Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Amsterdam

Verplaatsingsprotocol

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieAmsterdam
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerplaatsingsprotocol
CiteertitelVerplaatsingsprotocol
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerpNatuur, milieu en beheer openbare ruimte

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze nota heeft betrekking op het gebied stadsdeel Oost.

Dit besluit is op 23 2016 verlengd tot 1 oktober 2016 en op 5 oktober door de gemeenteraad opnieuw vastgesteld, met terug werkende kracht tot 1 oktober 2016 en werkt door tot 1 januari 2018.  

De werking van deze regeling is verlengd bij raadsbesluit van 20 december 2017 (383/1563)

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend.

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

19-03-201601-01-2019nieuwe regeling

19-03-2016

Gemeenteblad 2016, nr 43811 Gemeenteblad 2017, nr 182024

385591

Tekst van de regeling

Intitulé

Verplaatsingsprotocol

 

 

Verplaatsingsprotocol

Zie bijlage

 

VERPLAATSINGSPROTOCOL

Op 15 mei 2012 heeft het dagelijks bestuur van stadsdeel Oost in het kader van het plan van aanpak Amsteloever besloten een verplaatsingsprotocol voor te bereiden naar model van het verplaatsingsprotocol van voormalige stadsdeel Zeeburg. Dit protocol zal voor heel stadsdeel Oost gelden.

Dit document beschrijft de procedure die door stadsdeel Oost gevolgd zal worden bij hetverplaatsen van woonboten. Daarbij dient wel een onderscheid te worden gemaakt in de juridische status van de woonboot in kwestie. Het protocol geldt voor vergunde woonboten. Voor gedoogde woonboten, woonboten zonder ligplaatsvergunning, die door het stadsdeel worden verplaatst gelden de financiële aspecten uit het verplaatsingsprotocol niet. Zij krijgen immers compensatie (bestaande uit een legale status). Overige woonboten, die bijvoorbeeld onder bestuursdwang worden verwijderd uit het stadsdeel, kunnen uiteraard geen aanspraak maken op het verplaatsingsprotocol.

Het protocol omschrijft verder de rechten en plichten van zowel het stadsdeel als de woonbooteigenaar. Het verplaatsingsprotocol is kortom de grondslag voor het afsluiten van een verplaatsingsovereenkomst.

Per te verplaatsen woonboot zal een locatiespecifieke verplaatsingsovereenkomst gemaakt worden aan de hand van het verplaatsingsprotocol. De locatiespecifieke verplaatsingsovereenkomst beschrijft, zoals de naam al zegt, alle locatie specifieke zaken en legt afspraken vast tussen het stadsdeel en de eigenaar van de te verplaatsen woonboot.

Achtereenvolgens wordt in dit protocol besproken:

- De uitgangpunten die gedurende het hele verplaatsingsproces gelden

- De fasen waarin de verplaatsing op te delen is en hun specifieke invulling.

 

Uitgangspunten

1.Het startpunt

De daadwerkelijke verplaatsingsprocedure vangt aan bij het vaststellen van het besluit tot verplaatsing door het stadsdeel. Normaal gesproken is dit een raadsbesluit, daar de stadsdeelraad het bevoegd orgaan is voor het vaststellen van ruimtelijk beleid. Soms is het raadsbesluit eerder genomen, bijvoorbeeld door het opnemen van een wijzigingsbevoegdheid in het bestemmingsplan. De onderbouwing van de besluitvorming zal vrijwel altijd bestaan uit een Nota van uitgangpunten, een plan van aanpak of een bestemmingsplan. Het stadsdeel zal deze onderbouwing zoveel mogelijk met de direct betrokkenen bespreken alvorens tot besluitvorming over te gaan. Tegen het verplaatsingsbesluit staan rechtsmiddelen open

( indienen van een bezwaarschrift en vervolgens het indienen van een beroepschrift bij de rechtbank). De verplaatsingsovereenkomst wordt echter pas afgesloten op het moment dat er overeenstemming is bereikt over de verplaatsing of op het moment dat de juridische procedures zijn beëindigd. Dit impliceert dat alle discussie over de noodzaak en/of wenselijkheid van verplaatsingen met alle betrokken partijen is beëindigd. Het stadsdeel zal de ‘betrokken partijen’ en/of belanghebbenden inventariseren en benoemen. Met name de belangen van bewoners wegen daarbij zwaar, maar ook de financiële consequenties moeten op een rij gezet worden (uitkopen naar marktwaarde, verplaatsingskosten, etc.). De financiële ruimte die er rond een eventuele opheffing is kan van invloed zijn op het te nemen besluit.

2 Gelijkwaardigheid woonbootbewoners versus walbewoner

Bij de invulling van de locatiespecifieke verplaatsingsovereenkomst en de daarmee gemoeid gaande besluitvorming streeft het stadsdeel zoveel mogelijk naar een gelijke behandeling van

woonbootbewoner en walbewoner. Uiteraard moet het dan gaan om vergelijkbare situaties.

Bedacht moet worden dat elke verplaatsing specifieke kenmerken heeft waardoor er in de praktijk zelden sprake zal zijn van een ‘gelijkheid van gevallen’. Het is echter wel zaak dat de grondslagen van de verplaatsing duidelijk zijn en dat er een aantal zaken worden gewaarborgd. Daartoe dient het verplaatsingprotocol en de verplaatsingsovereenkomst.

3 Duidelijke communicatie met voldoende continuïteit naar alle belanghebbenden

Het stadsdeel zal door alle fasen van de verplaatsing heen (zoals hieronder benoemd) zorg dragen voor duidelijke informatievoorziening naar de belanghebbenden en betrokken partijen. Waar nodig zal het stadsdeel in overleg met de woonbootbewoners overlegmomenten inbouwen. Het blijft de eigen verantwoordelijkheid van de woonbootbewoners om vanaf het begin gebruik te maken van de geboden informatie- en overlegmomenten. Het stadsdeel biedt de mogelijkheid, de bewoners mogen er gebruik van maken. Gedurende het hele verplaatsingsproces zal het stadsdeel verder zorg dragen voor afstemming van de tijdsplanningen van de betrokken partijen.

 

De fasen van het verplaatsingsprotocol.

Er zijn vier fasen te onderscheiden:

Fase 1: het traject tot en met het besluit tot verplaatsen;

Fase 2: het opstellen en tekenen van de verplaatsingsovereenkomst;

Fase 3: de verplaatsing;

Fase 4: evaluatie van, afronding van en nazorg bij de verplaatsing.

 

Fase 1: het traject tot en met de besluitvorming

In fase 1 is sprake van een voornemen om een verplaatsingsbesluit te nemen. In deze fase zal het stadsdeel er zorg voor dragen dat:

duidelijk is welke woonboten verplaatst moeten worden en wie volgens het stadsdeel de eigenaren zijn;

deze eigenaren ingelicht worden over de plannen voor de besluitvorming tot verplaatsing;

de onderbouwing van de voorgenomen besluitvorming aan de eigenaren meegedeeld wordt;

voor zover mogelijk een tijdspad wordt gegeven.

 

Fase 2: Het opstellen en tekenen van de verplaatsingsovereenkomst

Deze fase kan deels overlappen met fase 1. Tijdens het traject waarin tot besluitvorming over het wel of niet verplaatsen van een woonboot wordt overgegaan, kan een begin gemaakt worden met het overleg voor het opstellen van een verplaatsingsovereenkomst. Aan woonbooteigenaren kan zo duidelijk gemaakt worden dat er afspraken gemaakt kunnen worden en dat onderhandelingen mogelijk zijn (ze zullen niet zonder meer worden verplaatst). Daarnaast kan het traject met betrekking tot het verplaatsingsprotocol het stadsdeel meer inzicht geven in de haalbaarheid en kosten die gepaard gaan met de verplaatsing. Dit kan weer een rol spelen in de definitieve besluitvorming. Aan de hand van het verplaatsingsprotocol begint het stadsdeel met de woonbooteigenaren gesprekken over het opstellen van een locatiespecifieke verplaatsingsovereenkomst. In de verplaatsingsovereenkomst zullen alle onderwerpen die bij de verplaatsing van de betreffende woonboot van de huidige plaats naar de nieuwe locatie spelen, aan de orde komen en in samenhang besproken en vastgelegd worden. Alle betrokkenen krijgen zo een goed overzicht van de rechten en plichten, kansen en (on)mogelijkheden. Er kan een termijn afgesproken worden waarbinnen men tot overeenstemming wil komen.

Het doel is een overeenkomst af te sluiten op basis van overeenstemming. Op het moment dat overeenstemming niet lukt, kan het stadsdeel als laatste mogelijkheid een ‘voorstel verplaatsingsovereenkomst uitbrengen. Indien ook dit voorstel niet wordt geaccepteerd rest alleen nog een handhavingstraject. De ligplaatsvergunning wordt eenzijdig ingetrokken. Daarbij kan nog altijd een schadevergoeding worden geboden. Tegen het handhavingsbesluit staan rechtsmiddelen open.

De verplaatsingsovereenkomst zal de volgende hoofdstukken omvatten:

 

2.1 Communicatie

- het stadsdeel zal contactpersonen aanwijzen binnen het stadsdeel;

- indien gedurende het verplaatsingsproces een afwijking wordt vastgesteld of men op problemen in de uitvoering stuit, zal dit onmiddellijk door het stadsdeel naar alle belanghebbende partijen gecommuniceerd worden.

 

2.2 Planning

Het stadsdeel zal zorg dragen voor het opstellen van een planning voor de verplaatsing in overleg met de betrokken partijen. In deze planning zal tenminste opgenomen worden:

  • *

    het tijdstip van de voorbereidingen / ombouwwerkzaamheden ter voorbereiding op de verplaatsingen;

  • *

    aanvragen van de eventueel benodigde vergunningen;

  • *

    communicatie- en overlegmomenten;

  • *

    werkzaamheden van de verschillende betrokken uitvoerders (palen slaan, baggeren, kade aanpassen, nutsbedrijven, etc.);

  • *

    de datum van de daadwerkelijke verplaatsing;

  • *

    risico´s op afwijkingen van de planning

  • *

    In de planning wordt rekening gehouden met seizoensinvloeden (verbouwingen en schilderwerk bijvoorbeeld bij voorkeur niet in de winter plannen)

 

2.3 Financiën

Voor gedoogde woonboten, woonboten zonder ligplaatsvergunning, die door het stadsdeel worden verplaatst gelden de financiële aspecten uit het verplaatsingsprotocol niet. Er wordt wel een verplaatsingsovereenkomst afgesloten doch de financiële compensatie bestaat uit het verkrijgen van een legale status. Uitgangspunt is dat ze een nieuwe ligplaats krijgen aangeboden op basis van een erfpachtcontract, mits aan de voorwaarden in een plan van aanpak is voldaan. In de verplaatsingsovereenkomst dient een en ander te worden vastgelegd.

 

Het stadsdeel en de te verplaatsen woonbootbewoner zullen zorg dragen voor een volledige inventarisatie en begroting van de verplaatsing. Het opstellen van de inventarisatie en de begroting is een gedeelde verantwoordelijkheid van stadsdeel en de woonbootbewoner. Daarin wordt tevens aangegeven welke met de verplaatsing gemoeide en geraamde kosten door het stadsdeel worden betaald.

   

In deze begroting zal tenminste opgenomen worden:

  • *

    Een overzicht van de noodzakelijke bouwwerkzaamheden aan de woonboot en de daarmee gemoeide kosten (uitgevoerd in de stijl van de woonboot). De ten gevolge van de verplaatsing noodzakelijke verbouwingen kunnen te maken hebben met:

o aanmeer- en toegangsvoorzieningen;

o welstandscriteria;

o veiligheid;

o aansluitingen (gas, water, elektra, telefoon, televisie, riool, internet) bovendeks dan wel buitenom of langs het schip;

  • *

    Een overzicht van transport, sleep- en takelkosten, over land en over water.

  • *

    Verzekeringskosten

  • *

    Leges

  • *

    Overige kosten samenhangend met de verhuizing of verplaatsing

 

Ten aanzien van elk van deze kostenposten wordt vastgesteld wie de kosten draagt en wie verantwoordelijk is voor eventuele uitvoer. In principe draagt het stadsdeel de kosten, maar er kunnen redenen zijn hierover andere afspraken te maken, bijvoorbeeld de wens van een bewoner om de verplaatsing aan te grijpen om te verbouwen of dat een aspect aan de woonboot niet conform regelgeving was (bv het ontbreken van een rioolaansluiting).

