Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Vught

Verordening rekenkamercommissie gemeente Vught 2015

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieVught
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening rekenkamercommissie gemeente Vught 2015
CiteertitelVerordening rekenkamercommissie gemeente Vught 2015
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpverordening

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 81
  2. Gemeentewet, art. 182
  3. Gemeentewet, art. 183
  4. Gemeentewet, art. 184
  5. Gemeentewet, art. 185

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

05-10-2015Verschillende artikelen

01-10-2015

GVOP, gemeenteblad

Verordening
01-06-200605-10-2015Nieuwe regeling

18-05-2006

Het Klaverblad, 24-05-2006

Onbekend
01-06-2006Nieuwe regeling

18-05-2006

Het Klaverblad, 24-05-2006

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening rekenkamercommissie gemeente Vught 2015

De raad van de gemeente Vught;

 

gelezen het voorstel van de griffie, d.d. 6 april 2006,

 

gelet op artikelen 81, 182, 183, 184, 185 van de Gemeentewet;

 

b e s l u i t :

 

vast te stellen de

 

"Verordening rekenkamercommissie gemeente Vught 2006"

Paragraaf 1 Begripsbepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    rekenkamercommissie: de commissie die is ingesteld bij besluit van de gemeenteraad en die ten doel heeft om door middel van beleidsevaluaties en doelmatigheidsonderzoeken een bijdrage te leveren aan de doeltreffendheid van het beoogde beleid, alsmede de doelmatige voorbereiding en uitvoering daarvan;

  • b.

    doelmatigheid of efficiency: het streven om met een zo beperkt mogelijke inzet van de beschikbare middelen het gewenste resultaat te bereiken;

  • c.

    doeltreffendheid of effectiviteit: de mate waarin een organisatie erin slaagt met de geleverde prestaties de gestelde doelen of de gewenste maatschappelijke effecten te bereiken.

  • d.

    lid: een lid van de rekenkamercommissie dat op basis van artikel 2.2, eerste lid door de raad vanuit het presidium wordt benoemd.

Paragraaf 2 Taak, samenstelling en lidmaatschap van de rekenkamercommissie

Artikel 2.1 Taak van de rekenkamercommissie

  • 1.

    Er is een gemeentelijke rekenkamercommissie.

  • 2.

    De rekenkamercommissie voert onderzoek uit naar de (maatschappelijke) effecten van het gemeentelijk beleid en naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van het gemeentelijke beleid, van het gemeentelijke beheer en van de gemeentelijke organisatie, naar de rechtmatigheid van het gemeentelijk beheer.

Artikel 2.2 Samenstelling rekenkamercommissie

  • 1.

    De rekenkamercommissie bestaat uit minimaal drie leden. De raad benoemt uit de leden van het presidium de leden van de rekenkamercommissie.

  • 2.

    De leden van de rekenkamercommissie benoemen uit hun midden een voorzitter.

  • 3.

    De voorzitter draagt zorg voor het tijdig en periodiek bijeenroepen van de vergaderingen van de rekenkamercommissie, het leiden van de vergaderingen, het bewaken van de uitvoering van de onderzoeksopzet en de werkwijze en het bevorderen van een zorgvuldige besluitvorming, het contact onderhouden met de gemeenteraad, ambtelijke organisatie en naburige rekenkamers. Hij voert hiertoe regelmatig overleg met de onderzoekers en met het secretariaat.

Artikel 2.3 Besluitvorming in de rekenkamercommissie

  • 1.

    In vergaderingen van de rekenkamercommissie wordt besloten bij unanimiteit.

  • 2.

    Besluiten kunnen niet worden genomen tenzij een meerderheid van de leden van de rekenkamercommissie ter vergadering aanwezig is.

Artikel 2.4 Einde van het lidmaatschap

  • 1.

    Het lidmaatschap van een lid eindigt:

    • a.

      op eigen verzoek;

    • b.

      bij aanvaarding van een functie die onverenigbaar is met het lidmaatschap van de rekenkamercommissie op grond van artikel 81f, eerste lid, waarbij wordt opgemerkt dat de functies als bedoeld in onderdelen k en o van dit lid niet onverenigbaar zijn.

