Overheidsorganisatie | Gemeente Sittard-Geleen |
---|---|
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van leges Sittard-Geleen 2018 |
Citeertitel | Legesverordening Sittard-Geleen 2018 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze verordening vervangt per 1 januari 2018 de Legesverordening Sittard-Geleen 2017.
Geen
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
23-11-2017 | 01-01-2018 | Nieuwe regeling | 09-11-2017 | Gemeenteblad 2017, nummer 2010366 |
De Raad van de gemeente Sittard-Geleen,
Gezien het voorstel van het college van 3 oktober 2017, gemeenteblad 2017, nummer 2010366,
gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet en de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet;
besluit:
Vast te stellen de
Verordening op de heffing en de invordering van leges Sittard-Geleen 2018
(Legesverordening Sittard-Geleen 2018)
Deze verordening verstaat onder:
‘dag’: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;
‘week’: een aaneengesloten periode van zeven dagen;
‘maand’: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n–1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;
‘jaar’: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n–1)e dag in het volgende kalenderjaar;
‘kalenderjaar’: de periode van 1 januari tot en met 31 december.
1. Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:
het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;
het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart of een reisdocument;
een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
2. Hetgeen in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel is bepaald over een Nederlandse identiteitskaart voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is van overeenkomstige toepassing op een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor personen met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon.
Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst, de Nederlandse identiteitskaart of het reisdocument, dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.
1. Leges worden niet geheven voor:
diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;
diensten die ingevolge wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend;
stukken, opgaven of handelingen door openbare lichamen, ambtenaren en instellingen in het openbaar belang aangevraagd;
beschikkingen op bezwaar -, beroep - en verzoekschriften inzake plaatselijke belastingen;
het in behandeling nemen van aanvragen van verklaringen omtrent inkomen en vermogen;
de aan belanghebbende uit te reiken beschikkingen of afschriften daarvan, houdende beslissingen op een verzoek om subsidie of uitkering uit de gemeentekas;
beschikkingen waarvoor reeds uit andere hoofde enige betaling aan de gemeente moet worden gedaan;
verleende vergunningen voor het houden van geldinzamelingen ten behoeve van instellingen van weldadigheid;
het in behandeling nemen van een aanvraag als bedoeld onder 3.2.1 en 3.2.2 van de bij deze verordening behorende tarieventabel, indien deze aanvraag een vergunning betreft voor een instelling die zich blijkens haar statuten de uitoefening ten doel stelt van activiteiten van maatschappelijke, sociale of culturele aard, waarbij de activiteiten in hoofdzaak worden verricht door vrijwilligers en die voldoet aan door het college van burgemeester en wethouders te stellen voorwaarden
2. De vrijstelling genoemd in lid 1 onder c geldt niet voor de diensten genoemd in Titel 2 van de bij deze verordening behorende tarieventabel.
1. De leges worden geheven naar de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
2. Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet.
3. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
De leges worden geheven bij wege van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:
mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;
schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 14 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.
2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.
Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.
Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in die tarieventabel opgenomen bepaling.
Het college is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:
van zuiver redactionele aard zijn;
een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:
hoofdstuk 1.1.8. (Akten burgerlijke stand);
hoofdstuk 2 (Reisdocumenten);
hoofdstuk 3 (Rijbewijzen);
hoofdstuk 4 (Verstrekkingen uit de basisregistratie personen);
onderdeel 1.9.1. (Verklaring omtrent het gedrag);
hoofdstuk 16 (Kansspelen);
een en ander voor zover met deze wijziging niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.
1. De “Legesverordening Sittard-Geleen 2017” vastgesteld op 10 november 2016 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.
3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2018.
4. De in onderdeel 2.1.1 van de tarieventabel genoemde Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012) wordt bekendgemaakt door terinzagelegging in de hal van het gemeentehuis aan de Markt 1 te Geleen.
5. Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Legesverordening Sittard-Geleen 2018’.
Aldus besloten door de raad der gemeente Sittard-Geleen in zijn vergadering van 9 november 2017.
Gemeente Sittard-Geleen | tarief 2018 | |
Titel 1 Algemene Dienstverlening | ||
Hoofdstuk 1 Burgerlijke stand | ||
Huwelijksvoltrekking of geregistreerd partnerschap | ||
1.1.1 | Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk, van een partnerschap of omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk van maandag tot en met vrijdag tussen 9.00 en 16.30 uur | |
1.1.1.1 | in de trouwzaal van de stadswinkel Geleen of het Stadskantoor Sittard* | € 329,55 |
1.1.1.2 | in een overige locatie (exclusief kosten huur locatie)** | € 405,60 |
1.1.1.3 | in een bijzonder huis op grond van artikel 64 BW 1** | € 405,60 |
1.1.2 | Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk, registratie van een partnerschap of omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk op zaterdag | |
1.1.2.1 | in de trouwzaal van de stadswinkel Geleen of het Stadskantoor Sittard tussen 9.00 en 13.00 uur* | € 735,15 |
1.1.2.2 | in een overige locatie tussen 10.30 en 16.30 uur (exclusief kosten huur locatie)** | € 735,15 |
1.1.2.3 | in een bijzonder huis op grond van artikel 64 BW 1 tussen 9.00 en 13.30 uur** | € 735,15 |
1.1.3 | In afwijking van 1.1.1 en 1.1.2 bedraagt het tarief voor de voltrekking van een huwelijk, van een partnerschap of omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk op zondag, een algemeen erkende feestdag, zoals bedoeld in artikel 3 van de Algemene termijnenwet of buiten de in 1.1.1 en 1.1.2 aangegeven tijden. Voltrekking vindt plaats op aanvraag op een beschikbaar gestelde locatie of in een bijzonder huis | € 735,15 |
1.1.4 | In afwijking van 1.1.1 bedraagt het tarief voor een budgetverbintenis van een huwelijk, registratie van een partnerschap of omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk* | |
1.1.4.1 | in de trouwzaal van de stadswinkel Geleen of het Stadskantoor Sittard van maandag tot en met donderdag tussen 9.00 en 16.30 uur | € 202,80 |
1.1.4.2 | in de trouwzaal van de stadswinkel Geleen of het Stadskantoor Sittard op vrijdag om 9.00 en om 9.30 uur | € 202,80 |
1.1.5 | in afwijking van 1.1.1 vindt een kosteloze voltrekking van een huwelijk, registratie van een partnerschap of omzetting van een geregistreerd partnerschap plaats op dinsdag in een spreekkamer van de stadswinkel Geleen of het Stadskantoor Sittard om 9.00 en 9.15 uur* | |
1.1.6 | In afwijking van 1.1.1 bedraagt het tarief voor een omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk aan de balie van de stadswinkel Geleen tijdens de openingstijden voor het publiek* | € 78,05 |
1.1.7 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van: | |
1.1.7.1 | een aanvraag voor het inhuren van een getuige van de gemeente | € 34,95 |
1.1.7.2 | een aanvraag tot het eenmalig benoemen van een buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand | € 0,00 |
