Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Roermond

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Roermond houdende regels omtrent bezwaarschriften Verordening behandeling bezwaarschriften Roermond 2018

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieRoermond
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening van de gemeenteraad van de gemeente Roermond houdende regels omtrent bezwaarschriften Verordening behandeling bezwaarschriften Roermond 2018
CiteertitelVerordening behandeling bezwaarschriften Roermond 2018
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Verordening behandeling bezwaarschriften.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 7:13 Algemene wet bestuursrecht
  2. artikel 149 Gemeentewet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

30-12-2017nieuwe regeling

21-12-2017

Gemeenteblad 2017, 232396

2017/083/02

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Roermond houdende regels omtrent bezwaarschriften Verordening behandeling bezwaarschriften Roermond 2018

De raad van de gemeente Roermond,

 

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 31 oktober 2017,

 

raadsvoorstelnummer 2017/083/01;

 

gezien het advies van de commissie BM van 27 november 2017;

gelet op het bepaalde:

  • 1.

    Algemene wet bestuursrecht, art. 7:13;

  • 2.

    Gemeentewet, art. 149.

 

besluit:

 

vast te stellen de volgende:

 

Verordening behandeling bezwaarschriften Roermond 2018

 

Titel 1 Behandeling van bezwaarschriften door de commissie van advies voor de bezwaarschriften.

Artikel 1 Begrippen

In deze verordening wordt verstaan onder:

 

- wet:

de Algemene wet bestuursrecht;

- bestuursorgaan:

Het gemeentelijk bestuursorgaan dat het bestreden besluit genomen heeft en dat bevoegd is een beslissing op bezwaar te nemen;

- indiener

   

degene die tegen een besluit een bezwaarschrift heeft ingediend bij een bestuursorgaan;

- belanghebbende

degene wiens belang rechtstreeks bij het door het bestuursorgaan te nemen besluit is betrokken;

- commissie:

de commissie van advies voor de bezwaarschriften;

- ambtelijke commissie

commissie bestaande uit drie ambtenaren die de hoorplicht namens het verwerend bestuursorgaan kan vervullen.

 

Artikel 2 Inleidende bepaling

  • 1.

    Er is een commissie van advies ter voorbereiding van de beslissing op bezwaarschriften als bedoeld in artikel 1:5 van de wet. De commissie is belast met de advisering over bezwaarschriften tegen besluiten van de raad, het college en de burgemeester.

  • 2.

    De commissie is niet bevoegd ten aanzien van bezwaarschriften die zijn ingediend tegen besluiten op grond van:

    • a.

      een wettelijk voorschrift inzake belastingen of de Wet waardering onroerende zaken;

    • b.

      een wettelijk voorschrift en daaruit voortvloeiende regelingen op het terrein van sociale zaken, die worden uitgevoerd bij de afdeling Sociale Zaken.

Artikel 3 Samenstelling van de commissie

  • 1.

    De commissie bestaat uit een voorzitter en ten minste twee leden.

  • 2.

    De voorzitter en de leden van de commissie worden door het college benoemd, geschorst en ontslagen.

  • 3.

    Het college benoemt een aantal plaatsvervangende leden alsmede een plaatsvervangend voorzitter.

  • 4.

    Onafgemelde afwezigheid of structurele afwezigheid van een lid of de voorzitter bij zittingen van de commissie kan reden zijn voor schorsing of ontslag van het betreffende lid of de voorzitter.

  • 5.

    De leden van de commissie mogen geen deel uitmaken van of werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan van de gemeente Roermond.

Artikel 4 Instelling kamers

  • 1.

    De commissie kan kamers instellen, die belast worden met de behandeling van bezwaarschriften.

  • 2.

    De commissie bepaalt het aantal kamers en stelt voor elke kamer vast welke categorie of categorieën bezwaarschriften door haar zullen worden behandeld.

  • 3.

    Elke kamer bestaat uit ten minste drie leden:

    • a.

      een voorzitter als bedoeld in artikel 7:13 of een plaatsvervangend voorzitter;

    • b.

      ten minste twee andere leden.

