Organisatie | Tilburg |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen 2018 |
Citeertitel | Verordening parkeerbelastingen 2018 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2018 | 01-01-2019 | Nieuwe regeling | 09-11-2017 | 2017_585 |
De raad van de gemeente Tilburg;
gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;
gelet op artikel 225 van de Gemeentewet en de Parkeerverordening 2011;
vast te stellen de “Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen 2018”.
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van goederen, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;
belanghebbendenplaats: een parkeerplaats, niet zijnde een parkeerapparatuur-plaats, die is aangeduid met bord E9 uit bijlage I van het RVV 1990 al dan niet voorzien van een onderbord, of gelegen is binnen een zone aangeduid met bord E9 uit bijlage I van het RVV 1990, voor zover deze plaats niet is uitgezonderd;
hulpverlenersvergunning: speciale vergunning ten behoeve van personen die werkzaam zijn als huisarts of verloskundige in een in Tilburg gevestigde praktijk danwel als hulpverlener bij een professionele zorg- of hulpverlenersinstelling zoals nader geregeld in de 'Beleidsregels parkeervergunningen 2017'
Onder de naam "parkeerbelastingen" worden de volgende belastingen geheven:
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt niet geheven van degene die op voet van het tweede lid, onderdeel b als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt, indien deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het voertuig heeft gebruik gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.
Artikel 4 Maatstaf van heffing, het belastingtarief en het belastingtijdvak
De maatstaf van heffing, het belastingtarief en het belastingtijdvak zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel.
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte. Als voldoening op aangifte wordt aangemerkt het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur op de daartoe bestemde wijze en met inachtneming van de door het college van burgemeester en wethouders gestelde voorschriften.
Artikel 6 Ontstaan van de belastingschuld
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, is verschuldigd bij de aanvang van het parkeren, tenzij het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur geschiedt door via het gebruik van een (stads)pas, een telefoon, webapplicatie of vergelijkbare producten, inloggen op de centrale computer;
Artikel 7 Termijnen van betalen
In afwijking van het bepaalde in het vorige lid moet de belasting overeenkomstig de aangifte worden betaald binnen een maand na het einde van het parkeren, als het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur geschiedt door via het gebruik van een (stads)pas, een telefoon, webapplicatie of vergelijkbare producten inloggen op de centrale computer.
Artikel 8 Bevoegdheid tot aanwijzing van parkeerplaatsen
De aanwijzing van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a en b, mag worden geparkeerd geschiedt in alle gevallen door het college van burgemeester en wethouders bij openbaar te maken besluit.
De kosten van een naheffingsaanslag terzake van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel.
Bij de invordering van deze belasting wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 11 Inwerkingtreding, overgangsrecht en citeertitel
De 'Verordening parkeerbelasting 2017" met bijbehorende tarieventabel van 10november 2016 wordt ingetrokken met ingang van de in het tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 9 november 2017
De tarieventabel zoals bedoeld in artikel 4 van de Verordening parkeerbelastingen 2018
Tariefzone Centrum en Stappegoor 2018
legenda Tariefzones Centrum en Stappegoor
Memorie van toelichting behorende bij de Verordening parkeerbelastingen 2018
Wijzigingen artikel 1, lid onderdeel o
In de verordening 2018 is een wijziging aangebracht in de parkeerterreinen.
Het Faxx-terrein is komen te vervallen vanwege verkoop. Daarnaast is Spoorlaan Oost toegevoegd als parkeerterrein, zoals besloten in de nieuwe beleidsregels Parkeren 2017.