 

2.4 Juridische aspecten

Het doel is uiteraard een overeenkomst af te sluiten op basis van overeenstemming en leidend tot volledige kwijting van verplichtingen en aanspraken op basis van de wijzigingen waaruit de verplaatsing voortkomt ( plan van aanpak, bestemmingsplanwijzigingen).Indien het stadsdeel en de woonbooteigenaar niet tot overeenstemming inzake de specifieke verplaatsingsovereenkomst kunnen komen, zal een bemiddelingspoging worden ondernomen. Er wordt in overleg een onafhankelijke bemiddelaar benoemd en de kosten hiervan zullen in principe worden gedeeld. Eventueel kan er met betrekking tot het delen van de kosten gekeken worden naar de draagkracht van betrokkene(n). De verplaatsingsovereenkomst zal een te volgen route beschrijven voor het geval er gedurende de verplaatsing blijkt dat één van de partijen zich niet houdt aan de afspraken.

 

2.5 De nieuwe ligplaats

Er wordt gestreefd naar een ligplaats die zoveel mogelijk lijkt of is te vergelijken met de oude ligplaats. Van belang bij het bepalen hiervan kunnen zijn:

- ruimtelijke aspecten zoals mogelijkheden van het bestemmingsplan, de nabijheid van voorzieningen, parkeergelegenheid;

- nautische aspecten (in- en uitvaren, afmeervoorzieningen, beschutting tegen golfslag), ligging t.o.v. wal;

- welstandseisen op de nieuwe locatie.

 

Deze opsomming is niet limitatief. Welke waarde aan deze aspecten wordt gehecht is afhankelijk van de voorkeur van de woonbootbewoner en van een gemotiveerd oordeel van het stadsdeel. Een volledig gelijke plek zal niet mogelijk zijn. Het alternatief moet wel redelijkerwijs gelijkwaardig zijn. Dit geldt andersom ook voor de eisen van de bewoners.

De nieuwe ligplaats dient uiteraard te voldoen aan de bestaande regelgeving en bestaand beleid.

 

2.6 Eventuele wissellocatie

In het geval dat het onvermijdelijk is dat de woonboot een bepaalde periode op een wissellocatie komt te liggen zal het stadsdeel er zorg voor dragen dat:

  • *

    de noodzaak van de wissellocatie onderbouwd is;

  • *

    alle benodigde voorzieningen op de wisselligplaats aanwezig en bruikbaar zijn;

  • *

    de benodigde vergunningen aangevraagd worden dan wel verleend zijn;

Voort is het van groot belang dat in elk geval wordt geregeld dat:

  • *

    noodzakelijke nutsvoorzieningen, afmeer- en toegangsvoorzieningen aanwezig zijn;

  • *

    er een nagestreefde termijn vastgelegd wordt voor het verblijf van de woonboot op de wissellocatie.

  • *

    een vergoeding voor de extra verplaatsing.

 

2.7 Ondertekening

Alle afspraken zullen worden opgenomen in de verplaatsingsovereenkomst. De verplaatsing zal pas in werking treden nadat beide partijen zich middels ondertekening akkoord hebben verklaard met de verplaatsing.

 

Fase 3: De verplaatsing van de woonboot

Bij de daadwerkelijke verplaatsing is een contactpersoon van het stadsdeel aanwezig, dan wel bereikbaar, om er op toe te zien dat de overeenkomst wordt nageleefd en om in te grijpen bij calamiteiten of onverwachte gebeurtenissen.

 

Fase 4: Evaluatie, afronding en nazorg

 

De verplaatsingsovereenkomst draagt zorg voor:

 

  • *

    Een duidelijk afrondingsmoment;

  • *

    Een contactpersoon die nog geruime tijd na de verplaatsing aanspreekbaar is;

  • *

    Een evaluatie en afronding met de eigenaar;

  • *

    Archivering.

  

.