  • 4.

    Op de werkwijze van de kamers is het bepaalde in deze verordening zo veel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 5 Secretariaat

  • 1.

    De secretaris van de commissie is een door het college aan te wijzen ambtenaar.

  • 2.

    Het college wijst tevens een of meer plaatsvervangers van de secretaris aan.

Artikel 6 Zittingsduur

  • 1.

    De voorzitter en de leden van de commissie treden af op de dag van het periodiek aftreden van de gemeenteraad. De voorzitter en leden van de commissie kunnen worden herbenoemd.

  • 2.

    De voorzitter en de leden van de commissie kunnen te allen tijde ontslag nemen.

  • 3.

    De aftredende voorzitter en de aftredende leden van de commissie blijven hun functie waarnemen totdat in hun opvolging is voorzien.

  • 4.

    Het college kan te allen tijde een lid, anders dan op eigen verzoek, ontslag verlenen op zwaarwegende gronden en een ander lid in zijn plaats benoemen.

Artikel 7 Ingediend bezwaarschrift

  • 1.

    Op het ingediende bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend.

  • 2.

    Het bezwaarschrift met de daarbij overgelegde stukken wordt zo spoedig mogelijk in handen van de secretaris van de commissie gesteld.

Artikel 8 Overdracht bevoegdheden

De bevoegdheden ingevolge de artikelen;

  • -

    2:1, tweede lid;

  • -

    6:6, voor wat betreft het de indiener stellen van een termijn;

  • -

    6:17, voor zover het betreft de verzending van stukken tijdens de behandeling door de ambtelijke commissie;

  • -

    7:4, tweede lid;

  • -

    7:6, tweede lid;

  • -

    7:6, vierde lid;

van de wet worden voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend door de voorzitter van de commissie.

Artikel 9 Vooronderzoek

  • 1.

    De voorzitter van de commissie is in verband met de voorbereiding van de behandeling van het bezwaarschrift bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te doen inwinnen.

  • 2.

    De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en dezen zo nodig uitnodigen daartoe in de zitting te verschijnen. Indien daaraan kosten verbonden zijn, is vooraf machtiging van het college vereist.

  • 3.

    Indien in het bezwaarschrift gesteld wordt dat het is ingediend namens of mede namens een andere natuurlijke persoon of rechtspersoon en daarbij geen schriftelijke machtiging van die andere natuurlijke persoon of rechtspersoon is overgelegd, kan de secretaris de bezwaarmaker wijzen op dit verzuim en kan hij hem  in de gelegenheid stellen dit verzuim te herstellen, binnen een door de secretaris te stellen termijn.

  • 4.

    Het derde lid is niet van toepassing in het geval de gemachtigde als advocaat of procureur is ingeschreven.

  • 5.

    Aan de secretaris wordt de bevoegdheid gegeven om de indiener van het bezwaarschrift een termijn te stellen, waarbinnen het verzuim als bedoeld in artikel 6:5 van de wet kan worden hersteld.

  • 6.

    Aan de secretaris wordt de bevoegdheid gegeven om stukken naar de gemachtigde te zenden.

  • 7.

    Aan de secretaris wordt de bevoegdheid gegeven alle op het bezwaarschrift betrekking hebbende stukken ter inzage te leggen.

Artikel 10 Vertegenwoordiger bestuursorgaan

De leden van het college worden met inachtneming van de portefeuilleverdeling binnen het college aangewezen als vertegenwoordiger van het bestuursorgaan als bedoeld in artikel 7:13, lid 5 van de wet.

Artikel 11 Stukken en verweerschrift

  • 1.

    De secretaris nodigt het verwerend orgaan uit de op het bezwaarschrift betrekking hebbende stukken over te leggen en een verweerschrift in te dienen.

  • 2.

    De stukken en het verweerschrift worden uiterlijk drie weken voor het horen in handen van de commissie gesteld.

Artikel 12 Hoorzitting
  • 1.