1.1.7.3 | een aanvraag tot het beëdigen en eenmalig benoemen van een buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand | € 250,00 |
1.1.8 | Het tarief bedraagt voor het aanvragen van: | |
1.1.8.1 | een trouwboekje of geregistreerd partnerschapsboekje in gewone uitvoering | € 20,55 |
1.1.8.2 | een trouwboekje of geregistreerd partnerschapsboekje in luxe uitvoering | € 33,30 |
* De stadswinkel Geleen en het stadskantoor Sittard zijn gesloten, indien de openstelling samenvalt met een algemeen erkende feestdag, zoals bedoeld in artikel 3 van de Algemene termijnenwet of andere door het college aangewezen dagen dat het bureau niet of slechts gedeeltelijk geopend is. | ||
** Het bureau van de burgerlijke stand is gesloten, indien de openstelling samenvalt met een algemeen erkende feestdag, zoals bedoeld in artikel 3 van de Algemene termijnenwet | ||
1.1.9 | Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand. | |
Hoofdstuk 2 Reisdocumenten | ||
1.2 | Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag: | |
1.2.1 | van een nationaal paspoort: | |
1.2.1.1 | voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is | € 65,30 |
1.2.1.2 | voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt | € 52,00 |
1.2.2 | van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel 1.2.1 (zakenpaspoort): | |
1.2.2.1 | voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is | € 65,30 |
1.2.2.2 | voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt | € 52,00 |
1.2.3 | van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort): | |
1.2.3.1 | voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is | € 65,30 |
1.2.3.2 | voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt | € 52,00 |
1.2.4 | van een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen | € 52,00 |
1.2.5 | van een Nederlandse identiteitskaart: | |
1.2.5.1 | voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is | € 51,05 |
1.2.5.2 | voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt | € 29,05 |
1.2.6 | voor een spoedlevering van de in de onderdelen 1.2.1 tot en met 1.2.5 genoemde documenten, de in die onderdelen genoemde leges vermeerderd met een bedrag van | € 47,55 |
Hoofdstuk 3 Rijbewijzen | ||
1.3.1.1 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen, of omwisselen van een rijbewijs met een geldigheidsduur van 10 jaar, of korter op grond van leeftijd of een medische indicatie | € 39,65 |
1.3.1.2 | Indien de aanvraag dient ter verkrijging van een nieuw rijbewijs als gevolg van vermissing van een eerder verstrekt rijbewijs, tenzij er sprake is van brand, diefstal door inbraak of overval van de persoon, wordt het tarief genoemd in 1.3.1.1. verhoogd met | € 26,10 |
1.3.1.3 | Aanvullende leges bij 2e aanvraag i.v.m. vermissing binnen 365 dagen | € 52,20 |
1.3.1.4 | Spoedproceduretoeslag per rijbewijs | € 34,10 |
1.3.2 | Het tarief bedraagt: | |
1.3.2.1 | voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot omwisseling van een buitenlands rijbewijs in een Nederlands rijbewijs | € 61,75 |
1.3.2.2 | voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen, of omwisselen van een rijbewijs door een persoon die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen is ingeschreven | € 61,75 |
1.3.2.3 | het uitreiken van het formulier Eigen verklaring ten behoeve van het rijbewijs | € 7,10 |
Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de basisregistratie personen | ||
1.4.1 | Voor de toepassing van dit hoofdstuk, met uitzondering van de onderdelen 1.4.3 en 1.4.4, wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens over één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd. | |
1.4.2 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: | |
1.4.2.1 | tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking | € 15,30 |
1.4.3 | Voor de toepassing van onderdeel 1.4.4 wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens over één persoon die niet zijn opgenomen in de basisregistratie personen | |
1.4.4 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: | |
1.4.4.1 | tot het verstrekken van gegevens: per verstrekking | € 15,30 |
1.4.5 | In afwijking van de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens met behulp van alternatieve media bedoeld in artikel 16, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen | € 23,35 |
1.4.6 | In afwijking van de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het schriftelijk verstrekken van gegevens bedoeld in artikel 17, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen | € 7,50 |
1.4.7 | Het tarief bedraagt voor het op verzoek doornemen van de basisregistratie personen, persoonskaarten of andere archieven, voor ieder daaraan besteed kwartier | € 23,70 |
Hoofdstuk 5 Verstrekkingen uit het Kiezersregister | ||
1.5.1 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling van een verzoek om mede te delen of verzoeker als kiezer is geregistreerd conform artikel D4 Kieswet | € 4,15 |
Hoofdstuk 6 Verstrekking op grond van Wet bescherming persoonsgegevens | ||
Niet van toepassing | ||
Hoofdstuk 7 Bestuursstukken | ||
1.7 | Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afsluiten van een abonnement voor een kalenderjaar betreffende de: | |
1.7.1 | raadstukken | € 124,10 |
1.7.2 | commissiestukken | € 93,10 |
1.7.3 | besluiten van de vergaderingen van het college van burgemeester en wethouders | € 135,40 |
1.7.4 | Indien een abonnement wordt afgesloten in de loop van een kalenderjaar, wordt het tarief voor het resterende gedeelte van het kalenderjaar naar tijdsgelang vastgesteld | |
Hoofdstuk 8 Vastgoedinformatie | ||
Kadaster en Wet Kenbaarheid Beperkingen (Wkpb) | ||
1.8.1 | Het in behandeling nemen van een verzoek om informatie uit het Kadastraal Register via Kadaster-On-Line: | |
1.8.1.1 | a) de door het Kadaster in rekening te brengen legeskosten | |
1.8.1.2 | b) een toeslag per kwartier voor het verstrekken van informatie | € 15,45 |
Hoofdstuk 9 Overige publiekszaken | ||
1.9 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: | |
1.9.1 | tot het verstrekken van een verklaring omtrent het gedrag | € 41,35 |
1.9.2 | tot het verstrekken van een bewijs van in leven zijn | € 15,30 |
1.9.3 | tot het legaliseren van een handtekening | € 12,15 |
1.9.4 | tot afgifte van een lijkenpas (als bedoeld in artikel 11 en 12 van het Besluit op de Lijkbezorging) | € 15,30 |
1.9.5 | tot het stellen van een andere termijn voor begraving of verbranding (als bedoeld in de Wet op de Lijkbezorging) | € 15,30 |
Hoofdstuk 10 Gemeentearchief Sittard-Geleen | ||
1.10.1 | Het tarief bedraagt voor het op verzoek doen van nasporingen in de zich in het gemeentearchief Sittard-Geleen berustende stukken, voor ieder daaraan besteed kwartier: | € 16,00 |
1.10.2 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of uittreksel uit een in het gemeentearchief berustend stuk:* | |
1.10.2.1 | per afdruk voor formaat A4 | € 0,20 |
1.10.2.2 | per afdruk voor formaat A3 | € 0,25 |
1.10.3 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het scannen en afdrukken van afbeeldingen uit de beeldcollectie voor: | |
1.10.3.1 | het scannen van een afbeelding door een archiefmedewerker per afbeelding (maximaal A3) | € 2,00 |
1.10.3.2 | het scannen van een afbeelding door een archiefmedewerker per afbeelding (maximaal A1) | € 5,45 |
1.10.3.3 | het afdrukken van een scan op A4 of A3 fotopapier | € 5,15 |
1.10.4 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het uitlenen van archiefbescheiden | € 0,00 |
* voorafgaand aan de aanvraag als bedoeld onder 1.10.2 en 1.10.3 kan de aanvrager een prijsopgave vragen, indien een prijsopgave wordt uitgebracht wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de prijsopgave aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken | ||
Hoofdstuk 11 Huisvestingswet 2014 | ||
Niet van toepassing | ||
Hoofdstuk 12 Leegstandwet | ||
1.12 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: | |
1.12.1 | tot het verkrijgen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet | € 150,00 |
1.12.2 | tot verlenging van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, vierde lid, van de Leegstandwet | € 150,00 |
