Organisatie | De Ronde Venen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Sociaal Statuut gemeente De Ronde Venen 2014 |
Citeertitel | Sociaal Statuut gemeente De Ronde Venen 2014 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
28-10-2014 | 08-02-2019 | Nieuwe regeling | 28-10-2014 | Onbekend |
Dit sociaal statuut (Statuut) bevat daarvoor de procedureafspraken en de rechten en plichten voor de ambtenaren bij interne organisatiewijzigingen en uitbesteding van taken.
Bovendien zijn maatregelen voor flankerend beleid geformuleerd, die getroffen kunnen worden om het (her)plaatsingsproces te bevorderen. Uitgangspunt daarbij is geen gedwongen ontslagen.
Gedurende de looptijd - welke start op het moment van definitieve besluitvorming tot samenwerking - van het statuut gelden voor partijen de volgende uitgangspunten:
Dit statuut blijft in ieder geval in werking tot en met 31 december 2018 danwel tot er overeenstemming is over een nieuw sociaal statuut.
een arbeidsrechtelijke rechtsverhouding op grond van de Ambtenarenwet.
de rechtspositieregeling voor gemeenteambtenaren (CAR-UWO) hanteert het uitgangspunt dat de medewerkers worden aangesteld als ambtenaar. Er is één uitzondering mogelijk. Oproepkrachten met in de regel een flexibel aantal uren per werkweek, kunnen een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht krijgen op grond van artikel 2:5 CAR-UWO.
het salaris, vermeerderd met het bedrag van de aan de ambtenaar toegekende emolumenten en toelagen - niet zijnde onkostenvergoedingen, evenals het bedrag van de functioneringstoelage en de waarnemingstoelage als bedoeld in artikel 3:1 van de CAR.
de situatie dat een ambtenaar wegens een organisatiewijziging niet kan terugkeren in de formatie na de organisatiewijziging als bedoeld in artikel 10d.2 lid d CAR.
Geheel van maatregelen die er voor moeten zorgen dat de organisatiewijziging of uitbesteding zorgvuldig wordt uitgevoerd en/of dat het organisatieveranderingsproces soepel verloopt met als doel het voorkomen van onvrijwillige werkloosheid, waaronder het bevorderen van de ontwikkeling en mobiliteit van de ambtenaar.
de door de werkgever opgestelde generieke beschrijving van de hoofdtaken en het werk- en denkniveau van deze werkzaamheden danwel de betrekking van de ambtenaar als bedoeld in artikel 1:1 eerste lid onder b van de CAR.
de commissie voor georganiseerd overleg zoals bedoeld in artikel 12:1 van de CAR.
de commissie voor Georganiseerd Overleg als bedoeld in hoofdstuk 12 CAR-UWO;
de Ondernemingsraad als bedoeld in de Wet op de ondernemingsraden.
het medezeggenschapsorgaan dat op grond van de Wet op de ondernemingsraden (Wor) is ingesteld en taken uitvoert.
een wijziging in de organisatiestructuur of een inkrimping van de beschikbare werkgelegenheid, zoals bedoeld in artikel 25 van de Wor en tenminste 3 fte betreffend, waarbij de reikwijdte van de organisatiewijziging door partijen telkens wordt bepaald in het GO.
de in aanvulling op een Van werk naar werk contract als bedoeld in artikel 10d CAR overeengekomen in- en externe begeleiding van een ambtenaar enerzijds in het vinden van een geschikte functie buiten de gemeentelijke organisatie of anderzijds het bieden van ondersteuning bij het opstarten van een eigen bedrijf.
een functie van gelijkwaardig werk- en denkniveau, die de ambtenaar redelijkerwijs in verband met zijn persoonlijkheid, kwaliteiten zoals blijkt uit opleiding en ervaring, omstandigheden en de voor hem bestaande vooruitzichten kan worden opgedragen. Een passende functie is doorgaans van hetzelfde functieniveau, dat wil zeggen de functionele salarisschaal van de functie waarop de betrokken ambtenaar is geplaatst, als de oude functie, dan wel maximaal twee salarisschalen hoger, of twee salarisschalen lager dan de oude functieschaal. Hierbij worden de tussenschalen (10a en 11a) buiten beschouwing gelaten1 .
Bij inpassing bij een lagere salarisschaal is het streven binnen twee jaar de ambtenaar minimaal op het oude functieniveau geplaatst te hebben. Hiervoor gelden inspanningsverplichtingen van zowel werkgever als ambtenaar.
het salaris van de ambtenaar als bedoeld in artikel 3:1 tweede lid onder b van de CAR.
een voor onbepaalde danwel bepaalde tijd toegekend bedrag waar de ambtenaar maandelijks recht op heeft bovenop het salaris, op grond van bepalingen uit de CAR-UWO of als gevolg van een bezoldigingsregeling als bedoeld in de CAR, artikel 3:1, eerste lid.
een tegemoetkoming voor het verrichten van bijzondere diensten of het maken van onkosten, gerelateerd aan de functie van de ambtenaar op grond van de bepalingen uit de CAR-UWO of als gevolg van een bezoldigingsregeling.
dit statuut is van toepassing op ambtenaren in vaste dienst van de gemeente De Ronde Venen en is bovendien van toepassing op de ambtenaren met een tijdelijke aanstelling bij wijze van proef, die een schriftelijk vooruitzicht hebben gekregen op een vaste aanstelling en, blijkend uit een beoordeling, volgens de vigerende beoordelingsregeling(en) voldoende functioneren.
dit statuut geldt in geval nadrukkelijk niet voor:
ambtenaren waarmee schriftelijk een ontslag- of outplacementregeling is afgesproken (artikel 8:8 CAR-UWO);
ambtenaren waarvoor een procedure loopt of ontslag is verleend op grond van volledige arbeidsongeschiktheid (artikel 8:4 CAR-UWO), ongeschiktheid of onbekwaamheid (artikel 8:6 CAR-UWO), disciplinair strafontslag (artikel 8:13 CAR-UWO) of overige gronden uit artikel 8:7 CAR-UWO;
onbezoldigde ambtenaren aangesteld op grond van artikel 1:2 CAR-UWO en buitengewone ambtenaren burgerlijke stand;
Artikel 4 Taakverdeling tussen de OR en het GO
Ten aanzien van de medezeggenschap geldt het algemene uitgangspunt dat onderwerpen die gedurende het proces van organisatiewijziging of uitbesteding aan bod komen, primair door één orgaan worden behandeld.
Hiertoe worden voor zover vereist en/of door partijen gewenst regelingen opgesteld voor de OR en het GO evenals een convenant over de taakverdeling tussen het bestuur, de OR en GO.
Als het bestuur voornemens is om over de wenselijkheid van de organisatiewijziging of uitbesteding extern advies te vragen, wordt de OR om advies gevraagd over het verstrekken en formuleren van de adviesopdracht, conform artikel 25 van de Wor.
Artikel 8 Advies OR over organisatiewijziging of de uitbesteding
voordat een definitief besluit wordt genomen over de organisatiewijziging of de uitbesteding, wordt de OR schriftelijk om advies gevraagd, conform artikel 25 van de Wor.
Artikel 9 Kennisgeving en uitvoering besluit
als in het besluit wordt afgeweken van het advies van de OR, dan wordt de uitvoering van het besluit tot organisatiewijziging in dit geval op grond van artikel 25, zesde lid van de Wor uitgesteld tot op zijn vroegst één maand nadat de OR van het besluit in kennis is gesteld.
Artikel 10 (Aanvullende) afspraken
mocht het bestuur of de bonden van oordeel zijn dat er voor de implementatie van een voorgenomen organisatiewijziging of uitbesteding aanvullende afspraken op dit statuut nodig zijn, dan moet er in het GO vooraf overeenstemming worden bereikt over de aanvullende maatregelen c.q. wijzigingen op dit statuut.