    De voorzitter van de commissie bepaalt plaats en tijdstip van de zitting waarin de belanghebbenden en het bestuursorgaan in de gelegenheid worden gesteld zich te laten horen.

  • 2.

    De voorzitter van de commissie beslist over de toepassing van artikel 7:3 van de wet.

  • 3.

    Indien de voorzitter van de commissie op grond van de in het tweede lid genoemde artikelen besluit van het horen af te zien doet hij daarvan mededeling aan de belanghebbenden en het bestuursorgaan.

Artikel 13 Uitnodiging zitting
  • 1.

    De voorzitter van de commissie deelt de belanghebbenden en het bestuursorgaan ten minste drie weken voor de zitting schriftelijk mede dat zij in de gelegenheid worden gesteld zich te laten horen tijdens de zitting.

  • 2.

    Binnen drie dagen na de in het eerste lid bedoelde mededeling kunnen de belanghebbenden of het bestuursorgaan, onder opgaaf van redenen, de voorzitter van de commissie verzoeken het tijdstip van de zitting te wijzigen.

  • 3.

    De beslissing van de voorzitter van de commissie op een verzoek als bedoeld in het tweede lid wordt zo spoedig mogelijk, doch in ieder geval twee weken voor het tijdstip van de zitting aan de belanghebbenden en het bestuursorgaan medegedeeld.

  • 4.

    De voorzitter van de commissie is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijking toe te staan van de termijnen als genoemd in het eerste, tweede en derde lid.

Artikel 14 Quorum

Voor het houden van een zitting als bedoeld in artikel 10 is vereist dat de meerderheid van het aantal leden, onder wie in elk geval de voorzitter, of zijn plaatsvervanger, aanwezig is.

Artikel 15 Niet-deelneming aan de behandeling

De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift, indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn.

Artikel 16 Openbaarheid zitting
  • 1.

    De zitting van de commissie is openbaar.

  • 2.

    De deuren kunnen worden gesloten indien de voorzitter van de commissie of een van de aanwezige leden het nodig oordeelt of indien een belanghebbende daartoe een verzoek doet.

  • 3.

    Indien de commissie vervolgens beslist dat gewichtige redenen aanwezig zijn die zich tegen openbaarheid van de zitting verzetten, vindt de zitting plaats met gesloten deuren.

Artikel 17 Verslaglegging
  • 1.

    Het verslag als bedoeld in artikel 7:7 van de wet vermeldt de namen van de aanwezigen en hun hoedanigheid.

  • 2.

    Het verslag houdt een korte vermelding in van al hetgeen over en weer is gezegd en van al hetgeen van het overige ter zitting is voorgevallen en verwijst naar de ter zitting overlegde bescheiden die aan het verslag worden gehecht.

  • 3.

    Indien de zitting geheel of gedeeltelijk met gesloten deuren plaatsvond, of indien belanghebbenden respectievelijk hun gemachtigden niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord, maakt het verslag hiervan melding.

  • 4.

    De voorzitter kan beslissen om een geluidsopname te maken van al hetgeen ter zitting over en weer wordt gezegd.

  • 5.

    Het verslag wordt door de voorzitter en de secretaris van de commissie ondertekend.

Artikel 18 Nader onderzoek
  • 1.

    Indien na afloop van de zitting, doch voordat het advies wordt opgesteld, een nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter van de commissie uit eigen beweging of op verlangen van een of meer leden van de commissie dit onderzoek houden.

  • 2.

    De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de indiener, het bestuursorgaan, andere belanghebbenden en aan de leden van de commissie toegezonden.

  • 3.

    De indiener, het bestuursorgaan en de andere belanghebbenden kunnen binnen een week na verzending van de nadere informatie aan de voorzitter van de commissie een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter van de commissie beslist omtrent een dergelijk verzoek.

  • 4.

    Op een nieuwe hoorzitting, als bedoeld in het derde lid, zijn de bepalingen in deze verordening, die betrekking hebben op de hoorzitting, zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 19 Raadkamer en advies
  • 1.

    De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.

  • 2.

