Organisatie | Roermond |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Roermond houdende regels omtrent heffing en invordering van marktgelden Verordening marktgelden 2018 |
Citeertitel | Verordening marktgelden 2018 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Verordening marktgelden 2017.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2018.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
30-12-2017 | 01-01-2019 | nieuwe regeling | 21-12-2017 | 2017/074/8 |
De raad van de gemeente Roermond,
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 31 oktober 2017,
raadsvoorstelnummer 2017/074/1;
gelet op het bepaalde in artikel 229, eerste lid, onderdelen a en b van de Gemeentewet
vast te stellen de ‘verordening op de heffing en invordering van marktgelden 2018’
Onder organisaties zonder winstoogmerk wordt verstaan: een organisatie of daarmee gelijk te stellen instelling met ideële motieven, die zich blijkens haar statuten de uitoefening ten doel stelt van activiteiten van maatschappelijke, sociale, liefdadige, godsdienstige, politieke, sportieve of culturele aard, of tot bevordering van het algemeen belang waarbij de activiteiten in hoofdzaak worden verricht door vrijwilligers.
Voor de toepassing van deze verordening worden de standplaatsen op de marktterreinen onderscheiden in vaste en losse standplaatsen.
Een vaste standplaats is een standplaats, die voor een kalenderjaar wordt toegewezen door het college van burgemeester en wethouders.
De overige standplaatsen zijn losse standplaatsen. Zij worden per marktdag toegewezen door het college van burgemeester en wethouders.
Belastingplichtig is degene aan wie een standplaats op een marktterrein is toegewezen, of degene die in zijn plaats optreedt.
Artikel 6 Heffingstijdvakken voor vaste standplaatshouders
Een eerder gekozen heffingstijdvak kan door de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar worden gewijzigd in een ander tijdvak, mits de belastingplichtige hiervoor schriftelijk en tenminste drie weken vóór de aanvang van het nieuwe heffingstijdvak een aanvraag indient.
Artikel 9 Termijnen van betaling
In afwijking van het bepaalde in het eerste lid geldt dat, de aanslagen betreffende het marktgeld vermeld in het tweede, derde, vierde en vijfde lid van artikel 5 dienen te worden betaald in één termijn, die vervalt op de laatste dag van de maand volgende op die welke in de dagtekening van het aanslagbiljet staat vermeld.
Indien de belastingplicht van een vaste standplaatshouder in de loop van een heffingstijdvak eindigt, wordt ontheffing verleend van het voor dat tijdvak berekende marktgeld naar rato van het aantal marktdagen dat na het tijdstip van beëindiging van de belastingplicht in dat tijdvak overblijft en rekening houdend met het totaal aantal marktdagen in dat tijdvak.
Marktgelden worden niet geheven ter zake van het innemen van een losse standplaats voor het houden van niet commerciële activiteiten door organisatíes zonder winstoogmerk.
Artikel 13 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten.