Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Heemskerk

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Heemskerk houdende regels omtrent beheer begraafplaatsen Beheersverordening begraafplaatsen gemeente Heemskerk 2015

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHeemskerk
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening van de gemeenteraad van de gemeente Heemskerk houdende regels omtrent beheer begraafplaatsen Beheersverordening begraafplaatsen gemeente Heemskerk 2015
CiteertitelBeheersverordening begraafplaatsen gemeente Heemskerk 2015
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Beheersverordening algemene begraafplaats ‘‘Eikenhof’’ 2010 en de Beheersverordening algemene begraafplaats ‘‘Nederlands Hervormde Kerk’’ 2010.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Wet op de lijkbezorging
  2. artikel 149 Gemeentewet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201501-01-2019nieuwe regeling

30-10-2014

Heemskerkse Courant, 27-11-2014

BIVO/2013/30027

Tekst van de regeling

Intitulé

Beheersverordening begraafplaatsen gemeente Heemskerk 2015

 

 

Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

asbezorging: zowel het bijzetten van een asbus als verstrooien van as van een overledene;

asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

begraafplaatsen: de begraafplaatsen algemene begraafplaats ‘Eikenhof’ en de algemene begraafplaats ‘Nederlands Hervormde Kerk’;

begraven: het ter aarde bestellen van een overledene, het bijzetten van een urn of asbus in of op een graf, het bijzetten in een grafkelder en het verstrooien van as;

beheerder: de ambtenaar die belast is met de dagelijkse leiding van de begraafplaatsen en personen die door hem met de uitvoering van deze werkzaamheden zijn belast;

columbarium: zuil/muur met nissen ten behoeve van het bijzetten van urnen of asbussen;

eigengraf: graf, waarvoor het uitsluitend recht is verleend tot:

  • -

    het begraven en begraven houden van overledenen;

  • -

    het bijzetten en bijgezet houden van asbussen of urnen;

Eikenhof 1: het gedeelte van de Eikenhof ten noorden van de Marquettelaan;

Eikenhof 2: het gedeelte van de Eikenhof ten zuiden van de Marquettelaan;

gebruiker: persoon aan wie een recht tot gebruik van een ruimte in een algemeen graf is verleend, dan wel is over geschreven;

graf: een ruimte waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van overledenen, waaronder wordt verstaan: algemeen graf, eigen graf, huurgraf, kindergraf, particulier urnengraf, huururnengraf, particuliere urnennis, particuliere gedenkplaats, grafkelder en Columbarium;

grafbedekking: gedenkteken en grafbeplanting op een graf;

grafkelder: een betonnen, gemetselde of kunststof constructie waarin een of meerdere overledenen worden begraven of asbussen worden bijgezet; grafkelders kunnen onderdeel zijn van een bovengrondse rij, muur of wand; een bovengrondse grafkelder is bedoeld voor het bijzetten van één overledene;

herdenkingsbijeenkomst: bijeenkomsten, anders dan de begrafenis zelf, zoals herdenkingsbijeenkomsten en onthullingen van gedenktekens;

houder van de begraafplaats: burgemeester en wethouders;

keuzegraf: een huurgraf II, sectie BB, op Eikenhof 1 anders dan op de regel uitgegeven;

kindergraf: een graf, waarvoor aan een persoon het uitsluitend recht is verleend tot:

  • -

    het begraven en begraven houden van overleden kinderen, begraven in een kistje dat de afmetingen van 1.20 meter niet te boven gaat in hoekpunten van de grafheuvels;

  • -

    het begraven en begraven houden van overleden kinderen tot 18 jaar op de aangewezen kindergrafheuvel;

overledene: het lichaam van een persoon die is overleden of een doodgeborene;

particuliere gedenkplaats: een plaats op Eikenhof 1 waarvoor aan een persoon het uitsluitend recht is verleend om een overledene te gedenken;

particulier graf: (huurgraf) een graf waarvoor aan een persoon het uitsluitend recht is verleend tot:

  • -

    het begraven en begraven houden van overledenen;