    De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies. Bij het staken van de stemmen beslist de stem van de voorzitter. Van minderheidsstandpunten wordt bij het advies melding gemaakt indien die minderheid zulks verlangt.

  • 3.

    Het advies is gemotiveerd en wordt door de voorzitter en de secretaris van de commissie ondertekend.

Artikel 20 Uitbrengen van het advies
  • 1.

    Het schriftelijke advies wordt, onder medezending van het in artikel 15 bedoelde verslag en de eventueel door de commissie ontvangen nadere informatie, tijdig uitgebracht aan het bestuursorgaan.

  • 2.

    Het advies is gemotiveerd, omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift en wordt door de voorzitter en de secretaris ondertekend.

  • 3.

    Indien naar het oordeel van de secretaris van de commissie de termijn die in artikel 7:10 eerste lid van de wet is gesteld, ontoereikend is voor het uitbrengen van een advies door de commissie en het nemen van een beslissing op bezwaar, verdaagt hij namens het bestuursorgaan tijdig de beslissing.

Artikel 21 Jaarverslag

De commissie brengt jaarlijks verslag uit van de werkzaamheden aan de bestuursorganen van de gemeente en doet daarbij zonodig de aanbevelingen die zij met het oog op een deugdelijke uitvoering van de gemeentelijke bestuurstaak nodig of wenselijk oordeelt.

Titel 2 Behandeling van bezwaarschriften door een ambtelijke commissie

Artikel 22 Inleidende bepaling

Indieners van een bezwaarschrift als bedoeld in artikel 2 lid 2 onder b worden gehoord door een door het bestuursorgaan aangewezen ambtelijke commissie.

Artikel 23 Ambtelijke commissie

  • 1.

    Een ambtelijke commissie bestaat uit ten minste drie door het bestuursorgaan aan te wijzen ambtenaren.

  • 2.

    De meerderheid van deze ambtelijke commissie, onder wie degene die het horen leidt, is niet bij de voorbereiding van het bestreden besluit betrokken geweest.

  • 3.

    De voorzitter en de leden en de plaatsvervangende leden van de ambtelijke commissie worden door het college benoemd, geschorst en ontslagen.

  • 4.

    De voorzitter en de leden van de ambtelijke commissie blijven hun functie waarnemen totdat in hun opvolging is voorzien.

Artikel 24 Overdracht van bevoegdheden

Wanneer het horen is opgedragen aan een ambtelijke commissie worden de bevoegdheden ingevolge de artikelen;

  • -

    2:1, tweede lid;

  • -

    6:6, voor wat betreft het de indiener stellen van een termijn;

  • -

    6:17, voor zover het betreft de verzending van stukken tijdens de behandeling door de ambtelijke commissie;

  • -

    7:4, tweede lid;

  • -

    7:6, tweede lid;

  • -

    7:6, vierde lid;

van de wet voor de toepassing van deze verordening overgedragen aan de voorzitter van de ambtelijke commissie.

Artikel 25 Ingediend bezwaarschrift

  • 1.

    Op het ingediende bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend.

  • 2.

    Het bezwaarschrift met de daarbij overgelegde stukken wordt zo spoedig mogelijk in handen van het verwerend bestuursorgaan gesteld.

Artikel 26 Vooronderzoek

  • 1.

    Het bestuursorgaan is in verband met de voorbereiding van de behandeling van het bezwaarschrift bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te doen inwinnen.

  • 2.

    Het bestuursorgaan kan uit eigen beweging bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en dezen zo nodig uitnodigen daartoe in de zitting te verschijnen.

  • 3.

    Het bestuursorgaan kan de onder lid 1 en lid 2 genoemde bevoegdheden overdragen aan de voorzitter van de ambtelijke commissie.

Artikel 27 Hoorzitting

  • 1.

    Het bestuursorgaan bepaalt plaats en tijdstip van de zitting waarin de belanghebbenden in de gelegenheid worden gesteld zich te laten horen.

  • 2.

    Het bestuursorgaan beslist over de toepassing van artikel 7:3 van de wet.

