Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
De Bilt

Beleidsregels Vooroverleg

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieDe Bilt
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels Vooroverleg
CiteertitelBeleidsregels Vooroverleg
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpvolkshuisvesting en woningbouw
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wabo

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

1.Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

28-10-2010nieuwe regeling

19-10-2010

Biltbuis27-10-2010

cv 12-10-2010

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels Vooroverleg

 

 

Artikel 0 Dit artikel moet nog worden gesplitst

Beleidsregels Vooroverleg

1 Inleiding

Op 1 oktober 2010 is de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) van kracht geworden. Met de invoering van de Wabo is de omgevingsvergunning ontstaan. Deze vergunning vervangt zo’n 25 vergunningen en toestemmingen, zoals bijvoorbeeld de bouwvergunning, de kapvergunning en de milieuvergunning. Voor de activiteit bouwen spreekt men sinds 1 oktober dan ook van een omgevingsvergunning bouw en voor milieu van een omgevingsvergunning milieu. De Wabo zorgt ervoor dat allerlei verschillende activiteiten samen kunnen worden aangevraagd, tegelijk worden behandeld en als één vergunning worden verleend. Voor de burger kan dit aanzienlijke tijdswinst opleveren. Voor elke activiteit kunnen ook apart omgevingsvergunningen worden aangevraagd. Voor elke omgevingsgunning geldt dan een eigen, aparte procedure. De omgevingsvergunning kent twee procedures: de reguliere procedure en de uitgebreide procedure. Het uitgangspunt is de reguliere procedure. In de meeste gevallen zal hier sprake van zijn. Gaat het echter om activiteiten waarbij een langere voorbereidingstijd nodig is en/of veel belangen moeten worden afgewogen, dan is er sprake van een uitgebreide procedure.

1.2 Kortere beslistermijnen

De Wabo beoogt een lastenverlichting voor de aanvrager te realiseren. Een van de wijzigingen die de Wabo bewerkstelligt is dat vergunningen in een kortere tijd moeten worden verleend. Een omgevingsvergunning volgens de reguliere procedure moet binnen 8 weken verleend zijn. Voor een vergunning volgens de uitgebreide procedure wordt een termijn van 26 weken gehanteerd. De sanctie op het overschrijden van de beslistermijn is ook strenger dan voorheen. Vóór 1 oktober was het zo dat een bouwvergunning van rechtswege was verleend, als de gemeente niet binnen 12 weken een besluit had genomen, tenzij het bouwplan in strijd was met het bestemmingsplan. Nu kan bij een reguliere procedure niet alleen bij het onderdeel bouwen, maar ook bij kappen, aanleggen, en bij kleinere planologische strijdigheden een vergunning van rechtswege ontstaan als de gemeente niet op tijd beslist. Bij een uitgebreide procedure kan nooit een vergunning van rechtswege ontstaan, maar kan de gemeente na een bepaalde periode wel in gebreke worden gesteld en kan er een dwangsom worden opgelegd voor het niet tijdig beslissen. Vanwege de strakkere termijnen heeft gemeente De Bilt ervoor gekozen processen anders in te richten. Daarin moeten keuzes worden gemaakt. Zo biedt de 8 weken-termijn nauwelijks nog ruimte om meerdere keren een plan te laten aanpassen door de aanvrager in verband met de redelijke eisen van welstand. Hetzelfde geldt voor brandveiligheid. De gemeente zal dan ook de regels strenger moeten gaan hanteren, om te voorkomen dat termijnen worden overschreden. Een aanvrager zal moeten wennen, en zich zo nodig moeten aanpassen aan deze veranderde situatie.

2 Vooroverleg De druk op de termijnen wordt dus aanzienlijk vergroot. Natuurlijk geldt dit niet alleen voor de gemeente; dit heeft ook zijn uitwerking op de aanvrager. Bij het opstellen van de Wabo is daarom het vooroverleg door het Ministerie van VROM gepromoot. Het vooroverleg biedt aanvragers de mogelijkheid om met de gemeente in kwestie in gesprek te gaan over de voorgenomen plannen. Tijdens dit overleg kunnen mogelijke knelpunten, vragen over de procedure en/of aanvraag en in te dienen gegevens naar voren komen. Hoe beter dit vooroverleg wordt gevoerd, des te meer profijt levert dit op in het vervolg van de procedure. De termijnen gaan immers pas lopen op het moment dat de aanvraag officieel wordt ingediend, ofwel op papier of via www.omgevingsloket.nl. Zowel een aanvrager als de gemeente kunnen door middel van het vooroverleg voorkomen dat zij voor verrassingen komen te staan als de aanvraag eenmaal is ingediend. Beide partijen hebben hier dus iets aan. 3 Reguleren van het vooroverleg

De gemeenten zijn niet verplicht ook daadwerkelijk vooroverleg te houden met aanvragers. Het is een keuze.

