Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Hendrik-Ido-Ambacht

CAR/UWO 28e, 29e en 30e wijziging

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHendrik-Ido-Ambacht
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingCAR/UWO 28e, 29e en 30e wijziging
CiteertitelCAR/UWO 28e, 29e en 30e wijziging
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

07-11-201701-01-2020Onbekend

01-11-2016

Onbekend

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

CAR/UWO 28e, 29e en 30e wijziging

 

 

Hendrik- Ido-Ambacht

besluit

Het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Hendrik-Ida-Ambacht

gezien het voorstel d.d. 18 augustus 2016 om de CAR/UWO te wijzigen als gevolg van afspraken in het Landelijk Overleg Gemeentelijke Arbeidsvoor waarden (LOGA) inzake:

Technische wijzigingen CARUWO (wijziging 28)

Aandachtspunten i.v.m . invoering nieuw hoofdstuk 3 CAR (wijziging 29) Wijziging salarisbedragen Cao Gemeenten 2016-2017 (wijziging 30)

gelezen de LOGA-ledenbrieven van 22 februari 2016 (kenmerk ECWGO/U201600266), 23 maart

2016 (kenmerk ECWGO/U2016004SO) en 7 april 2016 ECWGO/U2016001S9) ;

BESLUIT:

de CAR/UWO als volgt te wijzigen:

Technische wijzigingen CARUWO (wijziging 28) als gevolg van circulaire ECWGO/U201600266 per 1 april 2016

Wijzigingen A en F en S

Hieronder vallen een aantal wijzigingen die het gevolg zijn van de invoering van het nieuwe hoofd­ stuk 3:

In de laatste ledenbrief met daarbij de integrale CAR-UWO als bijlage is vergeten om de begrippen

'functioner ingstoelage' en 'waarnemingstoelage ' in artikel1:1 CARte laten vervallen. Dat gebeurt nu.

In verband met de invoering van het nieuwe hoofdstuk 3 heeft het LOGA onderzoek laten doen naar mogelijk negatieve gevolgen voor medewerkers van het niet langer hanteren van het bezoldigingsbegrip. Dit onderzoek heeft uitgewezen dat indien de TOR in het nieuwe hoofdstuk 3 niet wordt gezien als een salaristoelage, dit als onbedoeld neveneffect heeft dat daar waar 'bezoldiging' is vervangen door 'salaris en de toegekende salaristoelage(n)', dit voor zittende medewerkers kan betekenen dat hun aanspraken hierdoor minder worden. Om dit te voorkomen heeft het LOGA besloten om de TOR ook tot de salaristoelagen te rekenen. De definitie van 'salaris en salar istoelagen' wordt daarom aangepast.

Om paragraaf 6 van hoofdstuk 3 met daarin het overgangsrecht geregeld in het online systeem van de integrale CARUWO op te kunnen nemen, moet deze paragraaf onder een artikel vallen. Daarom wordt artikel 3:27 als laatste artikel aan hoofdstuk 3 toegevoegd.

Tot slot staat boven artikel 7:3 nog 'bezoldiging' . Dat wordt ook gewijzigd.

Wijzigingen A, G, H, I, P, 0, W, IJ, Z, AC, AF, AG, AH, Al, AK

Per 1 januari 2006 is de FPU-regeling van het ABP afgeschaft. Tot 2016 konden medewerkers gebruik maken van FPU en de FPU Gemeenten. Vanaf 1 januari 2016 is er geen sprake meer van uitkeringen op grond van FPU en de FPU gemeenten. Hoofdstuk Sa CARUWO over de FPU Gemeenten vervalt evenals de teksten in de CARUWO die naar de FPU verwijzen. Het laatste artikel van hoofdstuk Sa gaat niet over de FPU, maar kan toch vervallen omdat hetgeen daarin is geregeld, is opgenomen in

de toelichting van het nieuwe artikel 3:S lid 2 CAR. Ook binnen het FLO-overgangsrecht vervallen de teksten die golden voor medewerkers geboren vóór 19SO en die samenhang hebben met de FPU.

8

Hendrik- !do-Ambacht

Wijziging B

In artikel1 :2:1 lid 1 CARUWO wordt nog verwezen naar artikel 7:25b CAR. Maar dat artikel is vervallen en de verwijzing moet dus nog worden geschrapt. Met deze ledenbrief vervallen ook de artikelen 7:24a en 7:25a CAR omdat de inhoud daarvan is opgenomen in de nieuwe artikelen 3:25 en 3:26 CAR . De verwijzing in artikel1:2:1 lid 1 naar de artikelen 7:24a en 7:25a moet dus worden gewijzigd in een verwijzing naar de artikelen 3:25 en 3:26 CAR .

Wijziging C

Met ingang van 1 januari 2015 is naast artikel 1:2a CAR voor de stageplaats, ook artikel 1:2b CAR voor de werke rvaringsplaats in werking getreden. In artikel 1:2a lid 5 staat dat aan de stagiair een onkostenvergoeding kan worden betaald terwijl in artikel 1:2b lid 5 staat dat aan de medewerker een onkostenvergoeding wordt betaald (geen kan dus). Voorts staat in de gezamenlijke toelichting op artikel 1:2a en 1:2b dat een redelijke onkostenvergoeding kanworden betaald. Dit is niet in overeenstemming met artikel1 :2b lid 5 zelf. De toelichting wordt daarop aangepast.

Wijziging D en AA

Met ingang van 1 juli 2015 is de maximale termijn voor een tijdelij ke aanstelling van 36 maanden verkort naar 24 maanden. In de toelichtingen op artikel 1:6 lid 1 CAR en artikel 8:12 lid 5 CAR wordt verwezen naar genoemde maximale termijn . Echter, in deze toelichtingen is de term ijn nog niet aangepast van 36 naar 24 maanden; dat gebeurt nu.

Wijziging E

In artikel 2:7a lid 2 CAR is bij het vijfde aandachtsstreepje geregeld dat de minimum vakantietoelage als bedoel in artikel 6:3 lid 2, sub a evenredig wordt verhoogd. Maar sub a bestaat niet meer. Een verwijzi ng naar het tweede lid volstaat; sub a wordt dan ook uit artikel 2:7a geschrapt.