  • -

    het bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • -

    het verstrooien van as in de grafruimte;

particulier urnengraf: (huururnengraf) een graf op Eikenhof 1 waarvoor aan persoon het uitsluitend recht is verleend tot:

  • -

    het bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • -

    het verstrooien van as in de grafruimte;

particuliere urnennis: een nis op Eikenhof waarvoor aan een persoon het uitsluitend recht is verleend tot het bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

rechthebbende: persoon aan wie een uitsluitend recht is verleend op een particulier graf, een particulier urnengraf of een particuliere gedenkplaats en degene waarvan het college heeft vastgesteld dat deze in de plaats van deze persoon treedt;

reservering keuzegraf: een particulier graf op Eikenhof 1 uitgegeven ten behoeve van begraven in de loop van de huurtijd;

ruimen: Het opgraven van stoffelijke resten na minimaal 10 jaar grafrust en het aansluitend herbegraven in het verzamelgraf op de begraafplaats;

schudden: Het onder in dezelfde grafruimte herbegraven van de laatst begraven stoffelijke resten, na minimaal 10 jaar grafrust;

urn: een voorwerp ter berging van een of meer asbussen;

verstrooiingsplaats: een plaats op Eikenhof 1 waarop as wordt verstrooid.

verzorging: het periodiek schoonmaken van de grafbedekking en verwijderen van bladafval.

Hoofdstuk 2 Bestemming, openstelling en de orde op de begraafplaats

Artikel 2 Bestemming begraafplaats

  • 1.

    De begraafplaatsen zijn bestemd voor het begraven en herdenken van overledenen, ongeacht hun gezindte.

  • 2.

    Een urnennis in het columbarium is bestemd voor het bijzetten van één of meer sierurnen, afhankelijk van het formaat.

  • 3.

    De strooiheuvel (heuvel W) is bestemd voor asverstrooiing .

Artikel 3 Openstelling begraafplaatsen

  • 1.

    Het college stelt de openingstijden van de begraafplaatsen vast.

  • 2.

    De openingstijden worden bij de ingang van de begraafplaats op het mededelingenbord bekend gemaakt.

  • 3.

    Ter handhaving van de orde en rust op de begraafplaatsen kunnen de toegangen tijdelijk worden gesloten.

  • 4.

    Het is verboden gedurende de tijd dat de begraafplaatsen niet voor het publiek geopend zijn, zich daarop te bevinden, anders dan voor het bijwonen van een begrafenis.

Artikel 4 Ordemaatregelen

  • 1.

    De beheerder kan aanwijzingen geven ten aanzien van het gedrag op de begraafplaats, het verrichten van werkzaamheden en gebruik van de gebouwen en installaties .

  • 2.

    De bepalingen van het Reglement verkeersregels en verkeertekens 1990 zijn van toepassing.

  • 3.

    Kinderen beneden de 12 jaar mogen zich alleen op de begraafplaats bevinden onder begeleiding van een meerderjarige.

Artikel 5 Verbodsbepalingen

  • 1.

    Het is verboden op de begraafplaats:

    • a.

      zonder toestemming van Burgemeester en wethouders een overledene te (doen) begraven;

    • b.

      een overledene te begraven of aan een herdenkingsbijeenkomst deel te nemen op andere tijden, dan genoemd in de reservering als bedoeld in artikel 9;

    • c.

      te handelen in strijd met de aanwijzingen van de beheerder;

    • d.

      een grafbedekking te plaatsen of in stand te houden zonder of in afwijking van de vergunning;

    • e.

      as te verstrooien anders dan op het aangewezen strooiveld (heuvel W) of in een particulier graf of eigengraf;

    • f.

      op de grafruimten te lopen;

    • g.

      de begraafplaats te verontreinigen;

    • h.

      met motorrijtuigen op de begraafplaatsen te rijden:

      • 1.

        anders dan op de daartoe aangewezen rijwegen, uitgezonderd motorrijtuigen die in gebruik zijn voor begrafenissen en scootmobiels ;

      • 2.

        sneller dan 10 km per uur;

    • i.

      rijwielen mee te voeren, anders dan om deze in de daarvoor aangewezen gedeelten van het terrein van de begraafplaats te plaatsen;

    • j.

      huisdieren mede te nemen;

    • k.

      gereedschappen of andere niet tot de grafruimte behorende voorwerpen te bewaren anders dan in de daartoe bestemde opbergplaatsen;

    • l.

      bedrijfsmatig geluids- en beeldopnamen te maken zonder toestemming van het college;

    • m.

      tegen de wil van deelnemers aan een begrafenis of herdenkingsbijeenkomst daarvan geluids- en beeldopnamen te maken;

    • n.

      bezoekers en medewerkers te hinderen bij het begraven en het verrichten van werkzaamheden;

    • o.

      zich te gedragen in strijd met de eerbied, aan de doden verschuldigd.

  • 2.

    Het college kan ontheffing verlenen van het verbod, onder h.1.

Hoofdstuk 3 Voorschriften voor begraven

Artikel 6 verlenen van het recht tot begraven

  • 1.

    Het college verleent het recht om te begraven, as te verstrooien of urnen of asbussen in het columbarium bij te zetten, met inachtneming van het bepaalde in deze verordening en onder de voorwaarden, nader omschreven in de Heffingsverordening begraafplaatsen.

  • 2.

    Het college kan aan de rechthebbende op een particulier graf vergunning verlenen tot het daarin of daarop voor eigen rekening doen aanbrengen van een grafkelder overeenkomstig het gestelde in de Voorschriften Grafbedekking begraafplaatsen Heemskerk.

  • 3.

    Van het verlenen van het recht tot begraven of bijzetten wordt een schriftelijk bewijs opgemaakt, inde vorm van een rekening.

  • 4.

    De rekening kan slechts op naam van één persoon staan.

  • 5.

    Het recht eindigt van rechtswege op het moment dat de begraafplaats ophoudt als zodanig bestemd en in gebruik te zijn.

Artikel 7 Overschrijving en vernieuwen van verleende rechten

  • 1.

    Het college kan het recht op een particulier graf overschrijven op een opvolger.

  • 2.

    Het recht op een particulier graf eindigt bij overlijden van de rechthebbende, tenzij binnen 6 maanden na dit overlijden een aanvraag voor het overschrijven wordt ingediend.

  • 3.

    Het college kan, na het eindigen van het recht op een particulier graf, op aanvraag opnieuw het recht op dit particulier graf verlenen, tenzij het particulier graf inmiddels is geruimd.

Artikel 8 Afstand doen van het recht op een graf

  • 1.

    Een rechthebbende kan schriftelijk verklaren afstand te doen van het recht op een particulier graf.

  • 2.

    Indien afstand wordt gedaan van het recht, bestaat geen aanspraak op enige vergoeding of terugbetaling.

  • 3.

    Het recht eindigt op het moment dat het college de ontvangst van verklaring bevestigd.

Artikel 9 Reservering begraven

  • 1.

    Elke begraving en herdenkingsbijeenkomst moet vooraf gereserveerd worden in de digitale begraafplaatskalender op de gemeentelijke website of bij het bureau Beheer en onderhoud van de gemeente.

  • 2.

    De rechthebbende reserveert de datum en tijd uiterlijk 48 uur voorafgaande aan de dag van de begraving.

  • 3.

    Nadat de burgemeester toestemming heeft gegeven om een overledene binnen 36 uur na het overlijden te begraven reserveert de rechthebbende de datum en tijd zo spoedig mogelijk.

  • 4.

    Nadat de beheerder toestemming geeft tot het begraven op afwijkende tijden reserveert de rechthebbende de datum en tijd zo spoedig mogelijk.

  • 5.

    De persoon die een herdenkingsbijeenkomsten organiseert, reserveert de datum en tijd uiterlijk 48 uur voorafgaande aan de dag van de bijeenkomst .

Artikel 10 Werkzaamheden

  • 1.

    Het openen en sluiten van een graf en het bedienen van de hulpmiddelen mag uitsluitend geschieden door het personeel van de begraafplaats of een derde die de werkzaamheden in opdracht van de gemeente uitvoert.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid, mogen de nabestaanden deze werkzaamheden onder toezicht van de beheerder geheel of gedeeltelijk zelf verrichten, mits de wens daartoe bij de reservering is geuit en de aanwijzingen van de beheerder worden gevolgd.