Hoofdstuk 13 Gemeentegarantie | ||
Niet van toepassing | ||
Hoofdstuk 14 Markten | ||
nvt, er is een aparte verordening marktgelden | ||
Hoofdstuk 15 Winkeltijdenwet | ||
1.15 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: | |
1.15.1 | tot het verlenen van een vrijstelling c.q. een ontheffing als bedoeld in de Winkeltijdenwet of krachtens de Winkeltijdenwet vastgestelde verordeningen, niet zijnde een ontheffing voor een avondwinkel | € 40,55 |
1.15.2 | tot het wijzigen van een in onderdeel 1.15.1 bedoelde ontheffing | € 20,25 |
1.15.3 | tot het verlenen van een ontheffing voor een avondwinkel | € 304,20 |
Hoofdstuk 16 Kansspelen | ||
1.16 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen: | |
1.16.1 | voor een periode van twaalf maanden: | |
1.16.1.1 | indien de vergunning voor één kansspelautomaat geldt | € 56,50 |
1.16.1.2 | indien de vergunning voor twee of meer kansspelautomaten geldt: | |
1.16.1.2.1 | een vast bedrag van | € 22,50 |
1.16.1.2.2 | vermeerderd met het product van het aantal kansspelautomaten maal een bedrag van | € 34,00 |
1.16.1.3 | het bepaalde in 1.16.1 t/m 1.16.1.2.2.is van overeenkomstige toepassing indien de vergunning geldt voor een tijdvak, korter of langer dan twaalf maanden doch ten hoogste vier jaar, met dien verstande dat de in deze onderdelen bedoelde tarieven naar evenredigheid van het verschil in looptijd van de vergunning verlaagd onderscheidenlijk verhoogd worden. | |
1.16.2 | voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd: | |
1.16.2.1 | indien de vergunning voor een kansspelautomaat geldt: | € 226,50 |
1.16.2.2 | indien de vergunning voor twee of meer kansspelautomaten geldt: | |
1.16.2.2.1 | een vast bedrag van | € 90,50 |
1.16.2.2.2 | vermeerderd met het product van het aantal kansspelautomaten maal een bedrag van | € 136,00 |
1.16.3 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning) | € 50,00 |
Hoofdstuk 17 Telecommunicatie | ||
1.17 | Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een melding van een werk, kleiner dan 25 strekkende meter sleuflengte, in verband met het afgeven van een "bevestiging" voor het leggen, instandhouden en het opruimen van kabels binnen het grondgebied van de gemeente | € 137,30 |
1.17.1 | Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een melding van een werk, vanaf 25 strekkende meter sleuflengte, in verband met het afgeven van een "instemmingsbesluit" voor het leggen, instandhouden en het opruimen van kabels binnen het grondgebied van de gemeente | € 326,80 |
Hoofdstuk 18 Verkeer en vervoer | ||
1.18 | Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van: | |
1.18.1 | een Europese Gehandicaptenparkeerkaart | € 100,25 |
1.18.2 | een ontheffing als bedoeld in artikel 15, eerste lid juncto artikel 123 van het Wegenverkeersreglement alsmede artikel 5.1.5, lid 2 en artikel 5.1.7 van de Algemeen Plaatselijke Verordening betreffende de hoogte, breedte, wieldruk, gewicht e.d. van motorvoertuigen of van een daardoor voortbewogen aanhangwagen | |
1.18.2.1 | indien de ontheffing voor één dag geldt | € 10,10 |
1.18.2.2 | indien de ontheffing voor een kwartaal of een deel van een kwartaal geldt | € 15,25 |
1.18.2.3 | indien de ontheffing voor een jaar geldt | € 37,95 |
1.18.3 | een ontheffing als bedoeld in art. 87 van de RVV 1990, zoals voetgangersgebieden, parkeerverboden, etc. | |
1.18.3.1 | ingeval van verhuizing, noodgevallen, bouwwerkzaamheden | |
1.18.3.2 | indien de ontheffing voor één dag geldt | € 10,10 |
1.18.3.3 | indien de ontheffing voor een week of een deel van de week geldt | € 17,60 |
1.18.3.4 | indien de ontheffing voor een maand of langer geldt, zijn de kosten per maand | € 33,05 |
1.18.4 | een ontheffing voor hulpdiensten (arts/verpleeg- en verloskundigen): | |
1.18.4.1 | indien de ontheffing voor een jaar of een gedeelte van een jaar geldt | € 35,20 |
1.18.5 | een ontheffing voor bewoners t.b.v. bereikbaarheid parkeervoorziening e.d.: | |
1.18.5.1 | indien de ontheffing voor een jaar of een gedeelte van een jaar geldt | € 0,00 |
1.18.6 | een ontheffing in alle overige gevallen (met een maximum van een jaar) | |
1.18.6.1 | indien de ontheffing voor een week of een deel van de week geldt | € 17,60 |
1.18.6.2 | Indien de ontheffing voor een jaar geldt | € 112,70 |
1.18.6.3 | indien er meerdere ontheffingen worden aangevraagd geldt onderstaande staffelmethode: (zo nodig te herhalen na elke 7e aanvraag): | |
1.18.6.3.1 | voor de 1e ontheffing (100%) | € 112,70 |
1.18.6.3.2 | voor de 2e ontheffing (90%) | € 101,65 |
1.18.6.3.3 | voor de 3e ontheffing (80%) | € 90,40 |
1.18.6.3.4 | voor de 4e ontheffing (70%) | € 79,05 |
1.18.6.3.5 | voor de 5e ontheffing (60%) | € 67,75 |
1.18.6.3.6 | voor de 6e ontheffing (50%) | € 56,50 |
1.18.6.3.7 | voor de 7e ontheffing (40%) | € 45,20 |
1.18.7 | van een transponder t.b.v. bediening van Beweegbare Fysieke Afsluitingen (zakpalen): | |
1.18.7.1 | in geval van verlies (m.u.v. diefstal) | € 25,35 |
1.18.8 | Het tarief bedraagt ter zake het plaatsen en verwijderen van borden t.b.v. evenementen, als bedoeld in de Uitvoeringsregels inzake de feitelijke uitvoering van de Wegsleepverordening gemeente Sittard-Geleen 2014: | |
1.18.8.1 | Voor 1 bord | € 59,05 |
1.18.8.2 | Voor elk volgende bord een bijtelling van | € 34,30 |
1.18.9 | Het tarief bedraagt ter zake de aanvraag en aanleg van een gehandicaptenparkeerplaats ingevolge de vigerende "Beleidsregels inzake de aanwijzing van gehandicaptenparkeerplaatsen 2007" en het bepaalde in de BABW (Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer) | |
1.18.9.1 | Voor het indienen van een aanvraag voor een individuele gehandicaptenparkeerplaats | € 21,25 |
1.18.9.2 | Voor de aanleg van een toegekende individuele gehandicaptenparkeerplaats | € 244,30 |
1.18.9.3 | Voor de wijziging van het kenteken van een reeds aangelegde individuele gehandicaptenparkeerplaats | € 24,35 |
1.18.9.4 | Voor de verplaatsing van een reeds aangelegde individuele gehandicaptenparkeerplaats | € 304,85 |
1.18.9.5 | Voor de 5-jaarlijkse toetsing van een reeds aangelegde individuele gehandicaptenparkeerplaats | € 12,20 |
1.18.9.6 | Voor de intrekking een reeds aangelegde individuele gehandicaptenparkeerplaats | € 48,85 |
1.18.10 | Van een ontheffing voor zover noodzakelijk voor en direct samenhangend met de uitvoering van bijzondere (exceptionele) transporten | € 42,90 |
1.18.11 | Het tarief bedraagt terzake van het wijzigen van een parkeervergunning of parkeerabonnement (bijvoorbeeld als gevolg van een nieuw kenteken) | € 9,40 |
1.18.12 | Voor het vervoeren van personen in of op aanhangwagens en in laadruimten, zoals bedoeld in artikel 61b van het RVV 1990 | |
1.18.12.1 | Indien de ontheffing voor een jaar of een gedeelte van het jaar geldt | € 34,60 |
Hoofdstuk 19 Diversen | ||
1.19 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: | |
1.19.1.1 | afschriften, doorslagen, scans of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen | |
1.19.1.1.1 | voor minder dan 6 pagina's | € 0,00 |
1.19.1.1.2 | voor meer dan 6 pagina's, per pagina formaat A4 | € 0,20 |
1.19.1.1.3 | voor meer dan 6 pagina's, per pagina formaat A3 | € 0,25 |
1.19.1.1.4 | Indien een vergoeding in rekening wordt gebracht voor het verstrekken van kopieën van ander materiaal dat gegevens bevat, bedraagt deze niet meer dan de kostprijs. | |
1.19.1.2 | kopieën van kaarten, tekeningen en lichtdrukken, al dan niet behorend bij de in de onderdelen 1.19.1.1 genoemde stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen | |
1.19.1.2.1 | per kaart, tekening of lichtdruk | € 1,90 |
1.19.1.2.2 | vermeerderd voor elke dm2 of gedeelte daarvan met | € 0,05 |
1.19.1.2.3 | tekeningen die op verzoek worden geplot bij derden de daadwerkelijke kosten | |
1.19.2 | een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen | € 18,70 |
1.19.3 | alle niet nader in deze tabel omschreven diensten, per kwartier of gedeelte daarvan | € 16,00 |
1.19.4 | een toekenning van schadevergoeding bij rechtmatig handelen van de gemeente (nadeelcompensatie) | € 325,40 |
Hoofdstuk 20 Kinderopvang | ||
1.20 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: | |