Wijzigingen K, L, 0, AD, AE

Vanwege het vervallen van de FPU zal het VUTfonds vanaf 2016 geen premie meer heffen. Het

VUTfonds hief een premie die bestond uit twee delen: de premie voor het VUTfonds en de premie

voor de voorwaardelijke inkoop van het ABP. Dit laatste deel van de premie wordt vanaf 2016 door het ABP geheven. Desbetreffende artikelen worden hier redactioneel op aangepast.

Wijziging M

Per 1 juli 2015 is artikel 6:5:3 CARUWO over ziekte tijdens ouderschapsverlof vervallen. In artikel 6:5:4 lid 2 en lid 4 CARUWO gaat het nog over ziekte tijdens ouderschapsverlof; deze moeten derhalve nog vervallen.

Wijziging N

In de toelichting op artikel 6:7 CAR onder 'algemeen' staat dat het bevallingsverlof vanaf de 6e week na de bevalling gespreid kan worden opgenomen. De Wazo bepaalt echter dat de vrouwelijke werknemer de wer kgever kan verzoeken het bevallingsverlof op te delen na 6 weken waarop het recht op dat verlof is ingegaan. De CARUWO wordt overeenkomstig de Wazo aangepast.

Wijziging R

Artikel 7:2:4 CARUWO is vervallen. In artikel 7:2:6 lid 1 CARUWO wordt echter nog verwezen naar (onder meer) dit vervallen artikel. Deze verwijzing kan derhalve worden geschrapt.

Wijzigingen T, U, V

De artikelen 7:24a, 7:25 en 7:25a CAR kunnen vervallen omdat de inhoud reeds is opgenomen in het nieuwe hoofdstuk 3.

Wijziging X

Met de ledenbrief U200802017 is artikel 8:4 lid 10 gewijzigd en is sub a van vóór die tijd komen te vervallen . De toelichting is echter ongewijzigd gebleven. In de toelichting moet sub a dus nog vervallen , onder verlettering van sub b en c tot sub a en b.

Wijziging AB

Per 1 januari 2006 is de FLO-regeling afgeschaft. Er is een nieuwe regeling en overgangsrecht afgesproken. In hoofdstuk 9 CARUWO staat de oude FLO-regeling nog beschreven. Per 1 januari

8

Hendrik-Ido-Amba cht

2016 is er niemand meer die aanspraak heeft op de artikelen in dit hoofdstuk. Dit hoofdstuk vervalt

daarom.

Wijziging AJ

Artikel 1Od:33 CAR is met ingang van 1 maart 2015 gewijzigd. De na-wettelijke uitkering eindigt nu bij het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd (voorheen was dat bij 62 jaar en 9 maanden). In de toelichting op artikel 1Od:39 CAR (overgangsregeling) staat een verwijzing naar artikel 1Od:33. De tekst is echter nog gebaseerd op de oude tekst van artikel 1Od:33. De toelichting op artikel 1Od:39 wordt derhalve aangepast overeenkomstig het huidige artikel 1Od:33.

Bijlage 1 bij ledenbrief ECCV AIU201600266

  • A.

    In artikel 1:1 lid 1 vervallen de onderdelen s, t, kk en 11 en in onderdeel rr worden de woorden "toegekend en die tot 1 januar i 2016 tot de bezoldiging werden gerekend" vervangen door: "toegekend. Deze werden tot 1 januari 2016 tot de bezoldiging gerekend. Voor de medewerker in dienst vóór 1 januari 2016, geldt de Toelage Overgangsrecht (TOR) op grond van hoofdstuk 3 paragraaf 6, ook als een salaristoelage."

  • C.

    In de toelichting op artikel1:2a en 1:2b worden de woorden: "kan worden betaald. Wat een redelijke onkostenvergoeding is voor stagiaires en wep-ers wordt lokaal in overleg met het bevoegde medezeggenschapsargaan vastgeste ld." vervangen door: "wordt betaald.

Wat een redelijke onkostenvergoeding is voor stagiaires en wep-ers wordt lokaal in over leg met het bevoegde medezeggenschapsargaan vastgesteld ."

  • D.

    In de toelichting op artikel 1:6 lid 1 worden de woorden "Dit betekent. ...uniek karakter" vervangen door: "Dit betekent onder andere dat de term ijn van 24 maanden niet van toepassing is."

  • E.

    In artikel 2:7a lid 2, onderdeel 5 worden de woorden ", sub a," geschrapt.

  • F.

    Aan hoofdstuk 3 wordt artikel 3:27 toegevoegd en hierin wordt heel paragraaf 6 met het overgangsrecht opgenomen.

In de toelichting op punt 5 van artikel 3:27 wordt de laatste zin vervangen door: "De TOR is een nominaal bedrag en geldt voor de betreffende medewerker als een salaristoelage. De TOR telt mee voor de vaststelling van de vakantietoelage en is onderdeel van de pensioengrondslag. De TOR telt niet mee bij de berekening van de eindejaarsuitkering en de levensloopbijdrage."

G.In artikel4:9 lid 5 worden de woorden "artikelen 8:3, 8:6, 8:7, 8:8, 8:10 of 8:11" vervangen

door: "artikel 8:3, 8:6, 8:7, 8:8 of 8:10".

H.Hoofdstuk 5a vervalt.

De toelichting op hoofdstuk 5a vervalt.

  • K.

    In artikel 6:4 lid 4 worden de woorden "de Vut-fonds bijdrage als bedoeld in artikel 21 van het FPU-reglement basis- en aanvullende uitkering" vervangen door: "premie voor de voorwaardelijke inkoop".

  • N.

    In de algemene toelicht ing op artikel 6:7 worden de woorden "Verder kan het bevallingsverlof

vanaf de 6e week" vervangen door: "Verder kan het bevallingsverlof na de 6e week".

  • 1.

    In artikel 6:10 lid 4 worden de woorden "de Vut-fonds bijdrage als bedoeld in artikel 21 van het FPU-reglement basis- en aanvullende uitkering" vervangen door: "premie voor de voorwaardelijke inkoop".

