Organisatie | Berkelland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Berkelland houdende regels omtrent sloop van overtollige bebouwing Subsidieregeling sloop overtollige bebouwing buitengebied gemeente Berkelland 2017 |
Citeertitel | Subsidieregeling sloop overtollige bebouwing buitengebied gemeente Berkelland 2017 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
15-11-2017 | 25-07-2018 | nieuwe regeling | 07-11-2017 Berkelbericht, 14-11-2017 | . |
Burgemeester en wethouders van Berkelland,
de gemeente Berkeland streeft naar een versterking van de landschappelijke kwaliteit van het buitengebied;
de bovenplanse sloopbonusregeling bijdraagt aan een verbetering van de ruimtelijke kwaliteit;
blijvende sloop van overtollige bebouwing moet worden gestimuleerd;
verrommeling moet worden voorkomen;
gelet op de artikelen 2 lid 1 onder f en i en 3 van de Algemene subsidieverordening Berkelland 2013;
In deze regeling wordt verstaan onder:
GNN: het Gelders Natuurnetwerk, dit is een samenhangend netwerk van bestaande en te ontwikkelen natuur van internationaal, nationaal en provinciaal belang. Dit Gelders Natuurnetwerk bestaat uit alle terreinen met een natuurbestemming binnen de voormalige Ecologische Hoofd Structuur (EHS) en bevat tevens een zoekgebied van 7.300 ha voor de te realiseren 5.300 ha nieuwe natuur. Zie hiervoor de kaart van bijlage 2 I van de structuurvisie bovenplanse sloopbonusregeling Berkelland
Artikel 2 Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen
Subsidie op grond van deze regeling kan worden verstrekt voor de gehele of gedeeltelijke sloop van gebouwen binnen het buitengebied van de gemeente Berkelland waarvan het college dat in het belang van natuur en landschap gewenst acht.
Het gaat in ieder geval om gebouwen die staan :
Verstrekking van subsidie vindt plaats op volgorde van ontvangst van complete aanvragen, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde sub-subsidieplafond is bereikt. Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag de datum waarop de aangevulde aanvraag is ontvangen.
Artikel 11 Subsidievaststelling
De aanvraag tot subsidievaststelling wordt, in afwijking van artikel 14 van de ASV, op een daartoe vastgesteld formulier of e-dienst, vergezeld van de daarin aangegeven documenten, ingediend bij het college van burgemeester en wethouders, binnen drie maanden nadat de sloop is voltooid en voldaan aan de in artikel 7 lid 2 genoemde voorwaarden.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om af te wijken van vorenstaande bepalingen in gevallen waarin de onverkorte toepassing daarvan voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met deze bepalingen te dienen doelen.
Terugdringen verstening buitengebied
Het tegengaan en terugdringen van verspreide leegstaande of overtollige bebouwing in het buitengebied (‘verstening van het buitengebied’) is een van de doelstellingen van het gemeentelijke en provinciale ruimtelijke beleid. De doelstelling om overtollige bebouwing terug te dringen is de laatste jaren in gewicht toegenomen, omdat steeds meer agrarische bedrijven worden beëindigd. Als gevolg hiervan komen er steeds meer leegstaande stallen, met de bijbehorende risico’s van verpaupering en ongewenst gebruik.
Het weren van leegstaande ongewenste bebouwing gebeurt vooral door de toepassing en de handhaving van het bestemmingsplan buitengebied. Voor het terugdringen van ongewenste bebouwing zijn echter andere instrumenten nodig, waarbij ook moet worden gedacht aan financiële prikkels. Deze subsidieverordening voorziet hierin. Op grond van deze verordening kan subsidie worden verstrekt van maximaal € 10 per m2 voor de sloop van gebouwen op een sloopperceel in het buitengebied, waarbij woningen, bijgebouwen en cultuurhistorisch waardevolle gebouwen mogen worden behouden. Voor de begrenzing van deze gebieden wordt verwezen naar de “structuurvisie bovenplanse sloopbonusregeling buitengebied”.
Aanwijzing gebieden en objecten
Het terugdringen van verspreide leegstaande, overtollige bebouwing is het meest gewenst in gebieden die vanuit een oogpunt van natuur- cultuur- en landschap als waardevol moeten worden aangemerkt. In de regeling is daarom voorzien in een prioritering van deze gebieden.
Het terugdringen van verspreide bebouwing heeft alleen zin wanneer het slopen enige positieve betekenis heeft voor natuur en landschap. Daarom moet de te slopen bebouwing een oppervlakte hebben van tenminste 300 m2, en worden maatregelen getroffen om te voorkomen dat er weer kan worden teruggebouwd. Na afloop van de openstelling zal de gemeente met een veegplan ,aan de locatie een zodanige passende andere bestemming geven waardoor herbouw in de toekomst wordt voorkomen.
Daarnaast is in de verplichtingen opgenomen dat de locatie 5 jaar lang niet voor het bouwen van gebouwen mag worden gebruikt. Dit geeft de gemeente de mogelijkheid om de subsidie terug te vorderen, mocht er toch terug worden gebouwd.
Een subsidie wordt slechts verstrekt indien budget ter uitvoering van de regeling beschikbaar is vanuit het sloopfonds. De inhoud van het sloopfonds geldt als subsidieplafond.
Indien blijkt dat het sloopfonds onvoldoende middelen beschikbaar heeft dan kunnen burgemeester en wethouders besluiten om zelf extra financiële middelen beschikbaar te stellen.
De onderhavige subsidieregeling wordt opengesteld door middel van een tenderprocedure. Daarin wordt gedurende een bepaalde tijd (bijvoorbeeld een maand) de mogelijkheid geboden om subsidieaanvragen in te dienen, waarna de aanvragen op volgorde van binnenkomst worden afgehandeld. Prioritering is vastgelegd door middel van deelbudgetten, er is maximaal 70% van het budget beschikbaar voor de prioritaire gebieden.
Verwacht kan worden dat subsidies op grond van de onderhavige verordening onder meer terecht komen bij (voormalige) landbouwbedrijven, bijvoorbeeld in het geval dat een tweede locatie wordt afgestoten. In zulke situaties rijst de vraag of er sprake is van ongeoorloofde staatssteun in de zin van artikel 87, eerste lid, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap. Om hierover zekerheid te verkrijgen heeft de Provincie Noord-Brabant een eerdere versie van de model-verordening aangemeld bij de Europese Commissie, op grond van artikel 88, derde lid, van het Verdrag. Bij beschikking van 6 december 2002, C(2002) 4854, heeft de Commissie laten weten dat zij geen bezwaar heeft tegen de aangemelde steunmaatregel. Gezien deze beslissing en het feit dat de subsidieregeling geheel ruimtelijk geënt is in een structuurvisie, kan de subsidieregeling in overeenstemming worden geacht met het Verdrag.
Landelijke en provinciale sloopregelingen buitengebied
Op landelijk niveau is de belangrijkste subsidieregeling op dit moment mogelijk voor de sloop van gebouwen, voorzien van een asbestdakbedekking. Daarnaast is er de opkoopregeling fosfaat voor melkveehouderijen geweest en loopt de opkoopregeling voor varkensbedrijven. De provincie Gelderland kent op dit moment geen subsidieregeling voor verplaatsing of sloop van agrarische bedrijven.