Gemeente De Bilt kiest ervoor omin een aantal gevallen vooroverleg te open te stellen. Het is echter niet in alle gevallen noodzakelijk en/of wenselijk om in overleg te gaan met de gemeente. Bovendien kost het voeren van vooroverleg tijd, hetgeen ten koste gaat van ambtelijke capaciteit voor vergunningverlening bij de gemeente. Er is daarom gekozen voor het opstellen van deze beleidsregels, waarin geregeld wordt in welke gevallen gemeente De Bilt wel en niet het vooroverleg beschikbaar stelt. Ook wordt geregeld hoe het vooroverleg wordt ingericht. Een potentieel aanvrager weet dan precies wat hij kan verwachten.

Het vooroverleg wordt in principe opengesteld voor meervoudige aanvragen. Dit zijn aanvragen die bestaan uit meerdere activiteiten. Daarentegen zal bij een aanvraag voor veel voorkomende bouwwerken en bijvoorbeeld het kappen van bomen niet snel een vooroverleg noodzakelijk en wenselijk zijn. Mocht een aanvrager overleg toch noodzakelijk vinden, dan worden de redenen daarvoor beoordeeld en afgewogen door de gemeente. Het college van burgemeester en wethouders behoudt zich altijd het recht voor om vanwege haar moverende redenen, zoals onvoldoende noodzaak of onvoldoende ambtelijke capaciteit, het vooroverleg niet te houden.

Voorbeeld 1:

De conceptaanvraag ziet op het plaatsen van een dakkapel. Het gaat hier om een enkelvoudige aanvraag, bestaande uit één activiteit bouwen. Dit is bovendien een veel voorkomend bouwplan en behoeft geen vooroverleg. Indien een principe-uitspraak van welstand is gewenst, kan een schetsplan worden ingediend. Hieraan zijn kosten verbonden.

Voorbeeld 2:

De conceptaanvraag ziet op het bouwen van een schuur en het kappen van een boom. Het gaat hier om een meervoudige aanvraag, bestaande uit twee activiteiten, namelijk bouwen en kappen. Hoewel dit een meervoudige aanvraag is, zal geen vooroverleg worden gehouden. Het gaat om activiteiten van eenvoudige aard, die veel voorkomen. Vooroverleg is hier niet noodzakelijk..

Voorbeeld 3:

De conceptaanvraag ziet op het oprichten van een varkensschuur voor 100 varkens. Het gaat hier om een meervoudige aanvraag, bestaande uit minimaal twee activiteiten, te weten bouwen en milieu. Bovendien kan er nog strijd met het bestemmingsplan bestaan en dan is dit de derde activiteit. In dit geval is vooroverleg gewenst en wellicht zelfs noodzakelijk voor een goede afstemming tussen de verschillende disciplines en vanwege de complexiteit van de aanvraag.

4 Inhoud van het vooroverleg

Het vooroverleg is bedoeld voor concrete, inhoudelijke vragen over de voorgenomen plannen. Er kunnen bijvoorbeeld vragen zijn over de gegevens die bij de aanvraag moeten worden ingediend. Of wellicht bestaat er twijfel of de monumentencommissie wel positief zal adviseren en kunnen knelpunten vroegtijdig verholpen of aangeduid worden. Als de potentieel aanvrager vragen heeft die zich meer richten op de procedures en wetgeving, dan is vooroverleg niet het aangewezen overleg. Er kan dan beter een afspraak worden gemaakt voor het spreekuur van het Vergunningenloket.