    • P.

      In artikel 6a:7 lid 1 worden de woorden", met uitzondering van de ambtenaar die in 2005 55

ja ar is geworden en die in deeltijd met FPU is gegaan,' geschrapt.

  • Q.

    In artikel 7:1 lid 1, onderdeel h wordt het woord "FPU-uitkering," geschrapt.

  • S.

    Boven artikel 7:3 wordt de koptekst gewijzigd in: "Recht op salaris en de toegekende salaristoe lagen".

  • T.

    Artikel 7:24a vervalt.

De toelichting op artikel 7:24a vervalt.

Hendrik-Ido-Ambacht

U.Artikel 7:25 vervalt.

De toelichting op artikel 7:25 vervalt.

  • V.

    Artikel 7:25a vervalt.

  • W.

    Artikel 8:2 lid 2 vervalt, onder vernummering van lid 3 in lid 2.

De toelichting op artikel 8:2 lid 2 vervalt, onder vernummering van lid 3 in lid 2. In de tabel in de toelichting worden de woorden", derde lid" vervangen door: "lid 2".

X.De toelichting op artikel 8:4 lid 10 wordt gewijzigd en komt te luiden:

10.In lid 10 is geregeld dat de termijn van de verplichte loondoorbetaling van twee jaar wordt verlengd met de verlenging van de wachttijd voor een uitkering ingevolge de WIA.

De ontslagtermijn wordt verlengd in de volgende gevallen:

  • a.

    In artikel 24 lid 1 van de WIA is bepaald dat de wachttijd op verzoek van werkgever en werknemer gezamenlijk verlengd kan worden.

  • b.

    Bij de aanvraag van een uitkering ingevolge de WIA moet een reïntegratieverslag worden ingediend. Als het UWV van mening is dat de werkgever zonder deugdelijke grond zijn verplichtingen niet is nagekomen of onvoldoende reïntegrat ie-inspanningen heeft verricht, kan het UWV de term ijn gedurende de werkgever het loon moet doorbetalen verlengen. De termijn

van de verlenging is maximaal 52 weken en wordt afhankelijk gesteld van de aard en ernst van het verzuim. Deze sanctiebevoegdheid is neergelegd in artikel 25, negende lid, van de WIA.

De medewerker merkt financieel niets van de verlenging van de ontslagtermijn op grond van de hiervoor genoemde redenen. Op grond van artikel 7:3 heeft de medewerker na 24 maanden ziekte recht op 70% van zijn bezoldiging.

IJ. Artikel 8:11 vervalt.

De toelichting op artikel 8:11 vervalt.

AA. In de toelichting op artikel 8:12 wordt in de eerste en in de vierde alinea het getal "36" vervangen door: "24".

AB. Hoofdstuk 9 vervalt.

De toelichting op hoofdstuk 9 vervalt.

AC. Artikel 9b:2 onderdeel e vervalt , onder verlettering van de onderdelen f tot en met h in e tot en

met g.

In de toelichting op artikel 9b:2 worden de woorden "Onderdee l b en f" vervangen door:

"Onderdeel b en e".

AD . In artikel9b:121id 1 en lid 2 worde n de woorden "de Vut-fonds bijdrage als bedoeld in artikel 21 van het FPU-reglement basis- en aanvullende uitkering" vervangen door: "premie voor de voorwaardelijke inkoop".

AE. In artikel 9b:36 lid 1 en lid 2 worden de woorden "de Vut-fonds bijdrage als bedoeld in artikel 21 van het FPU-reglement basis- en aanvullende uitkering" vervangen door: "premie voor de voorwaardelijke inkoop".

AF. Paragraaf 4 van hoofdstuk 9b vervalt, inclusief titel.

De toelichting op paragraaf 4 van hoofdstuk 9b vervalt.

-

Hendrik -Ido-Ambacht

AG. Artikel 9b:S2 vervalt, inclusief koptekst.

De toelichting op artikel 9b:S2 vervalt.

AH. Artikel 9b:S2a vervalt , inclusief koptekst.

De toelichting op artikel 9b:S2a vervalt.

Al. Artikel 9b:S3 vervalt , inclusief koptekst.

De toelichting op artikel 9b:S3 vervalt.

AJ. In artikel10d:39 wordt "10d:31" vervangen door: "10d:32".

In de toelichting op artikel 1Od:39 worden de woorden "De overgangsuitkering eindigt op de leeftijd van 62 jaar en 9 maanden (artikel 1Od:33) ." vervangen door: "De overgangsuitker ing eindigt op de eerste van de maand volgend op die waarin betrokkene de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt (artikel 1Od:33) ."

In de toelichting op artikel 1Od:39 worden de woorden "Vanwege deze beëindiging ...... boven de

leeftijd van 62 jaar en 9 maanden uit." geschrapt.

Bijlage 2 bij ledenbrief ECCVA/U201600266

  • A.

    In artikel 1:1 lid 1 vervallen de onderdelen s, t , kk en 11 en in onderdeel rr worden de woorden "toegekend en die tot 1 januar i 2016 tot de bezoldiging werden gerekend" vervangen door: "toegekend. Deze werden tot 1 januari 2016 tot de bezoldiging gerekend. Voor de medewerker in dienst vóór 1 januar i 2016, geldt de Toelage Overgangs recht (TOR) op grond van hoofdstuk 3 paragraaf 6, ook als een salaristoelage."

    • 8.

      In artikel1:2:1 lid 1 worden de woorden" 7:24a, 7:2Sa, 7:2Sb," vervangen door: "3:2S , 3:26".

  • C.

    In de toelichting op artikel 1:2a en 1:2b worden de woorden: "kan worden betaald. Wat een redelijke onkostenvergoeding is voor stagiaires en wep-ers wordt lokaal in overleg met het bevoegde medezeggenschapsergaan vastgesteld. " vervangen door: "wordt betaald.

Wat een redelijke onkostenvergoed ing is voor stagiaires en wep-ers wordt lokaal in overleg met het bevoegde medezeggenschapsergaan vastgesteld."

