Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Enschede

Subsidieverordening opvang en begeleiding van kwetsbare burgers

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Enschede
Officiële naam regelingSubsidieverordening opvang en begeleiding van kwetsbare burgers
CiteertitelSubsidieverordening opvang en begeleiding van kwetsbare burgers
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerp
Eigen onderwerpZorg en Welzijn

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gelet op artikel 149 van de Gemeentewet, titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht en de Algemene subsidieverordening 2004

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-10-200901-10-2015Onbekend

07-09-2009

Huis aan Huis d.d. 30 september 2009

Gemeenteblad Nr. 326

Tekst van de regeling

Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen

Nr. 326

Gemeenteblad van Enschede

De raad van de gemeente Enschede;

Gelezen het voorstel van het college van (datum; DMO, nummer);

Gelet op artikel 149 van de Gemeentewet, titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht en de Algemene subsidieverordening 2004;

Overwegende dat het gewenst is subsidies voor activiteiten als bedoeld in de Wet maatschappelijke ondersteuning, prestatievelden 7, 8 en 9, op basis van een verordening te verstrekken en niet langer op basis van een begrotingspost;

Besluit:

Vast te stellen de Subsidieverordening opvang en begeleiding van kwetsbare burgers

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a.

    Awb: Algemene wet bestuursrecht;

  • b.

    Wmo: Wet maatschappelijke ondersteuning;

  • c.

    Asv 2004: Algemene subsidieverordening 2004;

  • d.

    college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Enschede;

  • e.

    centrumgemeente: centrumgemeente als bedoeld in artikel 1 onder f en g van het Besluit brede doeluitkering sociaal, integratie en veiligheid;

  • f.

    maatschappelijke opvang: maatschappelijke opvang als bedoeld in de Wet maatschappelijke ondersteuning;

  • g.

    vrouwenopvang: vrouwenopvang als bedoeld in de Wet maatschappelijke ondersteuning;

  • h.

    openbare geestelijke gezondheidszorg: openbare geestelijke gezondheidszorg als bedoeld in de Wet maatschappelijke ondersteuning;

  • i.

    verslavingsbeleid: verslavingsbeleid als bedoeld in de Wet maatschappelijke ondersteuning;

  • j.

    eergerelateerd geweld: elke vorm van geestelijk of lichamelijk geweld gepleegd vanuit een collectieve mentaliteit in reactie op een (dreiging van) schending van de eer van een man of vrouw en daarmee van zijn of haar familie waarvan de buitenwereld op de hoogte dreigt te raken;

  • k.

    mensenhandel: het dwingen van mensen om arbeid of seksuele diensten te verlenen of hun eigen organen beschikbaar te stellen;

  • l.

    ketenbenadering: de benadering waarbij de opeenvolgende zorgvoorzieningen ten behoeve van een cliënt zodanig op elkaar afgestemd zijn en zo met elkaar samenhangen dat elk individu de meest passende vorm van hulpverlening kan krijgen;

  • m.

    trajectplan: het plan waarin is aangegeven of, en zo ja welke, opvang en begeleiding van een cliënt nodig is.

Artikel 2 Bevoegdheid college

Het college is belast met de uitvoering van deze verordening.

Artikel 3 Subsidieplafond; verdeling beschikbaar subsidiebedrag

  • 1. Het college kan per activiteit als bedoeld in artikel 6, eerste en tweede lid, een subsidieplafond vaststellen.

  • 2. Het college stelt per subsidieplafond vast hoe het beschikbare bedrag wordt verdeeld en vermeldt deze verdeelwijze bij de bekendmaking van het subsidieplafond.

Artikel 4 Afdeling 4.2.8 Awb

Afdeling 4.2.8 is niet van toepassing op subsidies die op grond van deze verordening worden verstrekt.

Hoofdstuk 2 Subsidiebepalingen

Artikel 5 Toepassingsbereik; doel

  • 1. Deze verordening is een bijzondere subsidieverordening als bedoeld in artikel 3 van de Asv 2004.

  • 2. Het verstrekken van subsidies krachtens deze verordening heeft betrekking op de volgende beleidsterreinen:

    • a.

      het bieden van maatschappelijke opvang, waaronder vrouwenopvang en bestrijding van geweld dat door iemand uit de huiselijke kring van het slachtoffer is gepleegd;

    • b.

      het bevorderen van openbare geestelijke gezondheidszorg, met uitzondering van het bieden van psychosociale hulp bij rampen;

    • c.

      het bevorderen van sociale verslavingszorg;

    • d.

      het bestrijden van eergerelateerd geweld;

    • e.

      het bestrijden van mensenhandel;

Artikel 6 Subsidiabele activiteiten

  • 1. Subsidie op een beleidsterrein als bedoeld in artikel 5, tweede lid, kan worden verstrekt voor de volgende activiteiten:

    • a.

      preventie;

    • b.

      ambulante begeleiding en dienstverlening;

    • c.

      zorg en zorgtoeleiding;

    • d.

      opvang en (woon) begeleiding;

    • e.

      inloopvoorzieningen en gebruikersruimten;

    • f.

      dagbesteding en activering.

