Organisatie | Stichtse Vecht |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van watertoeristenbelasting 2018 |
Citeertitel | Verordening watertoeristenbelasting 2018 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Verordening op de heffing en invordering van watertoeristenbelasting 2017, zoals vastgesteld bij raadsbesluit van 20 december 2016 door de raad van Stichtse Vecht.
Gemeentewet, art. 224
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
28-12-2017 | Nieuwe regeling | 19-12-2017 Gemeenteblad, 27-12-2017, 230542 | SV216 |
Verordening op de heffing en invordering van watertoeristenbelasting 2018
Onder de naam 'watertoeristenbelasting' wordt een directe belasting geheven voor het houden van verblijf op vaartuigen die aanwezig zijn in wateren binnen de gemeente tegen een vergoeding in welke vorm dan ook, door personen die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen zijn ingeschreven.
De belasting wordt niet geheven ter zake van het verblijf:
van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h, van voornoemde wet, en voor zover deze persoon verblijf houdt in een gelegenheid als bedoeld in artikel 2 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers.
a.voor een vaartuig met een oppervlakte van minder dan zestien (16) vierkante meter (m²) € 24,80.
b.voor een vaartuig met een oppervlakte van tenminste zestien (16) vierkante meter (m²), maar minder dan zesentwintig (26) vierkante meter (m²) € 69,90.
c.voor een vaartuig met een oppervlakte van tenminste zesentwintig (26) vierkante meter (m²) € 111,65.
3.Het tarief voor de belasting als berekend op basis van artikel 5, derde lid van deze verordening bedraagt per maand;
a.voor een vaartuig met een oppervlakte van minder dan zestien (16) vierkante meter (m²) € 4,95.
b.voor een vaartuig met een oppervlakte van tenminste zestien (16) vierkante meter (m²), maar minder dan zesentwintig (26) vierkante meter (m²) € 13,80.
c.voor een vaartuig met een oppervlakte van tenminste zesentwintig (26) vierkante meter (m²) € 22,00.
Artikel 8 Wijze van belastingheffing
1.De belasting welke is ontstaan ingevolge artikel 3, eerste lid, wordt bij wege van aanslag geheven.
2.Naast de in het eerste lid genoemde wijze van heffing kan de belasting worden geheven bij wege van voldoening op aangifte. Als voldoening op aangifte wordt aangemerkt het aanmelden via telefoon of ander communicatiemiddel bij een bedrijf dat in opdracht van de gemeente inning van de kadegelden verzorgt.
3.In alle overige gevallen wordt de belasting geheven door middel van nota of andere schriftuur.
Na aanvang van het belastingtijdvak, doch niet voor 1 mei, kan aan de belastingplichtige een voorlopige aanslag worden opgelegd tot ten hoogste 75% van het bedrag waarop de aanslag over het tijdvak vermoedelijk zal worden vastgesteld.
Geen belastingaanslag wordt opgelegd indien het aantal etmalen dat gelegenheid tot verblijf is of wordt gegeven, gedurende het belastingtijdvak minder dan tien zal of heeft belopen.
Artikel 11 Termijnen van betaling
De door middel van nota of andere schriftuur geheven belasting is verschuldigd op het tijdstip waarop de vergoeding ter zake van het verblijf van het vaartuig wordt bepaald, of indien dat tijdstip eerder valt, op het tijdstip waarop het in het in artikel 2 bedoelde verblijf van het vaartuig wordt beëindigd.
De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot verblijf verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaren, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdelen b en d, van de Gemeentewet.
De belastingplichtige die niet binnen een maand na afloop van het belastingjaar is uitgenodigd tot het doen van aangifte of aan wie niet binnen een maand na afloop van het belastingjaar een aanslag is opgelegd, is gehouden binnen veertien dagen na afloop van die maand bij het college van burgemeester en wethouders een verzoek in te dienen om te worden uitgenodigd tot het doen van aangifte.
Artikel 15 Administratieve verplichtingen en verblijfregister
Belastingplichtige mag gebruik maken van een andere administratie of administratievorm dan het in het tweede lid genoemde nachtverblijfregister, indien deze administratie of administratievorm tenminste gelijkduidende gegevens bevat en een administratieve controle op de verblijfsadministratie mogelijk maakt.
Artikel 17 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de watertoeristenbelasting.
De ‘Verordening op de heffing en invordering van watertoeristenbelasting 2017’ van 20 december 2016, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 19, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.