Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Nijkerk

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Nijkerk houdende regels omtrent een gezamenlijke ombudsman Verordening gezamenlijke ombudsman 2018

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieNijkerk
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening van de gemeenteraad van de gemeente Nijkerk houdende regels omtrent een gezamenlijke ombudsman Verordening gezamenlijke ombudsman 2018
CiteertitelVerordening gezamenlijke ombudsman 2018
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. hoofdstuk IVc Gemeentewet
  2. artikel 149 Gemeentewet
  3. titel 9.2 Algemene wet bestuursrecht
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2018nieuwe regeling

22-06-2017

Gemeenteblad 2017, 136582

2017-023

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening gezamenlijke ombudsman 2018

De raad van de gemeente Nijkerk;

 

gelezen het collegevoorstel van 16 mei 2017;

 

gelezen de notitie van het college van 22 juni 2017;

 

gelet op hoofdstuk IVc en artikel 149 van de Gemeentewet en titel 9.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

 

gehoord de ondernemingsraad;

 

b e s l u i t :

 

  • 1.

    Samen met de raden van de gemeente Bunschoten, Nijkerk en Putten een gezamenlijke gemeentelijke ombudsman in te stellen voor de behandeling van verzoekschriften als bedoeld in artikel 9:17 sub b. Awb jo artikel 81y Gemeentewet.

  • 2.

    Vast te stellen de

     

 

Verordening gezamenlijke ombudsman 2018

Artikel 1 Instelling ombudsman

Voor de gemeenten Bunschoten, Nijkerk en Putten is er een gezamenlijke gemeentelijke ombudsman (hierna: ombudsman).

Artikel 2 Zittingsduur

De ombudsman en zijn plaatsvervanger worden per 1 januari 2018 benoemd en kunnen eenmaal worden herbenoemd.

Artikel 3 Financiële middelen

De ombudsman en zijn plaatsvervanger ontvangen ieder een vergoeding voor hun werkzaamheden en een tegemoetkoming in de kosten van (voor gemeenten Bunschoten, Nijkerk en Putten samen):

  • Jaarlijks een vaste vergoeding van € 1.500,-- .

     

Daarnaast wordt er aan de (plaatsvervangend) ombudsman een vergoeding uitgekeerd van:

  • € 150,-- per daadwerkelijke inschakeling (totaal onderzoek + verslag)

  • € 50,-- per vooronderzoek dat niet leidt tot een daadwerkelijke inschakeling

Hiernaast worden reiskosten vergoed die de ombudsman en zijn plaatsvervanger voor de uitoefening van de werkzaamheden moeten maken.

Artikel 4 Bemiddeling

  • 1.

    De (plaatsvervangend) ombudsman kan gedurende een onderzoek de verzoeker en het bestuursorgaan voorstellen doen teneinde onderling tot een oplossing van de klacht te komen.

  • 2.

    De (plaatsvervangend) ombudsman brengt ook na een geslaagde bemiddeling een verslag uit.

Artikel 5 Werkinstructie

Voor zover de ombudsman dit nodig acht, maakt hij een werkinstructie voor zijn werkzaamheden.

Artikel 6 Ontvangstbevestiging en toezending verzoekschrift

  • 1.

    De (plaatsvervangend) ombudsman bevestigt de ontvangst van het verzoekschrift schriftelijk aan de verzoeker.

  • 2.

    Indien hij een onderzoek als bedoeld in artikel 9:18 van de Algemene wet bestuursrecht instelt, zendt hij tevens een afschrift van het verzoekschrift aan het bestuursorgaan en aan degene over wiens gedragingen wordt geklaagd.

Artikel 7 Het verslag

De ombudsman en de plaatsvervangend ombudsman zenden jaarlijks een verslag van hun werkzaamheden aan de Gemeenteraad en aan het College van de drie deelnemende gemeenten.

Artikel 8 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2018.

Artikel 9 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening gezamenlijke ombudsman 2018

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering

van de raad van de gemeente Nijkerk

d.d. 22 juni 2017,

de griffier, mevrouw A.G. Verhoef-Franken

de voorzitter, de heer mr. drs. G.D. Renkema