  • 2. Voor specifieke activiteiten die verwant zijn met de in het eerste lid bedoelde activiteiten kan het college subsidie verstrekken, indien die activiteiten geheel of gedeeltelijk worden bekostigd uit een daarvoor bedoelde specifieke uitkering of decentralisatie-uitkering en de subsidie wordt verstrekt in de hoedanigheid van Enschede als centrumgemeente.

  • 3. Subsidie die het college verstrekt in de hoedanigheid van Enschede als centrumgemeente wordt slechts verstrekt voor activiteiten die plaatsvinden binnen de gemeenten behorende tot het werkgebied van de centrumgemeente Enschede, met uitzondering van subsidie voor activiteiten op het beleidsterrein vrouwenopvang.

Artikel 7 Vereisten subsidieontvanger

Een subsidie wordt slechts verstrekt aan een rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid en zonder winstoogmerk.

Artikel 8 Hoogte subsidie

Het college stelt per activiteit de wijze van berekening van de hoogte van de subsidie vast.

Artikel 9 Aanvullende weigeringsgronden

De subsidie kan naast de in de artikelen 4:25, tweede lid, en 4:35 van de Awb en in de Asv 2004 genoemde weigeringsgronden worden geweigerd indien naar het oordeel van het college:

  • a.

    de subsidieaanvrager niet voldoende bijdraagt aan de ketenbenadering;

  • b.

    er voor soortgelijke activiteiten al subsidie wordt verleend;

  • c.

    de activiteiten onvoldoende bijdragen aan de doelstelling waarvoor subsidie kan worden verstrekt;

  • d.

    de activiteiten uitsluitend of mede tot doel hebben de deelnemers te overtuigen van een politieke, godsdienstige of levensbeschouwelijke overtuiging;

  • e.

    de subsidieaanvrager niet is ingebed in de lokale of regionale zorgstructuur;

  • f.

    de gemeente waarbinnen de te subsidiëren activiteit wordt verricht vanuit de eigen verantwoordelijkheid voor die activiteit bezien onvoldoende bijdraagt in de kosten van de activiteit;

  • g.

    de financiële continuïteit van de bedrijfsvoering van de subsidieaanvrager niet is gegarandeerd.

Artikel 10 Aanvullende subsidieverplichtingen

  • 1. Naast de verplichtingen in de Asv 2004 en de verplichtingen die op grond van artikel 4:37 Awb bij subsidieverlening kunnen worden opgelegd, gelden voor de subsidie-ontvanger de volgende verplichtingen:

    • a.

      de subsidie-ontvanger stelt voor elke cliënt die in opvang of begeleiding wordt genomen een trajectplan op;

    • b.

      de subsidie-ontvanger werkt samen met gemeenten en instellingen die actief zijn op hetzelfde terrein en levert een positieve bijdrage aan de ketenbenadering;

    • c.

      de subsidie-ontvanger levert een actieve bijdrage aan de stedelijke overleggen;

    • d.

      de subsidie-ontvanger stelt de eigen registratiegegevens beschikbaar voor onderzoek aan een door het college aan te wijzen onderzoeksbureau voor zover dit en de wijze waarop de gegevens beschikbaar worden gesteld niet in strijd is met de Wet bescherming persoonsgegevens of andere wettelijke regelingen die de privacy betreffen.

  • 2. Indien de subsidie voor twee of meer kalenderjaren is verleend, legt de subsidieontvanger uiterlijk 1 juni volgend op ieder kalenderjaar waarvoor de subsidie is verleend de volgende gegevens over:

    • a.

      een inhoudelijk verslag van de uitgevoerde activiteiten;

    • b.

      een financieel verslag.

Artikel 11 Verplichtingen andere overheden

Voor zover de subsidie activiteiten betreft waarvoor door andere overheden gelden ter beschikking zijn gesteld aan de gemeente Enschede, zijn de verplichtingen die de andere overheden aan de gemeente Enschede ten aanzien van de besteding van deze gelden heeft opgelegd - voor zover relevant - van overeenkomstige toepassing op de subsidie-ontvanger.

Artikel 12 Doelgebonden verplichtingen

  • 1. Het college kan de subsidie-ontvanger doelgebonden verplichtingen als bedoeld in artikel 4:38 Awb opleggen in het kader van:

    • a.

      de openingsuren;

    • b.

      de kwalificaties van het personeel;

    • c.

      de samenwerking met andere instellingen;

    • d.

      de hoogte van de tarieven voor, of bijdragen van deelnemers aan gesubsidieerde activiteiten.

  • 2. Het college is tevens bevoegd bij de subsidieverlening andere doelgebonden verplichtingen dan de in deze verordening en in de Asv 2004 genoemde, op te leggen.

