Organisatie | Hilversum |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Subsidieregeling gemeente Hilversum 2017 |
Citeertitel | Subsidieregeling gemeente Hilversum 2017 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
titel 4.2, titel 4.4 en paragraaf 4.1.3.2 Algemene wet bestuursrecht
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-07-2017 | 16-03-2021 | nieuwe regeling | 30-05-2017 Gemeenteblad 2017, nr. 95659, 7-6-2017 | Onbekend |
HOOFDSTUK 1 Algemene bepalingen
De wens van ons college is meer en meer dat de organisaties die de gemeente Hilversum financieel steunt een zichtbare bijdrage leveren aan het gewenste maatschappelijk effect. Met andere woorden: bijdragen aan de doelen in de ster- en begrotingsprogramma’s.
Daarbij wordt ook nadrukkelijk gekeken of subsidiëren of inkoop de meest geëigende weg is. Subsidies zijn vooral bedoeld voor initiatieven vanuit de samenleving. Inkoop wordt vooral toegepast op zaken die initiatief van de overheid vragen vanuit een wettelijke opdracht.
De afgelopen periode zijn deze ideeën verder uitgewerkt of toegepast. Voor subsidiering geldt dat de procedure rondom aanvragen is gewijzigd.
Er worden Subsidiekamers bestaande uit een vertegenwoordiging van inwoners en ambtenaren ingericht die de portefeuillehouders adviseren bij subsidieaanvragen.
Met het aanpassen van de subsidieregeling wordt een volgende stap gezet in de verdere deregulering en flexibilisering van de subsidie systematiek.
Burgemeester en wethouders van Hilversum;
Gelet op de Algemene Subsidieverordening Hilversum 2011 en Titel 4.2, Titel 4.4 en paragraaf 4.1.3.2. van de Algemene wet bestuursrecht;
Het college verstrekt subsidies in de vorm van basis- of programmasubsidie binnen de budgetten en de uitgangspunten van beleid die zijn opgenomen in de programmabegroting en eventueel van toepassing zijnde vastgestelde beleidsnotities, met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens deze regeling.
Artikel 7 Inhoud van de beschikking
De activiteiten bedoeld in het eerste lid en de nadere voorschriften bedoeld in het tweede lid kunnen, in samenhang met en als aanvulling op een beschikking tot het verlenen van een subsidie, worden aangevuld met dan wel worden uitgewerkt in een met de instelling te sluiten overeenkomst. Het bepaalde in artikel 7 van de verordening is daarbij van toepassing.
De beschikking tot subsidieverlening kan vermelden dat voor een bepaalde datum gedurende het subsidiejaar een rapportage en verantwoording moeten worden overgelegd. Het college kan besluiten dat de subsidieontvanger de rapportage en verantwoording niet hoeft te overleggen of dat in het kader van de bedrijfsvoering meerdere rapportage en verantwoordingsmomenten in de subsidiebeschikking worden opgenomen.
Artikel 10 Beoordeling van de verantwoording van subsidies boven de € 50.000
Na verstrekking van een subsidie door middel van een beschikking tot het verlenen van subsidie van boven de €50.000 stelt het college de subsidie binnen vier maanden na indiening van de verantwoording, vastgelegd in jaarverslag en jaarrekening, vast. In de subsidievaststelling toetst het college de rechtmatigheid, doelmatigheid en doeltreffendheid van de subsidieverstrekking.
HOOFDSTUK 4 Overige bepalingen.
Indien een subsidie ontvangende instelling niet voldoet aan de in hoofdstuk 3 van deze regeling
genoemde verplichtingen en in gebreke blijft nadat schriftelijk de gelegenheid is geboden binnen twee
weken alsnog aan haar verplichtingen te voldoen, zal de subsidie ambtshalve worden vastgesteld.