1.20.1 | een vergunning tot het in exploitatie nemen van een kinderdagverblijf (of BSO), peuterspeelzaal of gastouderbureau | € 900,00 |
1.20.2 | een vergunning tot het in exploitatie nemen van een gastouderopvang | € 300,00 |
Het tarief bedraagt voor het doorvoeren van: | ||
1.20.3 | Mutaties gericht op het aangaan van een extra bemiddelingsrelatie | € 200,00 |
Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning | ||
Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen | ||
2.1.1 | Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder: | |
2.1.1.1 | aanlegkosten (kosten voor het uitvoeren van een werk of werkzaamheden) | |
de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft; | ||
2.1.1.2.1 | bouwkosten: | |
de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de kosten, die voortvloeien uit aangegane verplichtingen ten behoeve van de fysieke realisatie (het bouwen) van bouwwerken, exclusief omzetbelasting. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft; | ||
Voor de berekening van de bouwkosten c.q. de herbouwkosten dienen als leidraad te worden gehanteerd de meest recente uitgaven van de door Reed Business Information te Doetinchem gehanteerde taxatieboekjes m.b.t. de (her)bouwkosten van bedrijfspanden, woningen en agrarische objecten. Indien blijkt dat de door de aanvrager van de omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen opgegeven bouwkosten niet overeenkomen met de uit de genoemde taxatieboekjes voortvloeiende bouwkosten, worden de opgegeven bouwkosten dienovereenkomstig ambtshalve aangepast. Indien de opgegeven bouwkosten ambtshalve zijn verhoogd en deze verhoging door de aanvrager van de omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen niet redelijk wordt geacht, vindt nadat dit met een door de aanvrager over te leggen gespecificeerde aannemingsbegroting aannemelijk is gemaakt, naar billijkheid restitutie van teveel betaalde bouwleges plaats; | ||
2.1.1.3 | Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. | |
2.1.1.4 | Schetsplan: en schetsplan is een schetsmatig of initiatief plan voor bouw- of verbouw gebruiksactiviteiten dat -vooruitlopend op een omgevingsvergunning- wordt getoetst aan de ruimtelijke kaders (bestemmingsplan en overig gemeentelijk beleid). | |
2.1.2 | In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld. | |
2.1.3 | In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld. | |
Hoofdstuk 2 Beoordeling schetsplan | ||
2.2 | Het tarief bedraagt voor de beoordeling van een schetsplan | € 200,00 |
Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning | ||
2.3 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd. | |
2.3.1 | Bouwactiviteiten | |
2.3.1.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief: | |
2.3.1.1.1 | indien de bouwkosten minder zijn of gelijk zijn aan € 100.000,00 een percentage van de bouwsom van | 5,000% |
2.3.1.1.2 | indien de bouwkosten zijn gelegen tussen € 100.000,00 en € 2.500.000,01, een bedrag van € 5.000,00, verhoogd met een percentage van het deel tussen € 100.000,00 en € 2.500.000,01 van | 3,464% |
2.3.1.1.3 | indien de bouwkosten zijn gelegen tussen € 2.500.000,00 en € 5.000.000,01, een bedrag van € 88.136,00, verhoogd met een percentage van het deel tussen € 2.500.000,00 en € 5.000.000,01 van | 3,019% |
2.3.1.1.4 | indien de bouwkosten zijn gelegen tussen € 5.000.000 en € 7.500.000,01, een bedrag van € 163.611,00, verhoogd met een percentage van het deel tussen € 5.000.000 en € 7.500.000,01 van | 2,368% |
2.3.1.1.5 | indien de bouwkosten zijn gelegen tussen € 7.500.000,00 en € 20.000.000,01 een bedrag van € 222.811,00 verhoogd met een percentage van het deel tussen € 7.500.000,00 en € 20.000.000,01 van | 1,776% |
2.3.1.1.6 | indien de bouwkosten zijn gelegen boven € 20.000.000,00, een bedrag van € 444.811,00 verhoogd met een percentage van de bouwkosten van | 0,888% |
2.3.1.1.7 | met dien verstande dat het tarief niet minder zal bedragen dan | € 200,00 |
Achteraf ingediende aanvraag | ||
2.3.1.2 | Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien de in dat subonderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit: | |
van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges. | 150% | |
2.3.2 | Aanlegactiviteiten (uitvoeren van een werk of werkzaamheden) | |
2.3.2.1 | Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit voor het uitvoeren van een werk of werkzaamheden als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief een percentage van de kosten voor het uitvoeren van een werk of werkzaamheden | 3,188% |
2.3.2.1.1 | met dien verstande dat het tarief niet minder zal bedragen dan | € 200,00 |
2.3.3 | Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een (vergunningplichtige of vergunningvrije) bouwactiviteit en/of een activiteit voor het uitvoeren van een werk of werkzaamheden | |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een (vergunningplichtige of vergunningvrije) bouwactiviteit en/of een activiteit voor het uitvoeren van een werk of werkzaamheden als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, onderscheidenlijk b, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de onderdelen 2.3.1 en 2.3.2: | ||
2.3.3.1 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1°, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking) | € 200,00 |
2.3.3.2 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2° , van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking of tijdelijke afwijking) en de bouwkosten of kosten voor het uitvoeren van een werk of werkzaamheden lager zijn dan of gelijk zijn aan € 10.000 | € 200,00 |
2.3.3.3 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2° van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking of tijdelijke afwijking), en de bouwkosten of kosten voor het uitvoeren van een werk of werkzaamheden hoger zijn dan € 10.000 | € 727,15 |
2.3.3.4 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3°, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking): | € 1.786,65 |
2.3.3.4.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning als onder 2.3.3.4 wordt gepubliceerd op www.ruimtelijkeplannen.nl ter indiening van zienswijzen bedraagt het tarief | de werkelijke kosten |
2.3.3.5 | De tarieven zoals bedoeld in artikel 2.3.3 worden voorafgaand aan het in procedure nemen van de benodigde Wabo procedure aan de aanvrager schriftelijk meegedeeld. | |
2.3.3.6 | Indien ontheffing wordt verleend van een bepaling van de bouwverordening bedraagt het tarief: | € 158,30 |
2.3.3.7 | Indien de aanvraag wordt ingetrokken of geweigerd, dan bestaat er directe aanspraak op teruggaaf van 50% van de leges voor de activiteit planologisch strijdig gebruik, met dien verstande, dat het minimaal te betalen tarief voor deze activiteit bedraagt | € 200,00 |
2.3.4 | Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit of een activiteit voor het uitvoeren van werken | |
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit of een activiteit voor het uitvoeren van een werk of werkzaamheden als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, onderscheidenlijk b, van de Wabo, bedraagt het tarief: | ||
2.3.4.1 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1°, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking): | € 200,00 |
2.3.4.2 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2°, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking): | € 200,00 |
2.3.4.2.1 | in afwijking van 2.3.4.2 bedraagt het tarief bij een inrichting (buitenplanse kleine afwijking): | € 727,15 |
2.3.4.3 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3°, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking): | € 1.786,65 |
2.3.4.3.1 | indien een aanvraag om een omgevingsvergunning als onder 2.3.4.4 wordt gepubliceerd op www.ruimtelijkeplannen.nl ter indiening van zienswijzen, bedraagt het tarief | |
2.3.4.4 | Indien de aanvraag wordt ingetrokken of geweigerd, dan bestaat er directe aanspraak op teruggaaf van 50% van de leges voor de activiteit planologisch strijdig gebruik, met dien verstande, dat het minimaal te betalen tarief voor deze activiteit bedraagt | € 200,00 |