Artikel 11 Criteria bij (her)plaatsingen
De te hanteren criteria voor de (her)plaatsingstrajecten zijn:
ten aanzien van de functie van ambtenaren doen zich bij een interne organisatieverandering of uitbesteding achtereenvolgens de volgende mogelijkheden voor, onverlet en na toepassing van het bepaalde in artikel 16, zesde lid van het statuut:
een functie vervalt en er zijn geen gelijkwaardige, passende of geschikte functies: de ambtenaar wordt boventallig en valt onder dit statuut;
een functie vervalt en er zijn onvoldoende vergelijkbare functies: van de ambtenaar met de laagste anciënniteit binnen deze vergelijkbare functie vervalt de functie, de betreffende ambtenaar wordt boventallig en valt onder dit statuut;
bij een organisatiewijziging of uitbesteding is het uitgangspunt het voorkomen van onvrijwillige werkloosheid door:
de termijn voor bemiddeling van werk naar werk conform hoofdstuk 10d:12 CAR toe te passen, waarbij in bijzondere situaties na overleg tussen partijen verlenging mogelijk is;
slechts indien na uitvoering van hetgeen bedoeld is in a tot en met c van dit lid geen uitzicht biedt op ander werk, vindt ontslag op grond van artikel 8:3 CAR plaats.
Een dergelijk ontslag vindt evenwel niet eerder plaats dan nadat de commissie Van werk naar werk hierover een advies heeft uitgebracht overeenkomstig het bepaalde in artikel 10d:24 CAR;
Artikel 13 Functieboek plaatsing
voor aanvang van de plaatsingsprocedure wordt door het bestuur op grond van het formatieplan een functieboek (functiehuis) vastgesteld, waarin een overzicht van alle beschikbare functies en de formatieomvang.
Het overzicht bevat verder per functie: een korte functiebeschrijving, de functievereisten voor wat betreft opleiding, ervaring en competenties, de functieomvang en de indicatieve salarisschaal.
Het functieboek bevat bovendien de aanduiding welke functies nieuw zijn en welke functies ongewijzigd zijn.
Artikel 15 Planning en communicatieplan
Voor iedere organisatiewijziging of uitbesteding stelt het bestuur een planning en communicatieplan op voor de (her)plaatsingsprocedure. De OR, het O en de betrokken ambtenaren worden door het bestuur hierover tijdig geïnformeerd.
in geval van plaatsing op dezelfde functie en in geval van gelijke geschiktheid, zoals blijkt uit opleiding en ervaring, worden ambtenaren in beginsel overeenkomstig het afspiegelingsbeginsel2 geplaatst.
Artikel 17a Selectieprocedure managementfuncties bij een interne organisatiewijziging
de managementfuncties worden door het bestuur voorafgaande aan de overige functies benoemd. Daarbij worden de volgende uitgangspunten gehanteerd:
alle ambtenaren van gemeente De Ronde Venen worden in de gelegenheid gesteld te solliciteren naar managementfuncties - voor zover daarop nog geen ambtenaren zijn geplaatst op grond van een interne selectieprocedure als bedoeld onder sub b en c van dit artikel - mits zij kunnen voldoen aan de daarvoor gestelde functie-eisen, waarbij loopbaankandidaten voor managementfuncties een voorkeur bij plaatsing genieten.
Artikel 17b Selectieprocedure managementfuncties bij uitbesteding van taken
de managementfuncties worden door het bestuur voorafgaande aan de overige functies benoemd. Daarbij worden de volgende uitgangspunten gehanteerd:
alle ambtenaren van de gemeente De Ronde Venen worden in de gelegenheid gesteld te solliciteren naar managementfuncties - voor zover daarop nog geen ambtenaren zijn geplaatst op grond van een interne selectieprocedure als bedoeld onder sub b en c van dit artikel - mits zij kunnen voldoen aan de daarvoor gestelde functie-eisen, waarbij loopbaankandidaten voor managementfuncties een voorkeur bij plaatsing genieten;
Artikel 20a Benoeming of afwijzing bij een interne organisatiewijziging
Benoeming of afwijzing van de kandidaat voor een management van het 1e niveau vindt plaats door het bestuur, waarbij het advies van de selectiecommissie gemotiveerd wordt betrokken. De benoeming of afwijzing van een kandidaat voor het management van het 2e niveau vindt plaats door de directie, waarbij het advies van het afdelingshoofd wordt betrokken.
Artikel 20b Benoeming of afwijzing bij een uitbesteding van taken
Benoeming of afwijzing van de kandidaat voor een management- of een sleutelfunctie vindt plaats door het bestuur, waarbij het advies van de selectiecommissie gemotiveerd wordt betrokken.
Artikel 22 Belangstellingsregistratie voor niet management of sleutelfuncties
indien op grond van het formatieplan voor ambtenaren keuzemogelijkheden zijn tussen functies waarop zij geplaatst kunnen worden, dan stelt het bestuur de ambtenaren in de gelegenheid om hun belangstelling tijdig kenbaar te maken bij de (her)plaatsingcommissie op een belangstellingsregistratieformulier.
Artikel 23 voorgenomen plaatsing
indien plaatsing in een gelijkwaardige, passende of geschikte functie niet mogelijk is binnen de vastgestelde formatie van het formatieplan bedoeld in artikel 12, eerste lid van dit statuut, deelt het bestuur de ambtenaar het voornemen schriftelijk mee dat hij bovenformatief wordt geplaatst.
Tegen de schriftelijke mededeling als genoemd in het vierde tot en met zesde lid van dit artikel staat geen bezwaarmogelijkheid open in het kader van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
als een ambtenaar zich niet met het besluit tot voorlopige plaatsing kan verenigen, kan hij binnen drie kalenderweken na de dag van verzending van dat besluit, schriftelijk en gemotiveerd zijn zienswijze aan het bestuur kenbaar maken, tenzij de ambtenaar in redelijkheid, zulks ter beoordeling aan het bestuur, niet aan deze termijn gehouden kan worden.
de (her)plaatsingcommissie hoort de betrokken ambtenaar zo spoedig mogelijk na ontvangst van de ingediende zienswijzen, behoudens wanneer de ambtenaar schriftelijk heeft verklaard daarvan geen gebruik te willen maken. De ambtenaar kan zich bij het horen laten bijstaan door een adviseur 3.
het bestuur neemt binnen zes weken na ontvangst van de zienswijzen, zoals beschreven in het eerste lid van dit artikel, een besluit over de ingediende zienswijzen en deelt dit besluit aan de ambtenaar schriftelijk en gemotiveerd mee. Hierbij wordt tevens een afschrift van het advies van de (her)plaatsingcommissie gevoegd.
Artikel 25 Definitief besluit over plaatsing
het bestuur stelt de ambtenaar daarvan per omgaande schriftelijk - via een beschikking als bedoeld in de Awb - op de hoogte met daarbij een afschrift van het individuele advies van de (her)plaatsingcommissie.
tegen het besluit van het bestuur als bedoeld in artikel 25 van dit statuut staat bezwaar en beroep open conform de Awb.
Ambtenaren werken actief mee aan standplaatswijziging(en), waarbij ten aanzien van reistijd de richtlijn “Passende arbeid 2008” van toepassing is.
