Organisatie | Midden-Delfland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Subsidieregeling Verkavelen voor een landschap met kwaliteit – Midden-Delfland |
Citeertitel | Subsidieregeling Verkavelen voor een landschap met kwaliteit – Midden-Delfland |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Nieuwe regeling
Algemene subsidieverordening Midden-Delfland 2016
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
22-11-2017 | 31-12-2018 | Nieuwe regeling | 12-09-2017 | 17Z.004656 en 14Z.002136 |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Midden-Delfland;
gelet op artikel 3 van de Algemene subsidieverordening gemeente Midden-Delfland 2016;
overwegende dat de gemeente Midden-Delfland:
vast te stellen de subsidieregeling Verkavelen voor een landschap met kwaliteit – Midden-Delfland’.
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
agrarische grond: grond die agrarisch wordt gebruikt. Dat wil zeggen grond die in gebruik is als gras- of maïsland en waar wordt beweid met vee of waar voedergewassen worden geoogst. Dit kan zijn grond met een (conform het vigerende bestemmingsplan) agrarische bestemming, maar ook grond met een natuur- of recreatiebestemming die agrarisch wordt gebruikt;
landbouwvrijstellingsverordening: verordening (EU) 702/2014 van de Europese Commissie van 25 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun in de landbouw- en bosbouwsector en in plattelandsgebieden op grond van de artikel 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard (LVV), zoals gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie op 1 juli 2014 (L193/1);
Het bepaalde in deze subsidieregeling is enkel van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in artikel 4 bedoelde activiteiten.
Artikel 7 Aanvragen van subsidie
Artikel 8 Subsidiabele kosten vrijwillige kavelruil
o pachtgrond die in eigendom overgaat van verpachter naar pachter;
o overdracht van gronden die bestemd zijn voor woningbouw of industrie- c.q. bedrijventerreinen, of golfterreinen;
o overdracht van onverdeelde boedel / erfenisdeling;
o overdracht van gronden van een maatschap aan een vennoot.
Artikel 9 Subsidiabele kosten kavelaanvaardingswerken
o een afname van het aantal rijbewegingen (minder milieubelasting, meer rust) en van het landbouwverkeer op de openbare weg (toename veiligheid, minder concurrentie met overig verkeer);
o een verbeterde toegankelijkheid van percelen voor recreatief medegebruik;
o een toename van de weidegang van rundvee;
o behoud en/of verbetering van natuur en landschap, bijvoorbeeld in de vorm van een versterking van het weidevogelbeheer.
Artikel 11 Hoogte subsidiebijdrage en voorschot
De hoogte van subsidie voor vrijwillige kavelruil, zoals genoemd onder artikel 8 van deze regeling, bedraagt maximaal 100% van de subsidiabele kosten. Bij het bepalen van de subsidie wordt een bedrag van € 100,- per toebedeelde hectare agrarische grond of overige grond in eigendom op de subsidiabele kosten in mindering gebracht.
Artikel 12 Subsidieplafond en wijze van verdeling subsidie
Artikel 13 Verplichtingen en verantwoordelijkheid van de subsidieontvanger
Het college kan één of meer bepalingen uit deze regeling in individuele gevallen buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover de toepassing van die bepalingen voor de subsidieaanvrager of -ontvanger gevolgen zou hebben die onevenredig zijn in verhouding tot de met de betrokken bepalingen te dienen doelen.
– Toelichting op de subsidieregeling ‘Verkavelen voor een landschap met kwaliteit – Midden-Delfland’;
– Bijlage 1: Aanvraagformulier subsidie verkavelen voor een landschap
– Bijlage 2: Uitgangspunten kavelaanvaardingswerken.
3.Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling ‘Verkavelen voor een landschap met kwaliteit – Midden-Delfland’.
Aldus besloten in de collegevergadering van 12 september 2017.
Gemeentesecretaris burgemeester
Toelichting op de subsidieregeling ‘Verkavelen voor een landschap met kwaliteit - Midden-Delfland’
Het open en groene gebied Midden-Delfland is van groot belang voor het versterken van de leefomgevingskwaliteit en het investeringsklimaat van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag. Het gebied is divers en heeft een economische, ecologische en recreatie functie voor de bewoners van de Metropoolregio. Midden-Delfland heeft recreatiegebieden aan de grenzen met Schiedam, Vlaardingen en Delft, enkele natuurgebieden van Natuurmonumenten en centraal gelegen het agrarisch kerngebied met de grondgebonden rundveehouderijsector als economisch en landschappelijk drager.