    • c.

      wanneer het bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;

    • d.

      indien het bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surseance van betaling heeft verkregen of wegens schulden is gegijzeld.

  • 2.

    De leden van de rekenkamercommissie kunnen door de raad worden ontslagen wanneer zij door ziekte, gebreken of ongeschiktheid niet in staat zijn hun functie naar behoren te vervullen.

Paragraaf 3 De werkwijze van de rekenkamercommissie

Artikel 3.1 Reglement van orde

De rekenkamercommissie kan een reglement van orde voor haar vergaderingen en andere werkzaamheden vaststellen. Na vaststelling zendt zij het reglement onverwijld ter kennisneming naar de gemeenteraad.

Artikel 3.2 Onderwerpen voor en beslissing tot uitvoeren van onderzoek

  • 1.

    De raad van Vught adviseert de leden van de rekenkamer over de voorgenomen onderzoeken, waarna de rekenkamercommissie de agenda in haar vergadering vaststelt.

  • 2.

    De rekenkamercommissie formuleert de probleemstelling en de onderzoeksvragen en stelt de onderzoeksopzet vast. Deze onderzoeksopzet wordt door de rekenkamercommissie rechtstreeks ter kennisneming voorgelegd aan de gemeenteraad.

Artikel 3.3 Criteria voor onderzoeken

  • 1.

    De volgende criteria dienen door de rekenkamercommissie te worden gehanteerd bij de selectie van de te onderzoeken onderwerpen:

    • a.

      het moet betrekking hebben op de doelmatigheid, doeltreffendheid of rechtmatigheid van het beleid,

    • b.

      er moet sprake zijn van een substantieel belang,

    • c.

      het moet door de gemeente te beïnvloeden beleid betreffen,

    • d.

      er moet sprake zijn van enige evenwichtige spreiding over de gemeentelijke beleidsterreinen in de opvolgende onderzoeken,

    • e.

      de resultaten moeten communiceerbaar zijn naar de bevolking.

  • 2.

    De rekenkamercommissie beargumenteert de te onderzoeken onderwerpen op basis van deze criteria.

Artikel 3.4 Uitvoering van het onderzoek en rapportage

  • 1.

    De rekenkamercommissie is belast met en verantwoordelijk voor de uitvoering van het onderzoek volgens de door haar vastgestelde onderzoeksopzet.

  • 2.

    De rekenkamercommissie beoordeelt of het wenselijk is de raad tussentijds te informeren.

  • 3.

    De rekenkamercommissie is bevoegd van alle leden van het gemeentebestuur en van alle ambtenaren de mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen die zij nodig heeft voor de uitvoering van het onderzoek. De rekenkamercommissie kan de bevoegdheid tot het inwinnen van inlichtingen mandateren aan de secretaris en de overige medewerkers die haar bij de uitvoering van haar taak terzijde staan. De leden van het gemeentebestuur en de ambtenaren van de gemeente zijn verplicht de gevraagde inlichtingen binnen de door de rekenkamercommissie gestelde termijn te verstrekken.

  • 4.

    De rekenkamercommissie vergadert in beslotenheid, haar rapporten zijn openbaar. De leden van de rekenkamercommissie en degenen die ten behoeve van de rekenkamercommissie werkzaam zijn, zijn verplicht tot geheimhouding van al hetgeen hen in hun hoedanigheid van lid, respectievelijk medewerker ter kennis is gekomen.

  • 5.

    De rekenkamercommissie kan openbare informatieve vergaderingen beleggen.

  • 6.

    De rekenkamercommissie stelt betrokkenen ambtenaren in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn die ten minste twee weken bedraagt, hun zienswijze op het feitenonderzoek aan de rekenkamercommissie kenbaar te maken. Betrokkenen zijn degenen wier taakuitvoering (mede) onderwerp van onderzoek is of is geweest. De rekenkamercommissie bepaalt wie verder als betrokkenen worden aangemerkt.

  • 7.

    De rekenkamercommissie stelt het bestuur in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn die ten minste twee weken bedraagt, zijn zienswijze op het onderzoek en de nota aan de rekenkamercommissie kenbaar te maken.