Artikel 11 Gebouwen en muziekinstallatie

Nabestaanden mogen voor de duur van de reservering gebruiken maken van de ontvangstruimten, de aula of de muziekinstallatie, mits de wens daartoe bij de reservering is geuit en de aanwijzingen van de beheerder worden gevolgd.

Artikel 12 Over te leggen stukken

  • 1.

    Voorafgaande aan de begraving moet aan de beheerder het wettelijk verlof tot begraven of tot crematie worden overhandigd.

  • 2.

    Indien de begraving in een bestaand particulier graf zal plaatsvinden, dient aan de beheerder een door de rechthebbende ondertekende machtiging daartoe te worden overhandigd.

  • 3.

    De beheerder kan de begraving verbieden, indien de stukken niet zijn overhandigd.

Artikel 13 Tijden van begraven

  • 1.

    De tijden van begraven en bijzetten zijn van maandag tot en met zaterdag van 's morgens 10.00 uur tot 's middags 15.00 uur, met uitzondering van Nieuwjaarsdag, Goede Vrijdag, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag, eerste en tweede Kerstdag.

  • 2.

    In bijzondere omstandigheden kan de beheerder andere tijden toestaan.

Artikel 14 Tijdsruimte

  • 1.

    Op de begraafplaats mag niet meer dan één begraving of herdenkingsbijeenkomst tegelijkertijd plaatsvinden.

  • 2.

    Tussen elke begraving, bijzetting of herdenkingsbijeenkomst wordt een tijdsruimte van twee uur aangehouden.

  • 3.

    In bijzondere omstandigheden kan door de beheerder van het bepaalde in het eerste en tweede lid worden afgeweken.

Hoofdstuk 4 Indeling en uitgifte van de graven

Artikel 15 Indeling graven en asbezorging

Op de begraafplaatsen worden uitgegeven:

  • a.

    particuliere graven en particuliere urnengraven;

  • b.

    particuliere urnennissen;

  • c.

    particuliere gedenkplaatsen;

  • d.

    algemene graven;

  • e.

    een verstrooilokatie van as.

Artikel 16 Situeren Eikenhof

  • 1.

    Het college wijst de vakken of gedeelten van de vakken aan waar particuliere graven (huurgraven) en algemene graven worden gesitueerd.

  • 2.

    Het college wijst de plaatsen aan waar grafruimten worden gesitueerd:

    • a.

      voor het begraven van levenloos geboren kinderen, alsmede van overleden kinderen die ter aarde worden besteld in een kistje welke de afmetingen van 1.20 meter niet te boven gaat (hoekpunten grafheuvels Eikenhof 1 of op de aangewezen kindergrafheuvel);

    • b.

      voor het begraven van kinderen tot 18 jaar op de aangewezen kindergrafheuvel (grafheuvel S);

    • c.

      voor het begraven van urnen of asbussen (in particuliere graven).

  • 3.

    Grafruimten als bedoeld in het tweede lid, onder a en b zijn bestemd voor het begraven van één tot maximaal drie overleden kinderen dan wel asbussen; grafruimten als bedoeld in het tweede lid, onder c zijn bestemd voor het begraven van maximaal 4 asbussen.

  • 4.

    Het college bepaalt de afmetingen van de grafruimten.

  • 5.

    De huurgraven II worden slechts voor directe begraving en in volgorde van ligging uitgegeven.

  • 6.

    Op verzoek kan het college een van de huurgraven II anders dan op de volgorde van uitgifte toewijzen (Keuzegraf I), indien dit wegens de situatie op de begraafplaats niet bezwaarlijk is onder de voorwaarden, nader omschreven in de Heffingsverordening.

  • 7.

    Op verzoek kan het college een weer aan de gemeente vervallen graf dat nog niet is geruimd toewijzen (Keuzegraf II), onder de voorwaarden, nader omschreven in de Heffingsverordening, waarbij de kosten van ruiming voor rekening van de aanvrager.