De overheid kent het gebied grote maatschappelijke waarde toe. Daarom heeft de overheid beleid, programma’s en projecten ontwikkeld die bijdragen aan het behouden en versterken van het gebied. Deze zijn onder meer verankerd in het Hof van Delfland programma, de Landschapstafel Hof van Delfland en het IODS-kwaliteitsprogramma. Voor de gemeente Midden-Delfland, met de gebiedsvisie Midden-Delfland®2025 als basis, is het open en groen houden van het gebied Midden-Delfland één van de kernopgaven. Haar activiteiten die daarop zijn gericht zijn liggen sterk verankerd in de bovengenoemde regionale samenwerking.
De gemeente Midden-Delfland zet met haar beleid, projecten en programma’s in op het verduurzamen van het landschap van Midden-Delfland. Zij streeft naar een natuur met goede kwaliteit en belevingswaarde, recreatiegebieden met een interessant aanbod van voorzieningen en een agrarisch kerngebied met een duurzame grondgebonden rundveehouderijsector met de ‘koe in de wei’.
Van oorsprong kent het gebied, met inzet van de Reconstructiewet Midden-Delfland, een duidelijke scheiding tussen de deelgebieden natuur, recreatie en landbouw. Ieder deelgebied heeft haar eigen specifieke waarde. De laatste jaren is er steeds meer sprake van vermenging van functies. Het inzicht dat de waarden en actoren van de deelgebieden elkaar kunnen versterken wordt steeds manifester. Ook de gemeente Midden-Delfland speelt hier waar mogelijk op in.
IODS-kwaliteitsproject Groen ondernemen, een nieuwe landbouw
In Midden-Delfland is het agrarisch kerngebied, als onderdeel van het totale groene Midden-Delflandgebied, hét toonbeeld van het authentieke oer-Hollandse veenweidelandschap met karakteristieke vergezichten. De aanwezigheid van de koe in de wei, cultuurhistorische waardevolle boerenerven en niet in de laatste plaats de weidevogels zijn daarbij van cruciaal maatschappelijk belang. De duurzame grondgebonden rundveehouderijsector, voornamelijk bestaande uit melkveebedrijven, vormt de economisch en landschappelijke drager van het agrarisch kerngebied van Midden-Delfland. Ten behoeve van het versterken van de kwaliteiten van het agrarisch kerngebied zet de gemeente Midden-Delfland in op het ondersteunen en faciliteren van deze sector als drager van het gebied.
De belangrijkste pijler van deze activiteiten vormt het IODS-kwaliteitsproject ‘Groen Ondernemen, een nieuwe landbouw’. Dit project kent twee hoofddoelstellingen:
Dit kwaliteitsproject bestaat uit twee projectonderdelen: ‘Duurzaam boer Blijven in Midden-Delfland’ en ‘Grondinstrument’. ‘Duurzaam boer blijven in Midden-Delfland’ zet in op het ecologisch en economisch verduurzamen van de grondgebonden landbouwsector, zowel op bedrijfsniveau als gebiedsniveau. De themagroepen Kringlooplandbouw, waaraan de meerderheid van boeren uit Midden-Delfland deelnemen, vormen hierbij het fundament.
Overwegende dat de grondmarkt één van de belangrijkste factoren vormt voor het duurzaam voortbestaan van de grondgebonden landbouw, en daarmee voor het behoud van het landschap van Midden-Delfland, hebben partijen betrokken bij het projectonderdeel Grondinstrument afgesproken instrumenten te ontwikkelen ter bevordering van onder andere de volgende nevendoelen :
Het IODS-kwaliteitsproject ‘Groen Ondernemen, een nieuwe landbouw’, bestaat dus, met de twee bovengenoemde projectonderdelen, uit een breed palet van gerichte activiteiten, alle gericht op de bovengenoemde twee hoofddoelstellingen.
Afstemming van deze activiteiten op elkaar is van groot belang. Economische duurzaamheid kan, volgens partijen, op gespannen voet staan met ecologische en cultuurhistorische duurzaamheid. Keuzes kunnen en moeten (gaandeweg) gemaakt worden, maar tegenstrijdigheid in activiteiten moet ten alle tijden worden voorkomen. In het Landschapsontwikkelingsperspectief Midden-Delfland® 2025 (LOP) is de gewenste ontwikkelingsrichting opgenomen. Waar mogelijk is deze richting in het bestemmingsplan ‘Gras’ op juridisch-planologische wijze verankerd. In het u volgende, alsmede in de artikelsgewijze toelichting, wordt getracht zoveel mogelijk toe te lichten in welke richting de gemeente Midden-Delfland de kwaliteit van het landschap wil sturen.
Subsidieregeling ‘Verkavelen voor een landschap met kwaliteit’
Als onderdeel van het brede palet aan maatregelen draagt deze subsidieregeling bij aan de beschikbaarheid van grond voor de grondgebonden landbouw, een van de nevendoelen van het projectonderdeel grondinstrument. Deze subsidieregeling is daarmee één van de maatregelen uit een breder pakket maatregelen dat in nauwe afstemming met de andere activiteiten binnen ‘Groen Ondernemen, een nieuwe landbouw’ tot stand is gekomen.
