Organisatie | Enschede |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel Uitwegen Enschede 2009 |
Citeertitel | Beleidsregel Uitwegen Enschede 2009 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Besluit:27-01-2009
Gemeentewet, artikel 4:81 Algemene wet bestuursrecht
n.v.t
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
26-02-2009 | 01-09-2015 | Onbekend | 18-02-2009 Huis aan Huis d.d. 18 februari 2009 | Gemeenteblad Nummer 317 |
HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE BEPALINGEN
Het College van Burgemeester en Wethouders,
gelet op de Wegenverkeerswet 1994, de Wegenwet, het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 en de Algemene Plaatselijke Verordening Gemeente Enschede,
vast te stellen de volgende beleidsregels, als bedoeld in artikel 4:81 Algemene wet bestuursrecht, waarin wordt aangegeven welke normen ons College hanteert bij de uitoefening van zijn bevoegdheid vergunning te verlenen voor het toestaan dan wel veranderen van een uitweg.
HOOFDSTUK 2 AANVRAAG, VERLENEN EN INTREKKEN VERGUNNING
Het College maakt gebruik van zijn bevoegdheid om vergunning te verlenen zoals bedoeld in artikel 2:12 Algemene Plaatselijke Verordening Gemeente Enschede (APV).
Voor het toestaan dan wel het veranderen van een uitweg gelden de volgende voorwaarden.
Een uitweg kan worden toegestaan dan wel worden veranderd indien aan alle volgende voorschriften wordt voldaan:
Een uitzondering op het in lid 1 van dit artikel bepaalde kan worden gemaakt indien de ter plekke geldende parkeernorm niet wordt aangetast door de verwijdering van een openbare parkeerplaats ten behoeve van de uitweg, dan wel wordt hersteld door de aanleg van een nieuwe openbare parkeerplaats in de onmiddellijke omgeving;
De uitweg mag niet op onaanvaardbare wijze inbreuk maken op de groenvoorziening van de gemeente. Hiervan is sprake indien de uitweg een groenstrook die voor het straatbeeld van belang wordt geacht doorbreekt of een boom, bomen of houtopstanden t.b.v. de uitweg moet worden gekapt terwijl daarvoor geen kapvergunning wordt verleend.
Artikel 2.3.2 Voorschriften tweede en hiernavolgende uitwegen
Een tweede of hiernavolgende uitweg kan in sommige gevallen worden toegestaan.
Voor het aanleggen van een uitweg worden de hiernavolgende voorwaarden en voorschriften verbonden aan de vergunning inzake de wijze waarop van de vergunning gebruik mag worden gemaakt.