  • D.

    In de toelichting op artikel 1:6 lid 1 worden de woorden "Dit betekent ....uniek karakter'' vervangen door: "Dit betekent onder andere dat de termijn van 24 maanden niet van toepassing is."

  • E.

    In artikel 2:7a lid 2, onderdeel S worden de woorden ", sub a," geschrapt.

  • F.

    Aan hoofdstuk 3 wordt artikel 3:27 toegevoegd en hierin wordt heel paragraaf 6 met het overgangsrecht opgenomen.

In de toelichting op punt S van artikel 3:27 wordt de laatste zin vervangen door: "De TOR is een nominaal bedrag en geldt voor de betreffende medewerker als een salaristoelage. De TOR telt mee voor de vaststelling van de vakantietoelage en is onderdeel van de pensioengrondslag. De TOR telt niet mee bij de berekening van de eindejaarsu itkering en de levensloopbijdrage ."

G.In artikel4:91id S worden de woorden "artikelen 8:3, 8:6, 8:7, 8:8, 8:10 of 8:11" vervangen

door: "artikel8:3, 8:6, 8:7,8:8 of 8:10".

H.Hoofdstuk Sa vervalt.

De toelichting op hoofdstuk Sa vervalt.

  • I.

    Artikel 6:2:1 lid 6 vervalt.

  • J.

    In artikel 6:2:6 lid 3 worden de woorden "artikel 6:2:1" vervangen door: "artikel 6:2 lid 1".

  • K.

    In artikel 6:4 lid 4 worden de woorden "de Vut-fonds bijdrage als bedoeld in artikel 21 van het FPU-reglement basis- en aanvullende uitkering" vervangen door: "premie voor de voorwaardelijke inkoop".

Hendrik -Ida-Ambach t

  • L.

    In artikel 6:4:5a lid 2 worden de woorden "de Vut-f onds bijdrage als bedoeld in artikel 21 van het FPU-reglement basis- en aanvullende uitkering" vervangen door "premie voor de voorwaardelijke inkoop".

  • M.

    Artikel 6:5:4 lid 2 en lid 4 vervallen, onder vernummering van lid 3 in lid 2.

De toelichting op artikel 6:5:4 wordt gewijzigd en komt te luiden: Lid 1

De korting van vakantieverlof vindt gedurende het ouderschaps verlof plaats overeenkomstig de omvang en de duur van dit verlof. Geniet de ambtenaar bijvoorbeeld ouderschapsverlof gedurende zes maanden voor de helft van zijn arbeidsduur en loopt het verlof van 1 mei tot 1 november , dan heeft betrokkene tot en met april recht op volledig verlof (4/12 x verlofaanspraak op jaarbasis ), van mei tot november een halve verlofopbouw (6/12 x verlofaanspraak op jaarbasis x 0,5) en in november en december weer een gehele

ver lofopbouw (2/12 x verlofaanspraak op jaarbasis ).

Lid 2

De opbouw van de vakantietoelage tijdens ouderschapsverlof vindt plaats op basis van de bezoldiging, die tijdens het ouderschapsverlof wordt doorbetaald. Bij betaald ouderschapsve rlof wordt dus gedeeltelijk vakantietoelage opgebouwd. Bij onbetaald ouderschapsverlof wordt geen vakantietoelage opgebouwd.

  • N.

    In de algemene toelichting op artikel 6:7 worden de woorden "Verder kan het bevallingsver lof vanaf de 6e week" vervangen door: "Verder kan het bevallingsverlof na de 6e wee k".

    • 1.

      In artikel 6:10 lid 4 worden de woorden "de Vut-fonds bijdrage als bedoeld in artikel 21 van het

FPU-reglement basis- en aanvul lende uitkering" vervangen door: "premie voor de

voorwaardelijke inkoop".

  • P.

    In artikel 6a:7 lid 1 worden de woorden", met uitzondering van de ambtenaar die in 2005 55 jaa r is geworden en die in deeltijd met FPU is gegaan ,' geschrapt.

  • Q.

    In artikel 7:1 lid 1, onderdeel h wordt het woord "FPU-uitkering," geschrapt.

  • R.

    In artikel 7:2:6 lid 1 worden de woorden "in artikel 7:2:4 of" geschrapt.

  • S.

    Boven artikel 7:3 wordt de koptekst gewijzigd in: "Recht op salaris en de toegekende

salaristoelagen".

T.Artikel 7:24a vervalt.

De toel ichting op artikel 7:24a vervalt.

U.Artikel 7:25 vervalt.

De toelichting op artikel 7:25 vervalt.

  • V.

    Artikel 7:25a vervalt.

  • W.

    Artikel 8:2 lid 2 vervalt , onder vernummering van lid 3 in lid 2.

De toelichting op artikel 8:2 lid 2 vervalt, onder vernummering van lid 3 in lid 2.

In de tabel in de toelichting worden de woorden", derde lid" vervangen door: "lid 2".

X.De toelichting op artikel 8:4 lid 10 wordt gewijzigd en komt te luiden:

10.In lid 10 is geregeld dat de termijn van de verplichte loondoorbetaling van twee jaar wordt verlengd met de verlenging van de wachttijd voor een uitkering ingevolge de WIA.

De ontslagtermijn wordt verlengd in de volgende gevallen:

  • a.

    In artikel 24 lid 1 van de WIA is bepaald dat de wac httijd op verzoek van werkgever en werknemer gezamenlijk verlengd kan worden.

  • b.

    Bij de aanvraag van een uitkering ingevolge de WIA moet een reïntegratieverslag worden ingediend. Als het UWV van mening is dat de werkgever zonder deugdelijke grond zijn verplichtingen niet is nagekomen of onvoldoende reïntegratie-inspanningen heeft verricht, kan het UWV de termijn gedurende de werkgever het loon moet doorbetalen verlengen. De termijn

van de verlenging is maximaal 52 weken en wordt afhankelijk gesteld van de aard en ernst van het verzuim. Deze sanctiebevoegdheid is neergelegd in artikel 25, negende lid, van de WIA.