Verbetering van de verkaveling versterkt (door kostenbesparing) de economische duurzaamheid van de grondgebonden rundveehouderij. Instandhouding van grondgebonden veehouderij is een basisvoorwaarde voor instandhouding van het karakteristieke landschap van Midden-Delfland. Winst voor het landschap en voor de duurzame economische positie van de grondgebonden rundveehouderij kan worden gevonden in verminderde of verkorte rijafstanden tot de veldkavels (minder CO2-uitstoot) en minder veldkavels en meer aaneengesloten huiskavels. Dit laatste komt de weidegang (koe in de wei) ten goede. Ook kan er sprake zijn van andere voordelen voor landschap, natuur, cultuurhistorie of recreatieve betekenis. Deze moeten tot uitdrukking komen in het ruilplan en worden door het college op hun merites beoordeeld.
Het ruilplan is een cruciaal onderdeel van de subsidieaanvraag. Zo’n plan kan worden opgesteld door de kavelruilcoördinator die in opdracht van de gemeente werkt, benoemd in samenspraak met LTO Noord. Maar de initiatiefnemers kunnen ook zelf, al dan niet met behulp van een externe deskundige, een ruilplan opstellen. Voor subsidie komen alleen maatregelen in aanmerking die onderdeel vormen van het ruilplan.
Subsidiabele kosten zijn de kosten die gemaakt worden voor de uitvoering van kavelruil, zoals makelaars- en taxatiekosten, kosten voor het inschrijven in het kadaster. Tevens komen in aanmerking kosten die gemaakt worden voor werkzaamheden ten behoeve van kavelaanvaarding. Kavelaanvaardingswerken zijn werken die uitgevoerd moeten worden om de toegedeelde grond en de ingebrachte grond onderling (in waarde) vergelijkbaar te maken. In bijlage 2 van de subsidieregeling staan de uitgangspunten waaraan deze werken moeten voldoen om voor subsidie in aanmerking te komen. De gedachte hierachter is dat begunstigden met elkaar willen kavelruilen op voorwaarde dat de condities op de toegedeelde percelen van tenminste dezelfde kwaliteit zijn als de ingebrachte percelen.
De subsidieregeling heeft nadrukkelijk het karakter om de kosten voor incidentele en éénmalige investeringen te subsidiëren. Het idee hierachter is dat na de investering zowel het bedrijf als het landschap er duurzamer op zijn geworden, waarmee de maatschappelijke ‘winst’ van de investering van publieke middelen zich als het ware terugbetaalt. Het is niet de bedoeling van deze subsidieregeling om kosten te subsidiëren die alleen samenhangen met het versterken van de bedrijfsvoering. Om die reden komen ook alleen noodzakelijke kavelaanvaardingswerken in aanmerking voor subsidie. Van de subsidiabele kosten voor kavelaanvaardingswerken wordt ook slechts een deel vergoed, omdat ervan uit wordt gegaan dat met de ruilverkaveling inclusief de kavelaanvaardingswerken ook een bedrijfseconomisch belang wordt gediend.
Artikelsgewijze toelichting, voor zover noodzakelijk, op de Subsidieregeling ‘Verkavelen voor een landschap met kwaliteit – Midden-Delfland’
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Dit artikel omschrijft een aantal begrippen die in de regeling worden gebruikt. De belangrijkste:
agrarische grond: de te ruilen percelen moeten agrarisch worden gebruikt, in termen van voederwinning en/of beweiding. Dat wil zeggen grond die in gebruik is als gras- of maïsland en waar wordt beweid met vee of waar voedergewassen worden geoogst. Dit kan zijn grond met een (conform het vigerende bestemmingsplan) agrarische bestemming, maar ook grond met een natuur- of recreatiebestemming die agrarisch wordt gebruikt;
werkingsgebied: Het werkingsgebied van het IODS-programma komt overeen met het voormalige werkingsgebied van de Reconstructiewet Midden-Delfland en de Groeneveldse Polder. De subsidieregeling maakt onderdeel uit van het IODS-programma. Het werkingsgebied van deze regeling is dan ook gelijk aan het werkingsgebied van het IODS-programma. Ten behoeve van het faciliteren van de ondernemers binnen de doelgroep, kan het in bepaalde gevallen noodzakelijk zijn ondernemers van buiten het werkingsgebied in aanmerking te laten komen voor subsidie volgens deze regeling. Nadat het college dit als zodanig heeft bepaald en is vastgesteld in het ruilplan, kunnen ook deze laatstgenoemde ondernemers in aanmerking komen voor een subsidie.