2.3.4.5 | indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft en met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo van de krachtens artikel 4.1, derde of vijfde lid, van de Wet ruimtelijke ordening bij of krachtens provinciale verordening, onderscheidenlijk provinciale verklaring gegeven regels is afgeweken: | € 1.786,65 |
2.3.4.6 | indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft en met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo van de krachtens artikel 4.3, derde of vierde lid, van de Wet ruimtelijke ordening bij of krachtens algemene maatregel van bestuur, onderscheidenlijk ministeriële verklaring gegeven regels is afgeweken: | € 1.786,65 |
2.3.4.7 | indien een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor de activiteit planologisch strijdig gebruik betrekking heeft op dezelfde activiteit als waarvoor eerder een vergunning geweigerd is of wegens onvolledigheid niet in behandeling is genomen, wordt het eerder in rekening gebrachte bedrag voor de weigering/besluit tot niet in behandeling name verrekend met de totaal verschuldigde leges voor de uiteindelijk te verlenen vergunning, met dien verstande dat het tarief niet minder bedraagt dan | € 200,00 |
2.3.5 | In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid | |
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het basistarief onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: | ||
2.3.5.1 | in het kader van nieuw- en verbouw : | € 213,70 |
te vermeerderen met, voor een gebouw of bouwwerk met een bruto vloeroppervlakte van : | ||
2.3.5.1.1 | minder dan 100 m2 | € 163,51 |
2.3.5.1.2 | 100 - 500 m2 € 163,51 plus een bedrag per m2 tussen 100 en 500,01 m2 van: | € 1,62 |
2.3.5.1.3 | 501 - 2.000 m2 € 811,51 plus een bedrag per m2 tussen 500 en 2000,01 m2 van: | € 0,36 |
2.3.5.1.4 | 2.001 - 5.000 m2 € 1.351,51 plus een bedrag per m2 tussen 2.000 en 5.000,01 m2 van: | € 0,10 |
2.3.5.1.5 | 5.001 - 50.000 m2 € 1.651,51 plus een bedrag per m2 tussen 5.000 en 50.000,01 m2 van: | € 0,02 |
2.3.5.1.6 | 50.001 m2 of meer € 2.551,51 plus een bedrag per m2 boven 50.000 m2 van | € 0,01 |
2.3.5.2 | in het kader van bestaande bouw | € 789,65 |
te vermeerderen met, voor een gebouw of bouwwerk met een oppervlakte van : | ||
2.3.5.2.1 | minder dan 100 m2 | € 174,86 |
2.3.5.2.2 | 100 - 500 m2 € 174,86 plus een bedrag per m2 tussen 100 en 500,01 m2 van: | € 1,77 |
2.3.5.2.3 | 501 - 2.000 m2 € 882,86 plus een bedrag per m2 tussen 500 en 2000,01 m2 van: | € 0,42 |
2.3.5.2.4 | 2.001 - 5.000 m2 € 1.512,86 plus een bedrag per m2 tussen 2.000 en 5.000,01 m2 van: | € 0,10 |
2.3.5.2.5 | 5.001 - 50.000 m2 € 1.812,86 plus een bedrag per m2 tussen 5.000 en 50.000,01 m2 van: | € 0,05 |
2.3.5.2.6 | 50.001 m2 of meer € 4.062,86 plus een bedrag per m2 boven 50.000 m2 van | € 0,02 |
2.3.5.3 | indien en voor zover de aanvraag mede betrekking heeft op niet bebouwde voor bedrijfsdoeleinden bestemde terreinen bij een gebouw/bouwwerk waarin bedrijfsmatig de in artikel 7.6 van het Bouwbesluit 2012 bedoelde stoffen worden opgeslagen, voor terreinen met een oppervlakte van: | |
2.3.5.3.1 | minder dan 500,01 m2 | € 74,05 |
2.3.5.3.2 | tussen 500 en 2.000,01 m2 | € 148,00 |
2.3.5.3.3 | tussen 2.001 en 5.000 m2 | € 222,00 |
2.3.5.3.4 | voor terreinen met een gebruiksoppervlakte van meer dan 5.000 m2: | € 222,00 |
verhoogd met € 25,50 per 5.000 m2 of een gedeelte daarvan | ||
2.3.6 | Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten | |
2.3.6.1 | Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een rijks-, provinciaal of gemeentelijk monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, of artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wabo of artikel 14 van de gemeentelijke erfgoedverordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: | |
2.3.6.1.1 | voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een beschermd monument: | € 293,65 |
2.3.6.2 | Indien de aanvraag onder 2.3.6 werkzaamheden betreft waarvoor de rijksdienst voor de monumentenzorg en of Gedeputeerde Staten van de provincie Limburg afzonderlijk advies dient te worden gevraagd wordt het tarief verhoogd met | € 544,00 |
2.3.6.3 | Indien de aanvraag onder artikel 2.3.6 wordt gepubliceerd met de mogelijkheid tot het inbrengen van zienswijzen wordt het tarief verhoogd met | € 88,60 |
2.3.6.4 | Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h, of artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wabo of artikel 20 van de gemeentelijke erfgoedverordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: | € 293,65 |
2.3.6.5 | indien de aanvraag wordt ingetrokken of geweigerd, dan bestaat er directe aanspraak op teruggaaf van de leges voor de activiteit met betrekking tot een monument of een beschermd stads- of dorpsgezicht, met dien verstande, dat het te betalen tarief voor deze activiteit bedraagt | € 200,00 |
2.3.7 | Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht | |
2.3.7.1 | Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: | € 293,65 |
2.3.7.2 | Indien de aanvraag wordt ingetrokken of geweigerd, dan bestaat er directe aanspraak op teruggaaf van de leges voor de activiteit met betrekking tot een monument of een beschermd stads- of dorpsgezicht, met dien verstande, dat het te betalen tarief voor deze activiteit bedraagt | € 200,00 |
2.3.8 | Aanleggen of veranderen van een weg | |
2.3.8.1 | Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder d, van de Wabo in samenhang met de provinciale wegenverordening of artikel 2.11 van de Algemene plaatselijke verordening bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: | € 591,00 |
2.3.8.2 | De legesheffing als bedoeld in artikel 2.3.8.1 is niet van toepassing voor nutsbedrijven (stroom, gas en water). | |
2.3.9 | Uitweg/inrit | |
2.3.9.1 | Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor ingevolge artikel 2:12 van de Algemene Plaatselijke Verordening Sittard-Geleen een vergunning is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief: | € 300,00 |
2.3.9.1.1 | Het tarief als bedoeld in artikel 2.3.9.1 wordt niet geheven voor vergunningaanvragen voor een mindervalide inrit. | |
2.3.9.2 | Indien de aanvraag wordt ingetrokken of geweigerd, dan bestaat er directe aanspraak op teruggaaf van de leges voor de activiteit uitweg/inrit, met dien verstande, dat het te betalen tarief voor deze activiteit bedraagt | € 200,00 |
2.3.10 | Kappen | |
2.3.10.1 | Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van een houtopstand, waarvoor ingevolge artikel 4:11 van de Algemene Plaatselijke Verordening Sittard-Geleen een vergunning is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief: | € 300,00 |
2.3.10.2 | Indien de aanvraag wordt ingetrokken of geweigerd, dan bestaat er directe aanspraak op teruggaaf van de leges voor de activiteit kappen, met dien verstande, dat het te betalen tarief voor deze activiteit bedraagt | € 200,00 |
2.3.10A | Activiteiten met betrekking tot het maken of voeren van handelsreclame | |
2.3.10A.1 | Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aan of op een onroerende zaak maken of voeren van handelsreclame, waarvoor ingevolge artikel 4:15 van de Algemene Plaatselijke Verordening Sittard-Geleen een vergunning is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder h en i van de Wabo, bedraagt het tarief: | € 293,65 |
2.3.10A.2 | Het tarief van artikel 2.3.10A.1 wordt niet geheven als de onverlichte handelsreclame zich in of aan een bouwwerk geen gebouw zijnde bevindt, waarvoor volgens artikel 2 lid 1 sub a van de Wabo, een omgevingsvergunning nodig is, en de activiteiten 'bouwen' en 'het voeren van handelsreclame' voor dit bouwwerk en deze onverlichte handelsreclame in één aanvraag wordt ingediend. | |
2.3.10A.3 | Indien de aanvraag wordt ingetrokken of geweigerd, dan bestaat er directe aanspraak op teruggaaf van de leges voor de activiteit het voeren van handelsreclame, met dien verstande, dat het te betalen tarief voor deze activiteit bedraagt | € 200,00 |
2.3.11 | Opslag van roerende zaken | |
Niet van toepassing | ||