  • 8.

    Het college wijst de nissen in het columbarium aan waarin asbussen of urnen kunnen worden bijgezet.

    • a.

      Achter de afdekplaat kunnen, voor zover voldoende ruimte aanwezig is, meerdere asbussen worden geplaatst;

    • b.

      Indien gekozen wordt voor het afdekken van de nis met een afdekplaat, dan mogen alleen door de gemeente verkochte exemplaren worden gebruikt.

  • 9.

    Het college wijst het terrein aan waar as kan worden verstrooid.

Artikel 17 Situeren Nederlands Hervormde Kerk

  • 1.

    Het college wijst de vakken of gedeelten van de vakken aan, waar eigengraven, particuliere graven (huurgraven) en algemene graven zijn gesitueerd.

  • 2.

    De afmetingen van de grafruimten worden door het college bepaald.

  • 3.

    Op de begraafplaats worden geen eigengraven, particuliere graven (huurgraven) of algemene graven meer uitgegeven.

  • 4.

    Het college kan begraving in bestaande eigengraven toestaan nadat rechthebbende genoegzaamheeft aangetoond gerechtigd te zijn in het eigengraf te mogen begraven.

  • 5.

    Begraving in een eigen graf kan behoudens het gestelde in het vierde lid alleen plaatsvinden indien in de grafruimte nog voldoende ruimte aanwezig is. Na begraving moet minimaal 65 cm dek mogelijk zijn. Het graf kan eenmaal worden geschud, indien de wettelijke grafrust termijn dit toelaat.

  • 6.

    In een eigengraf kunnen maximaal 3 overledenen worden bijgezet, met in achtneming van het gestelde in het vierde en vijfde lid.

  • 7.

    Het college kan op verzoek van de rechthebbende begraving in bestaande huurgraven toestaan, onder gelijktijdige verlenging van de grafhuurperiode van 10 of 20 jaar.

  • 8.

    Begraving in een huurgraf kan behoudens het gestelde in het zevende lid alleen plaatsvinden indien in de grafruimte nog voldoende ruimte aanwezig is. Na begraving moet minimaal 65 cm dek mogelijk zijn. Het graf kan eenmaal worden geschud, indien de wettelijke grafrust termijn dit toelaat.

  • 9.

    In een huurgraf kunnen maximaal 3 overledenen worden bijgezet, met in acht neming van het gestelde in het zevende en achtste lid.

  • 10.

    De huurtermijn van het huurgraf kan na de vervaldatum weer verlengd worden, zolang de begraafplaats als zodanig bestemd en in gebruik is.

  • 11.

    In algemene graven worden geen overledenen of urnen meer bijgezet.

  • 12.

    Op het terrein wordt geen as verstrooid.

Artikel 18 Volgorde van uitgifte

  • 1.

    De particuliere graven worden slechts voor directe begraving en in volgorde van ligging uitgegeven.

  • 2.

    Het college kan op Eikenhof 1, in bijzondere omstandigheden in afwijking van het eerste lid een particulier graf toewijzen anders dan voor directe begraving en buiten de volgorde van uitgifte, indien dit wegens de situatie op de begraafplaatsen niet bezwaarlijk is.

  • 3.

    Algemene graven worden slechts voor directe begraving en in volgorde van ligging uitgegeven.

Artikel 19 Categorieën

  • 1.

    Het voor begraven bestemde deel van de begraafplaats Eikenhof wordt verdeeld in twee secties, die worden aangeduid met de letters AA en BB.

  • 2.

    Grafruimten gelegen in sectie AA zijn bestemd voor het begraven of bijzetten in en plaatsen van een bovengrondse grafkelder van één overledene en maximaal 4 asbussen of de inhoud hiervan in één laag.

  • 3.

    Grafruimten gelegen in sectie BB zijn bestemd voor het begraven van twee overledenen in twee lagen of het begraven van één, twee of drie overledenen en het begraven van max. 3 asbussen of de inhoud hiervan in twee lagen.

  • 4.

    Elk vak wordt onderverdeeld in grafruimten, die worden aangeduid met cijfers.

  • 5.

    De in sectie AA gelegen grafruimten worden onderscheiden in:

    • a.

      huurgraven I, zijnde grafruimten, die worden verhuurd ten behoeve van het begraven van één overledene in de loop van de huurtijd;

    • b.

      huurgraven II, zijnde grafruimten, die worden verhuurd ten behoeve van het direct begraven van één overledene;

    • c.

      gedenkplaatsen, zijnde grafruimten die worden verhuurd ter herdenking van één of meer overledenen. Hierin wordt niet begraven.

  • 6.

    De in sectie BB gelegen grafruimten worden onderscheiden in:

    • a.

      huurgraven I, zijnde grafruimten, die worden verhuurd ten behoeve van het begraven van drie overledenen en maximaal drie asbussen in de loop van de huurtijd, onder de volgende restricties:

      • 1.

        Een derde overledene kan slechts dan bijgezet worden als het direct schudden van het graf mogelijk is of reeds bij een eerdere begraving heeft plaatsgevonden;

      • 2.

        De wens tot het kunnen begraven van drie overledenen dient reeds bij de eerste begraving en bij de tweede begraving aan de gemeente schriftelijk kenbaar gemaakt te worden;

      • 3.

        Vanwege de wettelijke grafrusttermijn kan niet gegarandeerd worden dat bijzetting van een derde overledene altijd mogelijk is.

    • b.

      huurgraven II, zijnde grafruimten, die worden verhuurd ten behoeve van het direct begraven van twee overledenen en maximaal drie asbussen dan wel ten behoeve van het direct begraven van twee overledenen en het begraven van één overledene en maximaal drie asbussen in de loop van de huurtijd dan wel ten behoeve van het direct begraven van één asbus en het begraven van drie overledenen en nog maximaal twee asbussen in de loop van de huurtijd, onder de volgende restricties:

      • 1.

        Een derde overledene kan slechts dan bijgezet worden als het direct schudden van het graf mogelijk is of reeds bij een eerdere begraving heeft plaatsgevonden;

      • 2.

        De wens tot het kunnen begraven van drie overledenen dient reeds bij de eerste begraving en bij de tweede begraving aan de gemeente schriftelijk kenbaar gemaakt te worden;

      • 3.

        Vanwege de wettelijke grafrusttermijn kan niet gegarandeerd worden dat bijzetting van een derde overledene altijd mogelijk is.

    • c.

      huururnengraven, zijnde grafruimten die worden verhuurd ten behoeve van het direct of in de loop van de huurtijd begraven van één tot en met maximaal vier asbussen.

    • d.

      kindergraven, zijnde grafruimten, die worden verhuurd ten behoeve van het begraven van drie overleden kinderen dan wel asbussen in de loop van de huurtijd, onder de restrictie dat vanwege de wettelijke grafrusttermijn niet gegarandeerd kan worden dat bijzetting van een derde overledene altijd mogelijk is.

    • e.

      algemene graven, zijnde grafruimten, die beschikbaar worden gesteld ten behoeve van het direct ter aarde bestellen van één overledene in de eerste of de tweede laag.

    • f.

      asverstrooiheuvel, heuvel die ter beschikking wordt gesteld voor het verstrooien van as (heuvel W).

Artikel 20 Termijnen particuliere, algemene graven, columbarium en strooiveld

  • 1.

    Uitgifte van particuliere graven geschiedt voor een periode van 10 of 20 achtereenvolgende jaren;

    • a.

      gedenkplaatsen voor een periode van 5 achtereenvolgende jaren;

    • b.

      nissen in het columbarium voor perioden van 5, 10, of 20 achtereenvolgende jaren;

    • c.

      plaatsing van een herdenkingsplaatje asverstrooiing voor een periode van 15 achtereenvolgende jaren;

    • d.

      een algemeen graf voor 10 achtereenvolgende jaren.

  • 2.

    Begraving of bijzetting in een particuliergraf waarvan de uitgifte termijn binnen de wettelijke minimumgrafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn met een zodanige periode dat de alsdan resterende uitgiftetermijn ten minste gelijk is aan de wettelijke minimum grafrusttermijn.