Hend rik-!do-Ambacht

De medewerker merkt financieel niets vande verlenging vande ontslagtermijn op grond vande hiervoor genoemde redenen. Op grond van artikel 7:3 heeft de medewerker na 24 maanden ziekte recht op 70% vanzijn bezoldiging.

IJ. Artikel 8:11 vervalt.

De toelicht ing op artikel 8:11 vervalt.

Z.Artikel 8: 11:1 vervalt.

AA. In de toelichting op artikel 8:12 wordt in de eerste en in de vierde alinea het getal "36"

vervangendoor: "24".

AB . Hoofdstuk 9 vervalt

De toelichting op hoofdstuk 9 vervalt.

AC. Artikel 9b:2 onderdeel e vervalt,onder verlettering vande onderdelen f tot en met h in e tot en met g.

In de toelichting op artikel 9b:2 worden de woorden "Onderdeel b en f " vervangendoor : "Onderdeel bene".

AD. In artikel 9b:12 lid 1 en lid 2 worden de woorden "de Vut-fonds bijdrage als bedoeld in artikel 21 vanhet FPU-reglement basis- en aanvullende uitkering" vervangendoor : "premie voorde voorwaardelijke inkoop".

AE . In artikel 9b:36 lid 1 en lid 2 worden de woorden "de Vut-fonds bijdrage als bedoeld in artikel 21 vanhet FPU-reglement basis- en aanvullende uitkering" vervangendoor : "premie voorde voorwaardelijke inkoop".

AF . Paragraaf 4 vanhoofdstuk 9b vervalt,inclusief titel. De toelichting op paragraaf 4 vanhoofdstuk 9b vervalt.AG . Art ikel 9b:52 vervalt,inclusief koptekst.

De toelichting op artikel 9b:52 vervalt.

AH. Artikel 9b:52a vervalt,inclusief koptekst. De toelichting op artikel 9b:52a vervalt.

Al. Art ikel 9b:53 vervalt,inclusief koptekst. De toelichting op artikel 9b:53 vervalt.

AJ . In artikel10d:39 wordt "10d:31" vervangendoor: "10d:32".

In de toelicht ing op artikel 1Od:39 worden de woorden "De overgangsuitker ing eindigt op de leeftijd van62 jaar en 9 maanden (artikel 1Od:33)." vervangendoor: "De overgangsuitker ing eindigt op de eerste vande maand volgend op die waarin betrokkene de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt (artikel 1Od:33)."

In de toelichting op artikel 1Od:39 worden de woorden "Vanwege deze beëindiging ....... bovende leeftijd van62 jaar en 9 maanden uit." geschrapt.

.e

Hendrik -Ida -Ambacht

AK . A rtikel 18:1:1 lid 1, onderdeelf , sub 2 vervalt, onder vernummering van sub 3 in sub 2.

In de toelichting op artikel18:1 :1 lid 1 worden de woorden "De drie inkomsten die .... worden genoten: vervangen door: "De twee inkomsten die bij sub f vermeld worden, worden slechts meegenomen bij de berekeningsbasis voor zover zij naast de bezoldiging worden genoten .".

Aandachtspunten i.v.m. invoering nieuw hoofdstuk 3 CAR (wijziging 29) als

gevolgvancirculaireEXWGO/U201600450per1januari2016

1.TOR en vakantietoelage

In de LOGA-brief van 22 februari 2016 (ECWGO/U201600266) informeerden wij u over een aantal wijzigingen in de CARUWO . Een daarvan betrof de statuswijziging van de Toelage Overgangsrecht (TOR) bij het nieuwe hoofdstuk 3 CAR.

In bovengenoemde brief en in de LOGA-br ief van 19 november 2015 is toegelicht dat het LOGA, op verzoe k van de bonden, onafhankelijke deskundigen opdracht heeft gegeven om onderzoek te doen naar de gevolgen van het loslaten van het bezoldigingsbegrip in de CARUWO. Dit onderzoek was specifiek gericht op mogelijk nadelige gevolgen voor de (bovenwettelijke) uitkeringsrechten van medewerkers.

Uit het onderzoek bleek dat er nadelige effecten kunnen optreden bij een beroep op de bovenwettelijke werkloosheidsuitkeringen zoals geregeld in hoofdstuk 1Od.

Omdat de TOR geen salar istoelage is, heeft dit tot gevolg dat deze geen onderdeel is van de grondslag voor de bovenwettelijke uitkeringen. Om dit ongewenste effect te voorkomen, adviseerden de deskundigen het LOGA om de TOR alsnog als salaristoelage te benoemen.

Het LOGA heeft dit advies overgenomen . In de LOGA-brief van 22 februari jl. is een aanpassing van artikel 1:1, onderdeel rr, en een aanpass ing van de toelichting bij het overgangsrecht Hoofdstuk 3 opgenomen. In die toelichting staat nu dat de salaristoelage 'TOR ' ook meetelt voor de berekening van de vakantietoelage.

Afgaande op reacties die w ij van een aantal gemeenten hebben ontvangen , heeft invoering van deze wijzigingen tot gevolg, dat over enkele beloningscomponenten die in de TOR zijn opgenomen (waarin de vakantietoelage al is verdisconteerd) tweemaal vakantietoelage wordt uitbetaald en dat over weer andere beloningscomponenten onbedoeld vakant ietoelage uitbetaald gaat worden, waar dit eerder niet het geval was.

Daarnaast blijkt uit een nadere analyse dat het LOGA, in navolging van de ingeschakelde deskundigen, er bij de genoemde wijziging ten onrechte aan voorbij is gegaan dat de TOR een 'lump sum ' karakter heeft, waardoor deze altijd voor 100% wordt uitbetaald; ook bij ziekte en opname van verlof. Het benoemen van de TOR als een salaristoelage zou onder meer tot gevolg hebben dat deze bij langdurende ziekte op grond van artikel 7:3, of bij verlof in het kader van de WAZO zou worden gekort.

