Organisatie | Leek |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Toeslagenverordening Wet investeren in jongeren |
Citeertitel | Toeslagenverordening Wet investeren in jongeren |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
30-09-2010 | 01-01-2012 | Nieuwe regeling | 15-09-2010 Midweek, 29-09-2010 | 18 |
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 3 september 2010, voorstelnummer 18;
gelet op artikel 147, eerste lid, Gemeentewet, de artikelen 12, eerste lid, onderdeel e, en 35, eerste lid, van de Wet investeren in jongeren en de Gemeenschappelijke Regeling Intergemeentelijke Sociale Dienst Noordenkwartier;
overwegende dat het noodzakelijk is het verstrekken van toeslagen en het verlagen van uitkeringen van jongeren van 21 jaar of ouder doch jonger dan 27 jaar bij verordening te regelen;
vast te stellen de volgende: Toeslagenverordening Wet investeren in jongeren.
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
1°. als een huurwoning wordt bewoond, de per maand geldende huurprijs, bedoeld in artikel 1, onder d Wet op de huurtoeslag;
2°. als een eigen woning wordt bewoond, de tot een bedrag per maand omgerekende som van de verschuldigde hypotheekrente en de in verband met het in eigendom hebben van de woning te betalen zakelijke lasten en een naar omstandigheden vast te stellen bedrag voor onderhoud.
Medebewoner: degene die zijn hoofdverblijf heeft in een (deel van een) woning waarin nog iemand anders zijn hoofdverblijf zonder dat er sprake is van een huwelijk of het voeren van een gezamenlijke huishouding, tenzij het betreft een bloedverwant in de eerste graad of een bloedverwant in de tweede graad als bij een van de bloedverwanten in de tweede graad sprake is van een zorgbehoefte.
Hoofdstuk 3 Criteria voor het verlagen van de norm of toeslag
Artikel 7 Verlaging bij schoolverlaters
De verlaging als bedoeld in artikel 33 van de wet wordt voor een periode van maximaal 6 maanden na het beëindigen van het onderwijs of een beroepsopleiding waarvoor aanspraak bestond op studiefinanciering op grond van de Wet studiefinanciering 2000 of op een tegemoetkoming in de onderwijsbijdrage en de schoolkosten op grond van hoofdstuk 4 van de WTOS, vastgesteld op 25% van de gehuwdennorm.
Het bestuur kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen in deze verordening als toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.
Artikel 10 Inwerkingtreding en overgangsrecht
Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking.
Voor de jongere van 21 en 22 jaar die op de dag voor inwerkingtreding van deze verordening een toeslag op grond van de Toeslagenverordening Wet werk en bijstand ontving, blijft artikel 4 van deze verordening buiten toepassing met dien verstande dat ingeval van een wijziging in de situatie van de jongere geen recht op een hogere toeslag verleend wordt dan op grond van deze verordening verkregen kan worden. Het overgangsrecht eindigt in ieder geval wanneer de jongere zijn recht op een inkomensvoorziening ingevolge de WIJ verliest.