Artikel 12 Terugvordering en verrekening subsidie
Onverminderd het bepaalde in artikel 4:57, derde lid van de wet, kan het college een ingevolge deze subsidieregeling terug te vorderen bedrag, verrekenen met een aan dezelfde subsidieontvanger voor dezelfde activiteiten verstrekte subsidie voor een ander tijdvak.
In geval een subsidie ontvangende instelling in financiële problemen verkeert of het vermoeden van financiële problemen bij een subsidie ontvangende instelling bestaat dan kan het college besluiten dat de subsidie ontvangende instelling aan de gemeente tussentijdse financiële rapportages moet overleggen. De frequentie van het rapporteren aan de gemeente zal in het besluit van het college worden vastgesteld.
Artikelen die voor zichzelf spreken worden niet toegelicht.
Nieuw in deze regeling is dat de subsidies zijn verdeeld in twee hoofdgroepen, te weten basis- en programmasubsidies. Het idee achter de basissubsidie is dat het college bepaalde organisaties wil aanmerken als behorende tot de basisinfrastructuur van de stad. Instellingen waarvan we zeker willen zijn dat ze de komende vijf jaar een functie in de stad blijven vervullen. Vaak is er dan ook sprake van een flinke investering door de instelling om dienstverlening mogelijk te maken. Deze organisaties kunnen een basissubsidie aanvragen. De basissubsidie is naar zijn aard structureel.
Alle andere subsidies worden programmasubsidie genoemd. Kern van de programmasubsidies is dat ze flexibel zijn, veel partijen de mogelijkheid geven om mee te doen en bijdragen aan de programmadoelen. Het kan hier gaan om structurele en niet structurele subsidies. Subsidies voor een bepaald project vallen dus ook onder de programmasubsidies.
Activiteit: De Awb geeft een ruime betekenis aan het begrip activiteit. Ook het instandhouden van een instelling, zoals bij de basissubsidie, kan hier onder vallen.
Artikel 2 Toepassingsgebied en soorten subsidie
Het werken met basis- en programmasubsidies moet zich de komende jaren verder bewijzen. Om tussentijds in te springen op ontwikkelingen kan het college in nadere regels bepalen voor welke instellingen de basissubsidie van toepassing is. Het ligt voor de hand dat een organisatie die een basissubsidie aanvraagt ook een programmasubsidie aanvraagt. Het kan echter voorkomen dat een organisatie middelen elders betrekt, bijvoorbeeld uit bijdragen van bezoekers of gebruikers, en geen programmasubsidie aanvraagt naast de basissubsidie.
Eerste lid: Uitgangspunt van deze regeling is flexibiliteit. Aanvragen voor een programmasubsidie kunnen het hele jaar door worden gedaan. Per kwartaal worden de aanvragen beoordeeld.. De aanvraag moet binnen zijn voor het kwartaal voorafgaand aan het kwartaal waarin de activiteit plaatsvind of begint. Bijvoorbeeld een activiteit vindt plaats of begint op 2 april. Dan moet de aanvraag binnen zijn voor 1 januari. Achteraf subsidie verlenen blijft uitgesloten.
In het geval dat er een sterke samenhang is tussen de aangevraagde basissubsidie en de additionele programmasubsidie is het wenselijk dat de programmasubsidie tegelijkertijd met de basissubsidie wordt aangevraagd daar de aanvragen dan in samenhang kunnen worden beoordeeld. In een af te sluiten convenant bij een basissubsidie worden ook afspraken meegenomen over de additionele programmasubsidie.
Voor subsidies zal de hoeveelheid in te dienen stukken zoveel mogelijk worden beperkt. Dit wordt duidelijk gemaakt op het aanvraagformulier. De hier genoemde informatie is nodig om bij de eerste aanvraag een volledige toets uit te kunnen voeren. Bij aanvragen voor tweede en volgende jaren zijn deze gegevens over het algemeen bekend.