Beide gevolgen zijn niet bedoeld en ongewenst. Reden waarom in hetLOGAis besloten om de in de brief van 22 januari genoemde wijzigingen ten aanzien van de TOR terug te draaien en in plaats daarvan een aantal artikelen in hoofdstuk 1Od aan te passen. Daarmee gaat de TOR behoren tot de grondslag voor de bovenwettelijke uitkeringen. Doordat de TOR bij ziekte en verlof altijd wordt doorbetaald, treden in deze situaties geen nadelig effecten voor de medewerker op.

Datum inwerkingtreding

Alle in de bijlage gespecificeerde wijzigingen in de CAR, treden met terugwerkende kracht in werking op 1 januar i 2016.

2.Pensioengevendheid

In het hiervoor genoemde onderzoek bleek , dat er tussen werkgevers verschillen bestaan ten aanzien van de pensioengevendheid van beloningscomponenten. Artikel 3:1 van het pensioenreglement geeft werkgevers de ruimte om gratificaties en variabel overwer k toe te voegen aan de grondslag van het pensioen.

Hendrik- !do-Ambacht

LOGA-partijen hechten er aan om er nog eens op te wijzen dat de pensioengevendhe id van deze beloningscomponen ten niet wijzigt als gevolg van de invoering van het nieuwe Hoofdstuk 3. Uiteraard staat het werkgevers vrij om daar na overleg in het lokale GO nadien wijzigingen in aan te brengen.

3.Pensioengratificatie

Er zijn gemeenten waarbij in de tot 1 janua ri 2016 geldende bezoldigingsverorden ing was geregeld dat medewerkers die met pensioen gingen een pensioengratificatie kregen. Omdat deze

gratificatieregeling met het intrekken van de lokale bezoldigingsverordening is komen te vervallen , is in enkeleGO's de vraag aan de orde of , en zo ja in welke vorm, de pensioengratif icatie kan worden voortgezet. In het GO van de gemeente Eindhoven spitste de discussie zich toe tot de vraag of de pensioengratificatie zou kunnen worden voortgezet.

Omdat de discussie niet tot overeenstemming leidde heeft het GO-Eindhoven de vraag voorgelegd aan het LOGA. Het LOGA heeft daarop gereageerd.

Omdat dit onderwerp in meerdere GO's aan de orde is, wordt deze reactie hieronder weergegeven.

Allereerst wordt toegelicht wat de doelstelling is van het nieuwe hoofdstuk 3: uniformering , vereenvoudiging en moderniser ing. Daarbinnen maakt artikel 3:20 het mogelijk om eenmaligegratif icaties te verstrekken als beloning voor uitstekend functioneren en/of bijzo ndere prestaties.

Artikel 3:20 is een kan-bepaling. Op basis van artikel 3:20 kan lokaal een gratificatierege ling worden opgesteld. Hiermee hebben LOGA-partijen het mogelijk gemaakt om lokaal gratificat iebeleid onder te brengen in hoofdstuk 3.

Op grond van artikel 3:20 kunnen geen individuelerechtenontstaan; dat kan alleen als de lokale regeling de mogelijkhei d daartoe bevat. Aan een lokale gratificatieregeling kunnen medewerkers geen aanspraak ontlenen van structureleaard.Het moet echt gaan om eenmalige en bijzondere gebeurtenissen.

Invoering van het nieuwe hoofdstuk is niet bedoeld om bezuinigingen te realiseren. Daarom is in het LOGA overgangsrecht afgesproken . In het GO kan worden besproken hoe het tot 1 januari 2016 geldende gratificat iebeleid zou kunnen worden omgezet in een nieuwe regeling gebaseerd op artikel 3:20.

Nu uitwerking van artikel 3:20 een lokale aangelegenheid is, kan lokaal overwogen worden om een pensioengratif icatie op te nemen in het lokale grat if icatiebeleid. Werkgever en werknemers moeten het hier samen over eens zijn.

Bijlage bij ledenbrief ECWGO/U201600450

Bijlage CAR-teksten

  • A.In artikel 1:1 lid 1 onderdeel rr worden de woorden "toegekend en die tot 1 januari 2016 tot de bezoldiging werden gerekend" vervangen door: "toegekend. Deze werden tot 1 jan uari 2016 tot de bezoldiging gerekend ."

    • 8.

      In de toelichting bij punt 5 van artikel 3:27 (overgangsrecht hoofdstuk 3), wordt de laatste zin vervangen door 1:

"DeTORiseennominaalbedrag.DeTORteltmeeindepensioengrondslag maarisgeensalaristoelage engeengrondslag vooreindejaarsuitkering, vakantietoelageof levensloopbijdrage."

C.Artikel 1Od:2 (begripsbepalingen) onderdeel b, komt te luiden:

"b: grondslag: het gemiddelde van het salaris, de toegekende salaristoelage(n) en de toelage overgangsrecht (TOR) hoofdstuk 3, berekend over een periode van 12 maanden direct voorafgaand aan de start van de re-integratiefase of de start van het Van werk naar werk­ traject, vermeerderd met de vakantietoelage en de eindejaarsuitkering. Deze wordt geïndexeerd met de generieke salarisverhoging in de gemeentelijke sector;"

D.Aan de toelichting bij artikel 1Od:2 wordt de volgende tekst toegevoegd:

"Ad b: Vóór 1 januari 2016 werd hier het voor hoofdstuk 1Od afwijkende bezoldigingsbegrip

Hendrik-Ido-Ambacht

gedefinieerd . Met de inwerkingtreding van het gewijzigde hoofdstuk 3 per 1 januari 2016 is dit gewijzigd in 'grondslag' en is daar voor de medewerkers die toen in dienst waren de toelage overgangsrecht hoofdstuk 3 (TOR) aan toegevoegd."

E.In artikel 1Od:26 worden de woorden "het salaris en de toegekende salaristoelage(n)"

vervangen door: "de grondslag zoals gedefinieerd in artikel 1Od:2 onderdeel b,"

F.In artikel 1Od:31 lid 3, worden de woorden "het oude salaris en de toegekende salaristoelage(n) " vervangen door: "de grondslag zoals gedefinieerd in artikel 1Od:2 onderdeel b,"

Voetnoten:

1: Met deze wijziging wordt teruggekeerd naar de toelichtende tekst zoals die per 1 januar i 2016 luidde.