2.3.12 | Natura 2000-activiteiten | |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het realiseren van projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats en soorten in of in de nabijheid van een Natura 2000-gebied als bedoeld in artikel 19d, lid 1 van de Natuurbeschermingswet 1998 dan wel artikel 2.7, lid 2 van de Wet natuurbescherming, waarvoor Gedeputeerde Staten van de Provincie Limburg een verklaring van geen bedenkingen dient te geven of te weigeren ingevolge artikel 2.27, lid 1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht: | ||
het van toepassing zijnde tarief zoals opgenomen in paragraaf 2.6 van de vigerende Tarieventabel behorende bij de vigerende Legesverordening van de Provincie Limburg inzake het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning voor het realiseren van projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats of soorten in of nabij een Natura 2000-gebied als bedoeld in artikel 19d, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 dan wel artikel 2.7, lid 2 van de Wet natuurbescherming. Dit tarief bedraagt: | ||
2.3.12.1 | Landbouw en overige | € 2.491,80 |
2.3.12.2 | Industrie | € 12.377,90 |
2.3.12.3 | Infrastructuur | € 18.559,25 |
Voor zover deze tarieven door Provinciale Staten van de Provincie Limburg zijn gewijzigd zijn de vigerende tarieven van kracht. | ||
2.3.12.4 | Restitutie bij weigeren omgevingsvergunning | |
Indien een omgevingsvergunning, die voorziet in projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats en soorten in of in de nabijheid van een Natura 2000-gebied, door de Gemeente wordt geweigerd, als gevolg van het weigeren van een verklaring van geen bedenkingen met betrekking tot dit onderdeel door Gedeputeerde Staten van de Provincie Limburg, vindt restitutie door de Gemeente aan de aanvrager plaats van 75% van de geheven leges van de aanvrager. | 75% | |
2.3.12.5 | Restitutie bij intrekking aanvraag | |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning, die voorziet in projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats en soorten in of in de nabijheid van een Natura 2000-gebied, door de aanvrager wordt ingetrokken alvorens daarop door de Gemeente is beschikt, vindt restitutie door de gemeente aan de aanvrager als volgt plaats: | ||
2.3.12.5.1 | indien het verzoek tot intrekking is gedaan binnen zes maanden na datum van ontvangst van de aanvraag bij de Gemeente, vindt restitutie door de Gemeente aan de aanvrager plaats van 50% van de geheven leges van de aanvrager. | 50% |
2.3.12.5.2 | indien het verzoek tot intrekking is gedaan zes maanden na datum van ontvangst van de aanvraag bij de Gemeente, vindt restitutie plaats door de Gemeente aan de aanvrager van 25% van de geheven leges van de aanvrager. | 25% |
2.12.6 | Leges worden niet geheven voor | |
Het in behandeling nemen van een aanvraag tot verlening van een omgevingsvergunning in het kader van projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats of soorten in of nabij een Natura 2000-gebied betrekking hebbende op evenementen en het beheer van een Natura-gebied. | ||
2.3.13 | Handelingen in het kader Flora- en faunawet | |
nvt | ||
2.3.14 | Andere activiteiten | |
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling: | ||
2.3.14.1 | behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief: | € 164,45 |
2.3.14.2 | behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief: | € 164,45 |
2.3.14.2.1 | als het een gemeentelijke verordening betreft: het bedrag dat op grond van deze tarieventabel voor de betreffende vergunning of ontheffing verschuldigd is als de activiteit zou worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning. | |
2.3.14.2.2 | als het een provinciale of waterschapsverordening betreft: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. | |
2.3.15 | Omgevingsvergunning in twee fasen | |
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief: | ||
2.3.15.1 | voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft; | |
2.3.15.2 | voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft. | |
2.3.16 | Beoordeling bodemrapport | |
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld: | ||
2.3.16.1 | voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport | € 164,45 |
2.3.16.2 | voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport | € 164,45 |
2.3.17 | Advies | |
2.3.17.1 | Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. | |
2.3.17.2 | Indien een begroting als bedoeld in 2.3.17.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. | |
2.3.18 | Verklaring van geen bedenkingen | |
2.3.18.1 | Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo: | |
2.3.18.1.1 | indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: | € 200,00 |
2.3.18.1.2 | indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. | |
2.3.18.2 | Indien een begroting als bedoeld in 2.3.18.1.2 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. | |
Hoofdstuk 4 Vermindering | ||
2.4.1 | Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning is voorafgegaan door een aanvraag voor de beoordeling van een schetsplan als bedoeld in hoofdstuk 2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de terzake van het schetsplan geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning bedoeld in hoofdstuk 3. | |
Hoofdstuk 5 Teruggaaf | ||
2.5.1 | Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw- of activiteit voor het uitvoeren van een werk of werkzaamheden | |
2.5.1.1 | Als de aanvrager zijn aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouwactiviteiten of uitvoeren van werk of werkzaamheden als bedoeld in de onderdelen 2.3.1 of 2.3.2 intrekt, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, met dien verstande, dat het minimaal te betalen tarief bedraagt: | € 200,00 |
2.5.1.1.1 | De teruggaaf bedraagt direct indien alleen getoetst is aan het bestemmingsplan of de stedenbouwkundige voorschriften van de bouwverordening : | 80% |
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges. | ||
2.5.1.1.2 | waarbij het maximaal te betalen tarief bedraagt over het gedeelte van de bouwkosten of kosten voor het uitvoeren van een werk of werkzaamheden tot en met € 100.000 | € 243,75 |
2.5.1.1.3 | waarbij het maximaal te betalen bedrag bedraagt over het gedeelte van de bouwkosten of kosten voor het uitvoeren van een werk of werkzaamheden tussen € 100.000 en € 500.000,01 | € 1.221,75 |
2.5.1.1.4 | waarbij het maximaal te betalen bedrag bedraagt over het gedeelte van de bouwkosten of kosten voor het uitvoeren van een werk of werkzaamheden boven € 500.000,00 | € 3.420,80 |
2.5.1.2.1 | De teruggaaf bedraagt direct indien alleen getoetst is aan het bestemmingsplan of de stedenbouwkundige voorschriften van de bouwverordening en aan redelijke eisen van welstand: | 70% |
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges. | ||
2.5.1.2.2 | waarbij het maximaal te betalen tarief bedraagt over het gedeelte van de bouwkosten of kosten voor het uitvoeren van een werk of werkzaamheden tot en met € 100.000 | € 366,50 |
2.5.1.2.3 | waarbij het maximaal te betalen bedrag bedraagt over het gedeelte van de bouwkosten of kosten voor het uitvoeren van een werk of werkzaamheden tussen € 100.000 en € 500.000,01 | € 1.832,55 |
2.5.1.2.4 | waarbij het maximaal te betalen bedrag bedraagt over het gedeelte van de bouwkosten of kosten voor het uitvoeren van een werk of werkzaamheden boven € 500.000,00 | € 5.131,25 |
2.5.1.3.1 | De teruggaaf bedraagt direct indien getoetst is aan het bestemmingsplan of de stedenbouwkundige voorschriften van de bouwverordening, aan redelijke eisen van welstand en het bouwbesluit: | 50% |
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges. | ||
2.5.1.3.2 | waarbij het maximaal te betalen tarief bedraagt over het gedeelte van de bouwkosten of kosten voor het uitvoeren van een werk of werkzaamheden tot en met € 100.000 | € 610,80 |
2.5.1.3.3 | waarbij het maximaal te betalen bedrag bedraagt over het gedeelte van de bouwkosten of kosten voor het uitvoeren van een werk of werkzaamheden tussen € 100.000 en € 500.000,01 | € 3.054,25 |
2.5.1.3.4 | waarbij het maximaal te betalen bedrag bedraagt over het gedeelte van de bouwkosten of kosten voor het uitvoeren van een werk of werkzaamheden boven € 500.000,00 | € 8.553,10 |