Artikel 4 Overschrijding termijn van indiening aanvraag
Artikel 4 Overschrijding termijn van indiening aanvraag
Aanvragen voor een subsidie die na het verstrijken van de voorgeschreven datum worden ingediend worden niet in behandeling genomen. Art. 4:5 Awb is bij een termijnoverschrijding niet van toepassing. Dit artikel ziet blijkens de geschiedenis van de totstandkoming daarvan uitsluitend toe op gevallen waarin de aanvraag onvolledig is of niet voldoet aan een uitdrukkelijk wettelijk vormvoorschrift en waarin die gebreken bovendien herstelbaar zijn. Niet in geschil is dat de aanvraag van belanghebbende niet binnen de daarvoor gestelde termijn is ingediend. Aangezien in dit geval het verzuim van de belanghebbende hierin is gelegen, mist art. 4:5 Awb toepassing. Dit komt neer op een afwijzing van de aanvraag.
Er kunnen zich zeer bijzondere omstandigheden voordoen waardoor aanvrager niet in staat was om de aanvraag tijdig in te dienen. Om enkele voorbeelden te noemen: “vergeten” op tijd in te dienen is geen zeer bijzondere omstandigheid; een uitslaande brand waardoor de hele administratie verloren is gegaan, kan dat wel zijn. In een dergelijk geval kan de hardheidsclausule uitkomst bieden.
Als wel gebruik gemaakt wordt van een beschikking tot subsidieverlening wordt deze na afloop van het subsidiejaar gevolgd door een beschikking tot vaststelling van subsidie. Ook als de vaststelling van een subsidie heeft plaatsgevonden kan deze worden gewijzigd of ingetrokken. Dit is geregeld in de artikelen 4:48 tot en met 4:51 van de Awb.
1.Door deze bepaling op te nemen wordt voorkómen dat het college een zogenaamde “open einde
regeling” mag aangaan. Alleen de raad heeft de bevoegdheid lopende het begrotingsjaar via een
begrotingswijziging het budget van een van zijn programma’s te verhogen.
2.Zie hiervoor het betreffende artikel in de verordening én de in de Awb genoemde
weigeringsgronden in artikel 4:25 en artikel 4:35 van de Awb.
3.Het feit dat een instelling beschikt over financiële reserves betekent niet automatisch dat ze niet voor
subsidie in aanmerking komt. Om te kunnen bepalen of een instelling in een dergelijke situatie aanspraak
heeft op subsidie moet er een relatie worden gelegd tussen de hoogte van de reserves en de doeleinden
waarvoor deze zijn gevormd. Reservevorming is dus toegestaan, soms ook geboden, maar dan wel onder
Daarbij zullen de volgende uitgangspunten voorop staan:
door het college goedgekeurd vermogensplan.
Artikel 7 Inhoud van de beschikking
1.De Awb stelt in de artikelen 4:37 tot en met 4:39 beperkingen aan de verplichtingen die aan de
subsidieontvanger opgelegd kunnen worden.
2.In grote lijnen komt het er op neer dat er verplichtingen
opgelegd kunnen worden die strekken tot verwezenlijking van het doel van de subsidie, of die handelen over de manier waarop de middelen worden aangewend waarmee de activiteit wordt verricht.
3.De verplichtingen die aan de subsidieverlening verbonden zijn, kunnen zowel in de beschikking tot
subsidieverlening zelf als in een afzonderlijke overeenkomst vastgelegd worden. De hier bedoelde
overeenkomst heeft betrekking op de uitvoering van wat in de subsidiebeschikking is vastgelegd. Deze overeenkomst is dan ook onlosmakelijk verbonden met de beschikking.
4.Lid vier maakt het mogelijk voor de betaling een andere regeling te treffen dan de
standaardregeling in de wet, die uitgaat van betaling binnen zes weken na vaststelling van de subsidie (zie artikel 4:52).
5.Het betreft in lid 5 een rapportage en verantwoording. Als deze gevraagd wordt, moet deze
verplichting expliciet in de beschikking of in de afzonderlijke overeenkomst opgenomen zijn. Het college kan besluiten om het rapportage- en verantwoordingsmoment achterwege te laten of in het kader van de bedrijfsvoering meerdere rapportage- en verantwoordingsmomenten in de subsidiebeschikking op te nemen. In de uitvoeringsovereenkomst wordt aangegeven worden welke gegevens aangeleverd moeten worden. De reguliere verantwoording is vastgelegd in hoofdstuk 4 van deze regeling.
Hoofdstuk 3 Subsidieverantwoording
Artikel 8 Verantwoording van subsidies tot
In het kader van deregulering worden subsidies tot €50.000 verleend en direct vastgesteld. Voor subsidies tussen €10.000 en €50.000 wordt alleen gevraagd om een inhoudelijk verslag. Voor subsidies tot
€10.000 is het uitgangspunt dat dit achterwege kan blijven. Op dit moment ontvangen 80 instellingen een structurele subsidie tot €50.000. Deze 80 instellingen ontvingen in 2016 ongeveer €900.000,- of te wel 9% van het totale subsidievolume.
Artikel 9 Verantwoording van subsidies van
Met een verantwoording van de activiteiten wordt bedoeld een verantwoording van de uitgevoerde
activiteiten, waartoe ook behoort een overzicht van de geleverde prestaties. Beide kunnen
gecombineerd worden in een verslag. Indien een instelling een basissubsidie heeft aangevraagd in combinatie met een programmasubsidie wordt dit ook gecombineerd.
Derde lid: een voorbeeld kan zijn om bij een programmasubsidie met een incidenteel karakter het jaarverslag achterwege te laten.
Artikel 10 Beoordeling van subsidies van
1.Hiermee wordt invulling gegeven aan de procedure zoals verwoord in de afdeling 4.2.5 van de Awb. De
subsidie kan zonodig op een lager bedrag, zelfs op nihil, vastgesteld worden.
2.Een subsidie die is toegekend door middel van een beschikking tot vaststelling zonder voorafgaande
beschikking tot verlening van een subsidie kan zonodig worden herzien.
Dit kan leiden tot een lagere vaststelling van de subsidie of zelfs tot volledige intrekking.
In dit soort gevallen kan het teveel betaalde subsidiebedrag – al dan niet bij bevoorschotting – worden
teruggevorderd als ‘onverschuldigd betaalde subsidiebedragen’, zoals verwoord in afdeling 4.2.6 van de Awb.
Hoofdstuk 4 Overige bepalingen
Artikel 11 legt een sanctie op als instellingen niet hebben voldaan aan hun verplichting voor het indienen van de benodigde verslagen en nadat de mogelijkheid is geboden binnen twee weken alsnog aan deze verplichting te voldoen ook daarna in gebreke is gebleven.
Lid 1: Dit is een algemene eis aan elke financiële administratie en doelt op een transparante verantwoording.
Leden 2 t/m 5. Deze bepalingen zijn zogenaamde ‘kan’-bepalingen die alleen van toepassing zijn als in de
voorschriften van desbetreffende beschikkingen expliciet hiernaar verwezen wordt en hieraan invulling is
gegeven. Het vijfde lid is aan het toezicht toegevoegd. Op het moment dat het vermoeden van financiële problemen bestaat of er financiële problemen zijn bij een subsidieontvanger dan kan het college besluiten om periodiek een tussentijdse financieel overzicht van de instelling te verlangen. Door deze rapportages kan het college meer sturen op de besteding van de subsidiegelden en tijdig ingrijpen. De frequentie van rapportage zal afhangen van de omstandigheden bij de subsidieontvanger.
Artikel 14 Bijzondere gevallen
Dit is het zogenaamd ‘vangnetartikel’: aanvragen die leiden tot een situatie waarin deze regeling niet