen C-I en C-II.
Het in het tweede en derde lid vervatte verbod geldt niet wanneer aan de eigenaar of houder van het voertuig een vergunning is verleend voor het parkeren op de desbetreffende categorie parkeerapparatuurplaatsen, het voertuig duidelijk zichtbaar is voorzien van een vergunning en niet gehandeld wordt in strijd met de aan de vergunning verbonden voorwaarden.
Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast: de in artikel 141 van het Wetboek van strafvordering genoemde opsporingsambtenaren en de door burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaren;