Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Waalwijk

Kwijtscheldingsregeling 2017

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWaalwijk
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingKwijtscheldingsregeling 2017
CiteertitelKwijtscheldingsregeling 2017
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 255, vierde lid
  2. Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990, art. 16, eerste lid
  3. Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990, art. 28, eerste lid
  4. Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990, derde lid

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

16-11-201701-01-2017Nieuwe regeling.

05-10-2017

Weekblad Waalwijk, 08-11-2017

2017/033

Tekst van de regeling

Intitulé

Kwijtscheldingsregeling 2017

 

 

Kwijtscheldingsregeling 2017

 

 

De raad van Waalwijk,

Overwegende dat:

  • -

    de gemeente via de belastingverordeningen de mogelijkheid geeft om aan ingezetenen van de gemeente Waalwijk kwijtschelding te verlenen;

  • -

    de gemeenten een ruimer kwijtscheldingsbeleid mogen hanteren binnen daartoe door het Rijk aangegeven grenzen.

Gelet op artikel 255, vierde lid, Gemeentewet en

artikel 16 en 28, eerste lid, onder b en derde lid van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990

 

Besluit

vast te stellen de “Kwijtscheldingsregeling 2017”,

Artikel 1. Kosten van bestaan

  • 1.

    De kosten van bestaan worden gesteld op 100% van de normuitkering als bedoeld in artikel 16 van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid worden de kosten van bestaan van pensioengerechtigden gesteld op 100% van de uitkering ingevolge de Algemene ouderdomswet. Een en ander met inachtneming van het bepaalde in artikel 1a van de Nadere regels kwijtschelding gemeentelijke- en waterschapsbelastingen (Staatscourant 2012 nr. 2041, 3 februari 2012).

Artikel 2. Natuurlijk persoon die een bedrijf of zelfstandig beroep uitoefent

Een verzoek om kwijtschelding van een natuurlijk persoon die een bedrijf of zelfstandig een beroep uitoefent, wordt, voor zover het gaat om belastingen en heffingen die geen verband houden met de uitoefening van het bedrijf of beroep, op dezelfde wijze beoordeeld als een verzoek van een natuurlijk persoon die geen bedrijf of niet zelfstandig een beroep uitoefent.

Een en ander met inachtneming van het bepaalde in artikel 28, eerste lid 1, onder b, van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990.

Artikel 3. Kosten kinderopvang

Met betrekking tot een verzoek om kwijtschelding worden tevens de kosten van kinderopvang in aanmerking genomen. Een en ander met inachtneming van het bepaalde in artikel 28, derde lid 3, van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990.

Artikel 4. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Alle voorgaande besluiten die betrekking hebben op de kosten van bestaan welke in aanmerking genomen moeten worden bij de beoordeling van verzoeken om kwijtschelding van gemeentelijke belastingen en heffingen, worden ingetrokken. Verzoeken om kwijtschelding of beroepen tegen de afwijzing van dergelijke verzoeken, waarop op het moment van in werking treden van deze regeling nog niet is beslist, worden beoordeeld volgens deze regeling.

  • 2.

    Dit besluit treedt in werking met ingang van de achtste dag na bekendmaking, met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2017.

  • 3.

    Dit besluit kan worden aangehaald als “Kwijtscheldingsregeling 2017”.

 

Aldus vastgesteld door de gemeenteraad op 5 oktober 2017.

de griffier, de voorzitter,

G.H. Kocken, drs. A.M.P. Kleijngeld

Toelichting op:

Kwijtscheldingsregeling 2017

Algemene Toelichting:

Als een belastingschuldige niet in staat is een aanslag te voldoen, kan hiervoor kwijtschelding aangevraagd worden. Er is alleen kwijtschelding mogelijk voor heffingen zoals deze bepaald is in de verschillende belastingverordeningen.

De beleidsvrijheid op het gebied van kwijtschelding is beperkt. Het rijksbeleid ten aanzien van rijksbelastingen is leidend. De gemeente kan alleen maar afwijken als een rijksregeling hiertoe de ruimte biedt. Tot voor kort was die ruimte beperkt tot de keuze van de normbedragen van de kosten van bestaan. Het rijk zit op 90% van de bijstandsnormen. De lagere overheden kunnen op maximaal 100% gaan zitten. De gemeente Waalwijk gaat uit van 100% van de bijstandsnormen. Dit besluit is al eind jaren 90 genomen.

De rijksregelingen bieden op dit moment de lagere overheden de mogelijkheid om, naast de voornoemde normbedragen van de kosten van bestaan, op specifieke onderdelen een ruimhartiger beleid te voeren dan het rijk.

Het betreft in deze de verruiming van de kwijtscheldingnormen voor personen die de pensioengerechtigde leeftijd hebben bereikt, het mogelijk maken van kwijtschelding van privéschulden van ondernemers en het in aanmerking nemen als uitgaven van de kosten van kinderopvang.

Toelichting artikel 1:

Bij rijksbelastingen worden ten aanzien van voor personen die de pensioengerechtigde leeftijd hebben bereikt uitgegaan van de bijstandsnorm. Bij het bepalen van het normbedrag voor personen die de pensioengerechtigde leeftijd hebben bereikt is in het verleden rekening gehouden met een dubbele algemene heffingskorting (meest verdienende partner krijgt heffingskorting partner toebedeeld). De dubbele korting wordt op termijn afgebouwd met 2,5% per half jaar. De AOW-uitkering wordt evenwel ontzien. In de praktijk betekent dit dat de bijstandsnorm en de AOW-norm steeds verder uit elkaar groeien. Als het kwijtscheldingbeleid hier niet op aangepast wordt, treedt het effect op dat iemand uitsluitend met een AOW-uitkering geen of slechts gedeeltelijke kwijtschelding kan krijgen vanwege betalingscapaciteit.

Sinds enige tijd kunnen lagere overheden afwijkende normen hanteren. Voor personen die de pensioengerechtigde leeftijd hebben bereikt wordt dan uitgegaan van de AOW-norm en dus niet van de bijstandsnorm.

Toelichting artikel 2:

Ondernemers kunnen geen kwijtschelding krijgen van rijksbelastingen.

Lagere overheden hebben de mogelijkheid gekregen om ook ondernemers onder de kwijtscheldingsregeling te laten vallen. Het gaat hier dan om heffingen die geen verband houden met de uitoefening van het beroep of het bedrijf van een ondernemer. Concreet betreft het dan aanslagen die betrekking hebben op een woning die door de ondernemer als privé persoon wordt bewoond. Deze regeling is opgenomen in artikel 28, eerste lid, onder b, van de “Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990”.

Toelichting artikel 3:

Kosten van kinderopvang worden bij rijksbelastingen niet aangemerkt als uitgaven.

Voor alleenstaande ouders geldt dat de aanvullende heffingskortingen bij de berekening van het inkomen niet langer buiten beschouwing worden gelaten. Hier staat tegenover dat het voor lagere overheden mogelijk is om de kosten van kinderopvang aan te merken als uitgave. Dit geldt dan voor iedereen dus niet alleen voor alleenstaande ouders. De achterliggende gedachte van deze maatregelen is dat het kabinet zoveel mogelijk wenst te stimuleren dat mensen die thuis zitten weer aan het werk gaan. Deze regeling is opgenomen in artikel 28, eerste lid, onder b, van de “Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990”.

D17-015532