Artikel 29 Onvrijwillig ontslag van de ambtenaar
als het bestuur na zorgvuldig onderzoek constateert dat geen structurele oplossing als bedoeld in artikel 25 van dit statuut kan worden gevonden, kan de boventallig verklaarde ambtenaar eervol ontslag wegens reorganisatie worden verleend als bedoeld in artikel 8:3 van de CAR, waarbij artikel 10d, paragraaf 5 van de CAR overeenkomstig van toepassing is.
de bovenwettelijke werkloosheidsuitkeringsregeling als bedoeld in artikel 10d, paragraaf 6 en 7 van de CAR zijn bovendien van toepassing, indien recht bestaat op een uitkering krachtens de WW.
bij uitbestedingen gelden de volgende bijzondere bepalingen:
het bestuur zet zich in om aansluiting bij ABP pensioenfonds te borgen. Hiervoor kan een sterfhuisconstructie worden opgericht. De voorwaarde is wel dat de cao partijen van de nieuwe of andere werkgever en de pensioenfondsen hiermee instemmen. Gedurende de periode dat de sterfhuisconstructie wordt opgezet kunnen de ambtenaren al wel gedetacheerd worden bij de nieuwe werkgever;
mocht de bruto bezoldiging danwel het bruto salaris bij de nieuwe werkgever lager uitvallen, dan wordt de bezoldiging danwel het salaris gesuppleerd tot op het niveau van de laatst genoten bruto bezoldiging op grond van de aanstelling bij de gemeente, al dan niet naar rato van de betrekkingsomvang. Partijen bereiken overeenstemming met elkaar over de duur van de suppletie;
mocht de netto bezoldiging c.q. het netto salaris bij de nieuwe werkgever lager uitvallen, dan wordt de bezoldiging c.q. het salaris bij de nieuwe werkgever gesuppleerd tot op het niveau van de laatst genoten netto bezoldiging op grond van de vigerende aanstelling bij de gemeente, al dan niet naar rato van de betrekkingsomvang. Partijen bereiken overeenstemming met elkaar over de duur van deze extra werkgarantie;
een suppletie als bedoeld in dit artikel wordt bij voorkeur in een bedrag bij de ambtenaar afgekocht, tenzij de ambtenaar een aannemelijk en aanzienlijk belang heeft, dit blijkend uit een verzoek van de ambtenaar, het dienstbelang of enig wettelijk voorschrift zich daartegen verzet 4 .
Artikel 32 Bij verlies aansluiting ABP pensioenfonds
bij verlies van aansluiting bij het ABP pensioenfonds wordt door het bestuur eventuele opbouw compensatie FPU premie afgekocht voor ambtenaren die geen recht hebben op FPU (hoofdstuk 5a CAR) en door de uitbesteding hun ambtelijke status verliezen.
Artikel 33 CAR-UWO diensttijd bij interne reorganisaties
De CAR-UWO diensttijd die de ambtenaar heeft opgebouwd bij de gemeente en diens directe rechtsvoorganger(s) waar hij direct voorafgaand aan zijn (her)plaatsing was aangesteld, wordt geacht één aaneengesloten CAR-UWO diensttijd te zijn.
Artikel 35 Toelagen, toeslagen en vergoedingen
van de ambtenaar die wordt ge- of herplaatst ten gevolge van een organisatiewijziging of uitbesteding vervallen de tijdelijk toegekende persoonlijke en/of functiegebonden toelagen of toeslagen als bedoeld in artikel 3:1:1 tot en met artikel 3:3:1 alsmede 3:7:8 CAR-UWO, tenzij aan de functie waarop de ambtenaar wordt (her)plaatst deze toelagen of toeslagen ook zijn verbonden.
de ambtenaar van wie structurele onkostenvergoedingen of tegemoetkomingen (zoals woon-werkverkeer, kledingvergoeding en dergelijke) vervallen of verminderen danwel bij continuering deze onvoldoende zijn om de werkelijke kosten daarvan te dekken, heeft recht op compensatie daarvan gedurende maximaal vier jaar.
Aflopende en/of of tijdelijke compensaties als bedoeld in het zesde en achtste lid van dit statuut worden bij voorkeur in een bedrag bij de ambtenaar afgekocht, tenzij de ambtenaar een aannemelijk en aanzienlijk belang heeft, blijkend uit een verzoek5 van de ambtenaar, het dienstbelang of enig wettelijk voorschrift zich daartegen verzet.
