Organisatie | De Kompanjie |
---|---|
Organisatietype | Regionaal samenwerkingsorgaan |
Officiële naam regeling | Algemene dienst |
Citeertitel | Regenling Algemene Dienst 2013 |
Vastgesteld door | algemeen bestuur |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
16-11-2017 | N.v.t. | 16-11-2017 Elektronisch Gemeenteblad Pekela en Veendam | 1-1-2013 |
Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:
passende functie:een functie die de ambtenaar redelijkerwijs in verband met zijn persoonlijke omstandigheden, kennis, vaardigheden en vooruitzichten kan vervullen; onder persoonlijke omstandigheden en vooruitzichten kunnen worden verstaan: interesse, gezondheid, opleiding, scholing en salarispositie.
werkgever:het Dagelijks Bestuur van het Openbaar Lichaam “De Kompanjie”, bestaande uit vertegenwoordigers van de colleges van burgemeester en wethouders van de deelnemende gemeenten Pekela en Veendam, de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeente Pekela en Veendam en de gemeenteraden van de gemeenten Pekela en Veendam.
Medewerkers in algemene dienst zijn in principe inzetbaar binnen de gehele organisatie op passende structurele en -tijdelijke functies en op projecten met passende werkzaamheden.
Nieuw in dienst tredende medewerkers en zittende medewerkers waarvan de functiegebonden aanstelling per 1 januari 2013 van rechtswege wordt omgezet in een aanstelling in algemene dienst, worden voor een periode van maximaal 5 jaar in de functie geplaatst waarop ze respectievelijk hebben gesolliciteerd of die ze op de dag voor omzetting vervulden. In onderling overleg kan deze periode ingekort worden, mits vastgelegd.
De termijn bedoeld in het eerste lid kan na afloop worden verlengd. Leidinggevende en medewerker bepalen in overleg de duur van de verlenging.
Gesprekken over de inzetbaarheid van de medewerker binnen de gemeentelijke organisatie worden gevoerd binnen het kader van de Jaarplancyclus.
Leidinggevende en medewerker maken jaarlijks concrete afspraken over ontwikkeling en opleiding gericht op inzetbaarheid in de huidige functie (effectiviteit) of over doorstroom naar een andere passende functie (loopbaanplan). De leidinggevende houdt bij het maken van de afspraken over ontwikkeling, opleiding of doorstroming, voor zover relevant, rekening met de persoonlijke situatie van de medewerker (leeftijd, gezondheid, gezinssituatie enz.).
De leidinggevende faciliteert de medewerker in het realiseren van de afspraken over opleiding en ontwikkeling met inachtneming van het gestelde in Hoofdstuk 17 CAR.
De medewerker kan in het kader van mobiliteit (doorstroom ten bate van blijvende inzetbaarheid en effectiviteit) niet worden verplicht een hem/haar aangeboden passende functie te accepteren. De medewerker behoort een weigering echter wel te beargumenteren.
Op verzoek van de leidinggevende of van de medewerker kan personeelszaken ondersteunen bij het opstellen en het realiseren van een loopbaanplan.
Medewerkers die zich willen oriënteren op een vervolgfunctie, worden in de gelegenheid gesteld een loopbaanadvies op te laten stellen conform hetgeen gesteld in artikel 17:2 CAR-UWO.
Medewerkers in algemene dienst die in overleg met hun leidinggevende een loopbaanplan hebben opgesteld, hebben na herplaatsingkandidaten een voorkeurspositie bij het vervullen van vacatures, indien dit een passende functie betreft.
In die gevallen waarin (de toepassing van) deze regeling voor de medewerker onbedoeld tot een onbillijke of onredelijke situatie leidt, kan het Dagelijks Bestuur van deze regeling afwijken.
Deze regeling kan worden aangehaald als "Regeling algemene dienst 2013" en treedt in werking met ingang van 1 januari 2013.