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges. | ||
2.5.2 | Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw-, aanlegactiviteiten | |
2.5.2.1 | Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouwactiviteiten of uitvoeren van werk of werkzaamheden, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1 en 2.3.2, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag schriftelijk is ingediend binnen twee jaar na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt: | 50% |
2.5.2.2 | van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges. | |
2.5.2.3 | waarbij het minimaal te betalen bedrag bedraagt | € 200,00 |
2.5.2.4 | waarbij het maximaal te betalen bedrag bedraagt over het gedeelte van de bouwkosten of kosten voor het uitvoeren van een werk of werkzaamheden tot en met € 100.000,00 | € 610,80 |
2.5.2.5 | waarbij het maximaal te betalen bedrag bedraagt over het gedeelte van de bouwkosten of kosten voor het uitvoeren van een werk of werkzaamheden tussen € 100.000 en € 500.000,01 | € 3.054,25 |
2.5.2.6 | waarbij het maximaal te betalen bedrag bedraagt over het gedeelte van de bouwkosten of kosten voor het uitvoeren van een werk of werkzaamheden boven € 500.000,00 | € 8.553,10 |
2.5.3 | Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanlegactiviteiten | |
2.5.3.1 | Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouwactiviteiten of uitvoeren van werk of werkzaamheden als bedoeld in de onderdelen 2.3.1 of 2.3.2 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, met dien verstande, dat het minimaal te betalen tarief bedraagt: | € 200,00 |
2.5.3.1.1 | De teruggaaf bedraagt direct indien alleen getoetst is aan het bestemmingsplan of de stedenbouwkundige voorschriften van de bouwverordening : | 80% |
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges. | ||
2.5.3.1.2 | waarbij het maximaal te betalen tarief bedraagt over het gedeelte van de bouwkosten of kosten voor het uitvoeren van een werk of werkzaamheden tot en met € 100.000 | € 243,75 |
2.5.3.1.3 | waarbij het maximaal te betalen bedrag bedraagt over het gedeelte van de bouwkosten of kosten voor het uitvoeren van een werk of werkzaamheden tussen € 100.000 en € 500.000,01 | € 1.221,75 |
2.5.3.1.4 | waarbij het maximaal te betalen bedrag bedraagt over het gedeelte van de bouwkosten of kosten voor het uitvoeren van een werk of werkzaamheden boven € 500.000,00 | € 3.420,80 |
2.5.3.2.1 | De teruggaaf bedraagt direct indien alleen getoetst is aan het bestemmingsplan of de stedenbouwkundige voorschriften van de bouwverordening en aan redelijke eisen van welstand: | 70% |
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges. | ||
2.5.3.2.2 | waarbij het maximaal te betalen tarief bedraagt over het gedeelte van de bouwkosten of kosten voor het uitvoeren van een werk of werkzaamheden tot en met € 100.000 | € 366,50 |
2.5.3.2.3 | waarbij het maximaal te betalen bedrag bedraagt over het gedeelte van de bouwkosten of kosten voor het uitvoeren van een werk of werkzaamheden tussen € 100.000 en € 500.000,01 | € 1.832,55 |
2.5.3.2.4 | waarbij het maximaal te betalen bedrag bedraagt over het gedeelte van de bouwkosten of kosten voor het uitvoeren van een werk of werkzaamheden boven € 500.000,00 | € 5.131,25 |
2.5.3.3.1 | De teruggaaf bedraagt direct indien getoetst is aan het bestemmingsplan of de stedenbouwkundige voorschriften van de bouwverordening, aan redelijke eisen van welstand en het bouwbesluit: | 50% |
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges. | ||
2.5.3.3.2 | waarbij het maximaal te betalen tarief bedraagt over het gedeelte van de bouwkosten of kosten voor het uitvoeren van een werk of werkzaamheden tot en met € 100.000 | € 610,80 |
2.5.3.3.3 | waarbij het maximaal te betalen bedrag bedraagt over het gedeelte van de bouwkosten of kosten voor het uitvoeren van een werk of werkzaamheden tussen € 100.000 en € 500.000,01 | € 3.054,25 |
2.5.3.3.4 | waarbij het maximaal te betalen bedrag bedraagt over het gedeelte van de bouwkosten of kosten voor het uitvoeren van een werk of werkzaamheden boven € 500.000,00 | € 8.553,10 |
2.5.4 | Teruggaaf als gevolg van het niet verder in behandeling nemen van een aanvraag omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen of de activiteit het uitvoeren van een werk of werkzaamheden | |
2.5.4.1 | Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit de activiteit bouwen of de activiteit het uitvoeren van een werk of werkzaamheden als bedoeld in de onderdelen 2.3.1 of 2.3.2, niet verder in behandeling neemt vanwege onvolledigheid bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. | |
2.5.4.1.1 | De teruggaaf bedraagt direct : | 80% |
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges. | ||
2.5.4.1.2 | waarbij het maximaal te betalen tarief bedraagt over het gedeelte van de bouwkosten of kosten voor het uitvoeren van een werk of werkzaamheden tot en met € 100.000 | € 243,75 |
2.5.4.1.3 | waarbij het maximaal te betalen bedrag bedraagt over het gedeelte van de bouwkosten of kosten voor het uitvoeren van een werk of werkzaamheden tussen € 100.000 en € 500.000,01 | € 1.221,75 |
2.5.4.1.4 | waarbij het maximaal te betalen bedrag bedraagt over het gedeelte van de bouwkosten of kosten voor het uitvoeren van een werk of werkzaamheden boven € 500.000,00 | € 3.420,80 |
2.5.4.1.5 | Indien een aanvraag voor het verkrijgen van een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit betrekking heeft op dezelfde bouwactiviteit als waarvoor eerder een vergunning geweigerd is of wegens onvolledigheid niet in behandeling is genomen, wordt het eerder in rekening gebrachte bedrag voor de weigering/besluit tot niet in behandeling name verrekend met de totaal verschuldigde leges voor de uiteindelijk te verlenen vergunning, met dien verstande dat het tarief niet minder bedraagt dan | € 200,00 |
het vorenstaande vindt geen toepassing indien de afwijking zodanig is, dat naar de omstandigheden beoordeeld, van een nieuw bouwplan sprake is. | ||
2.5.5 | Minimumbedrag voor teruggaaf | |
Geen teruggave vindt plaats indien het uiteindelijk te betalen bedrag minder is dan | € 200,00 | |
2.5.6 | Geen teruggaaf legesdeel advies of verklaring van geen bedenkingen | |
Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 2.3.17 en 2.3.18 wordt geen teruggaaf verleend. | ||
Hoofdstuk 6 Intrekking omgevingsvergunning | ||
2.6 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.33, tweede lid, onder b, van de Wabo, tenzij onderdeel 2.5.2 van toepassing is: | € 88,65 |
Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project | ||
2.7 | Indien een aanvraag voor het verkrijgen van een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit betrekking heeft op het bouwen in afwijking van een eerder verleende omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit, waarvan nog geen gebruik is gemaakt, worden de voor de oorspronkelijke vergunning totaal verschuldigde leges verrekend met het bedrag dat verschuldigd is, met dien verstande dat het tarief niet minder bedraagt dan | € 200,00 |
2.7.1 | het vorenstaande vindt geen toepassing indien de afwijking zodanig is, dat naar de omstandigheden beoordeeld, van een nieuwe aanvraag sprake is. | |
Hoofdstuk 8 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten | ||
2.8 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening: | € 648,45 |
2.8.1 | dan wel indien dat bedrag hoger is, met het bedrag van de kosten, blijkend uit een begroting die terzake door of vanwege het college van burgemeester en wethouders is opgesteld, welke voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager zal worden meegedeeld. De begroting bestaat uit de volgende componenten met daarbij het maximaal per component verschuldigde bedrag: | |
2.8.1.1 | 1.Voor onderzoek, welke niet verschuldigd zal zijn als de aanvrager zelf zorg draagt voor het maken van een goede ruimtelijke onderbouwing als bedoeld in de Wro, maximaal | € 3.670,35 |
2.8.1.2 | 2.Voor inspraak en overleg, maximaal | € 2.936,35 |
2.8.1.3 | 3.Voor publicatie, maximaal | € 2.203,30 |
