Het college van burgemeester en wethouders van Den Haag,
overwegende dat:
- -
op 2 november 2017 de Verordening marktgelden Den Haag 2018 is vastgesteld;
gelet op:
- -
de artikelen 29 en 31 van de Invorderingswet 1990 in verbinding met artikel 231, tweede lid, onderdeel a en derde lid van de Gemeentewet en
- -
artikel 9 van de verordening marktgelden Den Haag 2018;
- -
de artikelen 3:22 en 3:23 van de Organisatieregeling Gemeente Den Haag in verbinding met het Uitvoeringsbesluit Gemeentebelastingen;
besluit vast te stellen de Uitvoeringsregeling marktgelden Den Haag 2018:
Artikel 2 Slotbepalingen
- 1.
de Uitvoeringsregeling rechten markten Den Haag 2013 word ingetrokken , met dien verstande dat deze van toepassing blijft voor belastbare feiten die betrekking hebben op de periode vóór 1 januari 2018;
- 2.
deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2018
- 3.
deze regeling wordt aangehaald als: Uitvoeringsregeling marktgelden Den Haag 2018.
Den Haag, 14 november 2017
Het college van burgemeester en wethouders,
de secretaris,
Koen de Snoo
de burgemeester,
Pauline Krikke