Tijdens het vooroverleg worden zo nodig de diverse medewerkers van de betrokken disciplines uitgenodigd. Als een aanvrager het wil hebben over de brandveiligheid, dan zullen wij iemand van de brandweer uitnodigen. Gaat het meer over de welstandsaspecten of verkeer, dan wordt iemand uitgenodigd die op één van die gebieden deskundig is. Aan de hand van de conceptaanvraag wordt beoordeeld welke disciplines aanwezig zullen zijn. Vanwege het feit dat er mogelijk meerdere disciplines aanschuiven bij een overleg, kan het een aantal weken duren voordat het overleg plaatsvindt. Het streven is om binnen maximaal vier weken na het verzoek het vooroverleg te laten plaatsvinden. De gemeente denkt met de aanvrager mee en begeleidt. De gemeente is echter geen adviseur van de aanvrager. Er worden dan ook geen adviezen verstrekt. De uiteindelijke aanvraag om vergunning is pas de start van het officiële vergunningentraject, waarin wij formele advisering opvragen bij de toetsers. Van het vooroverleg wordt verslag opgemaakt. Daarbij worden ook eventuele afspraken vastgelegd. Tijdens het vooroverleg wordt natuurlijk veel mondelinge informatie verstrekt. Dit kan bepaalde risico’s opleveren, bijvoorbeeld als het gaat om interpretatie van hetgeen is besproken. De gemeente wil de aanvrager zo goed mogelijk van dienst zijn, maar een definitief besluit zal pas volgen bij een formele aanvraag om vergunning. Het vooroverleg is een service van de gemeente. Hieraan zijn geen kosten verbonden.

5 Beleidsregels: wat zijn dat?

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd beleidsregels vast te stellen. In beleidsregels geeft het college aan hoe zij met haar bevoegdheden omgaat. In dit geval heeft het college de bevoegdheid vooroverleg te voeren met potentiële aanvragers van omgevingsvergunningen. In deze beleidsregel wordt vastgelegd hoe dit vooroverleg wordt ingevuld en afgebakend.

Beleidsregels

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1.

    Activiteit: een activiteit als bedoeld in artikel 1 .1 lid 1 van de Wet;

  • 2.

    Conceptaanvraag: de aanvraag op www.omgevingsloket.nl die door de aanvrager op de status ‘concept’ is gezet;

  • 3.

    Meervoudige aanvraag: een aanvraag om omgevingsvergunning die uit meer dan één activiteit bestaat;

  • 4.

    Reguliere procedure: de voorbereidingsprocedure van 8 weken als bedoeld in artikel 3.9 van de Wet;

  • 5.

    Uitgebreide procedure: de voorbereidingsprocedure van 26 weken als bedoeld in artikel 3.10 van de Wet;

  • 6.

    Wet: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

Artikel 2 Verzoek om vooroverleg

  • 1.

    E r kan op twee manieren om vooroverleg worden verzocht: a. De aanvrager kan vooroverleg aanvragen via een conceptaanvraag via www.omgevingsloket.nl. De aanvrager wordt dan teruggebeld om zo nodig een afspraak te maken.

    • b.

      De aanvrager maakt een afspraak via het Vergunningenloket. De aanvrager moet voor het overleg een conceptaanvraag op www.omgevingsloket.nl indienen.

  • 2.

    Het college streeft ernaar dat het vooroverleg binnen maximaal 4 weken na het verzoek daartoe plaatsvindt.

Artikel 3 Meervoudig en/of uitgebreid

Vooroverleg wordt in beginsel alleen gehouden bij meervoudige aanvragen om omgevingsvergunning en/of bij omgevingsvergunningen die moeten worden voorbereid met de uitgebreide procedure.

Artikel 4 Initiatief bij college

Het college van burgmeester en wethouders zelf kan de aanvrager verzoeken om vooroverleg. De aanvrager is hiertoe niet verplicht.

Artikel 5 Frequentie en duur van vooroverleg

  • 1.

    Er vindt in principe één keer vooroverleg per conceptaanvraag plaats.

  • 2.

    Het college van burgemeester en wethouders beslist aan de hand van de complexiteit van de conceptaanvraag of meer dan één keer vooroverleg gewenst en/of noodzakelijk is.

  • 3.

    Het vooroverleg duurt per keer maximaal één uur.

Artikel 6 Inhoud

  • 1.

    Van het vooroverleg wordt verslag opgemaakt.

  • 2.

    De aanvrager ontvangt binnen een week na het vooroverleg een exemplaar van het verslag.

Artikel 7 Bevoegdheid

Het college van burgemeester en wethouders kan te allen tijde besluiten dat in bepaalde gevallen geen gebruik kan worden gemaakt van het vooroverleg.