Organisatie | Landgraaf |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Wegsleepverordening gemeente Landgraaf 2017 |
Citeertitel | Wegsleepverordening gemeente Landgraaf 2017 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
16-11-2017 | nieuwe regeling | 26-10-2017 | Onbekend |
De raad van de gemeente Landgraaf,
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 september 2017 (documentnr. B.17.1443);
dat bij besluit van 13 december 2001 de “Wegsleepverordening Gemeente Landgraaf” is vastgesteld;
dat de daarin opgenomen tarieven voor het overbrengen en bewaren van voertuigen moeten worden aangepast en dat daarnaast een aantal andere wijzigingen noodzakelijk is;
dat, gelet op het aantal wijzigingen en de beperkte omvang van de huidige verordening, wordt voorgesteld om een nieuwe verordening vast te stellen, waarbij de huidige verordening wordt ingetrokken;
gelet op het bepaalde in artikel 149 van de Gemeentewet, artikel 173, tweede lid van de Wegenverkeerswet 1994 en het Besluit wegslepen van voertuigen (Staatsblad 2001, nr. 353);
vast te stellen de Wegsleepverordening gemeente Landgraaf 2017, die luidt als volgt:
Artikel 2 Aanwijzing van wegen en weggedeelten waar voertuigen kunnen worden verwijderd, overgebracht en in bewaring gesteld in het belang van het vrijhouden van wegen en weggedeelten
Als wegen en weggedeelten, bedoeld in artikel 170, eerste lid, onder c van de wet worden alle wegen en weggedeelten binnen de gemeente aangewezen voor zover ze behoren tot een van de in artikel 2 van het besluit bedoelde soorten van wegen en weggedeelten.
Artikel 5 Overbrengen en in bewaring stellen van motorrijtuigenin het geval van gebleken onvoldoende rijgeschiktheiddan wel het ontbreken van een behoorlijk zichtbare kentekenplaat
Wanneer gebruik wordt gemaakt van de bevoegdheid, bedoeld in artikel 130, vierde lid, 164 zevende lid, en 174, eerste lid van de wet, zijn artikel 1, 3 en 4 van deze verordening van overeenkomstige toepassing.