Artikel 36 Plaatsingsbevorderende maatregelen (flankerend beleid):
Onder plaatsingsbevorderende maatregelen wordt in ieder geval verstaan:
Artikel 36.1 Bij geen passende en geschikte functie
in geval van een regeling op grond van artikel 8:8 CAR-UWO, leidende tot het ontslag van de ambtenaar zonder dat daaraan ander werk maar wel een na-wettelijke uitkering is verbonden, is het gestelde in artikel 10d:33 derde lid van de CAR-UWO niet van toepassing.
Artikel 36.2 Opleiding en coaching
eventuele om-, bij- en herscholing en coaching, mits naar het oordeel van het bestuur noodzakelijk in het kader van de (her)plaatsing, komen in tijd en geld volledig voor rekening van de werkgever.
Voor deze kosten geldt geen terugbetalingsverplichting, tenzij dat in een vaststellingsovereenkomst uitdrukkelijk anders is overeengekomen.
Artikel 36.4 Van werk naar werk
in aanvulling op hoofdstuk 10d:11 van de CAR, hebben ambtenaren met een vaste aanstelling van korter dan twee jaar, in geval van boventalligheid recht op een Van werk naar werk traject voor de duur van zes maanden.
Artikel 36.5 Remplaçantenregeling
toepassing van dit artikel vindt plaats na advies van de (her)plaatsingcommissie danwel de Van werk naar werkcommissie als bedoeld in artikel 10d paragraaf 5 van de CAR.
Artikel 36.6 Outplacementregeling in aanvulling op artikel 10d CAR-UWO
nadere outplacement afspraken, al dan niet op verzoek van de ambtenaar, worden op maat gemaakt op basis van artikel8:8 CAR-UWO.
de ambtenaar ontvangt een passende ondersteuning bij outplacement waarbij de limieten in positieve zin uit hoofdstuk 10d CAR niet gehanteerd hoeven te worden, mocht dat naar het oordeel van partijen nodig zijn voor de begeleiding naar ander werk.
in geval van een outplacementregeling danwel een minnelijke regeling, leidende tot het ontslag van de ambtenaar op grond van artikel 8:8 CAR-UWO zonder dat daaraan ander werk maar wel een na-wettelijke uitkering is verbonden, is het gestelde in artikel 10d:33 derde lid van de CAR-UWO niet van toepassing.
Artikel 36.7 Ontslagaanvraag ambtenaar wegens een functie bij anderewerkgever
de boventallig verklaarde ambtenaar, die voordat hem een passende of geschikte functie wordt aangeboden, ontslag aanvraagt wegens aanvaarding van een functie buiten de overheid in een privaatrechtelijke organisatie, wordt ontheven van eventuele terugbetalingsverplichtingen die voortvloeien uit rechtspositionele toekenningen.
de boventallig verklaarde ambtenaar, die zelf ontslag neemt en binnen twaalf maanden na beëindiging van het dienstverband op grond van een ambts/overheidsjubileum als bedoeld in artikel 3:5 van de CAR danwel een lokale uitwerking daarvan recht zou hebben gehad op een jubileumgratificatie krijgt deze gratificatie na het beëindigen van het dienstverband uitbetaald.
Voor de gevallen waarin dit statuut naar het oordeel van het bestuur leidt tot ongewenste of onbillijke consequenties kan door of namens het bestuur een op maat gemaakte regeling worden afgesloten met een individuele ambtenaar. Alvorens een dergelijk besluit wordt genomen, wordt daarover advies ingewonnen bij het GO.
Namens de gemeente De Ronde Venen: ________________ handtekening
dhr. M.Divendal,
van
Namens de betrokken vakorganisaties
de Abvakabo FNV
de CNV Publieke Diensten
de CMHF
Tekst overeengekomen arbeidsvoorwaarden op hoofdlijnen
Supplementen (nadere uitwerkingen van artikelen en onderdelen daarvan):