Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Amsterdam

Verordening van de raad van Amsterdam regelende de heffing en invordering van vermakelijkhedenretributie (Verordening op de vermakelijkhedenretributie op het land 2018)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieAmsterdam
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening van de raad van Amsterdam regelende de heffing en invordering van vermakelijkhedenretributie (Verordening op de vermakelijkhedenretributie op het land 2018)
CiteertitelVerordening op de vermakelijkhedenretributie op het land 2018
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpBelastingen, retributies en heffingen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, artikel 216
  2. Gemeentewet, artikel 229
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

24-11-201701-01-2020Nieuwe regeling

09-11-2017

Gemeenteblad 2017, 206676

2017, nr. 301 / 1320

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de vermakelijkhedenretributie te land 2018

De gemeenteraad van Amsterdam

Gezien de voordracht van burgemeester en wethouders van 3 oktober 2017 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1320);

Gelet op de artikelen 216 en 229 van de Gemeentewet,

Besluit:

I. Vast te stellen de volgende verordening: Verordening Vermakelijkhedenretributie op het land 2018

 

Artikel 1

Begripsomschrijving

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    vermakelijkheden: activiteiten waarbij wordt of mede wordt beoogd het publiek amusement, verstrooiing, ontspanning of vermaak te verschaffen of waarbij het publiek dit amusement, deze verstrooiing, deze ontspanning of dit vermaak zoekt, ondergaat, vindt, pleegt te vinden of kan vinden, een en ander op daartoe bestemd of geschikt voor eenieder of voor iedere groep van personen toegankelijke binnen de gemeente gelegen wegen als bedoeld in de Wegenverkeerswet 1994;

  • b.

    autobus: autobus als bedoeld in het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990), zijnde een motorvoertuig, ingericht voor het vervoer van meer dan acht personen, de bestuurder daaronder niet begrepen. Onder autobus wordt mede begrepen autobussen die geheel of gedeeltelijk elektrisch worden aangedreven.

  • c.

    rondrit: een tocht met een autobus volgens een bepaalde of afgesproken route die in hoofdzaak gericht is op het tonen van specifieke gemeentelijke karakteristieken.

Artikel 2

Aard van de heffing en belastbaar feit

Onder de naam vermakelijkhedenretributie op het land worden rechten geheven terzake van het, tegen betaling of vergoeding van welke aard dan ook en voor welk onderdeel van de vermakelijkheid dan ook, bedrijfsmatig geven van een vermakelijkheid met een autobus waarbij gebruik wordt gemaakt van door of met medewerking van het gemeentebestuur tot stand gebrachte of in stand gehouden voorzieningen of waarbij een bijzondere voorziening in de vorm van toezicht of anderszins van de zijde van het gemeentebestuur wordt getroffen.

Artikel 3

Belastingplicht

Belastingplichtig is degene die de vermakelijkheden verschaft, organiseert of de gelegenheid daartoe biedt of op wiens naam of voor wiens verantwoordelijkheid de vermakelijkheden plaatsvindt.

Artikel 4

Maatstaf van heffing

De rechten worden berekend naar het aantal bezoekers respectievelijk deelnemers aan de vermakelijkheden dan wel naar het aantal passagiers per rondrit, met dien verstande dat de eerste 250 bezoekers, dan wel deelnemers, dan wel passagiers, gerekend over een kwartaal, voor de bepaling van dat aantal niet meetellen.

Artikel 5

Tarieven

De rechten bedragen € 0,66 per bezoeker respectievelijk deelnemer aan de vermakelijkheden of per passagier per rondrit.

Artikel 6

Belastingtijdvak

Het belastingtijdvak is een kalenderkwartaal.

Artikel 7

Wijze van heffing

De rechten worden bij wege van voldoening op aangifte geheven.

Artikel 8

Aangifte en betaling

  • 1.

    De betaling wordt gelijktijdig met het doen van aangifte gedaan binnen een maand na het einde van het belastingtijdvak.

  • 2.

    Een naheffingsaanslag moet worden betaald uiterlijk één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 3.

    Met betrekking tot een ingevolge van art. 2, tweede lid, onderdeel c, van de Invorderingswet 1990 met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete is het tweede lid van overeenkomstige toepassing, voorzover deze gelijktijdig wordt opgelegd met de vaststelling van de aanslag.

Artikel 9

Kwijtschelding

Van de rechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 10

Vrijstelling

De rechten worden niet geheven indien en voor zover uit hoofde van een privaatrechtelijke overeenkomst ter zake van het geven van vermakelijkheden waarbij gebruik wordt gemaakt van de in art. 2 bedoelde voorzieningen, een bedrag wordt gevorderd.

Artikel 11

Nadere regels door het College van Burgemeester en Wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van vermakelijkhedenretributie.

Artikel 12

Inwerkingtreding, overgangsbepaling en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2018.

  • 3.

    Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening op de vermakelijkhedenretributie op het land 2018.

II. Te bepalen dat het besluit onder I wordt gepubliceerd in het Gemeenteblad

Aldus besloten door de gemeenteraad voornoemd in zijn vergadering op

9 november 2017.

De plv. voorzitter

E. Ünver

De raadsgriffier

mr. M. Pe MEC