WijzigingsalarisbedragenCaoGemeenten2016-2017(wijziging30)alsgevolgvancirculaireECWGO/U201600159.Deartikelentredenopverschillendedatainwerking:desalaristabelgemeenteambtenarenoudestructuurvervalt metingangvan1januari2016,desalarismutatievan3,0%treedtinwerkingmet ingangvan 1januari2016endesalarismutatievan0,4%treedtinwerkingmetingangvan1januari2017.

1.Inleiding

Met deze brief informeren wij u over de wijzigingen van de gemeentelijke salarisbedragen per 1januari 2016 en 1 januari 2017. Deze wijzigingen zijn het gevolg van de CAO Gemeenten 2016·2017. Daarin is een generieke salarismutatie overeengekomen van 3,0% per 1 januar i 2016 en 0,4% per 1 januari 2017.

2.Salarissen

De looptijd van de CAO sector Gemeenten 2016-2017 is van 1 januari 2016 tot 1 mei 2017. De salarismutatie werkt door naar de reeds ingegane uitkeringen op grond van hoofdstuk 7, 9a, 9b, 10, 1Oa, 1Od van de CAR-UWO.

Salaristabelgemeenteambtenarenoudestructuurvervalt

In de LOGA-brief van 5 juni 2015 over een nieuw hoofdstuk 3 van de CAR-UWO stond vermeld dat met ingang van 1 januari 2016 de oude salarisregeling die gold tot 1 april 1996, voor iedereen komt te vervallen. De enkele ambtenaren waarop deze regeling nog van toepassing is, moesten uiterlijk per 1 januari 2016 worden ingepast in de nieuwe salarisstructuur (zie LOGA-brief CvNLOGA 15/09, Lbr: 15/046 (ECWGO/U201500965). In deze LOGA-brief is destijds vergeten om in de bijlage van de CAR­ UWO de oude salarisregeling voor gemeenteambtenaren (oude structuur) te laten vervallen. Middels deze LOGA-brief gebeurt dit in bijlage 1alsnog.

Salarismutatieper1januari2016

De salarismutatie voor de sector gemeenten leidt er toe dat de in bijlagen 3, §., en 11opgenomen

salaris- en vergoedingstabellen per 1 januari 2016 met terugwerkende kracht voor het

gemeentepersoneel gelden. Gemeenten zijn gebonden aan de in de tabellen opgenomen bedragen.

Salarismutatieper1januari2017

De salarismutatie voor de sector gemeenten leidt er toe dat de in bijlagen 4, §., . 1.Q en .!_g opgenomen salaris- en vergoedingstabellen per 1 januari 2017 voor het gemeentepersoneel gelden . Gemeenten zijn gebonden aan de in de tabellen opgenomen bedragen.

Uitbetalingsmoment

De salaristabel zoals deze geldt vanaf januari 2016 wordt zoveel mogelijk bij de reguliere salarisbetaling van april 2016 toegepast. De afspraak met terugwerkende kracht van 3,0% per 1 janua ri 2016 heeft tot gevolg dat er een nabetaling over januari t/m maart 2016 zal moeten plaatsvinden in april 2016. Indien de nabetaling in april 2016 niet meer mogelijk is, zal er een nabetaling over januar i 2016 t/m april 2016 moeten plaatsvinden in mei 2016. De nieuwe salaristabel

zoals deze geldt vanaf januari 2017 wordt zoals gebruikelijk bij de reguliere salarisbetaling van januari

2017toegepast.

Hendrik-Ido-Ambacht

IndividueelKeuzeBudget(pilotgemeenten)

Het Individueel Keuzebudget (IKB) wordt maandelijk s berekend op basis vanhet salaris. De generieke salarisverhoging van 3,0% leidt ertoe dat de berekeningsgrondslag voorhet IKB stijgt met 3,0%. Overde maanden januari tot en met maart 2016 vindt daarom een herberekening vanhet IKB plaats.

De medewerker kan elke maand een keuze maken voorbesteding van zijn opgebouwde IKB. De door

het LOGA vastgestelde bestedingsdoelen zijn als volgt. De medewerker kan van zijn IKB vakantie­ uren kopen, het opgebouwde IKB laten uitbetalen of , onder voorwaarden, een opleiding financieren . Hierbij is het keuzemoment van de medewerker bepalend voorhet fiscale genietingsmoment op grond vande Wet op de Loonbelasting 1964. Heeft de medewerker in de periode januari tot en met maart 2016 zijn IKB ingezet voorde aankoop van vakantie-uren dan vindt er als gevolg van de salarisverhoging met terugwerkende kracht, geen herberekening van de kosten daarvan plaats. Het uurloon waartegen de vakantie-uren gekocht hadden moeten worden is weliswaar gestegen , maar op grond vande Wet op de Loonbelasting 1964 is het fiscale genietingsmoment leidend, en dat is de maand waarin (een deel van) het IKB daadwe rkelijk besteed is voorde aankoop van vakantie-uren. Echter, als de medewerker in februari 2016 besluit om zijn IKB van augustus 2016 te besteden aan de koop van vakantie-uren dan doet hij dat tegen het uurloon dat geldt in augustus 2016 .

Pensioengrondslag

De pensioengrondslag wordt jaarl ijks per 1 januari vastgeste ld volgens de "peildatumsystematiek" (artikel 3.1 en artikel 3.2 Pensioenreglement ABP) . Een structurele loonsverhoging met terugwerkende kracht leidt er niet toe dat de pensioengrondslag met terugwerkende kracht wordt herrekend. Dit betekent dat de structurele loonsverhoging van 3,0% per 1 januari 2016 pensioengevend zal worden per 1januari 2017. De nabetaling wordt door ABP gezien als variabele toelage 1en telt mee in de pensioengrondslag van 2017 zodat daarover in 2017 opbouw en afdracht plaatsvindt. De structurele loonsverhoging van 0,4% per 1 januari 2017 wordt pensioengevend per 1 januari 2017.