  • 3.

    Indien het bestuursorgaan op grond van de in het tweede lid genoemde artikelen besluit van het horen af te zien doet hij daarvan mededeling aan de belanghebbenden.

Artikel 28 Uitnodiging zitting

  • 1.

    Het bestuursorgaan deelt de belanghebbenden ten minste twee weken voor de zitting schriftelijk mede dat zij in de gelegenheid worden gesteld zich te laten horen tijdens de zitting.

  • 2.

    Binnen drie dagen na de in het eerste lid bedoelde mededeling kunnen de belanghebbenden onder opgaaf van redenen, het bestuursorgaan verzoeken het tijdstip van de zitting te wijzigen.

  • 3.

    De beslissing van het bestuursorgaan op een verzoek als bedoeld in het tweede lid wordt zo spoedig mogelijk, doch in ieder geval een week voor het tijdstip van de zitting aan de belanghebbenden medegedeeld.

  • 4.

    Het bestuursorgaan is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijking toe te staan van de termijnen als genoemd in het eerste, tweede en derde lid.

  • 5.

    Het bestuursorgaan kan de onder lid 1 tot en met 4 genoemde bevoegdheden overdragen aan de voorzitter van de ambtelijke commissie.

Artikel 29 Quorum

Voor het houden van een zitting van een ambtelijke hoorcommissie is vereist, dat minimaal de voorzitter en twee leden aanwezig zijn.

Artikel 30 Niet-deelneming aan de behandeling

De voorzitter en de leden van de ambtelijke hoorcommissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn.

Artikel 31 Verslaglegging

  • 1.

    Het verslag als bedoeld in artikel 7:7 van de wet vermeldt de namen van de aanwezigen en hun hoedanigheid.

  • 2.

    Het verslag houdt een korte vermelding in van al hetgeen over en weer is gezegd en van al hetgeen voor het overige ter zitting is voorgevallen en verwijst naar de ter zitting overlegde bescheiden die aan het verslag worden gehecht.

  • 3.

    Indien de zitting geheel of gedeeltelijk met gesloten deuren plaatsvond, of indien belanghebbenden respectievelijk hun gemachtigden niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord, maakt het verslag hiervan melding.

  • 4.

    Het verslag wordt door de voorzitter van de ambtelijke commissie ondertekend.

Artikel 32 Nader onderzoek

  • 1.

    Indien na afloop van de zitting, maar voordat de beslissing wordt genomen, een nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, zulks ter beoordeling van het bestuursorgaan, geschiedt dit onderzoek door of onder leiding van de voorzitter van de ambtelijke commissie.

  • 2.

    De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de indiener en de andere belanghebbenden toegezonden.

  • 3.

    De indiener en de andere belanghebbenden kunnen binnen een week na verzending van de in het eerste lid bedoelde nadere informatie aan de burgemeester een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter van de ambtelijke commissie beslist omtrent een dergelijk verzoek.

  • 4.

    Op een nieuwe hoorzitting, als bedoeld in het tweede lid, zijn de bepalingen in deze verordening, die betrekking hebben op de hoorzitting, zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Titel 3 Slotbepalingen

Artikel 33 Overgangsbepaling

Bezwaarschriften die zijn ingediend voor de inwerkingtreding van de thans voor liggende verordening worden volgens hetgeen in de oude verordening voor de behandeling van bezwaar- en beroepschriften afgedaan.

Artikel 34 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na haar bekendmaking.

  • 2.

    Met ingang van de dag van inwerkingtreding van deze verordening wordt de Verordening behandeling bezwaarschriften (4e wijziging van de verordening, in werking getreden op 01-11-2014) ingetrokken.

  • 3.

    Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening behandeling bezwaarschriften Roermond 2018”.

Vastgesteld in de openbare raadsvergadering van de raad van de gemeente Roermond in zijn openbare vergadering d.d. 21 december 2017 (Raadsbesluitnummer 2017/083/02).

De griffier,

J. Vervuurt

De voorzitter,

M.J.D. Donders – de Leest