  • 3.

    Het college kan de in het eerste lid genoemde tijdvakken telkens met eenzelfde periode van 5, 10 of 20 jaren verlengen met inachtneming van de verlengingstermijn per grafsoort zoals is aangegeven in de Heffingsverordening begraafplaatsen.

  • 4.

    Een aanvraag tot verlenging moet door de rechthebbende schriftelijk worden ingediend, niet eerder dan ten hoogste twee jaar voor de afloop van een tijdvak en niet later dan uiterlijk dertien weken daarna.

  • 5.

    Verlenging na afloop van het te verlengen tijdvak, wordt geacht te zijn ingegaan met ingang van de dag volgende op die, waarop het recht verviel en wordt naar boven toe afgerond op gehele jaren.

  • 6.

    De termijn van uitgifte eindigt van rechtswege op het moment dat de begraafplaats ophoudt als zodanig bestemd en in gebruik te zijn.

Hoofdstuk 5 Grafbedekking

Artikel 21 Vergunning grafbedekking

  • 1.

    Het college verleent aan de rechthebbende of de gebruiker van een algemeen graf vergunning voor het hebben van een grafbedekking.

  • 2.

    De bedragen voor verschillende vergunningen grafbedekking staan aangegeven in de Heffingsverordening begraafplaatsen.

  • 3.

    Een vergunning voor een grafbedekking kan alleen worden gevraagd door of namens de rechthebbende of de gebruiker van een algemeen graf.

  • 4.

    Het college kan nadere regels vaststellen omtrent de wijze van aanvragen van de vergunning, de aard en de afmetingen van de grafbedekking en de wijze van aanbrengen.

  • 5.

    Het college kan de vergunning weigeren indien:

    • a.

      niet voldaan wordt aan de nadere regels, genoemd in het vierde lid;

    • b.

      de grafbedekking afbreuk doet aan het aanzien van de begraafplaats;

    • c.

      de duurzaamheid van de materialen onvoldoende is;

    • d.

      de constructie van de grafbedekking ondeugdelijk is;

    • e.

      de grafbedekking in strijd is met de eerbied, aan de doden verschuldigd.

  • 6.

    Een vergunning als bedoeld in het eerste lid eindigt op het moment waarop het recht op een huurgraf, gedenkplaats of het gebruiksrecht op een algemeen graf eindigt.

Artikel 22 Onderhoud door de gemeente

  • 1.

    De gemeente verzorgt de graven tegen een in de Heffingsverordening algemene begraafplaatsen nader omschreven recht (het onderhoudsrecht).

  • 2.

    De gemeente is niet verantwoordelijk voor het in stand houden van en niet aansprakelijk voor beschadigingen of het teniet gaan van voorwerpen en beplantingen die zich op of in de graven, grafruimten of urnennissen bevinden.

Artikel 23 Onderhoud door rechthebbende of gebruiker

  • 1.

    Het plaatsen, aanbrengen, herstellen en vernieuwen of verwijderen van de grafbedekking geschiedt door, voor rekening van en voor risico van de rechthebbende of de gebruiker van een algemeen graf.

  • 2.

    De rechthebbende of de gebruiker van een algemeen graf is verplicht de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen.

  • 3.

    Het college kan de rechthebbende of de gebruiker aanwijzingen geven voor het onderhoud of verplichten een beschadiging te herstellen binnen de door het college gestelde termijn.

  • 4.

    Indien de rechthebbende of de gebruiker nalaat de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen, kan het college de hiervoor in aanmerking komende voorwerpen of zo nodig de gehele grafbedekking verwijderen.

  • 5.

    De verwijdering vindt niet plaats dan nadat het college de rechthebbende of de gebruiker van een algemeen graf schriftelijk van het voornemen daartoe op de hoogte heeft gesteld.

  • 6.

    Wanneer het adres van de rechthebbende of de gebruiker niet bekend is maakt het college de voorgenomen verwijdering bekend door middel van een bij het graf te plaatsen bordje en bij de ingang van de begraafplaats.

  • 7.

