Organisatie | Hulst |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Destructieverordening |
Citeertitel | Destructieverordening Hulst 2004 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp | Afval / Milieu |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
30-07-2004 | 01-10-2011 | Nieuwe regeling | 15-07-2004 Zeeuwsch Vlaams Advertentieblad, 22-07-2004 | Rb2004/71 |
De raad van de gemeente Hulst;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 14 april 2004;
gelet op het bepaalde in de Destructiewet ;
I. in te trekken de Destructieverordening 1996, vastgesteld bij besluit van de gemeenteraad van de voormalige gemeente Hulst van 29 augustus 1996 en de Destructieverordening 1996, vastgesteld bij besluit van de gemeenteraad van de voormalige gemeente Hontenisse van 27 maart 1996.
Burgemeester en wethouders wijzen één of meer verzamelplaatsen aan, waar het destructiemateriaal in ontvangst wordt genomen.
De aangifteplichtige is verplicht uiterlijk op de eerste werkdag, die volgt op de dag waarop het destructiemateriaal is ontstaan, het materiaal te vervoeren naar een verzamelplaats als bedoeld in artikel 2 en het daar aan te geven en af te staan.
Tot het tijdstip van afgifte is de aangifteplichtige gehouden het destructiemateriaal zodanig te bewaren dat vermenging met ander materiaal wordt voorkomen.
De artikelen 3 en 4 vinden geen toepassing voor zover artikel 32 van het Destructiebesluit 1996 van toepassing is.
Het is de taak van de gemeente om op grond van de Destructiewet bij plaatselijke verordening regelen te stellen met betrekking tot de aangifte van dode honden, dode katten en van ander door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport aan te wijzen materiaal.
De wet bevat geen bepalingen over het verzamelen van dode honden en dode katten. Burgemeester en wethouders kunnen een of meer plaatsen aanwijzen waar deze kadavers moeten worden verzameld. In deze gemeente worden deze dode dieren bijeengebracht in de destructievoorziening op het terrein van de Stadsschuur aan de Absdaalseweg.
Uit een oogpunt van volksgezondheid en voorkomen van overlast, dient destructiemateriaal met de nodige spoed te worden afgevoerd.
Met deze bepaling wordt bedoeld, dat dode honden en dode katten niet samen met ander materiaal dan van dierlijke herkomst worden bewaard. Het gaat hierbij om bijvoorbeeld om halsbanden, touw, kleden.
Artikel 13, derde lid, van de Destructiewet biedt een uitzonderingsmogelijkheid voor het afstand doen van dode honden en dode katten op een andere manier dan afgifte aan de destructor/ondernemer. Deze bevoegdheid is nader uitgewerkt in artikel 32 van het Destructiebesluit.
Op grond van dit artikel behoeft de in de wet bepaalde afgifte niet plaats te vinden indien dode honden en dode katten worden begraven op het terrein van de eigenaar of houder, of op een plaats die ingevolge een besluit van het gemeentebestuur voor dit doel is toegelaten, hetzij worden verast in een crematorium.