Deze doelstellingen zijn gebaseerd op de hoofddoelstellingen van het IODS-kwaliteitsproject ‘Groen Ondernemen, een nieuwe landbouw’, genoemd in de intentieverklaring Grondinstrument van december 2010, ondertekend door de provincie Zuid-Holland, LTO Noord, afdeling Zuid-Holland en de gemeente Midden-Delfland. Deze hoofddoelstellingen zijn in overeenstemming met de gebiedsvisie Midden-Delfland®2025. Zie de algemene toelichting voor een nadere toelichting op de achtergronden.
De kavelaanvaardingswerken komen pas in aanmerking voor subsidie als het een voorwaarde is om een vrijwillige kavelruil te realiseren. Dus los van vrijwillige kavelruil worden er geen kavelaanvaardingswerken gesubsidieerd.
Al heeft de subsidieregeling natuurlijk de grondgebonden agrarische sector voor ogen, is er een ruime doelgroep voor het verstrekken van subsidie. In veel gevallen zijn er ook particulieren die geen agrariërs zijn of verpachtende organisaties (zoals bijvoorbeeld diaconieën) betrokken. Om voor subsidie in aanmerking te komen moet er wel minimaal één grondgebonden agrarisch bedrijf deelnemen aan de ruil.
Subsidie onder deze regeling kwalificeert als staatssteun. Onder de LVV kan deze steun rechtmatig worden verstrekt, mits wordt voldaan aan de algemene, procedurele en relevante specifieke vereisten. Op diverse plekken in de regeling werken deze bepalingen door. Artikel 6 vermeldt de basis. Daarnaast leggen artikelen 8, 9 11 en 13 de noodzakelijke verbindingen naar deze dwingende Europese regelgeving.
Artikel 7 Aanvragen van subsidie
Bij de aanvraag om subsidie moet duidelijk zijn waarvoor subsidie wordt aangevraagd en dat alle deelnemers ook akkoord zijn met de ruil onder de voorwaarden die zijn afgesproken.
Artikel 8 Subsidiabele kosten vrijwillige kavelruil
De subsidiabele kosten zijn heel duidelijk toe gespitst op het werk dat bij een vrijwillige kavelruil komt kijken. Er zijn diverse kosten die niet subsidiabel zijn, omdat ze de verantwoordelijkheid zijn of blijven van de eigenaar of verkrijgen. Voorbeelden zijn het bijschrijven in het pachtregister, betalen van overdrachtsbelasting, beschrijven van erfenissen en dergelijke.
Met de invoering van het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) is er per 1 januari 2015 een nieuw systeem van betalingsrechten. Het nieuwe GLB stapt hiermee over naar betalingen per hectare. Deze subsidieregeling voorziet in geen enkel geval in het subsidiëren van kosten die gepaard gaan met het overdragen of verhandelen van betalingsrechten, dus ook niet in het geval dat de aanvrager de in het ruilplan opgenomen grond zou willen benutten voor het vestigen, c.q. verzilveren van betalingsrechten.
Artikel 9 Subsidiabel kosten kavelaanvaardingswerken
De subsidiabele kosten worden beperkt tot de werkzaamheden die zijn genoemd in de bijlage én die in het ruilplan zijn benoemd én die plaatsvinden op agrarische grond.
Het ruilplan moet bijdrage aan de doelstellingen die in artikel 2 zijn benoemd. Wat betreft de verbetering van de agrarische structuur is dat te toetsen aan het vergroten van huiskavels van agrarische bedrijven, het verminderen van het aantal veldkavels of het concentreren van veldkavels.
De bijdrage aan het versterken van landschappelijke, ecologische en cultuurhistorische waarden is wat minder limitatief te benoemen. In het artikel worden voorbeelden genoemd, maar mogelijk blijken er uit een kavelruil nog meer of nog andere versterkingen.
Artikel 11 Hoogte subsidiebedrag en voorschot
Een eigen bijdrage van € 100 is gerechtvaardigd, gezien het voordeel dat de deelnemers aan de kavelruil hebben.
Een hogere subsidie dan € 32.000,- per aanvrager of begunstigde is in bepaalde gevallen mogelijk (bijvoorbeeld bij een gezamenlijke aanvraag van meerdere grondgebruikers). De gevraagde bijdrage moet dan in de aanvraag worden beargumenteerd. Uiteindelijk beslist het college of een hogere subsidie gerechtvaardigd is of niet.
Artikel 13 Verplichtingen en verantwoordelijkheid van de subsidieontvanger
De gemeente moet een controlemogelijkheid hebben om subsidievaststelling te kunnen doen. Bij subsidiebedragen vanaf € 60.000 moet de gemeente bepaalde gegevens van de subsidie en de subsidieontvanger publiceren. De ontvanger is dan verplicht tot medewerking aan de publicatie van die gegevens.