    Het verwijderde blijft gedurende drie maanden ter beschikking van de rechthebbende of de gebruiker van een algemeen graf en vervalt daarna aan de gemeente, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.

  • 8.

    De grafbedekking van een graf, dat staat vermeld op de in artikel 26 bedoelde lijst, wordt niet verwijderd.

Artikel 24 Niet-blijvende grafbeplanting

  • 1.

    De beheerder verwijdert niet-blijvende beplanting op een graf, indien het graf een verwaarloosde indruk maakt.

  • 2.

    De beheerder verwijdert losse bloemen, planten, kransen en dergelijke, wanneer zij verwelkt zijn.

  • 3.

    De beheerder houdt de linten, siervazen en dergelijke voorwerpen gedurende dertien weken ter beschikking van de rechthebbende of de gebruiker van een algemeen graf, indien deze daartoe tevoren een aanvraag heeft ingediend bij de beheerder.

Artikel 25 Verwijdering grafbedekking na verstrijken van de termijn

  • 1.

    Het college verwijdert de grafbedekking na het verstrijken van de termijn van uitgifte van het graf of in het geval de ingevolge de Heffingsverordening verschuldigde vergoeding niet wordt betaald.

  • 2.

    Het college maakt het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking, ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd, per brief kenbaar aan de rechthebbende, of de gebruiker van een algemeen graf.

  • 3.

    Wanneer het adres van de rechthebbende, of gebruiker niet bekend is, maakt het college het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking, gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd, bekend door middel van een bij het graf te plaatsen bordje en bij de ingang van de begraafplaats bekend.

  • 4.

    Het verwijderde blijft gedurende drie maanden ter beschikking van de rechthebbende of de gebruiker van een algemeen graf en vervalt daarna aan de gemeente, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.

Artikel 26 Historische en kenmerkende grafbedekkingen

  • 1.

    Het college stelt een lijst vast van graven die van historische betekenis zijn of waarvan de grafbedekking een kenmerkend uiterlijk heeft.

  • 2.

    Het college beslist, voordat een grafbedekking wordt verwijderd, over het op de lijst plaatsen dan wel het van de lijst afvoeren van het graf of de grafbedekking.

  • 3.

    De grafbedekking van een graf dat staat vermeld op de lijst wordt niet verwijderd.

  • 4.

    De gemeente onderhoudt en herstelt de grafbedekking van de graven, die zijn vermeld op de lijst, tenzij de rechthebbende of de gebruiker van een algemeen graf de grafbedekking onderhoudt en herstelt.

Hoofdstuk 6 Inrichting register

Artikel 27 Voorschriften

  • 1.

    Het college stelt voorschriften vast voor het register van de begraven overledenen.

  • 2.

    Het register wordt bijgehouden door de beheerder.

Hoofdstuk 7 Slotbepalingen

Artikel 28 Intrekking

De beheersverordening algemene begraafplaats ‘‘Eikenhof’’ 2010 en de beheersverordening algemene begraafplaats ‘‘Nederlands Hervormde Kerk’’ 2010, vastgesteld op 1 januari 2010, worden ingetrokken.

Artikel 29 Overgangsbepaling

  • 1.

    Besluiten van het college die genomen zijn krachtens de verordening op het gebruik en beheer van de algemene begraafplaats ‘Eikenhof’ en de algemene begraafplaats ‘Nederlands Hervormde Kerk’ 2010 gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening.

  • 2.

    Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de verordening op het gebruik en beheer van de algemene begraafplaats ‘Eikenhof’ en de algemene begraafplaats ‘Nederlands Hervormde Kerk’ 2010 is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet op de aanvraag is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.

Artikel 30 Strafbepaling

Personen, die één of meer voorschriften vervat in artikelen 3, vierde lid en 5, eerste lid overtreden worden gestraft met een geldboete van de eerste categorie.

Artikel 31 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2015.

Artikel 32 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Beheersverordening begraafplaatsen gemeente Heemskerk 2015.

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente

Heemskerk in zijn openbare vergadering van

30 oktober 2014

de raad voornoemd,

de griffier,   de voorzitter,