2.8.1.4 | 4.Voor eventuele proceskosten, maximaal | € 7.338,65 |
2.8.1.5 | Indien de werkelijke kosten minder bedragen dan in de begroting vermeld, wordt voor het verschil een teruggaaf verleend, met dien verstande dat geen vermindering wordt verleend, als het bedrag van de kosten minder bedraagt dan | € 1.310,50 |
2.8.2 | Indien een wijziging of uitwerking van het bestemmingsplan ex artikel 3.6 onder a of b Wro ten behoeve van de aanvraag geëntameerd is, wordt het tarief in 2.8 verhoogd met | € 3.748,75 |
2.8.3 | dan wel indien dat bedrag hoger is, met het bedrag van de kosten, blijkend uit een begroting die terzake door of vanwege het college van burgemeester en wethouders is opgesteld, welke voorafgaand aan het in behandeling van de aanvraag aan de aanvrager zal worden meegedeeld. De begroting bestaat uit de volgende componenten met daarbij het maximaal per component verschuldigde bedrag: | |
2.8.3.1 | 1.Voor onderzoek, maximaal | € 3.670,35 |
2.8.3.2 | 2.Voor inspraak en overleg, maximaal | € 2.938,35 |
2.8.3.3 | 3.Voor publicatie, maximaal | € 2.203,30 |
2.8.3.4 | 4.Voor eventuele proceskosten, maximaal | € 7.338,65 |
2.8.4 | Indien de werkelijke kosten minder bedragen dan in de begroting vermeld, wordt voor het verschil een teruggaaf verleend, met dien verstande dat geen vermindering wordt verleend, als het bedrag van de kosten minder bedraagt dan | € 3.748,75 |
2.8.5 | De component voor onderzoek is niet verschuldigd als de aanvrager zelf zorgdraagt voor het maken van een goede ruimtelijke onderbouwing als bedoeld in de Wro. | |
2.8.6 | Indien de aanvraag onder 2.8 is gepubliceerd, wordt het tarief verhoogd met | € 173,30 |
Hoofdstuk 9 Aansluiten gemeenteriool | ||
2.9 | Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verstrekken van een recht tot het direct of indirect aansluiten van een eigendom op de gemeentelijke openbare riolering bedraagt | € 88,65 |
Hoofdstuk 10 In deze titel niet benoemde beschikking | ||
2.10 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde beschikking | € 88,65 |
Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn | ||
Hoofdstuk 1 Horeca | ||
3.1 | Het tarief bedraagt voor in het in behandeling nemen van: | |
3.1.1 | een aanvraag tot het verlenen van een vergunning ingevolge artikel 3 van de Drank- en Horecawet | € 700,00 |
3.1.2 | een aanvraag tot het verlenen van een vergunning tot het exploiteren van een openbare inrichting als bedoeld in [artikel 2:28 van de Algemene Plaatselijke Verordening Sittard-Geleen] (Exploitatie horecabedrijf) | |
3.1.2.1 | exclusief terras op of aan de weg | € 700,00 |
3.1.2.2 | inclusief terras op of aan de weg | € 775,00 |
3.1.3 | een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing van de sluitingstijd voor een openbare inrichting als bedoeld in [artikel 2:29, tweede lid, van de Algemene Plaatselijke Verordening Sittard-Geleen] | € 88,65 |
3.1.4 | een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 4 lid 4 en 35 van de Drank- en Horecawet | € 100,00 |
3.1.5 | een melding als bedoeld in artikel 30 van de Drank- en Horecawet (wijziging inrichting) | € 176,45 |
3.1.6 | een aanvraag tot het wijzigen van het aanhangsel als bedoeld in artikel 30a, tweede lid, van de Drank- en Horecawet en in artikel 2.28a.2 lid 2 Algemene Plaatselijke Verordening Sittard-Geleen (leidinggevende) | € 176,45 |
Hoofdstuk 2 Organiseren evenementen of markten | ||
3.2.1 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2:25, eerste lid van de Algemene Plaatselijke Verordening Sittard-Geleen (evenementenvergunning), indien het betreft: | |
3.2.1.1 | een grootschalig evenement of een evenement met verhoogd risicoprofiel | € 123,75 |
3.2.1.2 | een braderie | € 123,75 |
3.2.1.3 | een optocht, niet zijnde een betoging, op de weg | € 10,80 |
3.2.1.4 | een feest, muziekvoorstelling of wedstrijd op of aan de weg | € 35,95 |
3.2.1.5 | een herdenkingsplechtigheid | € 61,75 |
3.2.1.6 | een klein evenement dat niet voldoet aan de eisen bedoeld in artikel 2:25 Algemene Plaatselijke Verordening Sittard-Geleen | € 61,75 |
3.2.2 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een vergunning voor het organiseren van een snuffelmarkt als bedoeld in artikel 5:23 van de Algemene Plaatselijke Verordening Sittard-Geleen | € 61,75 |
3.2.3 | voor het afnemen van elektriciteit uit de gemeentelijke verdeelkasten in samenhang met een vergunning zoals onder 3.2.1 en 3.2.2 worden de volgende tarieven in rekening gebracht: | |
3.2.3.1 | Per dag voor daltarief | € 5,10 |
3.2.3.2 | Per dag voor hoogtarief | € 10,15 |
Hoofdstuk 3 Seksbedrijven | ||
3.3 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: | |
3.3.1 | tot het verlenen van een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 3:4, eerste lid, van de Algemene Plaatselijke Verordening Sittard-Geleen | |
3.3.1.1 | voor een seksinrichting | € 2.000,00 |
3.3.1.2 | voor een escortbedrijf | € 2.000,00 |
3.3.2 | tot het wijzigen van een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 3:4, eerste lid, van de Algemene Plaatselijke Verordening Sittard-Geleen, waaronder een wijziging bedoeld in onderdeel 3:15: | |
3.3.2.1 | voor een seksinrichting | € 350,00 |
3.3.2.2 | voor een escortbedrijf | € 350,00 |
Hoofdstuk 4 Huisvestingswet 2014 | ||
Niet van toepassing | ||
Hoofdstuk 5 Brandbeveiligingsverordening | ||
3.5 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning met betrekking tot het brandveilig gebruik van een inrichting, als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Brandbeveiligingsverordening: | |
3.5.1 | type Klein (< 100 personen of; < 100 mtr. marktkramen, of < 250 m² terrein) | € 14,70 |
3.5.2 | type Middel (100 - 750 personen of 100-1.000 mtr. marktkramen of 250 - 1.500 m² terrein) | € 52,45 |
3.5.3 | type Groot (> 750 personen, of > 1.000 mtr. marktkramen, of > 1.500 m² terrein) | € 357,65 |
Hoofdstuk 6 Overige bepalingen | ||
3.6.1 | Het tarief bedraagt voor het afgeven van vergunningen/ontheffingen/verklaringen op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening Sittard-Geleen en andere wettelijke regelingen waarvoor in deze tabel geen tarief is opgenomen: | |
voor een vergunning/ontheffing/verklaring geldig: | ||
3.6.1.1 | voor één dag | € 10,10 |
3.6.1.2 | voor een week | € 20,20 |
3.6.1.3 | voor een maand | € 40,60 |
3.6.1.4 | voor een jaar | € 81,25 |
Hoofdstuk 7 Openbare orde | ||
3.7 | het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: | |
3.7.1 | tot het verlenen van een vergunning voor het plaatsen van voorwerpen op, aan of boven de weg als bedoeld in artikel 2:10 Algemene Plaatselijke Verordening Sittard-Geleen: | € 33,80 |
3.7.2 | tot het verlenen van een vergunning voor het innemen van een standplaats als bedoeld in artikel 5:18 van de Algemene Plaatselijke Verordening Sittard-Geleen | € 88,55 |
3.7.2.1 | voor het afnemen van elektriciteit uit de gemeentelijke verdeelkasten in samenhang met een vergunning zoals onder 3.7.2 worden de volgende tarieven op basis van 1 dag per week in rekening gebracht: | |
3.7.2.1.1 | Per maand voor daltarief | € 22,10 |
3.7.2.1.2 | Per maand voor hoogtarief | € 43,60 |
3.7.2.1.3 | Per jaar voor daltarief | € 265,50 |
3.7.2.1.4 | Per jaar voor hoogtarief | € 532,50 |
3.7.3 | tot het verlenen van een ontheffing om ten behoeve van het publiek als straatartiest, straatfotograaf, tekenaar, filmoperateur of gids op te mogen treden als bedoeld in artikel 2:9 Algemene Plaatselijke Verordening Sittard-Geleen: | |
3.7.3.1 | met een geldigheidsduur van een dag | € 6,50 |
3.7.3.2 | met een geldigheidsduur van een week | € 12,90 |
3.7.3.3 | met een geldigheidsduur van een jaar | € 100,00 |
3.7.4 | tot het verlenen van een vergunning voor het ter beschikking stellen, dan wel voor het ter beschikking stellen aanwezig houden van consumentenvuurwerk als bedoeld in artikel 2:72 Algemene Plaatselijke Verordening Sittard-Geleen | € 150,00 |
3.7.5 | tot het verlenen van een vergunning voor het inzamelen van geld of goederen als bedoeld in artikel 5:13 Algemene Plaatselijke Verordening Sittard-Geleen | € 13,45 |
Behoort bij het besluit van de gemeenteraad van Sittard-Geleen van 9 november 2017, nr 2010366.