Organisatie | Hendrik-Ido-Ambacht |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | REGELING VERVOER DRECHTSTEDEN/ZUID-HOLLAND ZUID |
Citeertitel | Regeling vervoer Drechtsteden/Zuid-Holland Zuid |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2019 | 01-01-2019 | 01-01-2020 | wijziging artikel 8 Regeling vervoer Drechtsteden / Zuid-Holland Zuid 2013 | 18-12-2018 | |
06-11-2017 | 01-01-2019 | Onbekend | 28-11-2013 Onbekend | Onbekend |
In deze regeling wordt verstaan onder:
CAR-UWO:Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling voor de sector gemeenten – Uitwerkingsovereenkomst
Werkgever:het college van burgemeester en wethouders van de betreffende gemeente danwel het dagelijks bestuur van de betreffende Gemeenschappelijke regeling;
Medewerker:de ambtenaar als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid onder a, van de CAR-UWO
Werkadres: het adres waar of van waaruit de medewerker gewoonlijk (voor meer dan 50% van de werkdagen) zijn werkzaamheden verricht;
Woonadres: het adres waar de ambtenaar woont;
Woon-werk verkeer:het heen- en weer reizen tussen woon- en werkadres
Reisafstand woon-werk: de afstand van een enkele reis, waarbij de reisafstand tussen woonadres en werkadres wordt gemeten met de “ANWB Routeplanner” via de snelste route;
Ambulante medewerker: een medewerker die de aan hem opgedragen werkzaamheden overwegend (voor meer dan 50% van de werkdagen) op een wisselende plaats verricht;
Openbaar vervoer: personenvervoer dat voor iedereen toegankelijk is volgens een dienstregeling. Hiermee worden ook bedoeld de lijndiensten van het collectief openbaar vervoer, de waterbus en de fast ferry. Veerponten worden niet tot het openbaar vervoer gerekend, veerdiensten zijn onderdeel van het wegennet;
Standplaats:de gemeente of afzonderlijk deel van die gemeente waar de arbeidsplaats van betrokkene is gelegen;
Tegemoetkoming reiskosten woon-werkverkeer:
Aan de medewerker wordt maandelijks een vergoeding voor reiskosten woon-werkverkeer toegekend. De hoogte van de vergoeding is afhankelijk van:
Openbaar vervoer woon-werk verkeer:
De medewerker die voor het woon-werk verkeer gebruik maakt van het openbaar vervoer, kan de kosten hiervan – op basis van een maand- of jaarabonnement van de laagste klasse - declareren bij de werkgever onder het overleggen van vervoersbewijzen. Bij de aanschaf van een jaarabonnement verstrekt de werkgever op verzoek van de medewerker een voorschot.
Tabelvergoeding woon-werk verkeer:
De medewerker die voor het woon-werk verkeer gèèn gebruik maakt van het openbaar vervoer ontvangt een vergoeding conform onderstaande tabel.
De tabel is gebaseerd op het reizen op vijf dagen per week. Indien minder dan vijf dagen per week wordt gereisd, bedraagt de vergoeding respectievelijk bij vier dagen, drie dagen, twee dagen en één dag per week 80%, 60%, 40% en 20% van het in de tabel genoemde bedrag. Varieert de reisfrequentie per week dan wordt een gemiddelde per week berekend.
Anticumulatie en wijzigen vervoerkeuze:
1.De medewerker dient voor wat betreft de vergoeding van het woon-werk verkeer een keuze te
maken tussen de tabelvergoeding zoals genoemd in artikel 4 en een vergoeding van kosten openbaar vervoer zoals genoemd in artikel 3. Een combinatie van tabelvergoeding en openbaar vervoer behoort niet tot de mogelijkheden.
Reiskosten in het belang van de dienst
De kosten van het openbaar vervoer (laagste klasse) ten behoeve van de dienst worden volledig vergoed tegen overlegging van de vervoersbewijzen. Indien de medewerker naast het openbaar vervoer gebruik moet maken van een taxi om op de plaats van bestemming te komen, dan worden deze kosten volledig vergoed.
De ambulante medewerker waarmee is overeengekomen dat hij de eigen auto inzet voor het maken van dienstreizen ontvangt in plaats van de woon-werkvergoeding conform artikel 3 en 4 een vergoeding die gebaseerd is op de reisafstand tussen woonadres en standplaats en op het aantal reisdagen. Deze vergoeding bedraagt €0,28 bruto per kilometer met een maximum van 40 kilometer. De maximale vergoeding, uitgaande van een woon-werk afstand van 40 km en 5 reisdagen bedraagt 214/12 (werkdagen per maand) x 40 x 2 (km/dag) x 0,28 (€/km) x 5/5 (aantal reisdagen per week) = €399,47 per maand. De dienstkilometers worden vergoed conform artikel 9 lid 4 van deze regeling, echter onder aftrek van het aantal kilometers waarover reeds de vergoeding voor de reisafstand tussen woonadres en standplaats van €0,28 bruto per kilometer is verstrekt.
1.Voor een tegemoetkoming in de verhuiskosten komt in aanmerking de medewerker, waarvan de
reisafstand woon-werk meer dan 50 kilometer bedraagt en die:
indiensttreding, naar een woning gelegen binnen 10 kilometer van de arbeidsplaats, een fiscaal onbelaste vergoeding in de herinrichtingskosten en de overbrenging van de inboedel verleend, naar analogie van het gestelde in artikel 18:1:5 van de Collectieve Arbeidsvoorwaarden Regeling.
De hoogte van die vergoeding wordt berekend overeenkomstig het daarover gestelde in de overige artikelen van hoofdstuk 18 van de Collectieve Arbeidsvoorwaarden Regeling.
Terugbetaling van de op grond van artikel 12 ontvangen verhuiskostenvergoeding dient plaats te vinden, wanneer aan de medewerker op zijn verzoek of ten gevolge van aan hem te wijten feiten binnen een periode van twee jaar na de verhuizing ontslag wordt verleend. Deze terugbetaling vindt plaats door verrekening met het netto-salaris.
1.Indien de fiscale voorwaarden met betrekking tot de in deze regeling opgenomen onderwerpen
wijzigen, wordt deze regeling automatisch aangepast aan die fiscale wijzigingen.