Artikel 13 Niet-doelgebonden verplichtingen

Het college kan niet-doelgebonden verplichtingen als bedoeld in artikel 4:39 Awb opleggen ten aanzien van:

  • a.

    de inschakeling van werkzoekenden en leerlingen;

  • b.

    het vaststellen van een gedragsprotocol in geval van strafbare feiten of normoverschrijdend gedrag;

  • c.

    de bevordering van het milieu;

  • d.

    het bestrijden van discriminatie;

  • e.

    de bevordering van de toegankelijkheid van accommodaties voor mensen met een beperking;

  • f.

    het vermelden van de gemeente Enschede als (mede)subsidieverlener in pr- of andere communicatieve uitingen;

  • g.

    de bevordering van de integratie van allochtonen;

  • h.

    de bevordering van de emancipatie van bepaalde groepen op een bepaald terrein;

  • i.

    de bevordering van het democratisch functioneren van de subsidie-ontvanger.

Hoofdstuk 3 Procedurele bepalingen

Artikel 14 Subsidieaanvraag

  • 1. Een aanvraag om subsidie wordt ingediend bij het college.

  • 2. De aanvraag gaat vergezeld van:

    • a.

      een activiteitenplan;

    • b.

      een begroting;

    • c.

      de geldige statuten, voor zover deze nog niet eerder bij een aanvraag om subsidie zijn overgelegd.

  • 3. De aanvraag om subsidie voor activiteiten die structureel zijn en gedurende het hele jaar worden uitgevoerd, wordt uiterlijk 1 oktober van het jaar voorafgaand aan het jaar of het eerste jaar van de jaren waarop de aanvraag betrekking heeft, ingediend.

  • 4. De aanvraag om subsidie voor activiteiten die incidenteel, onvoorzien of spoedeisend zijn wordt uiterlijk acht weken voor aanvang van de activiteiten ingediend.

Artikel 15 Beslistermijn

  • 1. Het college beslist op een aanvraag om subsidie voor structurele activiteiten als bedoeld in artikel 14, derde lid, voor 1 januari van het jaar of het eerste jaar van de jaren waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft.

  • 2. Het college beslist op de aanvraag om subsidie voor activiteiten die incidenteel, onvoorzien of spoedeisend zijn, bedoeld in artikel 14, vierde lid, binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag.

  • 3. Het college kan de termijnen bedoeld in het eerste en tweede lid, met redenen omkleed, eenmalig met zes weken verlengen. Hiervan wordt schriftelijk mededeling gedaan aan de subsidieaanvrager.

Artikel 16 Aanvraag subsidievaststelling na subsidieverlening

  • 1. De ontvanger van een subsidie voor activiteiten die structureel zijn en gedurende het hele jaar worden uitgevoerd, dient uiterlijk 1 juni volgend op het jaar of 1 juni volgend op het laatste jaar van de jaren waarvoor de subsidie is verleend een aanvraag tot subsidievaststelling in.

  • 2. De ontvanger van een subsidie voor activiteiten die incidenteel, onvoorzien of spoedeisend zijn dient uiterlijk 12 weken na afloop van de activiteiten een aanvraag tot subsidievaststelling in.

  • 3. De aanvraag tot subsidievaststelling in geval van een subsidieverlening van € 50.000,- of meer gaat vergezeld van:

    • a.

      een inhoudelijk verslag van de activiteiten;

    • b.

      een financieel (jaar)verslag;

    • c.

      een accountantsverklaring als bedoeld in artikel 16 Asv 2004.

Artikel 17 Subsidievaststelling na subsidieverlening

  • 1. Het college beslist op een aanvraag tot subsidievaststelling als bedoeld in artikel 16, eerste

    lid, binnen acht weken na 1 juni van het jaar volgend op het jaar of 1 juni volgend op het laatste jaar van de jaren waarvoor de subsidie is verleend.

  • 2. Het college beslist op de aanvraag tot subsidievaststelling als bedoeld in artikel 16, tweede lid, binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag.

  • 3. Het college kan de termijn bedoeld in het eerste lid en tweede lid met redenen omkleed, eenmalig met zes weken verlengen. Hiervan wordt schriftelijk mededeling gedaan aan de subsidie-ontvanger.

Artikel 18 Hardheidsclausule

Het college kan de artikelen van deze verordening buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing gelet op het belang van de opvang en begeleiding van kwetsbare burgers leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 19

In onvoorziene gevallen beslist het college.

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen

Artikel 20 Overgangsrecht

1.Deze verordening is van toepassing op aanvragen om subsidie voor activiteiten die na

31 december 2009 zullen plaatsvinden.

2.Op subsidies die zijn verleend of vastgesteld voor het tijstip van inwerkingtreding van deze

2. verordening is de Asv 2004 van toepassing zoals deze luidde op de datum van inwerkingtreding van deze verordening.

Artikel 21 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 december 2009. Indien het Gemeenteblad waarin deze verordening wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 30 november 2009, treedt deze verordening in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte waarin het wordt geplaatst en werkt deze terug tot en met 1 december 2009.

Artikel 22 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Subsidieverordening opvang en begeleiding van kwetsbare burgers.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van 7 september 2009.

De Griffier, De Voorzitter,

R.M. Jongedijk P.E.J. den Oudsten