  • 8.

    Na de ambtelijke hoor en wederhoor ten aanzien van de feiten (zie lid 6) en na het bestuurlijk hoor en wederhoor (zie lid 7) formuleert de rekenkamercommissie haar conclusies en aanbevelingen in een nota.

  • 9.

    Na vaststelling door de rekenkamercommissie worden het onderzoeksrapport en de nota met conclusies en aanbevelingen zo spoedig mogelijk, aan de raad aangeboden. Hierbij worden de ambtelijke en bestuurlijke reacties gevoegd. De raad bespreekt de onderzoeksresultaten op basis van het rapport en de conclusies en aanbevelingen.

Paragraaf 4 De ondersteuning van de rekenkamercommissie

Artikel 4.1 Ambtelijk secretaris

  • 1.

    Indien sprake is van regionale samenwerking zullen de deelnemende gemeenten onderling afspraken maken t.a.v. de aanstelling, schorsing en ontslag van een ambtelijk secretaris.

  • 2.

    Indien de ambtelijke secretaris aangesteld wordt in Vught zal deze benoemd worden door de raad in overleg met de rekenkamercommissie.

  • 3.

    De secretaris staat de rekenkamercommissie bij de uitvoering van haar taak terzijde.

  • 4.

    De secretaris legt met betrekking tot de wijze waarop de ondersteunende taken worden verricht rechtstreeks verantwoording af aan de rekenkamercommissie.

  • 5.

    Indien sprake is van lid 2 is de secretaris rechtspositioneel ondergebracht bij de griffie. Daarmee zijn op de ambtelijk secretaris de gemeentelijke arbeidsvoorwaarden van toepassing.

  • 6.

    Indien sprake is van lid 2 kan de raad op advies van de rekenkamercommissie overgaan tot schorsing dan wel ontslag van de ambtelijk secretaris voor wat betreft zijn werkzaamheden voor de rekenkamercommissie.

Artikel 4.2 Onderzoeksmedewerkers

  • 1.

    De rekenkamercommissie kan de raad ten laste van het budget als bedoeld in artikel 5 adviseren (tijdelijk) onderzoeksmedewerkers aan te stellen.

  • 2.

    Onderzoeksmedewerkers kunnen, indien de rekenkamercommissie hen daartoe de bevoegdheid toekent, alle informatie verzamelen die de rekenkamercommissie in het belang van het onderzoek nodig acht; zij hebben een geheimhoudingsplicht met betrekking tot die informatie en zijn alleen verantwoording verschuldigd aan de rekenkamercommissie.

  • 3.

    De rekenkamercommissie is tevens bevoegd ten laste van het budget als bedoeld in artikel 5 externe deskundigen in te schakelen. Het hiervoor in lid 2 gestelde is op de externe deskundigen dienovereenkomstig van toepassing.

Paragraaf 5 De kosten van de rekenkamercommissie

Artikel 5 Budget

  • 1.

    De rekenkamercommissie is bevoegd binnen een aan haar beschikbaar gesteld budget uitgaven te doen ten behoeve van de uitvoering van haar taken.

  • 2.

    Ten laste van het in het voorgaande lid bedoelde budget worden de kosten gebracht van:

    • a.

      de personeelslasten van de ambtelijk secretaris;

    • b.

      de vergoedingen aan onderzoeksmedewerkers;

    • c.

      de vergoedingen aan externe deskundigen die mogelijk door de rekenkamercommissie zijn ingeschakeld en

    • d.

      de mogelijke overige uitgaven die de rekenkamercommissie nodig oordeelt voor de uitvoering van haar taak.

Paragraaf 6 Slotbepalingen

Artikel 6.1 Citeertitel; inwerkingtreding

  • 1.

    De verordening kan worden aangehaald als Verordening rekenkamercommissie gemeente Vught 2015.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na de dag van bekendmaking.

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Vught op 18 mei 2006

de griffier,

drs. H.C. de Visch Eijbergen

de voorzitter,

drs. J.L.M. Baartmans - van den Boogaart