3.Invloedvandesalarismaatregelen opuitkeringeninverbandmetontslagenwerkloosheidDe structurele salarisstijgingen van 3% per 1 januari 2016 en 0,4% per 1 januar i 2017 werken door naar de reeds ingegane uitkeringen in verband met ontslag en werkloosheid op grond van hoofdstuk 9a, 9b en 10 van de CAR-UWO volgens de in de desbetreffende hoofdstukken beschreven indexatiesystemat iek. Hieronder wordt apart ingegaan op de indexeringssystematiek van

bovenwette lijke werklooshe idsuitkeringen op grond van hoofdstuk 1Oa en 1Od CAR-UWO.

Indexeringbovenwettelijke werkloosheidsuitkeringenopgrondvanhoofdstuk 1OaCAR

Bovenwettel ijke werkloosheidsuitkeringen op grond van hoofdstuk 10a CAR-UWO worden per 1

jan uari en 1 juli van een jaar geïndexeerd . Voor deze indexeringsdata is aangesloten bij de data vanindexering van de uitkeringen op grond van de Werklooshe idswet. Deze vindt plaats op 1 januari en 1 juli van elk jaar. De indexering is gebaseerd op de loonstijging in de zes maanden voorafgaand aan de indexering. De eerstvolgende indexering is per 1 juli 2016 en het percentage bedraagt dan 3,0%. De indexering daarna is per 1 juli 2017 en bedraagt dan 0,4%.Het LOGA verzoekt gemeenten om deze indexatiepercentages voorde bovenwettelijke werkloosheidsuitkering op grond van hoofdstuk 1Oa CAR door te geven aan de organ isatie die hoofdstuk 1Oa CAR/UWO voorhen uitvoert. Op deze wijze wordt gewaarborgd dat alle uitvoerders de indexering op gelijke wijze toepassen .

Indexeringbovenwettelijkewerkloosheidsuitkeringenopgrondvanhoofdstuk10dCAR

Uitkeringen op grond van hoofdstuk 1Od CAR-UWO worden geïndexeerd met de generieke salarisverhoging in de gemeentel ijke sector (zie artikel 1Od:2, onderdeel b CAR). Dit betekent dat oud­ medewerkers met een uitkering op grond van hoofdstuk 1Od CAR vanaf1 ja nuari 2016 een maandelijkse uitkering krijgen die 3,0% hoger ligt en dat de uitkering per 1 januar i 2017 met nog eens 0,4% stijgt.

4.Overige groepen

Politiekeambtsdragers

De salarisontwikkelingen van politieke ambtsdragers in de gemeenten volgen de afspraken die worden gemaakt voorde medewerkers in de cao sector Rijk. De Cao sector Gemeenten 2016-2017 is dus niet van invloed op de salarissen en onkostentoelagen van de gemeentelijk e politieke ambtsdragers.

Buitengewoneambtenarenburgerlijkestand(BABS)

8

Hendrik- Ido-Ambacht

De afspraken in de cao sector Gemeenten 20 16-2017 hebben geen directe invloed op de buitengewone ambtenaren van de burgerlijke stand. De buitengewone ambtenaren van de burgerlijke stand vallen in beginsel niet onder de reikwijdte van de CAR-UWO. Echter, indien de gemeente de voorbeeldrechtspositieregeling voor de BABS integraal heeft overgenomen dan werken de structurele salarismutaties op grond van artikel 3 van deze regeling we l door in de aan hen uitbetaalde vergoedingen.

Onderwijzendpersoneel indekunsteducatie

Voor onderwijzend personeel in de kunsteducatie geldt een afwijkend salarisgebouw. Voor hen geldt de cao-verhoging ook. Daarom zijn in bijlagen9en 1Q salaristabellen toegevoegd met de salarissen voor het onderwijzend personeel in de kunsteducatie per 1 januari 2016 en 1 januari 2017. Gemeenten zijn gebonden aan de in de tabellen opgenomen bedragen.

Vrijwilligebrandweer

De vrijwillige brandweer heeft gezien het bepaalde in artikel 19:24 CAR-UWO recht op de algemene salarismutaties zoals die in het LOGA worden afgesproken. Daarom worden alle vergoedingen per 1 januar i 2016 met 3% verhoogd en per 1 januari 2017 met 0,4% verhoogd.

5.Inwerkingtreding

De gewijzigde CAR-artikelen over de verschillende maatregelen treden op verschillende data in

werking:

  • a.

    De salaristabel gemeenteambtenaren, oude structuur vervalt met ingang van 1 januari 2016.

  • b.

    De salarismutatie van 3,0% treedt in werking met ingang van 1 januari 2016.

  • c.

    De salarismutatie van 0,4% treedt in werking met ingang van 1 januari 2017.

Bijlage 1 bij ledenbrief ECWGO/U201600159

CAR-tekst met toelichting per 1 januari 2016

CAR-tekstenensalaristabellen(ziebijlagen)Bijlage1CAR-tekstmettoelichtingper1januari2016Bijlage2CAR-tekstmettoelichtingper1januari2017

Bijlage3Salaristabel gemeenteambtenarenper 1januari 2016,nieuwestructuurBijlage4Salaristabelgemeenteambtenaren per 1januari 2017,nieuwestructuur

Bijlage5Inpassingtabelbetreffendedegemeentelijkegarantiesalarissenper1januari2016Bijlage6Inpassingtabelbetreffendedegemeentelijkegarantiesalarissenper1januari2017Bijlage7Salarisschalenkunsteducatieper1januari2016

Bijlage8Salarisschalenkunsteducatieper1januari2017

Bijlage9Vergoedingentabelvrijwilligersbijdegemeentelijkebrandweerper1januari2016Bijlage10Vergoedingentabelvrijwilligersbijdegemeentelijkebrandweerper1januari2017

Bijlage 11Gebruteerdevergoedingentabel vrijwilligersbijdegemeentelijkebrandweerper 1januari 2016Bijlage 12Gebruteerde vergoedingentabel vrijwilligersbijdegemeentelijkebrandweerper 1januari 2017

Aldus conform besloten op 1 november 2016

Het College van Burgemeester en Wethouders van Hendrik-ldo-Ambacht

secretaris